Tekst en melodie.
Nr. 77, bl. 25-28, van de Nieuwe tijdinghen, Iunius 1622, ‘ghedruct In een Aentworpingsche (Antwerpsche) straet daer de menschen in gaen / en de Sonne stil staet. Met approbatie’, bij Abraham Verhoeven, Lombaerdstraet, in de gulde zon.’ Zie over de gazet, uitgegeven door Verhoeven, het artikel van Th. J. Arnold in Bibliotheca belgica, Gent, aflev. 129-130, alsmede eene bijdrage van Emm. de Bom, in Tijdschr. voor boek- en bibliotheekwezen, Antw., I (1903), bl. 27 vlg.
De tekst hierboven weergegeven naar het exemplaar der K. Brusselsche Biblioth., dat insgelijks de melodie bevat, is eene navolging van Ps. 74: ‘O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid?’ - De initialen onder de laatste strophe, beteekenen: ‘Vidit Cornelius de Witte, Canonicus Antverpiensis et Archidiaconus’. - Willems, Oude Vl. ldr., 1848, nr. 31, bl. 68, ‘De Beeldenstorm (ao 1566, etc.)’, elf strophen, met weglating der str. 5, 6, 7, 10, 13, 15 hierboven, met menigvuldige veranderingen en zonder de melodie, naar ‘een los blad der XVIde eeuw, ook herdrukt achter een satyriek opstel van het jaer 1622’ (het aangeduide nr. van de Nieuwe tijdinghen); - Dr. J. van Vloten, Nederl. geschiedzangen, I, bl. 286, naar Willems.
Zie John Lothrop Motley, De opkomst van de Nederl. Republiek vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 's-Grav. 1860, II, bl. 116 vlg.: ‘De kerkelijke bouwkunst in de Nederlanden. - De beeldstormers’, enz. (1566).
Wij laten de oorspronkelijke notatie volgen: