‘Rijck God, hoe is mijn boelken dus wilde (1569)’, hierboven weergegeven; - Willems, Oude Vl. ldr., nr. 35, bl. 78, met weglating der slotstrophe; - Dr. J. van Vloten, Nederl. geschiedz., 1852, I, 373, naar Bor, I; - Wackernagel, Lieder der niederl. Reform., 1867, nr. 92, bl. 172, naer Geuseliet-boeck ‘um 1602’; - H.J. van Lummel, Nieuw Geuzenlied-boek, nr. 34, bl. 68; - Dr. A. Loman, Twaalf Geuzeliedjes, 1872, nr. I; - Nederl. lb., uitg. door 't Willems-Fonds, 1891, nr. 2, bl. 5. - Jurien de la Gravière, Les Gueux de mer, in Revue des deux mondes, CVIII (1891), bl. 122, Fransche vertaling; - Nederl. volkslb., uitgave van ‘'t Nut van 't algemeen’, 1896, nr. 22, bl. 29, str. 1, 2, 3, 8.
Over Alva's willekeurige belastingen, zie John Lothrop Motley, De opkomst der Nederl. Republiek, vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 2de druk, 's-Grav. 1860, II, 419 vlg.; III, bl. 25.