Melodie.
R. von Liliencron, Die historischen Volksldr. der Deutschen, IV (1869), nr. 441, bl. 55, deelt een lied mede: ‘Vernembt, ir werden Christenleut’, op de nederlaag der Turken voor Weenen (1532), ‘in des Wiszpecken (ook “Wisbecken” of “Weisbecken”) ton, oder: Es geht ein frischer summer’. Volgens dezen schrijver: ‘Nachtrag enthaltend die Töne’, bl. 93 en 47 (zie mede Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort, II, nr. 269, bl. 67), duiden de twee wijzen op één zelfde melodie. Deze is geen andere dan de zangwijs van Ps. 10, Souterl. 1540: ‘Ick hoor die spiessen craken’ (zie hiervoren II, nr. 424, bl. 1583: ‘Wie was die ghene’ enz.), welke wij hierboven weergeven.
A.D. Loman, Bouwsteenen, II (1872-4), ‘Register der Geuzeliedjes’, bl. 228-9, nr. 98, had reeds de ‘wys van Weenen’ gelijk gesteld met den ‘Weisbecken Ton’ of ‘Es geht ein frischer Sommer’.
De wijs ‘van Weenen’ wordt ook aangehaald voor een geestelijk lied: ‘O menschen hoe zijt ghy van herten dus wilt’, te vinden in Een suyverlick boecxken / begrypende alle de gheestelicke liedekens / ghemaeckt eertijds by de salige Tonis Harmansz. van Warvers-hoef, uitg. Amst. Jansz. Muller, z.j., 12de blad. Het slot van het lied, zooals het daar gedrukt is, loopt echter ineen met een ander lied.
Een lied, waarin een overzicht wordt gegeven van de geschiedenis van Nederland onder Alva, dat eenigszins denzelfden aanvang heeft als het voorgaande: ‘Hollant, Zeelant, ghy edel prieel’, werd, volgens het Geusen lb. van 1581, bl. 30 vo, voorgedragen op de wijs ‘van Munster / oft van Haerlinghen’. Voor de wijs ‘van Munster’, zie mede hiervoren nr. 424.