Tekst en melodie.
Willems, Oude Vl. ldr., nr. 257, bl. 531; in 1840 medegedeeld aan W. door de Coussemaker, die later het lied opnam in zijne Chansons pop. des Flam. de France, nr. 98, bl. 315, zie ook bl. 313. - Vgl. hierna de melodie: ‘Maestricht, gy schoone stede’. - Snellaert op W., t.a.p., teekent aan: ‘Ook in de omstreken van Kortryk is het eerste couplet bekend, doch op de kermis toegepast.’