Tekst.
Een dev. en prof. boecxken, Antw. 1539, nr. 221, uifg. D.F. Scheurleer, bl. 251, en aant. bl. 322. De tekst doet zich nog voor in: Dit is een schoon suyverlijck boecxken (geest. goedk., Antw. 1570), Amst., Cornelis Claesz., z.j., fol. 12 ro; - Het hofken der geestelycker liedekens, Loven 1577, bl. 14: - Veelderhande Schrift. leysenen, geest. goedk., Antw. 1587, sign. B 5 ro; - W. Moll, Joannes Brugman, II (1854), bl. 151, naar Het hofken. - Aangehaald door Dr. Acquoy, Het geest. lied in de Nederl. vóór de Hervorming, 1886, bl. 46, die tevens de ‘vrij wat minder poëtische nabootsing’ vermeldt, te vinden in Een dev. en̄ pr. b., onder nr. 217, bl. 248, met aanvang: ‘Had ic vlogel als Seraphin // ic soude so hooghe vlieghen’.