Tekst en melodie.
A. Hs. van Boone, van het jaar 1695, ter Gentsche Bibliotheek, eerste lied; - B. De Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France, 1856, nr. 3, bl. 7, zelfde tekst, met eenige veranderingen in de spelling, opgeteekend te Caestre (Fransch-Vlaanderen), uit den mond eener bijna tachtigjarige vrouw. Vóor de Omwenteling van 1789, zegt D.C., werd dit liedje jaarlijks onder de Kerstmis gezongen, en werd het refrein door het volk herhaald. - Wij brengen de notatie in nauwer verband met de metriek; het valt moeilijk om te begrijpen, hoe deze melodie ooit heeft kunnen populair worden.