Tekst.
Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck, Haerlem 1626, bl. 83, ‘stem: Soet, soet Robbertgen’. ‘Tot verichtinge der Nederlantsche saken’, zegt Valerius, ‘heeft den Coning macht gegeven den Raet van State (Juli 1576). In dese vergaderinge hebben haer geweldig ingedrongen Ieronimus Roda, Alonso Vergas, ende andere Spaensche boeven. Wanneer de gemutineerde voort gingen in alle ongeregeltheden so ten platten lande / als in de steden... soo heeft den Raed van State... verklaerd ende doen afkondigen / dat sy waren vyanden des Konings / ende der landen / een ygelick lastende die te mogen vryelijck bespringen ende te krencken waer men konde. Hier tegens stercken haer de selve / ende werden gestijft vande Spanjaerden die tot Zierick-zee lagen / die haer lieten vinden in Brabant ende veroverden Aelst. Sijn oock / door middel van het casteel / binnen de stad Antwerpen geraeckt / hebben 'tselve geplondert ende vele schaden aengerecht / vele huysen / als het Stadt-huys verbrand / vele menschen vermoort ende alle moetwillicheydt bedreven. De walen ende duytschen die binnen Zierickzee en̄ ter Tholen lagen (op hope van goeden buyt te bekomen) zijn haere cameraden gevolgt ende is alsoo / door Gods wonderbaer beleyt 'tgeheel Zeelandt ontledicht ende vry gemaeckt van de Spanjaerden ende hare metgesellen’. Zie verder John Lothrop Motley, De opkomst der Nederl. Republiek, vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 2de druk, 's-Grav. 1860, III, bl. 303.