Journaal. Deel 3, boek 6
(1866)–Anthony Duyck– Auteursrechtvrij
[pagina 5]
| |||||||||||||
t’Jaer 1601.Dit jaer begonst met geen minder apparentie van beroerte als tvoergaende, ende soude noch meer geweest sijn, indien den crijgh van Savoyen wel voerts gegaen hadde, als die metten eersten scheen, omdat den Hertoge niet geraden en vont van Salussen te scheiden ende de restitutie van Savoyen aen de geliefte vanden Coning te stellen, ende dat den Coning scheen te opiniatreren om Salussen al voeren gerestitueert te hebben, maer omdat den Paus ende allen de stenden van Italien in tstuck van Savoyen seer becommert waren, als niet gaerne siende de Francoisen in Italien gewapent, so dreven sij oick tstuck vanden pays mit een seer grooten ernst, ende meinden altoos dat den Coning (die dselve handelinge liet drijven) de sake verachtelijck traineerde, overmits hij mettet overgaen van de schantse Ste Catherine nu meester geworden was bijnaest van heel Savoyen, ende bleven daerom elcx te meer op heur hoede, ende den Hertoge van Savoyen solliciteerde den Spangiaerts ende alle de stenden van Italien om assistentie.
Den Coning van Vranckrijck hielt alle sijn macht in Savoyen, maer was selfs te Lyons in groote feeste ende triumphe met sijn nieuwe bruijt, dwelcke mede seer intercedeerde voor de Italiaensse saken. Den Coning van Spangien hielt hem sonder de oirlogen voor sijn swager te verclaren, op hoipe dat den pays ten effecte gebracht soude worden; maer of dat niet en viel, stelde hij altoos sijn saken in Italien so, om de oirlogen van Savoyen mede te helpen doen, so verre dat verscheiden Spangiaerden opentlijck seiden, dat se metten Grave van Fuentes waren gecommen om den Hertoge van Savoyen te helpen, ende bovendien verstont men dat den Keiser op t’versouck vanden Spaensen ambassadeur geconsenteert hadde de lichtinge van 10.000 lantsknechten ende 1000 ruyteren tot den crijgh van Salussen. De tijdingen liepen daer en tusschen heet van t’equipperen van | |||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||
een vloote in Spangien om den Ertshertoge in t’Nederlant assistentie over zee te doen, dewijle den pas over lande gesloten was. Men en vernam noch niet dat sijn Coninginne swanger was, ende oick niet dat sijn outste suster de Infante bevrucht werde, waerom t’huys van Oistenrijck seer groote pericule liep van alle de goederen van Spangien van heur huys te verliesen, omdat tegen heur maniere van doen een dochter van Spangien in Savoyen ende niet mede in Oistenrijck was gehuwelijckt geweest, daervan 4 soinen gebleven waren, welcke hoipe den Hertoge van Savoyen so verre hadde beweecht, dat hij geconsenteert hadde, dat sijn oudste soin soude mogen naar Spangien trecken tegen de voortijt, twelcke hij den overleden Coning, zijn schoinvader, noit hadde willen consenteren, doch tswanger werden vande Coninginne van Spangien brack naar vele van die hoipe. In thof van den Keiser waren seer groote veranderingen, mits t’afgaen van Rumf ende Trautsoom, ende scheen dat den Keiser die vande religie mede voortsaen minder wilde quellen, waerom de Jesuiten ende andere onrustige geesten t’verdrijven van Rumf ende Trautsoom imputeerden eenigen die vande Evangelische religie waren, ende waren in deselve sake seer t’onvrede, ende beroerden alles watter was, om den Keiser anders in te beelden ende te doen vande sake geloven om so dit verloop weder te redresseren, omdat se vreesden dat de Evangelischen heur nu te starck souden worden, doch den Keiser en wilde Rumf noch Trautsom niet weder in gratie nemen, daerinne meest alle de Duytse Fursten verblijt waren, omdat se een jalousie op de voors. Rumf ende Trautsom geschept hadden, dat dselve heur onder ofte mette auctoriteit van den Keiser so groot maekten, ende de Fursten niet sulcken respect hadden gedragen, als dselve wel meinden heur te competeren. Daer en tusschen was den Keiser vast aengevochten van den Turck in Neder Ungarie, ende de saken van Sevenburgen en waren noch niet al voor hem gereddet ende gestilt, ende de rouwe proceduren van sijn neef den Ertshertoge Ferdinando te Grats tegen die vande religie, gaven vrese dat d’ingesetenen den Turck daer omtrent niet en souden wederstaen met sulcken ijver als wel van noode was, om sijn progres te beletten. Den Keiser scheen oick seer geanimeert te wesen tegen sijn broeder Alberto, so om thuwelijck in Spangien gedaen, twelcke hij meinde dat deselve Alberto hem verhindert hadde, als omdat dselve trachte te worden Rooms Coning, daertoe Rumf ende Trautsom de saken seer hadden gedreven, overmits daar deur de Keisers crone soude vallen uyt handen van den outsten van thuys, ende sulcx gescheiden werden van de rijcken van Beemen, Hungarie, Slesien, Mehren ende andere, ende dat | |||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||
de landen van Oistenrijck, ontbloot vande macht van t’rijck, daerdeur in veel meerder gevaer vanden Turck souden commen, met alle welcke consideratien des Keizers hof seer geturbeert was. In Polen stonden de saken mede in t’verwerret, so omdat die vande croone heur aentogen dat Transilvanien was gevallen in handen vanden Keiser, ende sij daerom scheenen assistentie aen Sigismundo Battori te willen doen, om tselve te recupereren, dewijle hij nu weder tot sijne sinnen ende rechte verstant gecommen was, als dat den Coning noch gefrustreert bleef van syn landen van Sweden, die gansch geresolveert schenen om hem niet weder aen te nemen, hoewel den Hertoge Caerle sijn ohem, de crone noch niet en wilde aennemen, gelijck hij de bescherminge vande selve landen over lange gedaen hadde. In Engelant was de Coninginne seer bekommert metten crijch van Irlant, die altoos duyrde, ende daer de wilden schenen meer victorie als de Engelsen te vechten, so dat men daer gestadelijck volck ende veel gelts most zenden, waerdeur scheen dat de Coninginne in groote benautheid van gelde gecommen was. Nietemin vocht den Colonel Dogwra met goede voorspoet in sijn quartier, ende men verstont dat de heere Maccaert hem hadde gereconcilieert ende vergiffenisse gebeden, ende een goet quartier in Munster aende Coninginne hadde doen commen. Zij scheen oick seer jalous te wesen vanden Coning van Vranckrijck, ende om hem in bedencken te houden, hielt sij haer noch of se gesint ware metten Ertshertoge van vrede te handelen, daertoe de boden evenseer over ende weder gingen om den gedeputeerden van beiden sijden weder bijeen te doen commen; nietemin adverteerde sij meest van alles den agent Caron, om den staten vande Nederlanden in asem te houden ende niet te doen despereren. Den Coning van Denemarck was stille. Den Coning van Schotland was mede stille, doch bleef altoos machinerende op tstuck van de successie van Engelant naer der Coninginne doot. Den Ertshertoge in t’Nederiant reformeerde vast sijn crijgsvolck ende redresseerde sijn regementen te voet ende te peert, om die tegen de tijd in ordre te hebben, dede vast handelen metten gemutineerden, om die mede te bevredigen, maeckte oick groote gereetschap van geschut, amunitie ende anders totten crijgh behoirende, versocht vande staten vande Nederlanden d’eene schattinge naer de andere, ende in plaetse van castelen ende starckten te leveren in handen vande lantsaten, dede hij de Spangiaerden in de beste steden refraischeren. Hij scheen opiniaterlijck te willen oick heere wesen vande Vereenichde Nederlanden; ende hielt daerom even starck in train tverbot vande licenten, verwachtende meerder secours van volck ende gelt | |||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||
uyt Spangien, om sulcx de oirlogen tegen den soeten tijt weder aen te grijpen. De staten vande Vereenichde Nederlanden bleven opiniaterlijck daerbij van den Ertshertoge voor geen heere te willen aennemen, nochte te kennen, ende stelden daerom alle heur saken aen, om den Ertshertoge met macht ende oirloge tegenstant te doen; ende hoewel heure regieringe in groote verachteringe was gevallen, so hadden se nochtans alle krijgsvolck in de voorgaende jaren extraordinarie aangenomen ter begeerte van Sijn Excie in dienst gecontinueert, ende om te beletten tsecours uyt Spangien te commen, in zee geworpen een vloote van 40 oirlochschepen. Sij waren seer doende om die van Zeelant met goede woorden in devotie te houden ende in Vrieslant de misverstanden ende scheuringen in de regeeringe gansch ter neder te leggen, daertoe so veel te wege gebracht was, dat de staten vande provincien bijeen gecommen waren, die 8 pacificatores hadden gecosen, dwelcke alle de differenten bij uytspraecke afgeleit hadden; dat se oick ingewillicht hadden een goet deel vande generale middelen van consumptien, te vooren ten deele voorgeslagen, daerom de differenten ende scheuringen meest gecommen waren; dat se 8 personen hadden gecommitteert om te beramen hoe men best de huysen in de steden (dewijle het corporgelt afgedaen was) ende ten platten landen soude kunnen eenpaerlijck schatten; dat se noch 8 andere personen hadden gecommitteert om heur te informeren op de abusen vande justitie, eude dat se ten lesten geresolveert hadden in minderinge vande restanten van tvoorleden jare promptelijck te doen opbrengen 150.000 £, ende deur gedeputeerden doen handelen met de magistraet ende anderen van Amsterdam om de penningen op te brengen van heurentweege op behoirlijcke winst, so dat heel goede moet van die provincie genomen werde. Die van Groningen ende Omlanden hadden zij mettet executeren verveert gemaeckt, ende so verre gebracht dat vande restanten betaelt waren 550.000 £, ende dat se aengenomen hadden noch 50.000 £ te furneren binnen 6 weecken, hoipende vande resterende 200.000 £ geeist so goede verreeckeninge te sullen doen, dat de staten heur daervan souden ontheffen, ende om te mogen vervallen de loopende lasten, hadden sij aengenomen de generale middelen van consumptien, ende waren mede seer doende om de huysen mede op schattinge te brengen. De staten deden mede ordre stellen op den trein van tgeschut ende vande amunitie, sij deden de nodige plaetsen voorsien, ende stelden heur in allen delen aen om den crijgh tegen de tijt met ernst aen te vangen. Daer waren oick eenige nieuwicheden in Schotland afgelopen, die metter tijt noch wel moeite mochten naersleipen, overmits den Coning | |||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||
in sijn lant parlament van state hadde gehouden, ende van nieus doen instellen eenige bischoppen, dwelcke hij als derde lit vande staten noch in tselve parlament dede sitten, mogelijck om deur heur, als wesende alleen sijn creaturen meerder stemme ende gesach in de staten te hebben. Nietemin om alle factien van sijn lant beter wech te nemen, hadde hij in tselve parlament doen ordonneren, dat men de lichamen vanden Graef van Gaury ende van sijn broeder Alexander Rutveen soude quartieren ende confisqueren alle heure goederen ten prouffijte vande crone, ende dat niemant in tlant hem voortsaen soude mogen reclameren van heuren toenaem Rutveen, maer die moeten veranderen voor Pincxter toecommende ofte tlant ruymen. Hij dede oick confisqueren alle de goederen vanden Graef van Bothuel om alle hoip van gratie af te snijden.
Den Hertoge Caerle van Sweden bleef in oirloge tegen sijn neef ende de Polen, om t’afnemen niet alleen van tlant van Sweden, maer oick van t’meeste deel van Lijflant onder Sweden gehoirende, ende hadde in t’innenemen van Lijflant met groote inconsideratie mede ingenomen eenige steden vanden groten cancelaer van Polen, ende vanden groten Cancelaer van Littau, ende daermede die heeren in tparticulier so verbittert dat apparent was, dat se gansch Polen souden beroeren, om heur daervan te wreecken, ende daermede de oirlogen van heur Coning tegen den voors. Hertoge seer verswaren, daer se te voiren oirsake waren geweest, dat de Polen heuren Coning in deselve oirlogen niet behoirlijck en hadden geassisteert. Met dese constitutie van saken alomme begonst dit jaer, in twelcke in de Nederlanden (meest oirsake van alle de beroerte) afgelopen sijn de volgende saken.
T’einde van tvoorleden jaer ging uyt met een starcken vorst, ende daerom was Sijn Excie in tbegin van desen gesint naer de reviere van Wale te trecken, ende daer een deel volck bijeen te doen commen, so den vorst hadde gecontinueert, maer so het den 4en Januarij bestont te doijen, bleef tselve tot verblijdinge van vele arme menschen achter, ende tot groote verlichtinge vanden staet van tlant, die met sulcken optocht terstont weder gevallen soude hebben in wel 100.000 £ aen extraordinaris costen; daernaer doidet ende bleef nat weder met veel stormen, regen, sneu ende anders totten naestlesten Januarij toe, dattet wederom begonst te vriesen. | |||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||
gesonden te worden, tsommier van tgeene den Almirante hadde geantwoort op de vragen aen hem gedaen nopende de Cleefse intocht ende innelegeringe, daeraf hem dubbelt toegesonden werde. | |||||||||||||
[Den 4en Januarij]Den 4en Januarij quam in den Hage den castelein van Woerden met brieven van den Almirante van Arragon aende Staten Generael, daerbij hij versocht, dat se doch eens sijn sake eindelijck wilden afdoen ende compassie hebben met soveel gevangenen ten wedersijden sittende, opdat hij ende die alles van heur miserie ende verdriet eens mochten verlost worden, verhalende daerbij wie hij was, ende hoe sijn saken waren verloopen mettet afsterven van sijn huysvrou ende kinderen, ende dat hij alles gepresenteert hadde te doen wat hem eenichsins mogelijck ware, dien de Staten voor antwoort gaven, dat den A1mirante hem oick most elargeren nopende tgelt hem geeist, ofte sij en konden daervan niet doen.
Omtrent deze tijt werde tot Geertruydenberch ter doot geexecuteert een edelman genaemt Francois de Provin, die van ontrent Bruessel, daer hij woende, gecommen was tot Geertruydenherch, om daer een verraet op de stadt te stichten, dan was ontdect ende gevangen, ende tstuck bekennende werde ter doot geexecuteert. | |||||||||||||
[Den 9en Januarij]Den 9en Januarij snachts sterf van sieckte Nicolas Pijl curateur van tsterfhuys van Sijn Excie vader, die tsedert desselfs doot alle de goederen van tsterfhuys geregiert hadde, maer hier naer tooch Syn Excie de regieringe van dien aen hem ende aen syn raet ende dede alle de Officiers vande goederen eedt aen hem doen.
Ontrent dese tijt quam in de Nederlanden de tijdinge, dat die van Venegien uyt heur stadt ende landen gebannen hadden Dom Sebastien, die hem seide Coning van Portugal, ende dat se hem doen terstont uyte gevanckenisse gerelaxeert hadden om wech te gaen, dat naer sijn loslatinge bij hem was gecommen Dom Cristoffel, tweede soin van Dom Anthonio, hem doende reverentie als Coning; dat oick bij hem waren gecommen eenige Jesuiten van Lisbona, die hem mede hadden bekent ende eere aengedaen als Coning, ende dat de Portugesen hem gesonden hadden een merckelijcke somme gelts om hem mede te behelpen. Item dat hij van Venegien was vertogen, ende dat hij naer de Vereenichde Nederlanden wilde commen, daarop bij alle man alderhande discoursen gemaeckt werden | |||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||
of sijn comtste hier prouffijt ofte schaede konde doen, hoewel eenige meinden dat dselve wel eenige alteratie in de Indien onder de Portugesen soude maken.
Men creegh noch seecker tijdinge dat tfort Ste Catherine bij Geneven aen den Coning overgelevert was den 16en Decembris, ende vanden viant creegh men advertentie dat den Ertshertoge naer Denemarck sondt den heere van Ligue om daer yet te tracteren, ende dat hij deur Graef Cristoffel van Eemden dede lichten een nieu regement Duytse knechten in tlant van Ridbergen, ende voorts veel commissien hadde uytgegeven om volk te lichten te peert ende te voet, ende anders hem aenstelde om tegen de tijt een machtich leger te maken. | |||||||||||||
[Den 12en Januarij]Den 12en Januarij ontfingen de Staten Generael brieven van heuren agent uyt Vranckrijck vanden 21en Decembris, houdende dat den 17en derselver maent de ceremonien van kerckleiden vande bruyt gepasseert waren, ende dat de feeste met een matelijcke pompe afgelopen was; dat den Coning eersdaechs selfs soude gaen naer Bourg en Bresse, om de citadelle van dien mede te crijgen, die anders voor den Hertoge noch hielt. Dat daer en tusschen den Spaensen Ambassadeur Thassis seer vehementelijck aenhielt tot ontruyminge van Savoyen ende den Cardinal Aldebrandino mette Gesanten van Savoyen tottet besluyten van pays. Den 13en Januarij ontfingen de Staten ander brieven van den selven agent vanden 14en Decembris, houdende dat den Coning den 9en binnen Lyons was gecommen ende sonder ceremonien bij sijn bruyt gaen slaepen als voorseit is, schreef mede dat hij aen den Coning geintercedeert hadde, om voor tjaer 1601 te hebben assistentie ofte remboursement van 200.000 cronen, dat den Coning hadde geantwoort, indien hij in de oirlogen bleef, dat hij dan geen gelt geven en konde, ende dat hij voor seecker hielt, dat de Staten meer behulps van syn oirloge als van syn rembourssement konden genieten, maer indien hij pays maeckte, dat hij dan rembourseren soude een gelijcke somme van 150.000 cronen, als in tjaer 1600 was geschiet. Dat hem agent dochte dat de saken daer niet seer tot vrede en schenen te inclineren, maer veel eer tot een swaer oirloch om de preparatien die de Spangiaerden alomme maeckten, ende dat hij hoipte, dat men de vruchten daeraf soude sien tot in Artois ende Henegouwen. Hij schreef gesproocken te hebben metten heere van Rhony, die hem nopende t’remboursement geantwoort hadde als den Coning, ende mede hoipe totte continuatie vande oirlogen hadde gegeven ende verclaert, dat in den staet voor dit jaer beraemt waren 5 milion cronen totte costen vande oirlogen, uyte welcke de Staten | |||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||
ende anderen remboursement souden genieten bij maken van pays, maer dat den heere van Villeroy geveinsder vande oirlogen sprack ende van t’remboursement als de anderen, ende dat d’auctoriteit vanden Paus daer in thof groot was. Dat daerentusschen den Ambassadeur Thassis seer hardt aenhielt, ten einde den Coning den pays soude willen maken ende Savoyen ruymen om sijn meester geen umbrage te geven om mede de oirlogen te maken, dewijle hij sijns susters kinderen niet en const verlaten. Item dat Aldebrandino ende de Savoyse gesanten seer aendrongen om tot een eyntelijck verdrach van vrede te commen ende presenteerden Salussen te restitueren, maer doen den agent dit schreef en dachte hij niet dat den pays al geconcludeert soude wesen, eer sijn meesters sijn brieven souden ontfangen, so onseecker ist uyte uyterlijcke actien van heeren yet te oirdelen. Hij schreef mede dat de Switsers ende die van Savoyen seer aendrongen om tfort van Ste Catherine, so haest tselve overgelevert soude wesen, te willen doen demolieren. Item dat eenige Portugesen bij den Coning hadden aengehouden om in Vranckrijck faveur voor Dom Sebastian heur gemeinden Coning te hebben, maer dat heur versouck daer niet geacht nochte aengenomen werde. Hij schreef mede dat hem dochte, dat de heeren Staten de congratulatie van des Conings huwelijck wel bij brieven ofte sonder besendinge conden doen, ende dat den Coning des lichtelijck in heur om de beswaertheit van heur staet soude excuseren, ende ten lesten claechde hij bij sijne brieven, dat hij in Vranckrijck wel over de 2000 gulden schulden hadde gemaeckt, om de dierheit van alles die daer was, ende de costen van thof te volgen. De Staten Generael dit op t’aendrijven van sijn vader heur greffier in deliberatie geleit hebbende, consenteerden hem tot vervallinge van voorde extraordinaris costen ende voors. schulden eens extraordinarie de somme van 4000 £.
Overmits nu tot Groningen alle de saken so verre verlopen waren, dat tcasteel begonst in defensie te commen, ende daerdeur in de stadt een groote indignatie was ontstaen, sonderlings tegen doctor Junius, die se seiden als een Vergas met groote bitterheit, verachtinge vanden magistraet ende de regieringe, ende met seer groote verderffenisse ende offensie van alle menschen gehandelt te hebben, so hebben de Staten Generael noodich bevonden, dat men voortsaen sulcke ordre most stellen, dat alleen de goeden ende besten in de magistraet mochten gestelt ende verkooren werden, ende hebben daerom den 13en aen Graef Willem gescreven, ten einde hij voor eerst wilde besorgen, dat sulcke personen tot Bonen (dit sijn degeenen, bij wien de verkiesinge vanden magistraet | |||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||
staet) mochten verkoosen ende gestelt worden, daerop geen naerdencken en viel, ende dan de hant daer aen te houden, dat een goede magistraet daer mocht vercoeren werden. In dit stuck van tcasteel te Groningen te leggen, waren de Staten Generael uytermaten seer bedroogen, als vooren geseit is, omdat alle de achterstellen daeraen gingen, tcomtoir vanden Ontfanger Generael tot belastinge vande andere provincien ongereddet bleef, ende dat de Staten met alle dien geen prouffijt en deden, ende evenwel een grooten opspraeck op den hals hadden gehaelt. Die van Groningen leiden de schult op de Gedeputeerden Junius ende Castricom, ende seiden rontuyt, dat men de generaliteit in dese costen buyten noot hadde gedreven, alleen omdat Junius niet en hadde willen toestaen, dat men noch eene ernstige propositie aen die van Groningen dede, om heur te doen verstaen totte betalinge vande achterstellen, daer hij nochtans bericht was, dat de magistraet (die niet en sochte als pretext van constraincte om d’anderen daertoe te brengen) in sulcken geval heur daertoe souden laten geseggen. Dat de Gedeputeerden oick veel sware executien op den lantsaten hadden gedaen tot grondelijck verderf van dien, ten deele uyt trotse ende ten deele in verachtinge vande regieringe van tlant, daer deur ten platten landen veel menschen mette executie verdurven, van honger waren gestorven, ende in somme daer geprocedeert hadden, alsof alles verbeurt hadde geweest dat in de landen was. Dat Junius op eigener auctoriteit, immers sonder de magistraet aen te spreecken ofte eenige insinuatie van bevel daertoe te doen, tgeschut bij de stadt becostiget, ende de stadt toecommende, hadde doen brengen op tcasteel ende als tot een triumphe tselve op een Sondach als alle tvolck uyter kercke quam hadde doen doen, daerdeur bijnaest een oploop ontstaen hadde, ende claechden so seer over deze proceduren, dat sij seiden noit geweten te hebben wat tyrannie was noch bij tijden van Duc d’Alva ofte anderen, maer dat se alleen nu met recht van tyrannie te clagen hadden. Dat in de regieringe van Duc d’Alva ende anderen noch met eenich respect met heur ende heur regieringe was gehandelt, maer noit met sulcken verachtinge, waerdeur oick de beste patriotten ende religionsverwanten bijnaest alles viant van der Staten regieringe waren geworden. Nietemin ende desen alles niet tegenstaende werden de actien van Junius ende Castricom voor goet opgenomen, ende bij die van Hollant deur toedoen vanden heere Oldenbarnevelt met sulcken ernst gejustificeert, dat bijnaest niemant daertegen spreecken en dorste, als of onse regieringe sulcke rouwe ende precise proceduren const lijden ende heur daerinne mette monarchycke regieringe conformeren, so verre | |||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||
dat de heere Oldenbarnevelt altemet wel seide, dat Junius een man was om een resolutie uyt te voeren. Vele goeden in tlant waren in dit exempel seer geargert, meinende onlijdelijck te wesen dat de Staten selfs castelen willen maken ende over tselve stuck, van wegen den Coning van Spangien gedaen, doen hij noch heere vande landen was, in publicis gravaminibus clagen.
Mette Coninginne van Vranckrijck was uyt Italien gecommen Virgilio Ursino, Hertoge van Bracciano, om haer geselschap te vereeren, dwelcke ontrent dese tijt bij deselve Coninginne gesonden was aen de Coninginne van Engelant om dselve te bedancken vande congratulatie haer doen doen.
Ontrent dese tijt liepen tijdingen dat 2 schepen in Noorthollant gerust om te varen op de zee naar West-Indien, daer gekregen hadden een Spaensche barque met veel costelijcke waren geladen van gout, peerlen ende couçenille, wesende seer veel weerdich; dat se tvolck over boort gesmeten hadden, tgoed overgenomen ende daermede gecommen waren te Pleimouth, veinsende een quade reise gedaen ende bij gebreck van volck daer gecommen te wesen, om middelertijt convoy te mogen wachten, ende hoewel dese schepen naer aenquamen, en const men al evenwel noit verstaen wat beuyt sij mochten gemaeckt hebben.
Ontrent dese tijt waren uyt Duynkercken uytgelopen 4 oirlochschepen, die op zee namen 4 coopvaerders in Zeelant ende Noorthollant thuys behoorende, ende commende uyt Vranckrijck, mette welcke sij weder commende naer Duynkercke den Capitein Geus met een schip daer vooren leggende verveert worde ende wech liep. Om t’innecommen van dese schepen werde tsedert te Duynckercken seer geviert, daeromme eerst allenthalve in dese landen daervan gesproocken werde, meinende dat den heere van Wachene uyt Spangien wedergecommen was, die doch naer in Spangien sterf, eer wederom te commen.
Ontrent dese tijt waren uyt Nieumegen uytgeruckt ontrent 400 ruyteren metten capitein Caddé om een aenslach te maken in tlant van Limborch op een huysken genaemt Crapoel, daerop woende den Drost van Balen ende rentmeester vande domeinen vanden Ertshertoge vanden selven quartiere. Deze meinden met heur te nemen de ruyteren van Wachtendonck, maer daer commende, vonden dat dselve ruyteren uytgetogen waren, ende om heuren aenslach bedect te doen, togen sij tot in tlant te Gulick, daer sy bleven swevende, als of sij naer tlant van Ceulen hadden willen rijden om den viant te beter in suspens te houden, ende sonden ontrent 80 peerden af naer Crapoel met een ladder ende een petart. Dese | |||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||
commende den 15en Januarij voor dach aen de brugge van thuys die opgetogen was, leiden de ladder op 2 spiessen tegen de toochbrug aen, ende eenigen overgecommen wesende, lieten de tooghbrug neer ende rechten doen de petart tegen de poorte, die se daermede opensloegen, vielen in thuys, plunderden tselve ende namen den drost gevangen, ende togen terstont weder af naer de groote trouppe ende keerden so naer Wachtendonck. Sij hadden gemeint veel gelts vanden ontfang op thuys te vinden, maer mits des drosts broeder onlangs mette reeckeninge naer Bruessel was vertogen, en vonden sij daer niet besonders aen gelt, doch meinde men dat desen tocht den boeren vande landen van Overmase wat soude verschricken ende beter heur contributien doen betalen. De ruyteren van Wachtendonck waren naer gereden eenige peerden van Graef Hendrik vanden Berge, maer omdat so veel ruyteren daer in tlant waren ende meinden dattet viant was, waren daerdeur verschrickt ende weder afgereden naer heur garnisoen. | |||||||||||||
[Den 16en Januarij]Den 16en Januarij vertoogh de heere Coorn naer Oisteinde om de fortificatien daer te doen beginnen ende de vervallen wallen ende contrescharpen te doen repareren, daertoe hem bij provisie mede gegeven waren 20.000 £ aan gelde Ga naar voetnoot1. Hij soude uyt Zeelant met hem nemen den ingenieur Rijswijck, om alles so vrouch mogelijck weder op te maken ende in defensie te doen brengen, ende om de plaetse beter te voorsien, werden noch derwerts gesonden 3 halve canons. | |||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||
wederom t’ooge hadde op de landen van Cleef om eenige steden van dien in sijn gewelt te nemen, ende metten leger wederom daer te commen, dat se daerom tijdelijck sulcke ordre wilde stellen, daermede tselve mocht voorcommen worden, overmits heur van harten leedt soude wesen, dat se tot heur defensie tegen den viant yet op heur landen mede souden moeten voornemen.
De handelinge van pays was tusschen den Coning van Vranckrijck ende den Hertoge van Savoyen deur d’auctoriteit vanden Paus ende de dreigementen vanden Coning van Spangien so verre gedreven, dat den Coning in tbegin van dese maent verstaen hadde totte volgende conditien; dat den Hertoge in vrijen eigendom aen den Coning sal transporteren de landen van Bresse, Beugey ende Veromey, de citadelle van Bourg ende het dorp van Gez, mitsgaders alle tgeene dat hem toebehoirt totte reviere vande Rhosne, ende dselve daerin begrepen met alle heur appendencien ende dependencien, sonder daerof yet te reserveren uytgeseit alleen de brug van Gesin, leggende over dselve reviere tusschen de Escluse ende de Pont d’Arve tot commoditeit vande passagie naer Bourgondien met eenige dorpkens op deselve passagie leggende met voorwaerde, dat den Hertoge op deselve brug van Gesin ofte langes dselve passagie, nochte oick op de Rhosne geen forten en sal mogen maken. Dat de citadelIe van Bourg sal overgelevert worden sonder daeraf yet te demolieren ofte breecken met alle tgeschut ende amunitie van oirloge daerinne wesende. Dat den Hertoge aen den Coning mede sal transporteren de dorpen ende landen van Dane, Chansi, Sessel, Chans et Pierre Chastel gelegen over de Rhosne met de hoicheit, heerlicheit ende alle rechten dat hij daer mach hebben. Dat hij sal restitueren Chasteau-Dauphin, la Tour du Pont, ende al dat hij in Dolphiné mach occuperen, in sulcken staet alse nu sijn sonder yet te demolieren, daerinne latende tgeschut ende alle amunitie van oirloge. Dat hij sal doen raseren ende afwerpen de fortresse van Bechedauphin, ende dat hij voor de voors. passagie hem gereserveert sal betalen 100.000 cronen. Dat den Coning sal behouden alle geschut ende amunitie van oirloge bij hem in desen crijgh gewonnen, ende in middel vande voors. transporten, sal den Coning aen den Hertoge in vrijen eigendom overdragen alle tgeene de Coningen ende Daulphins van Vranckrijck pretenderen op t’marquisaetschap van Salussen met alle appendentien ende dependentien van dien op de plaetsen van Cental, de Monta, Rocca, Sparavier, item alle tgeschut ende amunitien van oirloge bij den Hertoge gekregen in de steden ende starckten van Salussen ende Cental in den jare 1588, Dat hij aen den | |||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||
Hertoge sal restitueren alle de landen, steden ende plaetsen op den voors. Hertoge gewonnen ende genomen tsedert denselven jare ende die den Coning nu besit ofte eenige van sijne dienaers in sulcken staete als dselve nu sijn, sonder daeraf yet te demolieren, verkrencken ofte verbreecken, mits dat hij daeruyt mach doen vervoeren alle tgeschut, wapenen ende amunitie van oirloge, die ten dage vande restitutie daerinne sullen wesen, ende dat den pays van Vervins sal worden onderhouden. In deselve vrede werde mede begrepen de stadt van Geneve, dien den Hertoge geen beswaernisse soude mogen aendoen. Daer was van wegen den Hertoge van Savoyen lang gecontesteert om te mogen fortifieren de passagie over de brug van Gesin, maer den Coning en wilde ronduyt daertoe niet verstaen. Dit verdrach aldus aengenomen wesende, differeerde den Coning het teickenen van dien totten 17en Januarij toe, om middelertijt te doen demolieren ende afwerpen het fort van Ste Catherine, daertoe hij heimelijck last gegeven hadde, maer Aldebrandino daerof yet vernemende, intercedeerde daertegens met sulcke vehementie, dat den Coning ten lesten teickende, ende seide van t’afwerpen niet te weten, maer verstaen te hebben dat t’ongeluck in t’cruyt gecommen ende daerdeur tfort meest wechgesprongen was. Vele waren in dese handelinge seer verwondert, omdat se meinden dat den Hertoge van Savoyen wesende tot Paris, bijnaest so veel aen den Coning gepresenteert hadde, ende en konden niet bedencken waerom den Coning dese oirlogen hadde gemaeckt om tlant van Savoyen also weder te geven. Sommigen gaven uyt dat den Spangiaert hem in sijn lant wederom eenige heimelijcke conspiratie besteecken hadde, ende anderen dat dit de eerste vrucht was van het Italiaens huwelijck, ende dat sijn bruyt den Italiaenen te gevalIe tselve aldus doen passeren hadde.
In dese tijt werde tot Brevoort ter doot geexecuteert een soldat, die uyt Berck gecommen was, om tot Brevoort dienst te nemen, ende onder dat dexel de plaetse te verspieden om te sien of hij eenich verraet daerop soude konnen stichten. Dese bekende meer hem selven daertoe gedisponeert te hebben om een stuck gelts te winnen als van anderen uytgemaeckt te wesen, hoewel hij tstuk metten Gouverneur van Berck hadde gecommuniceert voor sijn wechgaen. Hij was gevangen geworden op suspicie, dal hij hadde willen wechloopen naer den viant ende hadde ten lesten tfeit bekent.
Den Almirante van Arragon siende dat van tbesluyten van sijn uytcommen ende tractaet niet en quam, heeft deur Hans vande Veecken, coopman te Rotterdam hemselven geelargeert op tstuck van tgeld ende | |||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||
doen presenteren de somme van 20.000 £ boven de 3000 £ voor Luys del Villar te voren gepresenteert, waerop eintelijck bij de heeren Staten Generael het tractaet besloten is in manieren als volcht.
| |||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||
Ende of hij eenige swaricheit mochte willen maken op de voorgeslagen cautie, werde bij een resolutie apart verstaen, dat hij soude mogen volstaen met cautie van 300.000 £ voor de gevangenen in t’5e articule gementioneert.
| |||||||||||||
[Den 18en Januarij]Met dit accoort ende dese cautie werden den heere van Tijmpel ende van der Veecke gesonden aen den Almirante om tselve bij hem geteickent te hebben, daertoe hij eerstelijck niet en wilde verstaen dan onder verscheiden restrinctien ende interpretatien ende platte verclaringe, dat hij leverende de carte royale vande loslatinge van alle de | |||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||
gevangenen in Spangien soude geacht worden voldaen te hebben ende ontslagen werden, wesende so tscheen sijn meininge alleen gehouden te wesen tottet loslaten van de gevangenen in Spangien, daer ter contrarie de meininge vande heeren Staten was oick los te trecken de gevangenen die in Italien ofte Indien ofte andere landen van den Coning van Spangien mogen sitten. Nietemin naerdien de gecommitteerden hem seiden niet gelast te wesen om een woort van tvoors. accoort te mogen laten veranderen, ende hem verseeckerden, dat men hem niet en soude chicaneren nochte om 10 ofte 12 gevangenen die niet vinbaer ofte disputabel souden wesen ophouden, heeft hij ten laesten op den 18en Januarij tvoors. accoort aengenomen ende geteyckent onder advoy van den Ertshertoge, daertoe hij terstont alle sijn depeschen naer Bruessel dede, sendende mette selve sijn secretaris, die den 20en in den Hage quam ende den 21en voorts tooch naer Bruessel.
Den heere van La Noue was lang in Vranckrijck gebleven sonder wederom bij sijn regement te commen, daerover verscheidentlijck aen hem gescreven was, dan naerdien hij ten lesten bij brieven verclaerde, dat hij niet wel en const wederom commen op het tractement hem te vooren toegeleit, maer so men hem wilde geven 1200 £ ter corter maent, wilde hij wel wederom commen ende hier blijven, ende denselven eisch bij de Staten Generael seer onredelijck geacht werde ende onverdragelijck voor heuren staet, werde hem sulcx bij eenige brieven van de Staten gescreven, daerinne hij hem scheen seer te offenderen, waeromme de Staten bemerckende dat se van hem geen meer dienst en souden trecken, hem bij brieven hadden verlaten van sijn Colonnelschap, ende tselve daernaer gedefereert den heere van Chastillon, die nu in dese landen een goede wijle was geweest, waerop hij den 19en Januarij in Staten Generael sijn eedt dede. | |||||||||||||
[Den 23en Januarij]Den 23en Januarij liep den Almiral Justinus van Nassau uyt Zeelant in zee met 13 schepen van oirloge om te seilen naer de hoofden ende daer te vougen de andere schepen vande Staten ende van Engelant, die daer lagen om de Spaense vloote te wachten, ende om beter op de schepen gewapent te wesen, hadde hij deur last vande Staten uyte Zeeusche compagnien opgenomen 300 musquettiers, te weten uyt elcke compagnie 10, ende daer was geordonneert, dat mender noch 300 uyt Hollant soude lichten ende mede naer hem senden om over alle de schepen te mogen verdeilen, waertoe Sijn Excie dselve bescreven hadde uyte Engelsen, Francoisen, Walen, Schotten ende de naeste Hollantse compagnien, ende de | |||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||
last gegeven aen den Capitein den Bout om dselve voor Rotterdam te doen tscheepe doen, van vivres voorsien ende dan in tconvoy van 2 oirlochschepen naer de hoofden aen den Almiral voeren.
Desen dach quam een vande Noorthollantse schepen, daerop so goeden beuyt geseit werde te wesen, voor Armuijen, alwaer tselve eenige dagen bleef, tot dat de reders in Zeelant daerbij quamen ende ordre op sijn vertreck stelden, doch werde tstuck vanden beuyt altoos seer versust. | |||||||||||||
[Den 25en Januarij]Den 25en Januarij deden de Staten Generael monsteringe van alle heur crijsvolck deur alle garnisoenen ende aen alle ritmeesteren ende capiteinen insinueren t’accoort metten Almirante gemaeckt om over te senden de lijsten van alle heur soldaten, die bij den viant gevangen mochten sitten ofte noch binnen 3 weecken gevangen souden werden om dselve bij den Almirante te doen losmaken. | |||||||||||||
[Den 26en Januarij]Den 26en Januarij ontfingen de Staten Generael brieven van heuren agent in Vranckrijck van 9en deser, houdende vande conclusie vanden pays tusschen Savoyen ende Vranckrijck, doch dat se noch niet en was geteyckent bij den Coning, omdat hij den Switsers ende die van Geneve ten gevalle tfort van Ste Catharine hadde willen doen springen, dat die van Geneve expresselijck in den pays waren begrepen, ende dat de cluse, een starckte van Savoyen leggende beneden Pont de Gesin, mede aen den Coning soude blijven.
De Staten waren met dese tijdinge wel becommert, omdat se vreesden, dat nu alle tcrysvolck van dien crijgh, naer den Nederlanden den Ertshertoge te hulpe gesonden soude worden, ende dat sij daerom desen somer weder een swaer oirloch souden op den hals crijghen ende sulcx tot heur defensie de lande noch meer moeten beswaren. | |||||||||||||
[Den 27en Januarij]Den 27en Januarij quam in den Hage de soin vanden Palsgraef tot Neuburch ende Hertoge van Sweibrug, wiens vader een dochter van Cleef getrout hadde ende oick op den rijcxdach van Regenspurch gecommitteert was om den Staten de vrede op te dringen. Dese jongen heer quam uyt ltalien ende Vranckrijck, ende nam sijn wech hierover om Sijn Excie ende dese landen te sien.
Desen dach werden tot Rotterdam gescheept 320 musquettiers uyte Engelse, France, Walse, Schotse ende Hollantse compagnien, ende voorsien van vivres, ende liepen den 28en met noch 2 oirlochschepen in zee, om bij den Almiral Nassau te commen ende bij hem over de oirlochschepen deser landen verdeelt te worden, om dselve oirlochschepen te beter te mannen ende te wapenen tegen de vloote, die uyt Spangien verwacht | |||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||
werde, hoewel velen meinden, dat die nu, mits de vrede in Savoyen getroffen, wel mocht terugblijven.
Ontrent dese tijt was in Hollant den clerck vanden Tresorier van Zeelant, om daer ende uyte andere provincien te lichten de somme van 50.000 £, geconsenteert aen die van Zeelant tot subsidie van tverloop van heure Almiraliteit.
In tlaeste van dese maent creegh men diverse tijdingen van de groote rustingen, die den viant in Vlaenderen dede, daeromme men seer becommert was mette stadt van Oisteynde, ende in vrese dat den viant die met gewelt soude willen aentasten, te meer so men ondeckte dat hij scheen op de steden van tlant van Cleef op den Rijn leggende mede practijcken te drijven, daeruyt vele meinden dat hij mogelijck soude trachten der Staten leger op den Rijn te amuseren, terwijle hij Oisteynde soude doen aengrijpen. | |||||||||||||
[Den 30en Januarij]Den 30en Januarij doidet noch, maer begonst snachts wederom te vriesen. Desen dach quam in den Hage uyt Groningen de heere Junius, nu dus lange daer geweest om die provincie te castigueren, daerover hij aldaer seer vervlouckt werde, ende bij vele anderen die sulcke maniere van procederen in dese regieringe ende de landen also op groote costen te helpen onlijdelijck dochte. | |||||||||||||
[Den lesten Januarij]Den lesten Januarij vriesdet heel starck ende continueerde totten 6en Februarij toe, sodat de wateren wederom toesloegen, maer daernaer begonst te quackelen, vriesende bij nacht ende doijende bij dage, in vougen dattet ijs uyte binnenwateren niet en konde commen ende dattet oick geen groot ijs en maeckte totten einde toe, hoewel het eenige dagen veel sneeude ende harde vroos, tot groote verlichtinge van tlant, twelck met geen costen van tlegertrecken bedurven ofte beswaert worde.
In tleste van dese maent ontfing den Almirante een brief van den Ertshertoge van den 8en deser, daerbij hij schreef verstaen te hebben uyte brieven van denselven Almirante, dat veel regierders van steden hier te lande geinclineert waren tot pays, mits dat se die goet ende verseeckert mochten hebben, dat daerom den Almirante daertoe soude hebben te sonderen de gemoederen der Staten Generael in particulier, ende vande regierders van de steden ende particulieren, ende so hij vont dat se daertoe gedisponeert waren, dat hij dan een volle procuratie daertoe soude senden. Tscheen dat om tgroote acces dat den Almirante op Woerden gehadt hadde, veele met hem hadden gesproocken ende hem sulcx van pays te maken wat wijs gemaeckt hadden, daerop hij, meinende daerinne yet te connen doen aen den Ertshertoge gescreven hadde. | |||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||
De Coninginne van Engelant wesende seer benaut van gelde sont in tbegin van Februario verscheiden brieven aen de machtichste coopluyden binnen Londen vande uytheemse daer woenende om haer binnen 10 dagen te leenen, 20.000, 10.000, 8000, 6000 ofte 3000 gulden, naer dat elcx vermoegen daer geacht worde, gebiedende met strickte woorden, dat sij tselve doen mosten. In haer brieven allegeerde sij dat se seer groote excessive costen hadde gedragen om de Nederlanden te assisteren, dat dselve met haer hadden getracteert op t’remboursement van een deel van dien, maer om de groote lasten, die se onlangs hadden moeten dragen, geforceert waren geweest heur dit jaer tegen de betalinge voor eenige maenden te excuseren; dat haer groote belastinge niet toe en liet daernaer te mogen wachten; dat se van haer eigen ondersaten al hadde getogen wat sij konden ende liever, dan met arresten te procederen op schepen ende goederen vande Nederlanden, hadde sy willen gebruycken den wech van de uytheemse coopluyden bij haer woenende ende sonderlings de Nederlanders, die de vrucht van haer assistentie gesmaeckt hadden, af te leenen een somme van penningen, naer sij bericht was elcx te mogen doen onder behoorlijcke belofte van restitutie, laste heur daerom aen den alderman van Londen te betalen de penningen daerop zij elcx gestelt waren, ende van hem te trecken recepisse, belovende t’einde ses maenden die te restitueren, indien de Staten vande Nederlanden daerentusschen dselve niet en voldeden, welcke brieven onder haer hant ende segel waren. De coopluyden siende, dat se so merckelijcke partijen mosten leenen sonder interest, ende dattet geschiet om de wanbetalinge der Staten, liepen meest naer Caron, om voor heur te intercederen, ofte ten minsten voor de penningen te spreecken, dan hij weigerde beiden, ende riet den coopluyden sonder moeite te doen te betalen, daerop sij alles dapper begonnen te morren, meinende dat Caron selfs geholpen hadde om dese repartitie te maken, ende dat de Staten tacite souden willen aenwijsen, dat sijluyden oick voor heur schulden souden verbonden syn, daer se nochtans meest Brabanders, Vlamingen ofte Walen waren, noch geexpatrieert ende niet onderwurpen de Vereenichde Nederlanden, claechden dit een magere reeompense te wesen voor de penningen bij heur t’anderen tijden tot onderstant vande gemeine sake geleent, als tottet ontset van Antwerpen. Ende omdat veele over 3 ofte 5 jaren op gelijcke briefkens goede partijen hadden geleent ende noch ongerembourseert waren, vreesden sij hier van niet te sullen wederom crijgen, ende omdat veele van hemluyden mer factooren waren, ende daerom vreesden dat heur meesters geen waren meer aen heur souden | |||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||
senden, als sij souden verstaen, dat sij oick verbonden waren tot betalinge vande groote schulden vande Staten, so meinden sij of heur verderf ofte diversie van negotiatie hieruyt te sullen volgen, waerom sommigen verliepen, ende andere wilden heur liever doen vangen, daerom daer seer veel te doen was, mits twelcke veele bevreesden dat de coopluyden mochten trachten in Vranckrijck protectie te crijgen ofte van andere plaetsen met conniventie vanden viant te mogen handelen, ende meinden daerom dat se qualijck deden, die thout onder dit stuck staken, ende dat se selfs niet en sagen wat consequentie dat soude konnen naer sleipen met diversie vande commercien, omdat die eens gediverteert wesende, niet schielijck weder te herbrengen souden wesen, ende dan mogelijck noch sulcken diversie van navigatie souden naersleipen, dat sulcx den Vereenichde Nederlanden wel groote schaede mocht toevougen. Nietemin of de coopluyden veel riepen over t’ongelijck vande Staten vande Vereenichde Nederlanden, alsof dselve heur exporteerden tot garant voor de betalinge van heur overgroote ende continuele schulden, ende over tgewelt vande Engelsen, die heur dwongen te betalen tgeene sij niet schuldich en waren, so mosten sij evenwel meest aen tleenen commen, ende smaken, dat een mensche onder ander heeren protectie sittende, derselver souveraine wille altemet moet volgen. | |||||||||||||
[Den 4en Februarij]Den 4en Februarij gaven de Staten Generael een banquet aen den Palsgraef van Neuburch in sijn logement, ende hij vertoogh den 5en daeraen om uyte landen te gaen, maer commende tot Amsterdam om die stadt te besien, quam daer bij hem den Secretaris van Meurs met brieven van den Furst van Cleef sijn ohem, om alhier bij den Staten te gaen, ende te versoucken dat se hem, noch sijn lant, niet en wilden verdacht houden ter cause van Meurs, maer heur verclaren, dat hij te vreden was de decisie van deselve sake te remitteren aen onpartijdige rechtsgeleerden, ende sulcx van heur te versoucken, dat se souden willen middelaers sijn, om de sake daerheen te brengen, ende Sijn Excie te willen bewegen, ten einde de questie als vooren mocht gesubmitteert werden, met welcke last hij weder in den Hage quam den 10en ende creegh audientie in Staten Generael den 13en daer hij tselve met een goede maniere selfs ende bij monde voordroech, ende met eenen seer claechden over de foulen van der Staten crijsvolck die se in de landen van Cleef ende anderen dede. Op t’eerste poinct werde hem geseit, dat men met Sijn Excie daervan soude spreecken, maer naerdien dselve tot sijn voordeel hadde consultatie vande hoven hier in tlant, van veel universiteiten ende selfs vande professoren | |||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||
van Loeven, ende dat men hem uyte possessie tegen alle recht hadde gestoten, meinden sij dat de sake seer qualijck daertoe soude te brengen wesen. Nopende tpoint vande foulen werde hem verclaert, dat den Staten seer leedt dede sulcx te hoiren, dat se niet naer en lieten met alderhande ordonnancien daertegen te voorsien, ende oick met straffe der daders, so wanneer die connen becommen werden. Hij repliceerde op beide met een goede ordre, ende insisteerde op sijn versoucken, maer so naer communicatie met Sijn Excie dselve totte submissie niet en wilde verstaen sonder alvooren gereintegreert te wesen in sijn possessie, werde hem tselve voor eintelijcke antwoorde gegeven ende gepersisteert bij tgeene nopende de foulen hem hiervooren geseit is, ende werde hem alles noch dien dach scriftelijck behandicht, daermede hij des anderen daechs weder vertooch. | |||||||||||||
[Den 6en Februarij]Den 6en Februarij quam in den Hage de heere Hel met particuliere tijdinge hem uyt Wesel toegesonden, dat die vande stadt seer vreesden, ende in tsecreet veradverteert waren, dat den Ertshertoge arbeide om de gereformeerde religie in heur stadt weder af te schaffen ende de roomsche daer weder te planten, ende dat hij, tot beter directie van sijn oirlogen op den Rijn, vande stadt met garnisoen ofte anders soude trachten verseeckert te wesen. Waermede de Staten Generael niet weinich becommert en waren, en daerom hielden sij den 7en op dat stuck lange deliberatie, om te weten, hoe men tselve soude konnen beletten ofte daer tegens voorsien, ende wat heur te doen soude staen, indien hij de saken daertoe wilde brengen. Sij delibereerden mede lang om te weten, of de staet van tlant soude konnen lijden, dat men de compagnien tegen tvoorjaer weder dede verstercken.
| |||||||||||||
[den 8en ende 9en]De saken van t’accoort metten Almirante waren so verre gecommen, dat den Ertshertoge te vreden was tselve te agreeren, waerom Denys l’Hermite, een rijck coopman, al vanden 4en deser pasport hadde doen versoucken, om van Antwerpen in dese landen te mogen commen tot voorderinge van tloscommen van den Almirante ende de andere gevangenen, maer den Secretaris van den Almirante den 8en weder in den Hage commende en quam l’Hermite niet mede. Den Secretaris bracht brieven van den Ertshertoge, daerbij hij t’accoort agreerde, mits dat omme te ontgaen alle disputen vande verteerde costen der gevangenen ende heur rantsoenen hij soude mogen volstaen, mits daervooren eens in somme betalende 50.000 £. Hierop besoigneerden de Staten den 8en ende 9en deser, maer merckende dat de costen ende rantsoenen van alles seer veel meer bedragen souden, ende niet willende commen in eenige dispute met heur | |||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||
soldaten ende onderdanen op dat stuck, hebben sij den 9en verclaert heur te houden aen t’accoort, ende daerinne niet te konnen veranderen, waermede den Secretaris den 9en vertooch naer Woerden met Hans van der Veecken (die gecommitteert was om met alle cipiers ende provoosten voor de teercosten af te handelen) ende Luys de Olivero. Maer den Almirante verclaerde terstont eintelijck ende finalijck te concluderen het accoort op den 12en Februarij, ende oick geen veranderinge daerinne te begeren, seggende dat sijn vianden dat stuck om in masse voor alles te betalen, geinventeert hadden, om sijn sake, die nu claer was, in dispute te trecken ende hem langer hier te doen sitten, ende schreef sulcx terstont aen den Ertshertoge, dat hij t’accoort finalijck gesloten hadde op den 12en, ende versocht dat men daerom de gevangenen vande galeijen terstont wilde afnemen, indien sulcx noch niet en ware geschiet ende alle de gevangenen totten dach van lossinge toe redelijck te tracteren, daeraf hij oick den Staten Generael bij brieven adverteerde, ende dat hij den dach vande finale conclusie hielt op den 12en ende dat men tegen den lesten deser alle de gevangenen van dese sijde soude brengen tot Lillo, ende vande sijde vanden Ertshertoge tot Antwerpen om den 1en Marty te mogen gewisselt worden, volgende den teneur van t’accoort, maer de Staten verclaerden daerop, dat den wisseldach te cort genomen worde, ende daerom heur hielden aen de termijnen van t’accoort, nietemin dat se hem accommoderen souden, indien de tijt, gelegentheit, ende tweder des konden lijden, ende gaven daerom terstont last de lijsten vande gevangenen alomme gereed te maken Ga naar voetnoot1.
In dese tijt was in Engelant gevangen den lord Gray, omdat hij tegen tverbot vande Coninginne op open straten besprongen hadde den Grave van Zouthampton, maer omdat Zouthampton een favorit vanden Graef van Essex was, vondt de lord Gray seer veel vrunden in thof om de viantschap, die veele van heml. tegen Essex geschept hadden, ende bij consequentie oick tegen Southampton. | |||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||
Den Hertoge van Parme in den jare 86 innemende de stadt Nuys, hadde oick doen innemen thuys te Cracou, gelegen in de Graefschap Meurs, een starcke plaetse, geheel in de moerassen leggende, so dat dselve niet wel en was te winnen. Dese plaetse hadde hij overgelevert aen Salentinus, Graef van Isenburch, die eenige pretensien op den Graef van Meurs van schulden ofte anders sustineerde te hebben, dwelcke dit huys tsedert tot noch toe in sijn handen gehadt ende behouden hadde; dan Sijn Excie nu Heere geworden sijnde van Meurs, ende oick van dit huys bij testamente ofte gifte vande overleden Gravinne, hadde over eenigen tijt gescreven, aen den Graef van Isenburch, ende in tvrundelijck op hem versocht, dat hij aen hem, als aen den rechten heere, thuys wilde doen inne ruymen, waerop Salentyn hem spottelijck hadde geantwoord niet te verstaen, wat hij van hem begeerde te hebben. Hierom ende anders om thuys in sijne handen te crijgen, hadde Sijn Excie de gelegentheit van dien in dese wintertijt ende geduyrende den vorst doen verspieden, om te weten, of men over de moeren, die nu hardt bevrosen waren niet daeraen soude konnen commen, ende hadde advertissement gekregen, dat men der wel aen const commen, ende dat de buytengrachten van thuys niet en waren gebijtet, so dat men op den buytenhof van dien gemackelijck kommen conde, waerom hij last gaf aen den ritmeester Clout om met 300 peerden dien aenslach te tenteren, ende daertoe eenich voetvolck uit Wachtendonck mede te nemen. Dese vertooch daerop in dese tijt uit Nieumegen mette vanen ruyteren van hem, van Sijn Excie ende van Arthur, ende quam logeren den 8en snachts te Niekerck bij Wachtendonck, daer hij in de naer middernacht advertentie creegh, dat den Gouverneur van Stralen met eenich voetvolck ende ruyteren naer hem toequam, derhalven hij te peerde dede blasen om te vertrecken, maer eer de ruyteren alles te peerde waren, quamen die van Stralen, starck tusschen de 500 ende 600 man te voet ende 50 ruyteren van Graef Hendrick vanden Berge, ende vielen in tdorp op t’aencommen vanden dach ende hadden bijnaest de anderen in confusie gebracht, immers cregen nog wel 40 peerden van dien. Clout fileerde daer en tusschen mette ruyteren uyttet dorp, ende stelde hem buyten in ordre ende dede halte, ende merckende dat den viant hem niet en volchde, maer terugkeerde, besloot hij van hem sijn revange te nemen, ende tooch sulcx langes een andere wech omme, om den viant op een heide te vinden, daer se over mosten, ende quam op de heide recht so den viant daer midden op was, waerom hij voorts dede houwen naer heur toe. Tvoetvolck dat siende werden verveert ende liepen meest naer een boerenhuys | |||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||
aende heide leggende. De 50 ruyteren van Graef Hendrick wilden wat tegenstant doen, maer werden terstont gebroocken ende wel 25 van heur gekregen met heur peerden. Tvoetvolck die tselve huys niet konden crijgen werden meest dootgeslagen ende Clout besette thuys. Dulcken, Gouverneur van Stralen, metten Capitein Golstein geen ander middel siende van ontcommen ende vresende dat Clout uyt Wachtendonck middelen soude crijgen om heur te forceren, hebben beginnen te parlamenteren ende eintelijck geaccordeert, dat se alles op goet quartier gevangen souden blijven ende gaven heur daerop over. Clout nam daeruyt Dulcken ende Golstein met 7 andere officiers, ende liet omtrent 370 soldaten losgaen op heur quartier, daervoor de voors. 9 officiers respondeerden. So haest hij vanden viant advertentie creegh hadde hij assistentie te voet ende te peert uyt Wachtendonck ontboden, so om den viant te keeren, als om sijn last te exploicteren, dan eer dselve konden aencommen, was tgunt voors. is geexecuteert ende den dach verre gegaen. Nietemin so die van Wachtendonck bij hem quamen, tooch hij soetelijcx voort naar Cracou, daer hij maeckte sanderen daechs in de morgenstont den 10en bij te commen. De ruyteren stonden meest alles van de peerden af, ende marcheerden mettet voetvolck alomme over t’moeras dat hardt bevrosen was, sij vonden de buytengrachte van thuys ongebijtet, ende quamen daerover in de voorhof. Die van binnen dat vernemende, stelden heur te weer ende schoten dapper van thuys af, maer Clout bracht sijn meeste volck aen de poorte, ende dede daer so dapper schieten, dat die van binnen daer geen weer en konden doen. Middelertijt quamen eenigen over de gracht, die gebijtet was tot op de brugge, ende deden de valbrug nedergaen, doen stelden sij een petart aen de poorte ende sloegen dselve so open, twelcke die van binnen siende, die mer 15 ofte 16 op thuys waren, gaven tselve over ende heur gevangen. Den commandeur was genaemt Langen Huben, ende hadde te vooren lang aen de Staten sijde gedient. Ende aldus quam in handen van Sijn Excie thuys te Cracou, twelcke om sijn situatie wille een vaste plaetse is ende voor de regieringe wat important, omdat se heel hooch leit tegen t’Ceulse lant aen, ende wel gelegen om den pas op Rijnberck meer te ontveiligen. Clout liet op thuys sijnen lieutenant met 40 man te voet ende 20 ruyteren, ter tijt toe bij Sijn Excie op de besettinge soude wesen geordonneert, die den 14en daeraf de tijdinge creegh ende terstont ordre op de besettinge ende bewaringe van dien stelde, achtende dat den Graef van Isenburch nu wel soude weten wat hij wilde seggen.
In dese tijt scheen een clein vier in Duytslant te ontstaen, twelcke wel | |||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||
veel moeite noch mochte maken. Die van Ceulen hadden een jonge dochter verclaert voor bastart ende illegitime ende geen erfgenaem van haer vader te mogen wesen, omdat haer vader sijn huysvrouwe in de Luterse ende niet papiste kercke getrout hadde, ende niettegenstaende t’appel met inhibitie van t’camergericht, wilden sij mette executie deurgaen op t’aenhouden vanden Coadjutor ende andere papisten tegens den raedt vanden Churfurst, daeraf de assesseurs van tcamergericht elcx heur principalen hadden veradverteert, sonderlings die van de Evangelische ofte Ausburchse confessie waren, die heur dese sake so verre aennamen, dat se seiden selfs geen goet nochte digniteiten te hebben als dat stuck so verstaen soude werden, dewijle heur ouders meest mede niet anders getrout en waren, ende hadden daerom aen den Keiser ende oick die van Ceulen tot datelijcke afdoeninge vande sake gescreven.
| |||||||||||||
[den 17en]Den Grave van Essex hadde een groote indignatie geschept op de Raeden vande Coninginne, die hem van tgroote credyt, daerinne hij was, so laech ende cleyn gemaeckt ende voor alle de werelt gediscrediteert hadden, ende scheen daerom te soucken eenige middelen om hem daerover te wreecken, twelcke also het sonder force niet en was te doen, begonst hij daertoe te handelen met vele heeren, baroenen ende edeluyden, daeronder de voornaemste waren de Graven van Rutlant ende Southampton, Cristoffel Blunt, sijn stiefvader, Jhon Davis ende anderen, meest opgemaeckt bij Milaide Ritche sijn suster, die met een groote animositeit om den hoin haer broeder aengedaen ontsteeken was, ende veele vande heeren tot teickenen ende beloven aen dit exploict gebracht hadde, maer hij en constet niet al bedectelijck genouch beleiden. Hij hadde een camerling, genoemt Wijseman, die hij veel vertroude. Dese wetende tsecreet vande handelinge hadde hem laten winnen bij den Secretaris Cicil ende de sake aladvenant die voorts ging t’elcken ondeckt, ende so nu de saken so verre waren gecommen, dat hij voor seecker yet feitelijcx wilde voernemen, dede de Coninginne haer raedt den 17en deser vergaderen ende hem ontbieden om in den raet te commen, maer hij antwoorde, dat hij nu lang genouch voor een spot van sijn vianden hadde gedient, ende tselve niet langer en dachte te lijden, dat sijn lijf ende goet voor de Coninginne was, ende bad, dat sij ten lesten selfs hem eens recht wilde doen. Maer hij hierdeur bemerckende dat sijn voornemen de Coninginne ontdeckt was, nam voor sijn saken te verhaesten, ende ontboot dien nacht eenige heeren ende edeluyden tsijnen huyse, mette welcke hij sijn voornemen meinde te executeren, hoewel dselve alles ongewapent waren. Den 18en smorgens de Coninginne | |||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||
van dese bijeencomtste in Essex huys verwitticht wesende, sondt Eggerthon, bewaerder vanden segel ende 2 andere vande voornaemtste van haeren Raedt metten grooten richter van Engelant aen hem om hem op hare indignatie te bevelen hem stille te houden ende niet te moveren. Hij dede dselve terstont alles sequestreren in sijn huys ende gevangen nemen, doende dselve bewaren bij sijn volck, ende daernaer ging hij uyten huyse mette Graven van Rutlant ende Southampton, de Lords Crumwel, Sandois, Montegel, sijn secretaris Herry Creef ende andere heeren ende edeluyden tot omtrent 100 personen toe, toinende op de straten totte luyden een fier gelaet, clagende over t’ongelijck dat hem geschiede, ende seide dat die vanden raedt hem in sijn huys hadden willen doen vermoorden, ende dat Cobham ende Raly daeraf de exploicteurs souden geweest hebben, ende commende also op de principale marckt vande stadt, tooch hij sijn rappier ende poignaert, gelijck mede deden alle de heeren ende edeluyden met heur dienaers, die bij hem waren, ende begonnen over de straten te loopen ende overluyde te roupen, dat men hem cracht ende gewelt dede, dat de burgers hem wilden bijstaen ende sijn leven beschermen tegen sijn vianden. Hierop creegh hij eerst een toeval van ontrent 700 ofte 800 knechts ende prentysen Ga naar voetnoot1 vande winckels, maer geen sonderlingen aanhang van burgers, hoewel hij de principaelste straten deurliep, omdat de Coninginne daertegens eenige ordre in de stadt hadde doen stellen al van snachts te vooren, ende nu verstaende dat hij poochde de burgers op de been te helpen, sondt sij terstont herauten deur alle straten om de burgeren te bevelen dat se heur wachten souden Essex toe te vallen, daernaer noch ander herauten, scharpelijck bevelende dat alle personen Essex souden afwijcken, ende dewijle dit van hare sijde geschiede, liep den Graef met sijn volck vast deur de straten, daer onder wege bij hem quam den lord Meijer vande stadt met een groote suite, hem vermaenende stille te wesen ende heur geweer op te steecken, maer hij claechde denselven veel over t’ongelijck dat hem geschiede, ende seide tevreden te wesen hem selven in sijn handen gevangen te stellen, mits dat hij hem sijn leven wilde verseeckeren, die daerop antwoorde tot sulcx geen last te hebben ende ging also met hem eenige straten verre, Essex mette sijnen d’een sijde ende hij d’andere sijde, ende siende dat hij hem niet bewegen en konde sijn geweer op te steecken ofte hem stille te houden, scheide ten lesten wederom van hem af. Terstont daernaer gemoete Essex een Marischal | |||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||
met een heraut, die opentlijck op de straten uytriep, dat de Coninginne Essex voor verrader hielt, ende alle die hem volgen souden; een van Essex suite meinde den heraut te deursteecken, maer hij ontreedet. Gelijcke herauten reden in andere straten om dselve vercondinge voor de derde reise alomme te doen, daerom niet alleen de burgers heur stille hielden, maer op veele plaetsen de kettingen begonnen te trecken. Den Graef al voorts gaende, quam ten lesten op een plaetse daer de kettingen opgetogen waren ende wilde met gewelt deur, daer vont hij eenige resistentie van ridders ende burgers so verre dat se naer hem schooten ende in sijn hoet ende mantel raeckten, ende sijn stiefvader Blunt seer gequetst werde, ende willende van daer een ander wech nemen om weder naer sijn huys te commen, vont de poorte gesloten ende daer oick resistentie, hebbende in t’innetrecken vande stadt gecommitteert die faute, dat hij de poorte niet beset en hadde, daer hij nochtans buyten woende. De rouwicheit vande proclamatien, die de herauten deden ende de resistentie die hem geschiede, causeerden dat veele niet alleen vande prentysen, die hem bij gevallen waren, maer oick van sijn suite, hem begaven, so dat sijn hoope hoe langer hoe cleinder werde, selfs den Graef van Rutlant geraeckte van hem wech, tsij om hem te begeven ofte in de foule. Essex dat bemerckende, ende siende dat sijn saken qualijck gingen, trachte naer sijn huys te commen, ende hoe hij langer ging, hoe hij swacker worde, so verre dat hij commende aen de reviere mer sijn vijfde starck was vande geenen, die de rappieren uyt hadden, ende dat in plaetse van burgers vele kinderen hem bestonden te volgen als oft een rasende mensche hadde geweest. Hij ende Southampton wilden met een schuyte over de reviere naer sijn huys varen, maer daer en was niemant, die hem oversetten wilde, so dat hij eenen met gewelt daertoe moste dringen. Rutlant geraeckte in een ander schuyte ende liet se afdrijven naer de brug toe, ende quam daer aen een schip, daerinne hij hem meinde te verbergen. Terwijle Essex staten aldus qualijck liepen, was den capitein Ferdinand Gorges, Gouverneur van Wicht (hem selven meinende met dese lache daet te voorsien ende tleven te salveren) van hem afgegaen ende gecommen in Essex logement, seggende dat Essex hem daer sondt, om de gevangen heeren vanden Raet te ontslaen ende bij de Coninginne te brengen. De wachters des gelovende, lietense gaen, ende Essex quam so veel te laet thuys, dat hij se van verre noch sach wech gaen, ende was deur dat evenement noch veel meer ontset ende genouch als desperaet. De Coninginne hadde gedurende dese factie so van haer hofgesind als anders te wege gebracht | |||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||
omtrent 1000 peerden, daerover sij als Generael bij provisie stelde den lord Gray (die daechs te vooren uyte gevanckenisse ontslagen was) ende sondt hem terstont uyt om Essex huyse te besetten ende hem met alle sijn complicen gevangen te nemen, daertoe oick last gegeven worde aen alle de officiers van de justitie, ende in val dat Essex mocht poogen uyt sijn huys resistentie te doen, gaf sij last aen den heere Philps Sidnei (nu couragieuser als tvoerleden jaer in Vlaenderen) om 2 stucken geschuts uyten tour te halen om thuys te beschieten. Essex en wilde thuys niet openen, maer stelde hem te weer, daerom d’anderen wachten mosten naer tgeschut, dat tsavonts gecommen, werde thuys beschoten, daerinne waren meest alle de vrouwen vande heeren die met Essex waren geweest, die terstont daer een seer groot gekarm maeckten, so dat men snachts thuys most openen, daer doen gevangen werde den armen onbedachten Grave van Essex met Southampton ende meer anderen, committerende noch die onvoorsichticheyt, dat hij niet en trachte langes de reviere te ontseilen, daer hij nochtans wint ende getije daertoe seer voordelijck hadde. Den Grave van Rutlant werde uytet schip gehaelt ende mede gevangen met Blundt, John Davis, Beinum, de twee broeders vanden Graef van Noorthumberlant, Charles ende Joos Lamt. Parchy, den Graef van Betfort, de Lord of Ritche ende meer anderen werden op suspicie gevangen. Men ving mede rontsomme menichte van ridders ende heeren, die binnen Londen gecommen waren, sommigen om met Essex geweest te sijn, ende sommigen alleen op suspicie. Met Essex werden gevangen sijn twee secretarissen, sijn hofmeester ende veel andere officiers en dienaers, in vougen dat dien ende den volgende dach gevangen werden een groote menichte van heeren, ridders ende edeluyden, daeraf de 3 Graven gebracht werden in den tour, ende Blundt, Jhon Davis, ende de voorneemtste vande ridders ende dienaers van Essex ofte met hem geweest, in verscheiden toornen ende gevanckenissen. Heur desseinen waren geweest de stadt oproerich te maken, de Coninginne te verseeckeren ofte ten minsten met haer danck ofte ondanck den raedt te veranderen, ende dat se dat doen souden met schijn van heur vianden te hove te besetten, de Coninginne te voet te vallen ende de vianden van tlant aen te wijsen, mits dat se heur vande stadt ofte den thour konden verseeckeren. Essex was gemoveert uyt particulieren spijt, ende eenige vande heeren met hem wesende, maer de ridders ende edeluyden vande religie meest omdat se sagen, dat men heur factie mede wilde onderdrucken, gelijck de papistige factie geschiet was, om de regieringe absolutelijck aen de royalisten ofte den raet ende officiers vande Coninginne | |||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||
te brengen om de landen geheel naer den appetit van dien te regieren. Vele estimeerden dese sake van een sonderling bedencken eude naerdelich voor de Evangelische religie ende seer dangereus voor dit lant, omdat apparent was, dat de factie van deselve religie nu wel so verre soude mogen uytgeroyt werden, dat de papisten met meer advantagie weder de overhant souden mogen crijgen. De Coninginne was in de sake weinich ontset, omdat se tstuck te vooren geweten hadde ende so goede ordre deur de stadt gestelt, dat den Graef niet en hadde konnen doen. Hoewel men meinde dat se met alle hardicheit tegen hem naer gewointe van alle monarchen soude doen procederen, alleer yemant van buyten hem hierinne quame te vermengen, tsij uyt Schotlant ofte uyt Spangien, die mogelijck niet dan troublen daer in tlant en soucken, behalven dat die vanden Raedt siende dattet tegen heure particuliere personen gemunt ware, de Coninginne tegen dese arme heeren apparentelijck seer sullen animeren, daeraf men terstont de vruchte begonst te sien, omdat de Coninginne den 19en Februarij een verclaringe liet uytgaen ende publiceren, dat de Graven van Essex, Rutlant ende Southampton met meer andere edeluyden van qualiteit, wetende dat diverse van heure verradelijcke acten, so in Irlant met Tyrone beraemt als in Engelant, ontdeckt waren, op den 18en hadden doen vangen den bewaerder van tgroote segel, den oppersten rechter in Engelant ende anderen van haren Raedt (gesonden tot Essex, ten einde hij openbaren soude sijn begeerten ende clachten, met belofte, dat dselve souden gehoort werden, indien hij wilde scheiden tgeselschap, die hij in sijn huys hadde doen vergaderen), dat sij last gegeven hadde dselve te vermoorden, indien sij heur souden vervoorden te ontcommen, ende daernaer in volle wapen een verraderlijcken inval in de stadt Londen hadden gedaen, ende sulcx in openbare rebellie waren vervallen, valschelijck uytgevende dat heur leven gesocht werde, ende andere inventien, om so de gemeenten op de been te maken ende verraderlijcke acten aen te rechten tegen haer persoin, haer stadt ende volck, om met de plunderinge van derselver goederen een deel desparaten menschen, sijn aenhangers, te versaden. Dat se contrarie de proclamatien bij haer herauten gedaen in wapenen waren gebleven ende diverse van haer onderdanen vermoort hadden, dat haer voornemen was belet ende de dry principaelste verraders, Essex, Rutlant ende Southampton in den tour gevangen met meer edeluyden van haer complicen, omdat de burgers vande stadt heur so getrou gethoint hadden, ende heur niet hadden willen bijvallen, dat se de burgers van deselve getrouwicheit ten hoochsten bedancte, ende dat se daerom voor | |||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||
heur welvaert meer sorge sal dragen. Dat se noch niet en wiste hoe verre dese acte streckte ende wat personen voorder daermede besmet mochten sijn, maer naer de natuyre van alle rebellien, oirdelde dattet niet en was geschiet sonder instrumenten in diverse plaetsen gesonden te hebben, om de gemeenten tot oproer te verwecken, met lasteringe vande regieringe van haer principale dienaers, daerom sij belastte alle magistraten goede acht te nemen op alle onbekende personen ende de lasteraers van haer ofte haere regieringe, ende bij apprehensie van deselve, heure bose intentien te voorcommen, opdat de gemeinten in ruste gehouden worden, waeruyt alle man claerlijck konde oirdelen, dat de meininge niet en was dese sake te versoeten, maer met alle middelen totte uyterste bitterheit te brengen ende die op t’alderquaetste elck een voor te beelden.
Uyt Brabant liepen vast vele tijdingen vande jalousie, dwelcke was tusschen den Staten ende den Ertshertoge, omdat de Staten groote middelen geconsenteert hebbende, selfs die wilden administreren tot betalinge van tcrijsvolck, opdat die niet gediverteert en werden ende tcrijsvolck onbetaelt gelaten, sonderlings omdat sij sagen dat de hofhoudinge vanden Ertshertoge ende de Infante so uytermaten costelijck afliep, dat vele uytgaven, dat se daerinne consumeerden bij 3.000.000 £ jaerlijcx, daertegen den Ertshertoge hem formaliseerde, willende selfs den macht hebben om over de penningen te administreren.
| |||||||||||||
[den 20en Februarij]De Staten van Hollant vergaderden den 20en Februarij bijeen om te delibereren op de laest geconsenteerde middelen, die te beneficieren, ende waert mogelijck te compasseren tegen de lasten ende gedragen consenten, omdat se anders daertoe te corte quamen, mitsgaders om noch eenige nieuwe middelen op te stellen, ende bleven bijeen totten 3en Marty toe. In heur vergaderinge werden naer gewoente veel nieuwe middelen voorgeslagen, maer daer en werde ten lesten niet aengenomen dan (noch op rapport) bewillicht een halve capitale impositie op den naem van ruytergelt, te heffen. Men delibereerde mede om ordre op de Almiraliteit te stellen om dselve uytet groote verloop te redden, ende op tstuck vande justitie van tlant, maer omdat de steden geinteresseert in de regieringe vande Almiraliteit geen redres van dien wilden lijden, liepet al infructeus af. | |||||||||||||
[Den 25en Februarij]Den 25en Februarij cregen de Staten Generael brieven van Caron, houdende vande swaricheit der saken van Essex, dwelcke daerinne seer ontset ende becommert waren, niet om de sake wille, die heur niet aen en stont, maer om de vrese, die se hadden, dat mogelijck eenige calumniateurs daerdeur oirsake souden nemen heuren staet bij de Coninginne in bedencken | |||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||
te brengen, als of de Staten zijn sake hadden toegestaen, die doch niet lievers en sien als de gerusticheit vanden staet van Engelant, mits de beroerte van denselve heur niet dan schaedelijck kan wesen. | |||||||||||||
[Den 26en Februarij]Den 26en Februarij hadde Sijn Excie mette ruyteren van Wachtendonck een convoy doen doen van cruyt ende andere amunitie naer thuys te Cracou, ende so se in twedercommen waren, ontmoeten zij veel cornetten ruyteren vanden viant (die eenige heeren naer Dusseldorp geconvoyeert hadden tegen de bruyloftfeeste vanden Marquis van Burgau met Jouffrou Sibille van Cleef.) Deze sloegen heur in de vlucht ende cregen wel 30 peerden ende ruyteren, dewijle de anderen niet en wisten dat daerontrent viant was. Dit huwelijck was bij den Keiser aengedreven, omdat hij alle de kinderen vanden Ertshertoge Ferdinando van Tyrol gedaen ontbloot hebbende van heur patrimoniale goederen, onder pretext dat den vader hem mishuwelijckt hadde, nu dselve sochte te brengen in andere huysen om so weder ander goet te mogen crijgen. Deze alliantie was velen in dese landen seer suspect, omdat se metten huyse van Oistenrijck geschiede, die alles deser landen viant waren, ende dat oick desen Marquis uytermaten Jesuitich was, met wiens alliantie men socht alle de goederen van Cleef aen Oistenrijck te brengen, in val den Furst quame te sterven sonder kinderen.
| |||||||||||||
[In tbegin van dese maent]De maent van Maerte was deurgaens quackelende weder met veel coude vriesende dagen, maer en maeckte nergens geen vast ijs.
In tbegin van dese maent toogh den Grave van Noorthumberlant in haeste naer Zeelant om in Engelant te commen, daer hij vande Coninginne bescreven was, niettegenstaende eenige excusen, die hij soude mogen nemen, doch om tquade weder most hij noch eenige dagen in Zeelant blijven. In de beroerte van Engelant waren mede 2 van sijn broeders gevangen. Vele meinden dat hij so hart bescreven was, om mede te staen over de jurisdictie vande sake van Essex ende vande anderen, daermede men in Engelant seer doende was, ende den lesten vande voorleden maent werde daerinne so verre geprocedeert, dat Essex ende Southampton opentlijck ter doot gecondemneert waren, wesende sijn rechters den Lord Buchorst, grooten Tresorier, representerende de Mat, geassisteerd met alle de coninglijcke officieren. De Pairs waren 7 Graven, 1 Viconte ende 15 banderheeren, als de Graven van Oxfort, Scheresbery, Derbie, Comberland, Worcester, Sussex, Hertfort, Lincoln ende Nottigam, Viconte de Bundin ende de Baroenen de la Ware, Morlay, Cobham, Staffort, Grey, Lumbey, Windsore, Ritche, Darcy, Shandois, Humsden, Sr Jhon de Bletho, Burgley, Compton ende Hauwert van Waldon. Essex ende Southampton hadden | |||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||
gaerne gerecuseert heur particuliere vianden, die in de vergaderinge saten, maer dat werde heur geweigert, ende mosten heur verantwoorden ende recht verwachten. Essex dat siende, voer voorts tot sijn defensie met hooge woorden, seggende dat hij geen verrader en was, dat hem noyt verraderie in thart en was gecommen, dat hij niet en wiste wat dat waere. Dat Cicil, Cobham ende Rhaly sijn vianden waren, dat sijn actien niet en waren geweest tegen de Coninginne nochte haren staet, maer alleen om hem te wreecken van sijn vianden, accuseerde eenigen vanden Raedt van affectie aen den Coning van Spangien te draegen, die daerom niet en sochten dan den staet van Engelant onder schijn van pays te subverteren ende hem ende anderen (die daertegens waren geweest ende gaerne gesien hadden, dat men den Coning van Spangien op sijn eigen dam werck gegeven hadde) om den hals te helpen. Dat den Secretaris Cicil selve hadde willen voorderen den tytel vande Infante van Spangien totte croone van Engelant, waertegens Cicil hemselven ten besten mogelijck excuseerde mette heere Knouleys, seggende de woorden so niet gegaen te wesen. Essex excuseerde mede seer de andere heeren met hem gevangen, ende scheen weinich staets op de genaede te maecken, verhaelende dat hij mogelijck om geen genaede en soude spreecken, ende dede sijn excuse met een tamelijck goede constantie, altoos meest souckende te delueren, dat hij geen verraderie tegen de Coninginne nochte haeren staet en hadde voorgehadt. Southampton humilieerde hem ende versochte genaede ende excuseerde hem ten besten mogelijck van verraderie, dan om te wesen een groot favorit van Essex moste hij met hem een fortune loopen. Ende naerdat sij beide hadden geseit ende den Raet voors. lang op de sake hadde gedelibereert, werde heur sententie van te moeten beide sterven uytgesproocken bij den Tresorier. Essex dat hoirende seide, ghij hebt mijn bloet gesocht, nu sult ghijt hebben, maer tsal in tlange ofte in tcorte over u hoofden noch gewroocken werden ende excuseerde nochmael seer Southampton ende alle de andere heeren. Southampton bad om genaede ende werden so tsamen weder naer den tour gevoert tot dat de Coninginne tottet doen executeren van deselve sententie soude disponeren. Tot tverhaesten van heur sake holp veel, dat eenige ridders hadden willen voornemen de Coninginne in haer camer te forceren, ende haer te doen teickenen een acte om Essex ende d’anderen uyten tour te verlossen, waerover den 1en Marty als een verrader gesleipt, gehangen ende weder afgesneden, noch levendich, gequartiert worde een Capitein genaemt Thomas Lee. Doch naer de sententie tegen den Graef van Essex uytgesproocken, werde | |||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||
de executie getraineert totten 6en tsavonts, dat de Coninginne last gaf mette executie tegen hem voorts te varen op morgen. Dit werde hem noch dien avont so hij al in sijn bedde lach aangeseit, waerom hij stracx opgestaen is, ende hem tot meditatie ende bidden begeven heeft den heelen nacht deur. Smorgens ter clocke vijf uyren heeft de Coninginne (naer haer gewoonte in gelijcke executien) den ridder Careu afgeveerdicht om d’executie te doen ophouden. Ter clocke ses heeft sij geboden, dat men mette executie soude voorts varen, ende ter clocke 7 heeft sij ter contrarie wederom gesonden meester Kilgerey om die op te doen houden, maer eer die aen den tour quam, was d’executie al gedaen op een scavot gerecht binnen in den tour niet wijdt vande capelle, daerom de executie te sien doen gesonden waren de Graven van Comberlant ende Herfort met de lords Bindon, Hauwaert ende Courtenay. Den Graef van Essex daer gebracht wesende, dede een corte ende pertinente confessie van alle sijne sonden, principalijck in sijne jeucht gedaen, heeft God gebeden hem dselve te willen vergeven, mitsgaeders dit sijn laetste bloedich feit, versouckende dat sijn doot mochte geaccepteert sijn voor sacrificie van alle sijne misdaden ende voor alle de heeren ende edeluyden, die hij in trouble gebracht hadde. Daernaer heeft hij hem bereit totte doot, seggende dat hij geen Atheist nochte papist en was, maer bekenner vande ware Cristelijcke religie, daerinne hij van jongs opgevoet was. Seide dat hij noyt in gedachten hadde gehadt yet quaets voer te nemen tegen de Coninginne ofte haeren staet, dat hij alle de werelt syn doot vergaf, ende versocht dat alle de werelt hem vergeven wilde. Daernaer versocht hij dat alle de omstanders met hem een gebet onses heeren wilden seggen, dat met een goet verstant gedaen, heeft hij sijn tabbart ende wambois uytgedaen ende hem seer couragieuselijck ende patientelijck op den block nedergeleit, streckende sijn armen uyt ende roupende Heer Jesu ontfangt mijn siele. Den scherprechter heeft hem thooft met dry slaegen afgehouden, sonder dat hij hem merckelijk beroerde, maer naer de eerste slach vanden bijl leide hij sijn handen tsamen ende is so gestorven tot verblijdinge van alle sijne vianden, daeraf men seit dat Sr Walter Rhaly in een venster stont ende d’executie sach doen, ende bedroevinge van menich mensche, die vande ware religie waren, als eenige volgende dagen daernaer binnen ende buyten Londen wel te bemercken was, die seer speet dat de Spangiaerden aldus sagen sterven een van heur meeste vianden. Tottet executeren van Southampton en was om sijn sieckte wille geen last gegeven, daerom hij noch bleef sitten, gelijck mede Essex suster, Milaide Ritche, die veel vande heeren ende edelen tot dit | |||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||
gepersuadeert hadde, ende daerom seer stricktelijck gehouden werden. So voor als naer hem werden mede geexecuteert sijn stiefvader Blunt, beide sijn Secretarissen ende de voornaemste officiers van sijn huys, die eenige kennisse van syn voornemen hadden gehadt, maer Rutlant met meest alle de andere heeren ende edeluyden werden alles opgehouden, doch daernaer mede gecondemneert de ridders Jhon Davis, ende Beinum ende Charles Davis was mede in groot pericule om een voorgaende dootslach hij hem gedaen, ende om sijn groot goet, daerop seer gevlamt werde. Voor Essex doot was bij hem gecommen den grooten Almiral Milord Hauwert, hem aenseggende, dewijle hij nu doch most sterven, dat hij de Coninginne ten gevalle wilde verclaren dry poincten ende haer daerinne believen, daertoe hij antwoorde te vreden te wesen, mits dat men hem weder dry cleine saken wilde consenteren. Hauwart versocht overleveringe van een brief in parquement gescreven, daer alle sijn geconfedereerden geteijckent hadden. Item vande swarte beurse, daerinne de confederatien lagen, die hij om den hals hadde, doen hij over de straten van Londen ging, ende uyterlijcke verclaringe van sijn intentie in sijn voornemen. Essex versocht voor sijn doot te mogen spreecken met Southampton, dat de Coninginne sijn vrouwe ende kinderen wilde genadich wesen ende vergeven aen so veel heeren ende edeluyden, die met hem onwetende in dit parquet alleen om sijnen twille gecommen waren. Ende antwoordende op de versoucken vanden Almiral, seide den brief mette borse verbrant te hebben, terwijle sijn huys beschooten werde, omdat daerdeur niemant meer in lijden soude commen, ende sijn meininge anders niet geweest te sijn als hem te wreecken van sijn vianden, ende uyten Raedt vande Coninginne te doen vertrecken de Pensionarissen vanden Coning van Spangien, die hij aen Hauwart noch noemde, begerende dat hij sulcx alles de Coninginne selfs wilde refereren. Hauwart antwoorde op sijn versoucken, consenteerde hem te mogen spreecken met Southampton, ende seide dat de andere poincten dependeerden vande goede geliefte vande Coninginne, die wel so barmhartich was, dat daeraen niet en viel te twijfelen, of sij soude daerinne alles doen wat haer mogelijck was. Southampton bij Essex commende, embrasseerden sij malcanderen, ende Essex beclaechde seer t’ongeluck van Southampton, dat hij om sijnen t’wille in lijden was gecommen, ende naer veele beclaechredenen over ende weder, waren sij weder van malcanderen gescheiden. Men verstont anders dat veele heeren in Engelant geintercedeert ende gebeden hadden voor den Grave van Rutland, ende dat daerom sijn sake opgehouden was. | |||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||
In dese tijt was in Engelant den Hertoge van Bouillon bij den Coning van Vranckrijck daer gesonden, maer men en wiste niet opentlijck wat hij daer dede.
In tbegin van dese maent screven de Staten aen alle ritmeesteren ende capiteinen om heure compagnien te verstercken elcx op tgetal van heur bestellinge, ende die gereet te hebben tegen den 1en Aprilis toecommende. | |||||||||||||
[Den 4en Marty]Den 4en Marty cregen de Staten Generael brieven van heuren agent in Vranckrijck van den 8en Februarij, houdende dat den Hertoge van Savoyen verstaende de comtste vanden Secretaris vanden Legaet vanden Paus naer Turino, snachts te vooren de poste hadde genomen ende naer Pavie was vertogen om metten Graef van Fuentes te spreecken, ende nu tegen hoipe vanden Coning vao Vranckrijk ende van thof difficulteerde den pays te teickenen, omdat men afgeworpen hadde tfort Ste Catherine, dat hij daer en tusschen hadde doen revictailleren Bourg en Bresse, deur den Heere van Wigny, ende so men seide doen overvallen Charbonnieres. Dat den Paus Aldebrandino in poste naer den Hertoge hadde gesonden om hem tot aengaen van den pays te disponeren met comminatie selfs vande spirituelle ende temporelle macht, ende dat den Paus den Coning daervan hadde verwitticht. Dat den Coning meinde dat den Hertoch de vrede niet en soude aengaen ende daerom weder naer Lyons naer den constabel (die met Villeroy, Sillery ende Jamyn daer was) doen marcheren t’regement van Picardie. Dat den Coning verclaert hadde den pas aen de Spangiaerden bij pays niet te konnen weigeren, dan dat bij oirloge daervoeren geen vrese en was, nietemin dat de Staten bij pays altoos souden konnen weten, hoeveel volcx passeert, om heur desseinen daernaer te dirigeren. Dat den Coning aen den Prince van J’enville verbooden hadde met eenich volck in dienste vanden Ertshertoge te gaen op indignatie, niettegenstaende d’intercessie van Ayole, Agent vanden Ertshertoge, ter contrarie, seggende den Coning oick voor de Staten des verboden te hebben. Dat den Coning op den ambassadeur Taxis niet wel te vreden en was, omdat hij eenige heimelijcke communicatien metten Hertoge van Savoyen hadde gehouden. Dat den Coning verclaerde tijdinge van sijn agent van Bruessel te hebben, dat de saken vande Ertshertogen waren in confusie, vol gebreck van gelde ende heur personen veracht vande Nederlantse heeren, omdat se de privilegien niet en onderhielden, dat se oick geen Nederlander in Vranckrijck tot Agent en hadden willen hebben, omdat dselve, hoe getrou die oick sijn, te seer naer heur vrijheit trachten, die men daerom onder moet houden ende tot sulcke secreete saken van state geen anderen en mach | |||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||
gebruycken als Spangiaerts ofte Italianen. Dat den Coning verclaerde dat de preparaten in Biscayen cesseerden om 5000 man in de Nederlanden te brengen, doch dat hij Agent verstont, dat daer noch 12 schepen waren met Wackene ende 16 galeijen voor Spinola om naer Vlaenderen te gaen, ende dat hij achte dat den Ertshertoge oick trachten soude sijn secours te crijgen. Dat in Biscayen waren 400.000 ducaten, die se niet en wisten hoe over te brengen, dewijle den Coning van Vranckrijck geweigert hadde die deur sijn lant te laten passeren op pretext dat de coopluyden van sijn lant onder dien schijn mede veel gelts mochten uytvoeren. Dat den Ertshertoge de Coninginne van Engelant hadde doen aengeven, dat se niet en hadde te bevresen voor de comtste van sijn volck uit Spangien, dewijle die niet tegen haer, maer tegen de Staten quamen, ende dat se soude willen doen voortsgaen de handelinge van pays met bravade presentatie, dat hij haer gedeputeerden soude doen defroyeren, indien sij in sijn lant wilden commen tracteren, maer dat sij des afgeslagen hadde. | |||||||||||||
[Den 7en Marty]Den 7en Marty quam tijdinge van Bruessel, dat ordre gestelt was om alle de gevangenen tegen den Almirante te wisselen; ende om de rantsoenen ende costen hier te mogen betalen, quam een wissel van 75.000 £ ter dispositie van den Almirante, waerom den Almirante tstuck van alle de verteerde costen ende rantsoenen terstont dede accommoderen, ende de Staten Generael om een uytcomtste in de sake te vinden, resolveerden daernaer dat alle heur crijsvolck nopende t’rantsoen der gevangenen vanden viant, souden moeten te vreeden wesen metten tauxe van tquartier, sonder aenschou te nemen, dat se daermede so veel menschen in heuren dienst wesende offendeerden, ende dat se vanden Almirante onder pretext vande gemaeckte rantsoenen te ontgaen, afgeperst hadden noch 6000 £. Dit deden sij om beter middel te hebben om Graef Lodewijck voor den Almirante ende de heere Vere voor Luys del Villar te contenteren, om niet genootsaeckt te wesen daertoe penningen uyte provincien te trecken, die bij dit accoort meest gebeneficieert mogen sijn. | |||||||||||||
[Den 10en Marty]Den 10en Marty creegh men tijdinge dat den viant thooft noch al naer Oisteinde hadde, ende daertoe alle sijn voetvolck uyt Brabant naer Vlaenderen dede marcheren, ende mits alle advertentien nu lange daerop hadden geloopen, ende de Staten vreesden dat den Heere van Cruyningen de travail van tbeleg niet en soude konnen verdragen mits sijn indispositie, ende dat daerom de saken mosten versuymt werden, hadden sij al over eenige dagen den selven heere van daer ontboden ende bescreven om hem | |||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||
in andere saken te gebruycken, Ga naar voetnoot1 ende men tracteerde vast metten Colonnel van der Noot, om daerinne te gaen, ende geduyrende tbeleg daer te commanderen, die tselve wel bereit was te doen, mits daerop treckende gagie, twelcke wat vreemt dochte, omdat geen ander Colonnellen op sulcke commandementen gagie en trecken. Anders begonnen de Staten oick seer te besoigneren om de fortificatie vande plaetse te doen verhaesten, ende dselve met meer volcx ende amunitie te doen voorsien. | |||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||
ende dat den Hertoge van Savoyen 15 dagen tijts versocht hadde om hem te beraden, of hij den pays soude teickenen ofte niet. Doch eer de Staten desen brief ontfingen was den pays bij hem al geteickent, geagreert ende aengenomen. Hij schreef mede, dat den Coning ende sijne officiers als noch persisteerden, indien de oirlogen voirts gingen, dat hij dan dese landen geen gelt en soude konnen geven, mits sij meer vruchts vande oirlogen souden trecken als van tgelt, maer indien den pays aenging, dat hij dan so veel soude furneren als tvoorleden jare, te weten 150.000 cronen. Dat oick den Coning hem verseeckert hadde, dat vande vredehandelinge van Engelant niet commen en soude, ende dat hij daer verstaen hadde, dat de rustinge van Spangien noch voortging, ende dat daerom aldaer gearresteert waren alle de France schepen, onder pretext, dat die gelt uytet lant tegen de ordre voeren, ende dat den Coning in wederwraeck geweigert hadde tSpaense gelt deur sijn lant te laten gaen, dat men vermoede dat se mette selve France schepen de oversettinge van heur volck in t’Nederlant souden willen doen. | |||||||||||||
[Den 15en Marty]Den 15en Marty quamen uyt Vrieslant wederom in den Hage de Heeren Foock ende Voocht hebbende de saken daer so verre gebracht, dat de differenten waren ten deele ter neder geleit, ende dat de Staten van tlant t’collegie wederom bijeen hadden gebracht ende doen commen tot Lieuwaerden, ende daertoe alle de proceduren van thof geenerveert van cracht ende executie, ende om de sake gehelijck te assopieren, werde bij eenigen in de Staten aldaer so verre genegocieert, dat de Staten eyntelijck waren ontslooten alle degeenen, die van wegen heure provincie in regieringe waren geweest tegen May toecommende af te setten ende privatos te maken, om also sonder bedencken van dese ofte van die alle die heete turbulenten geesten quyt te worden ende geheel nieuwe ende anderen in de regieringe te committeren, twelcke bij velen seer vreemt gevonden worde, vresende dat deur nieuwe ende in regieringe onervarene lichtelijck meer misverstant soude konnen ontstaen als nu ter neder geleit was. Dit ende de swaericheiden in de regieringe van Groningen ende Omlanden ende van Zeelant scheen een groote verachteringe in de saken vande Generaliteit te sullen maken, indien den pays van Savoyen voerts ging, ende een deel vande macht van die oirlogen tot assistentie van den Ertshertoge quame, daeraf vast alle dagen meer advertentien quamen.
De Staten van Hollant waren wederom bij een vergadert vanden 12en Marty af totten 19en toe op tstuck om nieuwe middelen op te stellen ende de anderen te beneficieren, ende resolveerden ten lesten eintelijck te heffen | |||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||
een halve capitale impositie onder den naem van ruytergelt ende verhoginge vanden 3en penning in de imposten van wijn ende bier ende van tlindelaken. | |||||||||||||
[Den 21en Marty]Den 21en Marty werden twee vischers schuyten voor Schevelinge genomen bij een schuyte van Duynkercke so naer aen lant, dat ment sien konde, daerover onder de vischers aldaer een grooten schrick quam.
Overmits men alle preparatie begonst te doen om de gevangenen vanden viant tegen die vande Staten te wisselen tegen den 4en Aprilis volgende tbescheit daertoe vanden Ertshertoge gecommen, sonden de Staten Generael den 22en Marty naer Brabant den commissaris Francois Doublet met pasport vanden Almirante ende de lijsten der gevangenen om te sien, hoe naer dselven tot Antwerpen waren. Men hoirde noch van alle canten dat tbeleg van Oisteinde voorts ging ende dat den Ertshertoge middelertijt om alle invallen in Brabant ofte diversien te beletten, alle sijn ruyterie deur de steden van Brabant liet verdeilen. Dat hij afgereickent hadde mette gemutineerden van Diest ende daeraen wel gespilt 2.000.000 £ om heur te betalen boven tgeene sij uyte contributien hadden getogen, ende dat hij naer Weert gesonden hadde een goet getal commissarissen om mette gemutineerden aldaer mede af te reeckenen.
Men verstont oick dat wederom eenich misverstant ontstaen was tusschen den Graef ende de stadt van Emden, omdat de Graef de wachten vande stadt wilde afgeschaft hebben, mitsgaders de impositien in stadt opgestelt tot vindinge van heur lasten, ende dat hij daer eintelijck meester wilde wesen, daerop bij eenigen uytgegeven worde, dat den Graef heimelijck eenige ruyteren hadde gelicht ende de stadt hadde willen innemen.
Overmits de consequentie vande sake tot Ceulen seer verre sach, dat men voor bastarden soude houden ofte oirdelen alle degenen, wiens ouders niet in de Pauselijke religie getrout en waren, ende dat sulcx oick seer schadelijck was voor alle alliantien, die in dese landen ofte uyt dese landen in huwelijcken geschieden ende van groot bedencken voor de gemeine commercien, omdat alle personen uyt dese landen bij dien wech pericule souden mogen loopen, dat heure copmanschappe heur in Duytslant met sulcke calangien afhandich gemaeckt souden konnen worden, so hebben de Raden van State den 23en Marty, antwoordende op seeckere clachtbrieven vande gedeputeerden vanden Westfalischen Creits, aen deselve mede gescreven, dat sij souden willen de hant daer aen houden, dat sulcke proceduren mogen ophouden ende voerhoet worden om redenen voors., ofte so men den vianden te gevalle daermede voorts souden willen gaen, dat dan de onderdanen van denselven Creits lichtelijck deser landen | |||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||
crijsvolck souden verwecken om sulcx te wreecken, twelck sij qualijck souden konnen verhinderen.
Den Grave van Hohenloe quam den 25en Marty in den Hage om sijn private saken. | |||||||||||||
[Den 28en Marty]Den 28en Marty werde wederom voor Scheveling een vischers schuyte genomen, twelcke een groote crete ende verslagentheit onder den vischers maeckte.
Ten selven dage begonnen de Staten Generael commissarissen uyt te senden ende ordre te stellen om alle de gevangenen vanden viant vanden slach van Vlaenderen uyte steden te trecken ende bijeen te brengen om naer Lillo gevoert ende daer gewisselt te mogen werden tegen den 4en Aprilis, maer mits den Almirante sijn eigen uytcomste in bedencken begonst te stellen, ende daerom versocht hadde mede te mogen uytgaen ende aen de Staten gesonden hadde een formulier van een obligatie ende borchtochte voer de gevangenen van Spangien, hebben de Staten Generael niet goet gevonden hem terstont mede nyt te laten eer heur bleeck vande loscomminge van alle de gevangenen van t’Nederlant, behalven dat den Almirante sijn cautien voor de gevangenen van Spangien geclausuleert hadde, te sullen vrij sijn, bij aldien hij middelertijt quame te sterven; twelcke de Staten also niet en verstonden, maer meinden dat sij, ontslagen hebbende sijn persoin, van heur sijde voldaen hadden, ende dat hij daerom cautie moste stellen voor de effectuele voldoeninge oick van sijne sijde. Nietemin om hem geen naerdencken te maken, screven aen hem dat sij begeerden de obligatie ende borchtochten ingestelt te hebben naer den teneur van t’accoort, ende dewijle de wisselinge vande gevangenen van t’Nederlant doch voor soude moeten gaen, dat hij die wilde doen voorts gaen, om dan op sijn sake alleen te letten, Dat men ter goeder trouwen t’accoort soude volbrengen, ende so hij meinde dat in de wisselinge swaricheit soude vallen, dat hij den Staten ten eersten daeraf wilde verwittigen, om geen voorder costen te doen, die doch tot sijne lasten souden moeten commen, ende daermede niet te vreden sijnde, deden den 29en tsavonts deur den Heere van Tympel daertoe noch aen hem scrijven. | |||||||||||||
[Den 29en Marty]Den 29en Marty creegh men noch al tijdinge van tbeleg op Oisteinde gedestineert, waerom de Staten ordre stelden om meer volcx daerinne te senden, ende de stadt van alles wel te doen voersien.
Desen dach werden eintelijck afgeveerdicht den Vice-Almiral Jan Garbrants met sijn vier commissarissen ende de scheepscapiteinen die op de custen van Vlaenderen souden gaen, met last heur derwerts te maken so | |||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||
haest doenlijck soude wesen, daertoe oick aen alle de capiteinen commissien gegeven werden, daerop sij ten selven dage eedt deden aan Sijn Excie ende eenige gedeputeerden van de Staten Generael.
| |||||||||||||
[In tbegin van April]In tbegin van April was men vast doende om alle de gevangenen voer Dordrecht bijeen te doen commen volgende den bestemden dach, maer alst op t’nijpen quam, difficulteerde den Almirante selfs de wisselinge, willende eerst verseeckert wesen vande middelen tot sijn loscommen, ende dat de heeren Staten eerst souden verclaren met wat cautien sij sullen te vrede wesen nopende tstuck vande gevangenen van Spangien, omdat hij vreesde, dat men daerop naderhant soude disputeren, ende hem sijn loscomminge traineren. Doch de Staten lasten evenwel voorts te gaen mettet bijeenbrengen vande gevangenen, om van heur sijde te thoinen, dat se bereit waren de wisselinge te doen. Ende om den Almirante mede te interpreteren tstuck vande cautien, ontwierpen sij daertoe een obligatie ende noemden 12 personen om elcx voor 25.000 £ cautionaris te worden; ende om de wisselinge met ordre te doen doen, committeerden sij daertoe den heere van Tympel ende heuren Advocaet- Fiscael, die den 3en Aprilis uyten Hage vertogen naer Rotterdam, daer se ordre stelden om den gevangenen daer wesende mede te nemen, ende voor Rimmerswale, daer se gelast waren te blijven met de gevangenen op bescheit, verseeckert te mogen wesen met 2 oirlochschepen, ende toogen so den 4en voorts naer Dordrecht, daer de gansche gemeente op de been was, meinende dat den Almirante selfs quame. Hier stelden sij mede ordre om alle de schepen daer gevangenen inne waren te voorsien met noch 5 dagen vivres, danckten daernaer af ende sonden wederom de schepen met alle de commissarissen, die de gevangenen daer gebracht hadden, ende namen op twee schepen noch mede 60 soldaten vande compagnie van Solms, ende sijn so den 5en tseil gegaen ende gecommen tot voor de plate, daer sijt om den starcken contrarien wint strijcken mosten. Den 6en en konden sij niet voorder commen als voor Vianen, omdat de wint noch verhief. Den 7en quamen sij voor Rimmerswale ende vonden daer de twee versochte oirlochschepen, daerom sij tconvoy van soldaten wederom sonden, ende verstaende dat de gevangenen van Zeelant van Lillo wederom gesonden waren, hebben sij de schepen met gevangenen in bewaringe vande 2 oirlochschepen daergelaten, ende sijn selfs mette jachte naer Lillo gevaren om te verstaen wat den commissaris Doublet in Brabant hadde genegotieert, ofte wat ordre vanden Ertshertoge totte wisselinge was gestelt. Item vande gedeputeerden van Zeelant te vernemen wat ordre gestelt mocht | |||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||
wesen tottet bijbrengen vande gevangenen uyt heure steden. Tsavonts daer commende, en vonden sij geen ordre vanden Ertshertoge totte wisselinge, maer wel den commissaris Doublet, die al op Dynsdage van Antwerpen was gescheiden ende bij brieven aen de Staten Generael gescreven hadde sijn besoigne. Zij hebben hun last aen de gedeputeerden van Zeelant gethoint ende versocht, dat se de gevangenen wederom ontbieden souden, omdat dselve bij misverstant terugge ontboden, ende sulcx desen dach weder naer Zeelant gesonden waren. Sij hebben Doublet weder gesonden naer Antwerpen ende gelast daer te blijven totte wisselinge toe, van alles goede notitie te houden ende den gecommitteerden te verwittigen. Sij screven mede aen Don Augustijn Messie, dat se mette gevangenen daer waren, bereit om de wisselinge te doen, indien hij mer last daertoe vanden Ertshertoge hadde, daermede Doublet den 8en vertooch, ende den heere van Tympel ende Fiscael voeren wederom naer Rimmerswale, versocht hebbende op die van Zeelant alle depeschen te openen, ende naer verlesinge aen heur naer Rimmerswale te senden. Sij hadden met Doublet laten uytgaen de alferes Juan de Cariague ende St Jago de Brandeso met last dat Cariague wederom soude commen, ende heur rapporteren de eintelijcke intentie vanden Ertshertoge in desen. Den 9en deden sij aen de gevangenen uytdeilen vivres voor noch 3 dagen, ende deden andere tot Bergen op den Zoem coopen. Des naernoens quamen daer bij heur den Colonnel Luys del Villar met Luys de Olivera, ende den Gouverneur van St Thomé, ende bij heur den Commissaris Anthonio de Chauregy met last vanden Almirante totte wisselinge, daerom sij terstont gescreven hebben aen den Gouverneur van Bergen op den Zoem om de gevangenen daer sijnde van vivres te voorsien ende heur in een schip op Lillo naer te schicken, ende oick aen de Gecommitteerde Raden in Zeelant om alle de gevangenen uyt Zeelent terstont in schepen weder naer Lillo te senden. Tsavonts quam noch bij heur van Antwerpen den voors. Cariague met brieven van Don Augustijn, dat hij last hadde de wisselinge niet te doen sonder d’ordre vanden Almirante, maer daertoe gansch bereit was so haest die ordre gecommen soude wesen. Doublet schreef mede ten selven einde. Den 10en sijn sij met alle de schepen ende de schepen van oirloge tseil gegaen, om naer Lillo te commen, maer mosten mits den grooten tempeest voor Woensdrecht blijven leggen. | |||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||
de gevangenen, die in Antwerpen waren in dry schepen heeft doen gaen, ende op den 12en met twee schepen van oirloge doen sacken tot beneden Oirdam, seindende den capitein Symon Antheunis, om te verclaren dat de gevangenen daer waren, gereet om gewisselt te worden, ende met hem quam wederom Doublet, verclarende van gelijcken, ende mede brengende 8 ofte 10 gevangenen, ende seide dat alle de gevangenen die tot Antwerpen waren geweest daer waren op 8 ofte 9 naer, die sieckelijck in gasthuijs lagen, ende mette saloupe quam mede af een scheepscapitein vanden viant genaemt Jan de Bouf. Daernaer sonden de Gedeputeerden naer Oirdam ontrent 150 gevangenen, om daer te lossen ende vande onsen weder inne te nemen, daertoe eenige ledige schepen met gingen, daertegen den capitein Symon Antheunis aen de Gedeputeerden wederom sondt ontrent 200 gevangenen mit conditie dat wij hem de reste hier wesende noch dien avont souden senden, twelcke geschiede, ende omdat de gevangenen van Zeelant noch niet gecommen en waren, werde bij den viant swaricheit gemaeckt de reste van onse gevangenen te laten volgen, gelijck sij verclaerden al gedaen te sullen hebben, indien d’anderen gecommen hadden geweest. Geduyrende de wisselinge quamen aen de oirlochschepen voor Lillo, den capitein Maes, commanderende voor Antwerpen met 2 andere capiteinen genaemt Hendrick ende Volckert Rol, van Hoorn, ende brachten met heur noch 8 ofte 10 gevangenen, verclarende dat sij de reste vande gevangenen, wesende noch in de 60, geset hadden in een van onse schepen, ende tselve daer doen blijven op t’ancker totdat de gevangenen van Zeelant souden aencommen, dat men se daerom van hier wilde spijsen ofte dat sij se wederom mosten brengen naer Antwerpen, twelcke mogelijck wat alteratie soude maken. De capiteinen vanden viant hebben een rous gedroncken ende sijn tsavonts wederom geroeit, mette welcke de Gecommitteerden vivres voor heur gevangenen sonden, omdat sij alle de reste vande gevangenen vanden viant hier wesende al naer Oirdam gesonden hadden. Hebben daernaer aen de Gecommitteerden van Zeelant tot Lillo wesende, versocht dat se noch eens ernstelijck naer Zeelant wilden scrijven om doch den gevangenen te senden ende de landen van dese groote costen te verlichten. Luys del Villar hadde verclaert gelast te wesen hier te blijven tot dat de wisselinge gedaen soude wesen, maer den 13en siende, dat die van Zeelant noch niet en quamen, ende oick sieckelijck wesende, heeft hij begeert mede te mogen gaen, twelcke de Gedeputeerden sonder swaricheit geconsenteert hebben, omdat in allen gevalle den Almirante noch sadt. Des naermiddachs ontfingen de Gecommitteerde brieven uyt | |||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||
Zeelant, dat men om seeckere cleine pretensien vande cipiers ende provoosten de gevangenen noch niet en konde senden. De Gecommitteerden screven terstont wederom, dat heur sulcx vreemt dochte, ende dat men daermede de Generaliteit op meerder oncosten van verteeringe ende dachgelden van schepen ende commissarissen brachte dan dselve pretensie bedroege, die doch Hans van der Veecke alles tot sijnen laste genomen hadde ter ordonnantie vande Staten Generael; dat oick niet en viel te simpotiseren op eenige gevangenen noch terug gehouden Ga naar voetnoot1, dewijle den Almirante noch sat, ende dat se daerom de gevangenen terstont wilden senden ende de Generaliteit op geen meerder costen drijven, ende oick te mogen doen uyte miserie trecken de gevangenen, die noch tot Oirdam lagen, ten welcken einde de Gecommitteerden van Zeelant mede screven. Middelertijt hebben sij den losgecommen gevangenen in verscheiden schepen naer Hollant ende Zeelant gesonden ten getale van 216, naerdat se die hadden doen opteickenen ende hebben dselve met een vande Hollantse oirlochschepen doen convoyeren tot aen de kille van Dordrecht.
| |||||||||||||
[Den 14en]Tsavonts sondt Luys del Villar in een saloupe de 9 gevangenen, die tot Antwerpen in tgasthuys hadden gelegen, daeraf eenigen de beenen bedurven ende van coude afgeset waren. Den 14en wachten de Gecommitteerden op de gevangenen van Zeelant, ende sonden aen de heuren voor Oirdam leggende wederom vivres, vande welcken Symon Antheunis noch 11 liet los commen. Den 15en lieten die van den viant vragen of de gevangenen van Zeelant oick commen souden, ende hoewel men verseeckerde jae, nochtans siende de halve vloet ingegaen, ontbooden sy dat se wel sagen datter niet afcommen en soude, ende dat se mette gevangenen weder naer Antwerpen wilden gaen, ende terwijle men heur dede versoucken noch desen avont te willen blijven, quamen ontrent 4 uyren de schepen mette Zeeusche gevangenen aen, uytgeseit alleen 10, die ter Goes hadden geseten, maer de Geeommitteerden tselve dissimulerende, ontbooden den viant dat se alles gecommen waren, ende derselver namen hebbende doen | |||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||
opteickenen, sonden sij dselve noch dien avont naer Oirdam, daer den viant dselve op de twee oirlochschepen nam, ende liet terstont de gevangenen van dese landen met de schepen alles wederom keeren. Doen deden de Gedeputeerden op de schantse van Lillo ende Liefkenshouck ende op de oirlochschepen alomme afschieten, ende onder dien eenige schoten met scharp naer den viant doen, om te thoinen, dattet bestant nu uyt was. Geduyrende dit bestant hadden de scheepscapiteinen van beiden sijden met malcanderen veel gedroncken, ende d’een d’andere seer gebraveert ende uytgedaecht omme te vechten, waerop eenige Zeeusche capiteinen geseit hadden, indien de schepen van den viant dorsten blijven leggen voor Oirdam als tbestant uyt soude wesen, dat sij se dan wilden commen besoucken, dan so haest tbestant uyt was, maeckten de schepen vanden viant seil ende schooten mede rontsomme af, doch siende dat se deur den slappen wint, ende dattet getye verloopen was, niet en konden wech commen, deden sij tot heur verseeckertheit noch 2 oirlochschepen van Antwerpen afsacken tot snachts dat de vloet quam ende sij tsamen opvoeren. Den 16en lieten de Gedeputeerden tot Lillo een open brief aen Symon Anthonis, dat se tsedert de wisselinge hadden verstaen, dat ter Goes noch 9 ofte 10 gevangenen waren, dat se hem die toesonden ende versochten te willen procureren dat de resterende gevangenen, die noch tot Duynkercken, Sluys, Hulst ende anders saten mede metten eersten mochten ontslagen worden, volgende seeckere memorie die daer bij was, ende stelden voorts ordre dat de commanderende op Lillo de gevangenen van der Goes so haest sij commen souden metten selven brief naer Antwerpen soude senden, ende sijn daernaer mettet tweede oirlochschip van Hollant ende laeste los gecommen gevangenen afgevaren ende gecommen voor Willemstadt ende den 17en tot Rotterdam, afdanckende de resterende schepen ende wech sendende de gevangenen, daeraf den stierman van tschip uyt St Thomé gecommen, onderwege sterf, ende van alles den 18en in Staten Generael rapport gedaen. Dit stuck was wat solemnelijck beleit, omdat in dese landen noit so groote wisselinge nochte verlossinge van gevangenen t’effens en was gedaen.
In tbegin van dese maent hadde Sijn Excie voorgenomen een aenslach op den viant ergens te maken ende daertoe aen de Plate doen commen ende blijven verscheiden bootsgesellen, maer om tgestadige quade weder en de grooten storm, bleef tselve te rugge, sodat tselve volck den 7en wederom scheiden.
In dese tijt waren de Staten van Hollant weder vergadert om te vinden | |||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||
de middelen, daeruyt sij mochten furneren heure consenten, ende naer veel overlegginge werde voorgeslagen, dat men van alle innecommende goederen op t’incommen mede soude mogen doen nemen het uytgaende convoy, mits dat dselve goederen uytvarende dan vrij souden wesen, ende dat men een gracelijcken impost soude setten op alle manufacturen in de eerste makinge ofte oppet touwe, mits dat dselve naderhant vervoert werdende oick vrij souden sijn van t’uytgaende convoy, uyt welcke twee voorgeslagen middelen staet gemaeckt worde so veel contributie te trecken dat men de Almiraliteiten van tlant in heur lopende te cort soude konnen verhelen ende staende houden, maer om dattet middel groot ende seer important was, en konden de Gedeputeerden vande steden daerop niet eintelijck verdragen, maer scheiden den 13en Aprilis om rapport aen heur principalen te doen, ende dan met naerder last weder bijeen te mogen commen.
Op de wisselinge der gevangenen tot Lillo waren aldaer met pasport gecommen vier dochters van den heere van Aussy om te spreecken met heur moeye de vrouwe van Tympel ende Corbeeck, daer onder de outste was de wede van eenen Hertoge van Braunswijck ende de 2e worde geseit te sullen gaen huwelijcken metten Grave van Houtekercke. Dese bleven tot Lillo tot ten 14en toe, ende vertogen doen wederom naer Antwerpen.
In dese maent werde bij den Francoisen aen den Hertoge van Savoyen gerestitueert de steden Chambery ende Montmelian, omdat den Hertoge aen den Coning mede gedaen leveren hadde de citadelle van Bourg en Bresse, ende men verstont dat de Francoisen hiertoe meest quamen, op dat den Graef van Fuentes sijn leger (dat hij nu heel groot bijeen hadde) mede soude casseren ende wechgenomen soude werden de vreese van swaerder oirloch. Nietemin overmits Fuentes tleger noch al meest bijeen hielt, bleven de Italiaense potentaten meest in een sonderling bedencken, ende den Coning van Vranckrijck mede, so verre dat hij den Paus dede aenseggen dat hij selfs soude in Italien commen, indien Fuentes den leger niet en casseerde.
In dese tijt werde tot Vlissingen gevangen een stoelmaker ende den substituyt vanden Baillu genaemt Quaturf, om eenige correspondentie ende verraderie metten viant gedreven te hebben. Sij hadden heur sake wel eenichsins gecommuniceert met Sijn Excie, maer mochten wat te verre gegaen sijn, ofte dat de magistraet verstont, dat men sonder heur kennisse uyt heur stadt geen correspondentie metten viant en mocht drijven, ende daerom gevangen wesende, werde de stoelmaker gepijnicht, die daernaer | |||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||
hem selven in de gevanckenisse verhing. Den substituyt was noch eenigen tijt daernaer gevangen ende werde ten lesten metten sweerde geexecuteert.
Tot Middelburch werde in dselve tijt gevangen eenen Jacques Vierendeel, coopman, die beschuldicht was van aen Richardot geopenbaert te hebben alle de marcken der Nederlantse coopluyden om daerdeur in Spangien te decouvreren alle derselver goederen, ten einde die dan te mogen aenslaen, twelcke ontdeckt worde deur eenige geintercipieerde brieven. Hij werde naer scharpelijck daerop gepijnicht, maer en wilde tstuck noit bekennen, hoewel de indicien heel starck waren, daeromme hij ten lesten wederom is ontslaegen. | |||||||||||||
[Den 20en Aprilis]Den 20en Aprilis vertrock Don Emanuel, soin van Don Anthonio, om naer Vranckrijck te gaen ende van daer te mogen commen bij Don Sebastian bij den Portuguesen gehouden voor den rechten Coning van Portugael, maer terstont naer sijn vertreck verstont men dat dselve tot Florencen wederom was gevangen, ende bij de Spaense ministers geargueert werde een Calabrees te wesen.
Jonckhr Justinus van Nassau hadde nu een geruymen tijt lang geweest Lieutenant Almiral in Zeelant ende so lange de meeste moeite op de stroomen vande rivieren was gevallen, hadde hij tselve wel konnen lijden, maer omdat men nu meest op zee tegen de Vlaemsche custen ofte in de voyagien van Spangien most wesen, ende hij de zee ganschelijck niet en konde verdragen, verliet hij ontrent dese tijt dselve staet tot verwonderinge van velen, omdat een heerlijck tractement daertoe stonde. Hij en allegeerde anders geen redenen dan sijn indispositie, maer anderen meinden datter al wat faute van couragie moste bij wesen.
In dese tijt verclaerde de Coninginne van Engelant aen der Staten agent Caron, dat sij d’oirlogen noch voor desen heele jare 1601 soude continueren sonder pays te maken niet alleen in de defensive, maer oick in de offensive, indien de Staten eenige equipagie tegen Spangien souden willen doen, daeraf Caron den Staten verwittichde, die tselve seer dienstelijck voor heur sake reeckenden.
In tlaetste van dese maent werden tot Mets eenige personen gevangen, beschuldicht van getracteert te hebben om ten dienste vanden Ertshertoge een aenslach op die stadt te maken, twelcke velen meinden dat den Francoisen wat soude doen ommesien, om de actien vanden Ertshertoge in verdencken te nemen, te meer so de Gedeputeerden van den Coning ende Ertshertoge wederom vergadert waren geweest tot Vervyn, om de scheidinge der limiten af te doen, ende dat den Coning daerinne niet en | |||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||
hadde willen doen treden voor ende alleer den Prince van Espinoy ende den Graef van Egmont volgende den pays in heure goederen gestelt ende geredintegreert souden wesen Ga naar voetnoot1.
Die saken in Engelant waren heel stillekens afgelopen, omdat de Coninginne met de doot van Essex, van Blundt ende van Essex dienaers haer hadde laten contenteren, ende niet alleen geschoncken hadde pardon aen de Graven van Rutlant, maer oick doen surceren d’executie vande sententie vanden Grave van Southampton, ende voorts geconsenteert meest alle de andere gevangenen op cautie te ontslaen om heur sonder bloet in de beurse te castiden, waerdeur alle de saken daer seer vreedsamich bleven, ende de meeste oirsaecke van racueur (rancune?) afgesneden werden ende hoewel men deselven gevangen meest eiste so excessive somme van penningen dat haer nyet mogelijck en was des te betalen, versachte de opspraecke van velen nochtans seer, die meinden dat men den Graef van Essex te seer was over tlijf gevallen, dat sijn meininge goet was geweest, ende dat hij getracht hadde de oirlogen in Irlant behoudende Tironne sijn goet ende leven liever met een verdrach van reconciliatie af te leggen, als naer soe veel costen daeraen gehangen vande sake noch in twijffel te blijven.
| |||||||||||||
[den 2en May]Omdat men de Staten ende Sijn Excie wijs gemaeckt hadde dat de contrecautien in Brabant voor den Almirante al waren gestelt, dat Olivera daeraf bescheijt soude brengen, ende dat niet anders en resteerde als de cautien nu in dese landen te stellen, ende dat den Almirante daermede vuytgaen soude, hebben den heere van Tympel ende Hans vander Veecken d’selve Staten ende Sijn Excie soe verre beweecht, dat se consenteerden, dat men den Almirante van Woerden soude mogen doen brengen buyten den Haege op thuys te Persyn, ende daerop sijn woort vrij laten gaen, begerende Sijn Excie hem voor sijn vertreck eenige dagen te doen tracteren op sijn costen, daeromme den heere van Tympel den 2en May naer Woerden toogh om den Almirante op Persyn te brengen, twelcke hij dede den 5en, hem brengende deur de stadt van Leiden, daer hij met Schaliger sprack, maer soe Olivera quam, bevont men dat hij alleenlijck eenige | |||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||
poincten van swaricheyt om die te doen suyveren ende niet de laste om noch de cautien te stellen, medebrachte.
Waeromme de Staten bemerckten dat se seer qualijcken hadden gedaen mits hem te doen overbrengen, omdat men sach dat sijn saecke nu noch ging getraineert werden. Nietemin ging Sijn Excie met veele heeren hem begroeten den 7en May, ende de Staten om te couperen alle disputen, sonden bij hem den 8en den heere van Tympel ende heur Fiscael om hem te vragen of van der Staten sijde noch yet resteerde te doen in volcomminge vande conditien van t’accoord met hem gemaeckt, ende naerdat hij verclaert hadde neen, uytgeseyt dat men hem boven den tijt opgehouden hadde alleer de listen te furneren, hebben d’selve Gedeputeerden hem verclaert dat in veele poincten van sijne sijde tselve acoort nyet en was voldaen nopende de Nederlansche saken, omme dat men soe veele gevangenen tegen t’accoort noch opgehouden hadde in verscheijden plaetsen, ende bovendien vele aleer vuyt te laten, gelt afgedwongen, ende dat se daerom vermoeden, dat men tot Bruessel sijn loscommen nyet en sochte, ende dat nimmermeer pretexten en souden manqueren om hem met disputeren op te houden, ende daerom presenteerden hem dadelijck te ontslaen, soe haest de cautie voor de saken van Spangien gestelt souden wesen, mits bovendien voor de voldoeninge der Nederlantsche saken noch caverende ter somme van 100.000 ofte ten minsten 50.000 £, maer omdat den Almirante tselve interpreteerde als een verswaeringe van sijn saecke, werde daernaer bij den Staten die presentatie gerevoceert ende de sake daer gelaten, te meer soe men merckte, dat hij disputeren wilde ende sijn obligatie astringeren niet aen de woorden van t’contract, maer alleen aen de lijsten, die men leveren soude twelcke de Staten soe nyet en verstonden, ende dat hij susteneerde ongehouden te wesen totte loslatinge der gevangenen in Italien ende in Indien sittende, twelcke de Staten verclaerde simpelijck altoos so verstaen te hebben, waeromme de Staten ten lesten heur verclaerden op de swaricheiden bij Olivera voorgedragen, te weten dat se de cautie hier in tlant ende niet in neutralen landen begeerden gestelt te hebben, ende dat men ter goeder trouwen t’accoort verstont ende niet bedacht en was, om de minste defectuositeyt in voldoen van t’accoordt terstont de heele cautie te executeren, maer daerinne naer billicheit te doen, ende den tijt totte lossinge der gevangenen naer gelegentheyt te prorogeren, twelcke sij den 13en May den Almirante deden aenseggen deur de heeren Barnevelt, Berck ende Aerssens, ende dat se om te remedieren sijn clachten nopende de impertinentheit vande lijsten, d’selve | |||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||
souden doen suyveren, waermede Olivera weder afgeveerdicht worde den 18en May.
In tbegin vande Maent May waren de Staten van Hollant wederom bijeen, om te resolveren op tgeproponeerde groote middel vande incommende goederen ende vande manufacturen, maer en konden daerop noch niet verdragen, sulcx sij den 5en May weder reces namen om aen heur principalen rapport te doen, hebbende alleenlijck afgedaen particuliere poincten van heur provincie. | |||||||||||||
[Den 6en May]Den 6en May hadden de Staten Generael een advertissement uyt Vranckrijk, dat men in Spangien den Francoisen seer qualijck tracteerde ende seer scherpe ondersouckinge tegen heur dede onder pretext van te beletten dat se geen gelt en souden uytvoeren, twelcke mede gehoipt werde te sullen strecken tot verwecken van jalousie. | |||||||||||||
[den 7en May]Ernest Lodewijck van Nassau willende gaen huwelijcken mette wede vanden Graef vanden Brouck, vertoogh den 7en May nae Arnhem, daer men de feeste totte bruyloft soude houden, ende hem werde in last gegeven metten eersten noch een convoy naar Wachtendonck te doen ende de plaetse van amunitie te voorsien ende daerinne noch te werpen drie vendelen knechten, omdat de Staten van meininge waren Berck mette eerste gelegentheit te belegeren, ende dan vreesden dat den viant in dat quartier mocht commen ende de stadt aentasten, die men daeromme oick met alle vlijt dede fortificeren om te mogen tegen staen.
Thadde deze gansche tijt deur in Hollant een overgroote droochte geweest, maer begonst desen nacht wat te regenen, doch hielt terstont op, ende bleeft noch lang daernaer drooch. | |||||||||||||
[Den 14en May]Den 14en May ontstont tot Gorinchem onder de schippers een seer groot rumoer, twelcke bij quam, omdat de schippers wilden hebben dat t’marcktschip van Heusden, twelcke nu wel hondert jaeren vrij gevaren hadde, met heur sijn winste soude moeten deylen, ende niettegenstaende den magistraet sulcx affsloech ende verstont dat se soude mogen uytmaecken een schip om tegen hem te varen, gingen de schippers feitelijck toe ende sloegen t’roer van tschip van Heusden af. De magistraet dat willende remedieren ging daer, ende wilde troer weder doen aenmaecken, maer de schippers namen de wapenen in de hand ende dreven den magistraet daeraf, soe dat se de burgermeester Pieter Janss. Heusden deur de mouwe staken. De magistraet liet dat glissen, ende omdat se merckten dat sommigen noch seer oproerige woorden gebruyckten, deden sij snachts de wachten verswaren ende eenige vande schippers in heur huysen soucken, maer en vonde se nyet. Den | |||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||
15en smorgens verstonden sij dat eenigen van dien in een schip verborgen lagen, daer se den officier sonden, die vier daeraf gevangen creech ende commende naer gevangenhuys, vielen die vande burgerwacht selfs tegen hen aen ende ontweldichden hen twee derselver gevangenen. De anderen gebracht sijnde in de gevanckenisse, vergaderden alle die van tschippersgilde, ende sonden heur deeckens aen den magistraet, seggen, dat men oick de twee anderen soude ontslaen ende loslaten, ten minsten op hantastinge, ofte sij souden selfs losmaecken. De magistraet dese moetwille siende ende hoirende dat se feitelijck de gevanckenisse meenden op te slaen, gaven last den gevangenen te ontslaen op hantastinge om de saken wat te glissen ende met beter occasie heur autoriteyt te defenderen. Dit was voor alle steden een sake van bedenckelick exempel, omdat mits tverbot vande licenten de neeringe in de landen ende sonderlings voor den schippers alomme slap ende van cleine winste waren.
Den Almirante, op de last vanden Ertshertoge in Januario ontfangen, hadde mogelijck met eenige personen heimelijck vanden pays gesproocken, ende hoipe geschept die te konnen te wege brengen, ende daerop naerder aen den Ertshertoge geschreven, waerover hij in dese tijt ontfing schrijvens vanden Ertshertoge om tstuck vanden pays bij de hant te nemen met procuratie daertoe vanden 27en April voorleden, houdende dat hij d’selve in tgenerael ende perticulier soude mogen voordragen, ende waer het noot de beste ende bequaemste conditie daertoe dienende presenteren met belofte alles voor goet ende vast te houden ende effectuelijcken te presteren, dat bij hem Almirante daerinne gedaen soude werden, also hij niet anders en sochte als de ellenden deser landen met een pays wech te nemen. De groote vrijheit die den Almirante hadde, gaf hem occasie om desen heymelijck ende secretelijck te bedrijven. | |||||||||||||
[Den 15en May]Den 15en May quamen de Staten van Hollant wederom bijeen ende consenteerden ten lesten tvoors. groote middel op de innecommende goederen ende de manufacturen, doch met soe veel restrinctien, dat nu d’selve boven de helft nyet en soude uytbrengen van des beraempt was, ende scheiden daermede den 20en vanden anderen, doch committeren den jongen heer van Opdam om als Lieutenant Almirael voortsaen gebruyckt te mogen werden soe te velde als op de zee, om also een persone van qualiteyt in dat stuck te hebben. Stelden mede ordre op de wapeninge van alle schepen, die vuyt dese landen te coopvaerdie ofte vischerie soude vaeren.
Te weten, dat se niet vaeren en soude mogen sonder gewapent, ofte | |||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||
convoy, ofte admiraelschap volgende de ordre, op peyne van elck laste scheeps te verbeuren 2 £; dat een schip van 40 tot 50 lasten op hebben moste 7 man, 1 jonge, 2 gotelingen, 2 steenstucken, 4 camers, 4 musquetten ofte roers, 6 lange, 12 corte spiesen. Van 50 tot 75 lasten, 10 man, een jongen, 4 gotelingen, 4 steenstucken, 8 camers, 6 roers ofte musquette, 6 lange, 12 corte spiesen. Van 75 tot 100 lasten 12 man, 2 jongen, 6 gotelingen, 4 steenstucken, 8 camers, 6 roers ofte musquette, 12 lange, 12 corte spiessen. Van 100 tot 125 lasten 14 man, 2 jongens, 6 gotelingen, 4 steenstucken, 8 camers, 8 musquetten ofte roers, 12 lange, 24 corte spiessen. Van 125 tot 150 lasten 18 man, 2 jongens, 6 gotelingen, 6 steenstucken, 12 camers, 10 musquette ofte roers, 24 lange, 36 corte spiessen. Van 150 tot 200 lasten 21 man, 2 jongens, 8 gotelinge, 8 steenstucken, 16 camers, 12 musquette ofte roers, 24 lange, 36 corte spiessen. Alle andere naer advenant twee meer, maer niet minder voorsien. Dat de noortvaerders ende coopvaerdijvaerders mede met geschut sullen varen desen jare 1601, ende de schepen van 70 tot 100 lasten op hebben mosten 9 mannen, 1 jonge, 2 gotelinge, 2 steenstucken, 4 camers, 4 roers, 6 lange ende 6 corte spiessen; boven de 100 lasten 10 man, 1 jonge, 4 gotelinge, 2 steenstucken, 4 camers, 6 roers, 12 lange ende 12 corte spiessen; onder de 70 lasten sullen sonder geschut mogen varen. Dat oick de buyssen met ordre ende convoy moeten vaeren, ende die van 24 tot 30 lasten op hebben 2 gotelingen, 2 steenstucken, 4 camers, 6 roers, 6 lange, 6 corte spiessen; boven de 30 lasten 4 gotelingen, 4 steenstucken, 8 camers, 6 roers, 8 lange, 8 corte spiessen; onder de 24 lasten sullen noch dit jaer ongemonteert mogen varen sonder convoy ofte soe starck te wesen, dat se hebben 20 gotelingen, 12 sleenstucken op peine van 2 £ op elck last, dat se oick varen onder admiraelschap alwaer het met woorden gemaeckt Ga naar voetnoot1, ende dat se voorsien sijn van cruyt ende cloten tot elck stuck 12 schoten.
De coopvaerdijeschepen uyte Mase varende moeten sterck wesen 3 ofte 4, | |||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||
die op hebben 12 gotelingen; uyt Texel van tVlye varende 6, 7 ofte 8, mede op hebbende naer twesten 12 gotelingen, naer t’oosten 24 onder Admirael, op peyne als boven, ende te contribueren voor de gemonteerde schepen, ende die anders genomen wort, sal op de reders geen verhael hebben.
Die Indievaerders, g... vaerders Ga naar voetnoot1, naer Italien ende Barbarien mogen allen varen dat men de admiraelschappen in alle zeegaten sal maken, ende dat d’almiraliteiten d’ordonnantie sullen doen onderhouden.
| |||||||||||||
[Den 16en]Graeff Hendrick vanden Berge was met eenige vande ruyteren ontrent Breda gecommen ende meynde den 16en daer een ambuscade voor de stadt te maecken, maer omdat de ruyteren tot Bredae op de been waren om uyt te trecken ende een aenslach op den viant te maecken, reden sij uyt ende vielen op de avantcoureurs, die se alles in vlucht sloegen, soe dat eenigen doot bleven ende wel 26 mannen ende 30 peerden gevangen worden, ende daeronder een gereformeert lieutenant genaemt capiteyn Belyer, ende brachten die in de stadt, waermede des viants ende heur voornemen beide gebroocken worde, de slagen meest gevallen sijnde over de vane vanden Graef Adolf vanden Berge tot tShertogenbosch.
Sijn Excie siende dat de saison van tjare verde ging, ende dat de oirloge voor dese landen beswaren souden, indien men soe lange wachte, dat den viant sijn renfort uyt Italien creegh (twelcke gemaeckt worde van 17 vendelen Italiaenen ende 22 vendelen Spangiaerden) mits hij dan ons soude oirlogen mogen maecken, daer hij wilde, daer wij hem prevenierende de oirlogen costen brengen, daer wij wilden, dede aen de Staten seer aenhouden om een leger te mogen te velde brengen ende den viant te voorcommen, daertoe de Staten seer ongeerne quamen, omdat de consenten noch niet gedragen en waren, ende dat se sagen dat heure saken seer waren gestijft, omdat se sedert Augusto lestleden geen leger te velde en hadden gehadt, ende mits dien soe groote extraordinaris costen hadden verspaert. Nietemin merckende hoe seer heur gelegen was aen de stadt Rijnbercke, die heur de heele navigatie vanden Rijn sloot, vonden goet metter tijt noch daerop yet te tenterenGa naar voetnoot2. Ontrent dese tijt was Fiscael | |||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||
van Wingaerden in den Hage ontboden om t’almiraelschap van Zeelant, excuseert hem ende versouckt te velde te mogen commen. | |||||||||||||
[Den 24en May]Den 24en May schrijven de Staten Generael aen de provincien ende versoucken dat se willen heur consenten dragen, de restanten tot 1600 incluys doen betalen ende elck sijn contingent voldoen in de ongerepartieerden ende oick aen den ontfanger elcx 1/3 van heur quote in de 500.000 £ totten veltleger, ende noch heur deel tot assistentie van almiraliteyt ende vanden 1en en 2en termijn vande Coninginne ende de reste vande 100.000 £ ter Oesteynde om alle muterie ende verlies ende de ongunste vande Coninginne te ontgaen.
Dat tot subventie vande Almiraliteyt goetgevonden es op een moderaten voet van alle incommende goederen opt t’incommen oick te ontfangen t’uytgaende convoy, mits dat de goederen uytvarende dan vrij sullen wesen. Dat men oick op tmaecken van alle manufacturen soude konnen stellen een impost bijnaest als tvuytgaende convoy, ende om de laste vande almiraliteit te verlichten, dat men soude mogen afdancken alle de convoyers, ende de schepen van 50 lasten ende daerover beter doen mannen ende van geschut voorsien, mits dat de ambaptisten gelt sullen contribueren ende daerop onder de anderen vrij varen volgende de ordre hiervan verhaelt, dat daerom heur gedeputeerde metten eersten op alles gelast willen senden om op een proeve daerop te resolveren.
In de lijsten vande incommende convoyen souden volgen de oude lijste, maer op de manufacturen Ga naar voetnoot1 als ... op alloenen ende boldavit de brede rolle 8 st., smalle rolle 4 st., ammelaken, damast ende ander werck tstuck van 10, 12 ende 16 vierendeel breet 25 st., servetten al advenant 3 stucken mede 25 st., ammellaecken van 6, 7, 8 vierendeel breet tstuk 12 st., bouratten Ga naar voetnoot2 elck stuck 3 st., brede boratten sijde hersaijen 8 st, de baijen | |||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||
van ontrent 5/4 de dry voor een, bommasijnen van 20 ellen 3 st., dubble 6 st, borat van dese landen 2 st., carpetten van 6 gulden op 2 st., kannefaesrolle 2 st., hopsack rollen 1 st., casianten smal grof greyn 20 elle op 2 st., plumetten ende calandrees in dese landen gemaeckt op 2 st., brede casianten ende groff greinen op 4 st., sijde op floretten tstuck 10 st., smallen half gelt, damast werck van saijet ende sijde 6 st., van saijet 3 st., camericxdouck weerdich 6 £ op 4 st., stucken van 20 ellen 10 st., croses fusteinen tstuck op 3 st., brede fusteinen 8 st., met smalle doppen 3 st., frisetten ofte catoens van 40 ellen 5 st., hollantsche lakenen half stuck 4 st., lijwaet van dese landen plat gevouwen van 40 tot 45 el 10 st., tot 50 ellen 12 st., coleur ofte naturelles lijwaet tstuck 16 st., fluelen in de Nederlanden gemaeckt, caffa velourté, ende armosijn, branckagie tstucken 10 st., grof greinen half sijden 10 st., ras tstuck 3 st., hontscote saijen, Brugse bommesijnen, grof greinen ende heresaijen hier gemaeckt 4 st., lijste saijen ofte fijne saijen twee voor een smallekens met sijde noppen 3 st., met gaern 3 st., met clatergout 3 st., met gout ofte silver 6 st., Brugse satijnen 6 st., Dornickse satijnen 6 st., Sargien, Spaens ofte Engels rollen van ses doecken 6 st., van 12 kinderdeeckens 6 st., couleurde stannetten 10 st., tapisserie van 6 gulden op 3 st., tyrenteyn tstuck 2 st., tycken tstuck 6 st., trypen tstuck 6 st., fluele trypen van 9 ellen op 8 st., werpen 4 st. Dat dese alles vuytgaende betalen souden volgende de lijste vande convoyen ende licenten ende dan corten tgunt voors. ende op elck betaelt is.
Alle lijwaet alleer te bleycken, te teyckenen ende te betalen volgende de lijste daertoe de pachters volck alomme souden moeten houden, meer stucken doende bleycken als 50 ter weecke sal voor vijftich gereet betaelen ende de reste op twee maenden mogen furneren, doende bleycken 150 stucken ofte meer sal 1/3 gereet betaelen ende op twee maenden elcx noch een derdendeel, beneden 50 stucken bleyckende moeten alles gereet voldoen. Tlijwaet dat geloot wort sal ter plaetse van de lodinge betalen alles op verbeurte van t’ ongeteickende lijwaet, ende de bleeckers noch 12 £ op elck stuck, al waer het haer eigen laken. Alle manufacturen sullen geteyckent moeten worden aen het touwe op peine van dubbelt recht ende mogen geen geloot worden eer betaelt is. De witte stucken mogen nyet versonden worden sonder betalen, den drapier sal binnen veerthien daegen moeten betalen, twelcke d’eerste cooper sal moeten restitueren ende mach dan vrij vuytvoeren; d’eigenaers van ander manufacturen moeten mede betaelen, maer d’eerste cooper sal daer moeten restitueren al en waert | |||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||
nyet bedongen; voorts dat men geen manufacturen soude mogen maken dan binnen de steden, ende dat de pachters moeten bouck houden vande stucken op touwe aengegeven.
In tlaeste van May geresolveert hebbende de stadt Berck te doen aentasten hebben alle preparatien daertoe beginnen te maken ende hadden in Engelant soe veele te wege gebracht, dat die Coninginne ontrent 4000 man gelicht hadde op pretext vanden Irschen crijgh ende geconsenteert die in der Staten besoldinge te laten commen ende de costen van dien te dragen tottet embarquement toe, waeromme de Staten den heere Vere op den 27en naer Engelant sonden omme tselve volck van daer te halen ende hier te lande te brengen met last dan daermede ende met noch 17 vendelen knechten ende de Zeeusche garnisoenen te vallen int lant van Hulst om den viant te diverteren ende alsoe te beletten Berck te ontsetten ofte Hulst te laten verloren gaen, meinende met elcx van beide voordeel te connen doen, ende om tstuck beter te deguiseren, liet men een geluyt lopen, dat de Coninginne naer Irlant ontboden hadde 15 vande Engelse vendelen ende weder nieuwen in plaetse souden senden. Daer en tusschen prepareerden de Staten alle heure saken ende stelden ordre om met Sijn Excie in leger te senden 25 stucken batterie ende 4 veltstucken, ende om noch 7 stucken batterie gereet te houden, om neffens 5 stucken, uyt Oisteynde te lichten, in tlant van Hulst te mogen gebruycken, ende dat de Graef van Hohenloe in tlant soude blijven om hem met 15 andere stucken, ten delen uyte steden te lichten ende tvolck uyte garnisoenen te lichten te werpen in de Bommeierweert ofte Tielreweert, indien den viant daerheen mocht trachten te commen. Sij deden vele schepen opschrijven ende aennemen, ende oick 400 wagens ende 500 treckpeerden ende sulcx alles gereet maecken. Sij schreven mede op den 24en May aen alle de provincien om heur consenten inne te brengen, mitsgaders de restanten vanden voorleden jare te furneren, ende te delibereren op de nieuwe middelen. | |||||||||||||
[Den 27en May]Den 27en May vertogen naer Gorinchem de raetsheeren De Jong ende Couwenburch met den Procureur Generael van Hollant bij de Staten vande provincien daer gesonden om mette magistraet te helpen voorsien tegen de moetwillicheyt aldaer bij de schippers aengerecht, die naer velen advys ten lesten goetvonden de sachste wech inne te gaen ende de principaelste moetwilligen uyter stadt te bannen.
Den 27en May snachts begonnen de soldaten vande schantse Isabelle in Vlaenderen voor Oesteynde te mutineren ende sloegen een Lieutenant-Colonel | |||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||
van Fresijn, genaemt Verlanen ende Gouverneur vande plaetse doot met sijn huysvrou, sijn Secretaris ende een Commissaris, die daer gecommen was om heur te monsteren. Met heur altereerden mede die vande schantse Grotendorst, als hebbende dselve besettinge, ende begonnen sanderendaechs naer de schantse Albertus te schieten. Den Gouverneur van Oisteynde schreef terstont aen heur, indien sij metten Staten wilden handelen, dat men se betalen ende in dienst nemen soude, ende boot heur aen alle faveur ende assistentie. Sij ontfingen den brief, maer seyden tegen den tambourijn, dat hij niet meer aen heur schantse commen en soude, maer als hij voortsaen eenige brieven aen heur soude brengen, dat hij dan die op seeckere plaetse op een stock soude steecken ende laten staen, dat sij se dan wel halen soude, dat sij heur noch niet resolveren en konden, maer metten eersten tot Oisteinden antwoort laten weten, ende ettelijcke uyren daernaer schoten sij een schoot met scharp over die stadt, ende lieten de sake daer.
In dese tijt creegh men tijdinge van (dat) de Coninginne vuyt Vranckrijck ontboden hadde haren ambassadeur Sr Herry Nevel, ende tot Londen gecommen, in den tour doen logeren, hem beschuldigende van verstant met Essex.
Graef Lodewijck, die naer Arnhem onder schijn van sijn bruloft getogen was, ging eerst met eenige vanen ruyteren sijn bruyt van Essen halen, ende dat gedaen, naem terstont voor tconvoy van Wachtendonck te doen, ende toog daertoe den lesten May uyt Nieumegen met de ruyteren aldaer, met 3 vendelen knechten ende 50 wagens met alderhande amunitie geladen, ende vont boven Cleeff de Overijsselse ruyteren, soe dat hij starck was 12 vanen ruyteren, ende begonst den eersten Junij daermede te marcheren naer Wachtendonck, ende quam dien nacht te Nieukerck, ende sont de 3 vendelen knechten met alle de wagens naer Wachtendonck, ende bleef daer houden mette ruyteren. Den 2en Junij vrouch quamen de wagens van Wachtendonck wederom, ende hij begonst terstont weder wech te marcheren, so seere dat hij snachts wederom binnen Nieumegen quam, ende de Overijsselse ruyteren aen Schenckenschanse noch savonts overgeset waren, hebbende de plaetse nu soe voorsien, dat men den viant daer soude konnen wachten.
De Staten cregen in dese tijt tijdinge, dat in Vranckrijck weder gereet waren 50.000 cronen, die heur tot dit voornemen wel souden commen, ende sonden daerom den commies Spronsen terstont naer Vranckrijk met 2 oirlochschepen om tgelt te gaen halen. | |||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||
Sijne Excie hem mede preparerende om te velde te gaen ende tselve willende dissimuleren onder pretext vande bruyloft van Graef Lodewijck, heeft bij provisie tot Generael vande artelerie gecommitteert den Colonnel Wingaerden ende hem gelast mede naer Arnhem te gaen, heeft den naest lesten May oirlof genomen aen de Staten Generael, den 2en Junij naernoen wesen begroeten den Almirante van Aragon om mede oirlof aen hem te nemen ende voorts hem gereet gemaeckt om te vertrecken. Den Graef van Solms vertoogh den 3en naer Arnhem ende Sijn Excie met sijn guarde den 4en, hebbende de patenten uytgesonden om te velde te trecken 102 vendelen knechten ende 33 vanen ruyteren, ende gelast om de artelerie ende amunitie te schepen den 3en, ende soe te marcheren dat de schepen ende crijsvolck alles mochten wesen aen sGravenweert tegen den 10en Junij, daer trendevous van alles gestelt was. | |||||||||||||
[Den 4en Junij]Den 4en Junij cregen de Staten de tijdinge vande mutinatie van Isabelle in den Hage, die sij hoipten dat heur in heur voornemen dienstelijck soude wesen, omdat den Ertshertoge die schantse nyet en soude willen laten verloren gaen, ende trachtende die te behouden, sij mogelijck tijt souden hebben Berck te veroveren, den Rijnstroom te openen ende metten fursten van Duytslant tot bevrijdinge vanden Rijn te tracteren, ofte ten minsten yet van heur te trecken om te weren, dat den viant niet weder over Rijn en quame, daeromme de sake in deliberatie geleit hebbende, schreven sij terstont aen den heere Coren, die als gedeputeert tot Oisteijnde lach, ende aen den Gouverneur, dat se bij alle wegen ende selfs met assistentie van notelicheiden souden stijven de mutinatie, presenteren met heur te handelen ende oick een rijcke somme gelts souden mogen beloven voor de overleveringe vande schantse ende heur in dienste te nemen, ende meinden dat men op tgelt als daertoe quam nyet en behoufde te chicaneren, omdat men in corte tijt meer vuyt Vlaenderen souden konnen trecken.
Desen dach quamen vuyt Zeelant in den Hage de heere Maldere ende van der Waecke met groote hevicheit de onmacht van heure provincie verclaren soe om te betalen de restanten vanden voorleden jare als de consenten vanden lopende jare, ende d’ander poincten in de brieven vanden 24en May verhaelt, ende op tversouck van die van Hollant, die begeert hadden in een provincialen raedt soe veel nieuwe raden te mogen maecken, dat se met twee cameren mochten besongieren, verclaerden sij oick daertoe niet te connen bewillichen, maer als sij meer raden souden willen maken, dat se dan liever een perticulier raedt in heur provincie souden oprechten | |||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||
welcke harde verclaringe in dese tijt den Staten qualijck quam, hoewel anderen meynden dat se wat redenen hadde ende dat men heur ten lesten soude moeten helpen ofte dat se nyet en souden connen heur lasten langer betalen.
Omtrent dese tijt quam in den Hage Don Cristofle, soin van Dom Anthonio, seggende dat den Hertoge van Florencen om te coopen sijn pays metten Spaengiaert overgelevert hadde aen de Spaensche ministers de persone van Dom Sebastiaen, die sij beschuldichden een bedrieger ende calabrees te wesen. | |||||||||||||
[Den 5en Junij]Den 5en Junij was tamelijck weder. Sijn Excie quam tot Arnhem, daer hem terstont behandicht worden eenige brieven van Verreichen geintercipieert, houdende mede dat de mutinatie van Isabelle warachtich was, dat se den gouverneur ende eenige andere doot geslagen hadde, dat den Ertshertoge selfs naer Brug ging om te sien of hij heur souden connen ter neder stellen, dat te hove groot gebreck van gelde was, omdat de provisien van Maert, April ende May noch niet gecommen en waren, dat de Duytsche Forsten van nieus aen den Keiser hadden geintercedeert om ordre te stellen, dat den Rijnstroom geopent ende des rijcxbodem gevrijt mochte worden, ofte dat se selffs wederom de sake souden moeten bij der hant nemen, ende dat men uyt Italien alle daege verwachten ontrent acht duysent man, soe Spangiaerden als Italianen, die noch niet aengenomen en waren. Metten Almirante dede Sijn Excie deur den advocaet Fiscael vande Generaliteyt handelen op tstuck van een breet quartier voor meest alle tvolck van oirloge ende die vanden treyn vande artelerie ende vivres te maken, maer omdat den Almirante in tselve quartier niet en wilde begrijpen de capiteinen vande maethrosen bij tgeschut dienende, ende van sijne sijde oick alle de entretenus de court daerinne wilde begrijpen voor dry maenden gagie, nam den Fiscael rapport om des met Sijn Excie te communiceren, die tselve niet en wilde aennemen, ende daerom bleeff tselve daernae ongedaen, hoewel men nochmael aen den Almirante schreeff om de entretenues uyt te laten ende de voors. capiteynen daerinne te nemen, twelcke hij niet en wilde doen. | |||||||||||||
[Den 6en Junij]Den 6en Junij was heet weder. Tot Arnhem werde alles tot de feeste vande bruyloft geprepareert. De ordre was, dat den Graef van Solms de eersten dach vande bruyloft van wegen de bruyt een banquet soude doen, Sijn Excie van wegen den bruydegom den 2en dach, ende den Graef van Hohenloe den 3en dach, ende dan den bruydegom den 4en dach een banquet aen alle de heeren soude doen, daertoe elkxs hem prepareerde | |||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||
om costelijcx ende bravest sijn banquet te maken. De schepen met geschut, amunitie ende vande brugge quamen tot aen de Voorne; Graeff Willem vertoog desen dach uyt Groningen om naer tleger te commen (overmits hij niet totte feeste hadde connen commen) ende bij hem quam vuyt Duytslant sijn broeder Graef Johan van Nassau, die met die occasie met hem naer tleger quam. | |||||||||||||
[Den 7en Junij]Den 7en Junij was schoin weder. Graef Lodewijck troude sijn bruyt in de groote kercke tot Arnhem, ende de Graef van Solms dede tsavonts in tclooster een magnificke banquet, daer de feeste gehouden ende de bruyt beslapen werde. Sijn Excie was sieckelijck ende en quam dien avont daer niet. Van voorneme heeren waren daer den Graef van Hohenloe met sijn huysvrou, de Graef van Solms met sijn huysvrou, Graef Hendrick, Graef Ernst, de Grave van Culenburch, den heere van Bredero, den heere van Boxtel, ende uyt Duytslant was mer gecommen een jonge Gravinne van Schouwenburch; voorts waren daer veel Colonnellen, jonckeren, Gedeputeerden vande Staten ende steden. De Gedeputeerden vande Staten Generael vereerden den bruydegom met een ordonnantie van 6000 £ ende de feeste werde met magnificentie gehouden. Crijsvolck naer den leger gedestineert begonst van alle canten vast te marcheren ende alle de Brabantsche ruyteren passeerden te Bommel over om in de Betue te commen. | |||||||||||||
[Den 8en Junij]Den 8en Junij was schoin weder. Tsavonts dede Sijn Excie een brave bancquet ter eere vanden feest; daer alle de heeren ende edeluyden waren. De gedeputeerden van Zeelant quamen tot Arnhem bij Sijn Excie om heur onvermogentheit te verthoinen ende te versoucken desen doch mochten geholpen werden. De schepen totten leger gedestineert bleven noch verre beneden Nieumegen om die quade ordre, die daer onder ende bij de treckpeerden was, omdat elck conductur wilde commanderen, ende men alle de schepen niet met ordre en accommodeerde. Sijn Excie creeg schrijvens vande Staten, dat tusschen de ses ende seven duysent mannen voorseecker uyt Italien quamen ende voor ultima Junij in Luchtenburch soude wesen, waeromme hij noodich achte sijn saken te verhaesten om tot sijn voornemen te connen commen, ende ontboet naer de schepen dat men tcrijsvolck soude te lande doen, indien sij niet voorts commen en konden, ende dat alle tcrijsvolck overmorgen vrouch aen sGravenweert soude moeten wesen. | |||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||
dach geven soude. De wint begonst desen dach uyten noortwesten seer coeI te waijen, waermede de scheepbrugge de ponten met geschut ende veel schepen met amunitie aen Sgravenweert quamen, waerdeur Sijn Excie ordre begonst te stellen om morgen te vertrecken. Hij dede een scheepbrug maken over de oude Wale bij het tolhuys, ende noch een scheepbrug over de nieuwe Wale omtrent 100 passen beneden de schantse Sgravenweert om alle tcrijsvolck ende carroye uyte Betue op tvaste lant van Cleeff te brengen, dede nooh een brug van eyndelinge ponten maken over den Rijn, dicht aende schantse Sgravenweert om daerover te doen commen alle de cavallerie ende infanterie, die uyt Vrieslant, Overijssel ende Zutphen quam, ende bleeff dien nacht op Sgravenweert, daer hij hem quam een trompetter van Cleeff met brieven aen Sijn Excie, dat den Furst binnen ses weecken eerst commende sijn gedeputeerden tot Arnhem soude senden met volle macht om te handelen van de sake van Meurs, maer Sijn Excie antwoorde hem, dat hij wel sach dat den Furst ende de raden met hem geckten ende dat hij hoipte den middel te sullen vinden om hem selven te rechten, nietemin indien den Furst met hem soude willen doen handelen, dat hij dan binnen 6 dagen sijn gedeputeerde soude moeten senden bij hem ofte tot Wesel sonder langer vuytstel. Des avonts hiel den Graef van Hohenloe sijn banquet met magnificentie, daer noch alle de heeren waren, die met Sijn Excie niet en waren vertogen. | |||||||||||||
[Den 10en Junij]Den 10en Junij was schoin weder; alle de resterende colonnellen ende capiteynen vertogen uyt Arnhem nae Sgravenweert. Tcrijsvolck van Overijn quam te Elten ende de reste moest aen het tolhuys wachten, tot dat de bruggen souden gemaeckt wesen; aldaer vergaderden de volgende ruyteren ende knechten, eerst alle de ruyteren 33 vanen verdeelt in de volgende regementen, Graef Lodewijck 5 vanen: sijne Excie Graef Hendrick, Hohenloe, Panier; Risour 4 vanen: sijne, Herauguier, Merwe ende Batenberch; Stakenbrouck 3 vanen: sijne, Tijmpel, Wischart; du Bois 4 vanen: sijne, Wagemans, vander Wel ende Brouchem; Jan Bacx 3 vanen: sijne, d’oude Grave van Solms ende jongen Solms; Clout 4 vanen: sijne, Rijhoven, Edmont ende Artur; Drost van Zallant 3 vanen: sijne, Hesse Bruyn ende Smelting; M. Bax 3 vanen: sijne, P. Bax ende Lasale. Voetvolck waren die volgende regementen: d’Engelsche beleit bij Horatio Vere 20 vendelen; Franchoisen 14; Schotten 11; Vriesen 22; garden 5; Gistelles 7; Duytsen 12; Walen 10. Garde: Hohenloe, Solms, Tijmpel, Wijngaerden; Generael Vere: Ogle, D. Vere, Garnet, Forster, Farfax, Denis, Couck, Balen Wodhus, Horatio Vere, Sutton, Knouleis, Metkercken, | |||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||
Vavafour, Morgan, Hartwijckssen, Wilfort, E. Veer ende Dutton. Schotten, Edmont, Brog, Hinderssen, Caddel, Caer, Couts, Balfour, Nijs, Mackange, Sinclar ende Hamilton. Francoisen: Chastillon, Dommarville, Dussau, Brusse, Rocques, Du Fort, Formantieres, Filandre, Du Puys, Pomarede, Du Buisson, Foulgous, Hamelet ende Hallert. Vriesen: Hettinga, Frans Gerrits, Graef Lodewijck, Herema, Coenders, Kijf, Assuerus, Oestheim, Edsert Grovesteyns, Ripperda, Arensma, Martena, Coerssen, Camminga, Sidnisky, Deckma, Gerrit de Jong, Reinck Hittinga, Jacob Salency, Ernst Mellinga, Jets Eminga, Hans Vries. Duytsen: Graef Ernst oude vendel ende nieu vendel, Huseman, Crimnits, Cristiaen John, Hans Sax, van Eussum, Pithan, Cotwits, Andries Breder, Lucas Reser ende Jurien Weckerle. Walen: Marquet, Novelles, Duran, Leest, Fr. Marly, Gilson, Marischal, La Loup, Jan Nemery ende Sancy.
Des naernoens alle de bruggen geleit ende gemaeckt wesende, is al tvolck van beneden deur de Betue gecommen, begonnen over te trecken, ende die van Vrieslant ende Overijssel gecommen langes Elten, trocken mede over ende gingen alles logeren in de Dussel, uytgeseyt 3 vanen van Balen ende 7 vendelen van Gistelles, die de noortsijde hielden tot convoy vande schepen ende de vanen ruyteren van Graef Lodewijck, van Hohenloe ende van Reperda, die noch niet gecommen en waren, mitsgaders tvendel voetknechten van Graef Willem, dat mede noch niet gecommen en was, hoewel Graef Willem voor sijn persoin met sijn broeder Graef Jan desen morgen tot Arnhem quamen, doch toog Graef Willem noch ten selven daege voorts, ende quamen in Sgravenweert bij Sijn Excie ende des avonts mede in de Dussel sonder op tbanquet van sijn broeder te blijven, dan Graef Johan bleef daer. Des avonts quam in de Dussel bij Sijn Excie een gesant vanden Furst van Cleef, versouckende dat Sijn Excie tlant van Cleef in desen deurtocht soe veel mogelijck wilde verschonen met aenbiedinge van alle goede nabuyrschap. | |||||||||||||
[Den 11en Junij]Den 11en Junij was schoin weder. Sijn Excie dede vrouch boven de spoeye van Cleef opt lant trecken 4 veltstucken ende laden een deel wagenen met schuppen, spaden, amunitie ende vivres, ende begonst daernaer metten leger te vertrecken deur Cleverham ende voorbij Griethuysen, hebbende de avantgarde de regementen ruyteren van Graef Lodewijck, Risoir ende Stakenbrouck ende de regementen voetknechten vande Engelschen ende Francoisen met de compagnie vande garde de Baville, de regementen ruyteren van du Bois, Jan Bax ende Clout, ende de regementen voetknechten vande Vriesen, daernaer volchde tgeschut ende alle de cariage | |||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||
ende doen de arrieregarde, bestaende vande regementen voetknechten vande Schotten, Walen ende Duytsen, mitsgaders de regementen ruyteren, Marcel Bax ende den Drost van Zallant. In tvoorbij trecken sont Sijn Excie naer Cleef den heere van Grijse ende Drost van Zallant om den Furst te begroeten ende alle nabuyrschap aen te bieden, die respective audientie bij de Furst ende Furstinne hadden, ende aenboden haer lant soe veel mogelijck te verschonen. Sij bleven smiddaechs daer eeten ende volchden des naernoens tleger, twelcke quam logeren tot Marienboom, daermede bij tleger quam de vane ruyteren vanden Graef van Hohenloe, dien morgen vuyt Nieumegen gescheiden. Des avonts werde omtrent Calcar gevangen ende gespolieert de vrou van Frans Gerritss, Vries Capitein, die tleger achter de arrieregarde volchde, van eenige stropers vanden viant, die daer omtrent hielden. Sijn Excie creeg een brief confirmerende de mutinatie van Isabelle, ende dat den Ertshertoge selfs daerwerts was getogen om heur te contenteren, dat een deel Walen weder waren begonnen te mutineren te Deynsen, te Bajeul, ende dat tregement van Catrice was verdeelt in de garnisoenen uyt vrese te doen als andere. | |||||||||||||
[Den 12en Junij]Den 12en Junij was schoin weder. Tleger begonst vrouch te vertrecken, bestaende de avantgarde vande regimenten ruyteren van Clout ende Dubois ende vande regimenten knechten vande Vriesen; de bataille vande regimenten ruyteren vanden Graef van Solms, van Marcelis Bax ende vanden Drost van Zallant, ende de regimenten van Graef Ernst, vande Walen ende vande Schotten, ende de arrieregarde vande regimenten knechten vande Franchoisen ende Engelschen mette regimenten ruyteren van Risoir, Stakenbrouck ende Graef Lodewijck, ende tgeschut ende cariage toog tusschen de bataille ende arrieregarde, ende togen alsoe voorbij Zanten over den Forstenberch, ende soe over de heide naer Berck, daer de avantgarde al ten thien uyren quam, ende bleven alles achter de Zantbergen ten westen vande stadt. De bataille die geordonneert was te gaen leggen op de zuytoost sijde vande stadt, toogh buyten om naer tsuyden, maer eenige ruyteren vande bataile bleven op de heide op den wech van Gelder, om de cariage van gevaer in tdeurtrecken te bevrijden, ende mits de Schotten seer langsaem ende met veel rovens togen, quam de arrieregarde heel laet in den nacht eerst in tquartier, Die vande stadt waren met omtrent 30 peerden uyt ende schermutseerden ende schoten veel met geschut naer t’aencommende volck, maer en raeckte mer 3 peerden, die se doot schoten. Sijn Excie reedt terstont alle de advenuen aende westsijde besichtigen om daertegen ordre te stellen ende tleger ten besten te logeren. De stadt | |||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||
was meest in haer ouden doen, maer een weinich gefortificeert ten noorden ende suytoosten, de schantse op de weert behielt sij, maer was heel swack met droge grachten, voor de stadt lagen 3 uytleggers, die terstont weecken onder thooge lant dicht voor de stadt, ende in de stadt 2 Spaense vendelen, 7 Italiaenssen, 6 Duytse ende 2 Walse compagnien, die geestimeert waren bij gemeinen roup al over de 2000 man, wel voorsien van alles ende van geschut, maer werde getwijffelt aen tcruyt, omdat men verstont, dat se seer tot Cuelen hadden doen aenhouden om cruyt te hebben. Soe haest sij saegen dat tleger op heur aen wilde commen, hadden sij alle de coeijen rontsomme van Orsoy, tlant van Meurs ende anders doen ophaelen; sij togen dicht aenden Weert de 3 vuytleggers die op stroom lagen, dan en konden se mits tlage water nyet dicht voor de stadt crijgen, daer een vierde schip lach, twelcke te vooren affgedanckt was, ende tvijffde was over eenige daegen naer Cuelen getogen ende begonnen een halve maene te maecken ten suytwesten vande stadt, tusschen de Cassel ende Lutse poorte buyten, daer sij met seer veel volcx aen aerbeiden, begonnen mede te wercken voor de Casselpoorte ende ten noorden beneden de stadt aen den Rijn, om daermede een half mane buyten te maken. | |||||||||||||
[Den 13en Junij]Den 13en Junij was schoin weder. Sijn Excie begreep ten westen vande stadt aen de bergen sijn quartier (achter de plaetse daer in tjaer 97 de Graef van Hohenloe gelegen hadde) met 22 vendelen Vriesen, 20 vendelen Engelschen, 14 Franchoysen, 4 van de garde ende 19 vanen ruyteren, ende laste de soldaten daer te hutten. Hij tooch vrouch naer tzuytoosten vande stadt op den wech van Orsoy (daer hij selfs te vooren gelegen hadde) om daer te brengen ende doen logeren den Graef van Solms, Drost van Zallant ende M. Bax, ende omdat den wech in t’omrijden lang was, nam hij tot sijn verseeckertheyt mede 2 vanen ruyteren van hem ende sijn broeder ende de soldaten vande garde ende vanden Graef van Hohenloe, ende bleeff den heelen dach daer, om alle de advenuen rontsomme wel te besichtigen, in twelcke den viant veel met geschut schoot, ende trefte tpeert vanden heere van Oort onder hem, ende eenige soldaten daer doot sonderlings daer se op de Weert quamen, ende die mede deden besichtigen. Hij besloot daernaer alle dselve advenuen wel met schanskens te besetten, ende sijn leger rontsomme soe te retrancheren, dat hij geen vrese vande aencomtste van buyten mocht hebben, alleer die approchen te beginnen, maer siende dat de viant te seer buyten de stadt arbeide, sonderlings ten suytwesten, daer de stadt swack was, ende dat se met dselve buytenwercken hem wel te veel wercxs mochten maken, gaf last | |||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||
noch desen nacht aende selve sijde een batterie wat verre vande stadt op te werpen tot 2 veltstucken, om tselve wercken te beletten, twelcke desen nacht geschiede, ende werde alomme seer stercke wacht geseth om te beletten dat niemant daer binnen soude commen. In tleger begonnen alle vivres te ontbreecken, maer op den avont quamen eenige scheepen langes den Rijn op met bier ende broot, ende snachts quamen noch veele schepen aen tot groote verlichtinge van tvolck, daer die vande stadt te vergeeffs eenige schoten naer deden. Sij branden oock eenige huysen ten noorden buyten de stadt op de Rijncante staende. Die van thof van Sijn Excie deden versoucken om tot Alpen te mogen backen ende de wasschers logeren, maer de Palsgravinne weigerdet onder schijn van tegen heure neutraliteyt niet te doen. In tleger quam een Cleefs trompetter met brieven om op Woensdach binnen Cleef vande sake van Meurs te handelen, dan Sijn Excie begeert dattet Saterdach ende binnen Wesel mocht geschieden, ende schreeff des aende Cleefse raden. | |||||||||||||
[Den 14en Junij]Den 14en Junij was schoin weder. Sijn Excie dede vrouch schieten op de werckers ten suytwesten vande stadt ende aende Casselpoorte, die hij wel van wercken dede cesseren, maer merckten doen dat de halve maen ten suytwesten meest volmaeckt ware, omdat den viant die vol musquettiers gelogeert hadde, maer aende Casselpoorte mosten sij doen van wercken ophouden. De legers werde alomme geretrancheert, ende men begonst de schantskens op de advenuen te maecken, ende al hoewel tquartier van Sijn Excie uytermaten groot begrepen was, waren de ingenieurs nochtans seer lanterverende alleer elck een sijn quartier te konnen wijsen, omdat se tselve te seer aenden maet ende regel wilden binden, ende mits dat men persisteerde van niet te willen approcheren alleer de advenuen beset souden wesen, vreesden veele dat dit beleg swaer ende lastich soude vallen. Sijn Excie ging de gelegentheyt beneden op den Rijn mede besichtigen om de schepen te doen verseeckeren. Die vande stadt schooten altemet naer de schepen, dan van te verre ende te vergeeffs. Sij branden noch eenige hutten buyten de stadt ende schermutseerden seer ten noorden met heure ruyteren, doch schoten anders weinich met geschut, tsij bij gebreck van cruyt, ofte dat ons volck hier te verre affbleeff. Sijn Excie hadde geerne gesien dat den Graef van Solms snachts hadde doen innemen de schantse op de Weert, die niet en dochte, maer omdat geseit werde, dat den viant heel starck in stadt was en dorste den Graef des nyet bestaen. Die vande stadt arbeiden seer aen heure butenwercken, ende brachten die meest in defensie, te weten de groote halve maene ten | |||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||
suytwesten ende de trencheen ofte couradors Ga naar voetnoot1 ten noorden tot aende Rijn gemaeckt. Sij hackten snachts de masten van heure 3 vuytleggers, ende deden se vol eirde dragen ende sincken, opdat de onsen dselve nyet en quamen nemen, niettemin een piperponte, die beneden d’selve schepen lag, werde bij eenige ruyteren, die op de wacht waren, afgehaelt ende beneden gebracht.
Omtrent dese tijt sterven van sieckte de capitein Langevelt ende Floris van Wingarden. | |||||||||||||
[Den 15en Junij]Den 15en Junij was regenich weder. In ons leger maeckte men de reste vande trencheen vande quartieren ende men arbeide seer aende schantskens ten suyden vande stadt doen maken. Vrouch werde deur den cop doot geschooten den lieutenant van Taco Hittinga, die ten suytwesten op de wacht was ende naer een schermutsinge ging sien. Eenige ruyteren vanden viant waren tot in tbosch naer camp gecommen, ende namen daer vrouch een voerman met sijn wagen ende peerden ende eenige soldaten, die om voeragie liepen, dan de ruyteren vande wacht tselve voornemende, sonden heur naer, waerom sij den soldaten ende de peerden lieten loopen ende schoten den voerman doot. Eenich voetvolck van heur namen eenige voeragiepeerden op den wech van Burick, ende omdat in ons leger tijdinge quam, dat den viant sijn volck begonst bijeen te rucken ende achter ons leger ten westen vande stadt eenige verheven bergen lagen, die over tleger commandeerden, ging Sijn Excie dselve besichtigen, hoe men die best souden konnen beschantsen om den viant daeraf te keeren. Des naernoens ging hij ten suytoosten besichtigen om te verstaen waerom sij tegen de schantse op de Weert niet voor en namen, ende verstaende dattet was om de vrese van tgarnisoen van binnen, besloot dat men te nacht ponten soude opbrengen voorbij de stadt om op de Weert te mogen commen, ende dat men dan terstont yet tegen de schantse mochte voornemen. Die vande stadt namen 2 van onse grassnijders, die te naer aende stadt gingen. Daer quam een vuyte stadt over seggende, dat tgarnisoen geen | |||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||
2000 man ten vollen was, ende dat men tbroot seer schaers vuytdeelde, ende dat se heur oirlochschepen gesoncken hadden. Noch een jongen uyte stadt commende, seide dat tbroot soe schaers vuytgedeelt werde, dat de borgers ende soldaeten daerover begonnen te clagen. Des nachts dede Sijn Excie 2 veltstucken ten suytwesten wat naerder aende stadt brengen ende planten, om heur noch beter heur werck te beletten. Voorbij de stadt werde opgebracht 7 ledige ponten, daerop bij die vande stadt seer geschoten werde, ende daermede gedoot een conducteur vande treckpeerden ende een peert. Desen dach quam weder bij Sijn Excie en trompeter van Cleeff, om de sake van Meurs, ende om tot Wesel daerop bij een te commen. | |||||||||||||
[Den 16en Junij]Den 16en Junij was tamelijck weder. Tleger lach noch stille om alle de wercken tegen de aencompste van buyten te maken. Die vande stadt hielden heur mede stille, ende scheenen niet meer te wercken, heur mogelijck contenterende mette tranchee ofte halve mane ten suydwesten gemaeckt ende de courador, die sij vande noortsijde af totten Rijn toe gemaeckt hadden, ende met een halve mane op den Rijn gemaeckt. Tusschen Berck ende Burick werden bij 12 soldaten vanden viant genomen 21 wagenpeerden met een ruyterpeerd om stroy gereden, omdat se met geen behoorlijck convoy versien waren. Sijn Excie was den geheelen dach wederom op de suytoost sijde vande stadt, om daer ordre te stellen op de advenuen, ende Graef Hendrick hem selven wat te verre bloet gevende werde met een musquet aenden schouder bij den hals geraeckt, sonder deurgaen, soe dat daeraf een grote buyle was, twelcke vele achten voor hem een groote vermaninge te wesen. Terwijl Syn Excie daer was, hadde Graef Lodewijck naer tbosch gebracht een groot deel pionniers, ende dede alle de wegen deur tbosch met grote bomen toestorten, opdat den viant daerdeur niet haestelijck en soude mogen commen. Op den avont quam Sijn Excie wederom, hebbende ordre gestelt om desen nacht een groot approche op de schantse vanden Weert te doen ofte die te overvallen waert doenlijck. De ruyteren vande stadt vielen op den avont uyt ten westen, om eenige graessnijders te crijgen, ende tot heur verseeckeringe hadden sij een deel musquettiers in de heggen doen leggen, ende soe de ruyteren van Clout met furie ende onversichtelijck daerop aenreden, vielen sij in de musquettiers, soe dat eenige ruyteren ende peerden geschoten werde. Eenige vanden viant leggende in tbosch, namen de peerden van een wagen op den wech naer Stralen binnen onse ruyterwacht, dan eenige ruyteren naer rijdende cregen de peerden wederom ende sloegen 2 vanden viant | |||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||
doot. Tvolck vanden Graef van Solms quamen snachts over de pontbrugge op de Weert voor Berck, ende maeckten 2 mael een alarme op de schantse, maar die vande schantse schoten dapper uyt, waerom sij op den Weert logeerden ende prepareerden plaetse om eenige stucken te planten ende de schantse te mogen beschieten.
Desen dach sterff de heere Casijn vanden Hel, een animeus man ende goet patriot vande landen, uyten quartiere van Zutphen. | |||||||||||||
[Den 17en Junij]Den 17en Junij was tamelijck weder. Op de Weert werde de trenchee verseeckert ende de batterie volmaeckt om te nacht geschut te mogen planten. Vrouch werde capiteyn Pacque lieutenant ritmeester voor de stadt op de wacht met een stuck geschuts de hacque afgeschooten. Daer quam een Duyts uyt stadt, die seide over te commen om een ongeluck met sijn corporael gehadt, ende dat tgarnisoen geen 2000 man starck en was, hoewel sij uytgeven van 2500, ende dat hij meende datter niet veel voorraet van eedtwaren ende cruyt en was, omdat den Gouverneur tstuck van tcruyt seer secreet hielt ende schieten verboot, ende tselve cruyt geseit worde geduyrende dit beleg verbrocht te hebben, seide mede, dat men uyte stadt op de Weert nyet commen en konde als deur ofte met ponten, waeromme men achte, dat se de schantse te min souden secoureren, maer naederhant werde bevonden, dat hij uytgesonden was met brieven om te kennen te geven heur beleg ende secours te versoucken, ende dat hij te nacht gebracht wesende over twater, ende daer volck vernemende, sijn clederen hadde uytgetogen ende de brieven afgeworpen ende soe overgeswommen ende gevangen was. Den Graef van Solms toogh vrouch met 12 vanen ruyteren naer Moers met eenige wagens om van daer te halen alle de meubles vande overleden Gravinne. Hij werde wel voor sijn persoen in stadt gelaten met eenige ritmeesters, maer den Drost weigerden hem de meubles te laten volgen, omdat hij daertoe niet gelast en was, daerover den Graeff soe scheldich worde, dat hij den Drost dreichde te doen hangen, maer den anderen achte des weynich, ende de Graef moest sonder yet te doen weder vertrecken. Terwijle quam in tleger bij Sijn Excie den Lantdrost van Cleeff Wijtenhorst om met Sijn Excie vande sake van Moers te communiceren. Naernoen quam in tleger den Colonnel Gistelles met 7 vendelen knechten, te weten sijne, de compagnie van Bruges, Kessel, Brakel, Rentselaer, Baccart ende Sloeth, starck omtrent 700 man, ende ging logeren in een quartier apart ten suytwesten vande stadt. Met hem quam de compagnie te voet van Graef Willem, die bij de andere Vriesen ging logeren. Noch quam in tleger den ritmeester Balen met sijn | |||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||
vane ende die van Cicil, Vere ende van Reperda ende ging logeren in tquartier van Sijn Excie. Op den dach dede den viant een uytval op de Weert ende scheen noch eenich volck in de schantse te brengen. Tegen den avont dede hij eenen anderen uytval uyte Casselpoorte, daer lang geschermutseert worde ende over beiden sijden eenigen gequetst. Snachts dede Sijne Excie voorbij de stadt opbrengen 6 halve canons in 2 ponten, ende dede mede voorbij varen 2 oirlochschepen daer seer naer geschoten werde. De halve canons werden op de Weert getogen ende geplant. De Schotten maeckten snachts een losen aenval op de schantse, maer vonden sulcken resistentie dat eenige van heur doot bleven.
Omtrent deze tijt cregen de Staten brieven van Aerssen vanden 2en Junij nopende de sake van Verwijn, te weten, dat men daer verhandelt hadde op tstuck vande commercie, daer de Bourgonsche geclaecht hadden over de Franchoysen, den heere van Vicq ende die van Lieremont uyt Chastelet, ende dat de Franchoysen behoorden af te snijden alle commercien met heur rebellen, die geen ambassadeurs toe te senden nochte van heur te ontfangen ofte toe te laten, als daermede veroirsakende, dat se tot geen pays en willen verstaen, al waert, dat den pays in Engelant besloten werde, niettegenstaende zij wel verseeckert waeren dat metten Staten een bestant van twaelff jaeren soude konnen getroffen werden. De Franchoisen antwoorden wel een pays maer geen alliantie mette Bourgonsche tegen yemant gemaeckt te hebben, dat sij geen rebellen en kende, maer wel een geformeerde staet vande Nederlanden, die sij noch schade noch hulp wilde doen, al waert dat zij tot hulp, overmits derselver bewesen assistentie geduyrende de ligue meer behoorden te inclineren, die sij voor vrienden oick houden ende een staet sijn van 30 jaren bij alle Princen daervooren bekent, wiens hulpe de France crone noch wel van doen mochte hebben; dat sij geen oirsaecke en waren van tverloop der Spangiaerden in die landen, maer de bose comportementen vande Spaense gouverneurs; dat sijne ondersaten mosten genieten de vruchten vanden pays, bestaende in den coophandel, die sij niet en conden verbieden, veel min haer inlaten mette Spaensche ofte Bourgoinsche saken; dat sij niet gewoon en waren wetten van yemant te ontfangen; dat de Bourgoinsche mede aengedrongen hadde om Aumale te doen restitueren in sijn goet, daerop de anderen antwoorden des vremt te vinden, dewijle die geen ondersaet van Spangien en was, ende daer sij in faute bleven vande ondersaten van Vranckrijck te restitueren totte souverainiteyt van St. Pol, Burchgraefschap van Gent ende successie van Epinoy daerinne sij met represalien souden moeten | |||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||
versien, dat d’ambassadeurs eerst waren gesonden op tvervolch vande Ertshertogen om de Staten beter tot pays te bewegen, die nu aldaer om de mutuelle commoditeit werden geleden, maer sij en wilden nyet beletten de voorslaegen vande Ertshertogen ofte de Nederlanden helpen ruineren, die sij meinen nu sulcx te wesen, dat se nyet schielijck heure vrijheyt sullen willen verlaten, mochten wel lijden den pays van Engelant ende bestant mette Staten, in vougen dat vande commercie ter zee om de voorschreven contestutien niet besloten en was. Voorts schreeff Aertssen noch dat la Boderie, Ambassadeur van Franckrijck van Brussel daer gecommen was, die de saken vande Ertshertogen seer disperaet maeckte, ende aendrong dat den Coning van Vranckrijck behoirde te verbieden alle commercien van sijn ondersaten op Spangien ende Vlaenderen om alsoe beter tot reden te commen, want d’Ertshertoge verlooren hadde de affectie van alle heur onderdanen, omdat se meer schenen te vertrouwen de Spaengiaerts dan henl. ende soe sij niet gestarckt en worden van tSavoysche leger, en hadde sij geen macht yet te doen. Dat de 250.000 cronen ter maent uyt Spangien ontfangen ende tot Maert voorleden toe betaelt, niet helpen en mochte, maer nu verwachten uyt Spaengien galeyen ende gelt, ende uyt Italien assistentie van 6000 Italianen ende 2000 Spangiaerden. | |||||||||||||
[Den 18en Junij]Den 18en Junij was tamelijck weder. Vrouch begonst men met de stucken op de schantse op de Weert te schieten, ende hoewel seer qualijck geschoten werde, merckte men nochtans dat veele schoten dwers deur gingen. Den viant was al voor den dach beginnen uyte schantse naer de stadt te wijcken, latende daerinne staen 2 scheepsvlaggen als vendelen, ende hier ende daer eenige piecken, maer soe ons volck naer omtrent 20 schoten op de schantse aenquam, vonden sij mer 6 ofte 7 mannen daerinne, die terstont gingen loopen ende heur in stadt salveerden, daermede de onse meester vande plaetse werde, ende die terstont begonnen te prepareren om daer te logeren ende geschut te mogen planten. Sijn Excie ging selfs mede derwerts; daer en tusschen begonst men ten westen vande stadt achter ons leger op de verheven bergen 6 redouten te maken om den viant van buyten beter te keeren ende te beletten, dat hij daeraf op ons leger geen voordel en name. Des avonts togen uyt 7 vendelen Vriesen ende 7 vendelen Eogelschen om ten noorden de approchen te beginnen, die desen nacht heur logeerden aenden steenen toorn vande coewacht, ende van daer een trenchee maeckten langes de velde heen totten Rijn toe, ende wierpen aenden Rijn op een corps de guarde. Sijn Excie hadde gelast dat alle de schepen beneden de stadt leggende souden opseilen, omdatter | |||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||
beneden sulcken menichte lagen, dat hij vreesde dat de viant daerop een aenslach soude maken. De schepen seilden in de voornacht voorbij, die vande stadt schoten seer daernaer ende raekten eenige schepen, die men most aenden gront brengen uyt vrese van sincken, ende onder dien mede t’oirlochschip van capitein Berckman.
Ontrent dese tijt was vuyt Engelant weder gekeert Generael Vere, rapporterende dat de Coninginne totte lichtinge daer doen versoucken wel wilde verstaen, ende dat sij de saken in Vlaenderen daervoren hielt, dat de Staten d’oorlogen in Vlaenderen souden moeten brengen ende daer ontsteken, om den Ertshertoge te recht in sijn staet te troubleren, waeraf die provincie de machtichste is, maer meinde niet dat sij daertoe yet soude willen contribueren, hoewel Caron haer daerop gesondeert hebbende, ende versocht daertoe te moegen employeren 100.000 £ van treboursement, sij tselve niet plat afgeslaegen en hadde, maer nu begeert hadde, dat hij Vere de Staten aenseggen soude, dat sij verstont vande vervallen termijnen betaelt te werden, ende oick van die noch vallen sullen, elck op haer tijt, ende scheen dat de Coninginne niet wel tevreden en was, dat men Berck aengetast hadde ende niet naer Vlaenderen gegaen en ware, gelijck dselve heer Generael refereerde. | |||||||||||||
[Den 19en Junij]Den 19en Junij was seer vuyl regenich weder, soe dat ons volck in approchen geen lonten en conden in brant houden, twelcke heur veel quaet soude hebben konnen doen, hadde den viant uytgevallen. Ten suyden boven de stadt liep alle tlaege lant onder water, omdat de Lutte Ga naar voetnoot1 daer gestopt was ende twater met den regen veel opstoude. Die vande stadt mosten van daege heure beesten innehouden, omdat ons volck heur begonst te approcheren. Sij schoten altemet met geschut, ende omdat men vreesde dat den viant van Santerwech Ga naar voetnoot2soude mogen aencommen om onset in de stadt te doen ofte yet tegen de schepen voor te nemen, dede Sijn Excie benoorden de stadt tusschen tmoeras ende den Rijn 6 redouten noch aenbesteden om de aencomtste aldaer te vernagelen. Ende omdat den viant deur dese stadt contributie getogen hadde van alle de dorpen van Zutphen, Overijssel ende Drenthe, die sullen commen te cesseren indien de stadt verovert wert, hebben de gecommitteerden vanden Raedt van State in den leger wesende, met advys van Sijn Excie tot onderstant van desen leger uytgeschreven over dvoors. dorpen een maent contributie ende den | |||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||
Commissaris Dulcken gesonden, om dat te gaen denuncieren ende te bevoorderen. Snachts begonst men mede te approcheren aende Casselpoorte met 4 vendelen Franchoysen, 3 vendelen Schotten, 4 vendelen Duytsen, 3 vendelen Walen ende 2 van Gistelles onder t’ commandament van Chastillon, die een corps de guarde maeckten tusschen de stadt ende het steene heilichuysken daer staende, ende begonnen eenige trencheen. De Vriesen ende Engelschen maeckten ten noorden een retranchement om de coewachte, ende begonnen van daer een tranchee naer de reviere toe, maer en volmaeckten die niet. | |||||||||||||
[Den 20en Junij]Den 20en Junij was tamelijck weder. Omtrent 8 uyren viel den viant vande Casselpoorte uyt, met ontrent 800 man om te forceren de approche daer begonnen, ende commende uyte couradors liepen met grote furie aen, om ons volck te overvallen. Die gravers, die int werck waren, liepen ten eersten uyte trencheen, gelijck mede dede eenige wachten, twelcke ten eersten soe grooten confusie maeckte, dat eenige soldaten bij het corps de guarde begonnen te wijcken. Den heer van Chastillon bleef daer vast ende steuyte den viant, ende viel naer totten viant aen, die doen met groote confusie weder afweken, dan heur vermakende onder de stadt, quamen ten tweede malen weder aen, ende naer noch ten derden ende vierde male, telcken tot dicht aen tcorps de guarde, omdat weynich ruyteren op de wacht waren, ende naemen de drie laste reisen heur retraicte met goede ordre. Den heere van Chastillon hielt sijn volck bijeen aen tcorps de guarde. Desen uytval duyrde wel een halff uyre, ende daer werde seer van beide zijde geschoten, in vougen dat vande onsen doot bleven over de 20 mannen, daeronder den lieutenant van Pomarede ende een genaemt de la Barre, een rijck Franchoys edelman. Daer werder wel 50 gequetst, ende daeronder mede den heere van Chastillon in de dije geschooten; den capitein Buisson mede in tbeen gequetst ende meer anderen. Onse 2 veltstucken waren juyst afgetogen om tschantsken, daer se stonden, te volmaecken, daerom die doen geen dienste en konden doen, twelcke seer qualijck quam. Op den naernoen was den viant ten noortwesten noch uyt, ende namen daer twee voerluyden peerden, die te naer aen stadt gingen weiden. Die van Gelder ofte Stralen namen noch wel 16 wagenpeerden, die gesonden waren om hout ende stroy, ende om onse approchen beter te verseeckeren, dede Sijn Excie eenige gabions ten noorden vande stadt brengen, om daer eenich geschut te mogen planten, ende op de defensien vande stadt te mogen schieten. Desen nacht quam in tleger den Cleeffschen Marschalck Horst, om te excuseren dat laestmael aenden Graef van Solms niet en ware | |||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||
laten volgen alle de meubelen vande overleden Gravinne van Meeurs, ende te verclaren van wegen den Furst, dat men se soude laten volgen, soe wanneer den Graef des begeeren soude, waerom den Graef van Solms voornam op morgen met 6 vanen ruyteren ende eenige wagenen daer heen te gaen om alle de meubelen te doen halen. Snachts werde niet veel besonders geapprocheert, mits ten noorden alleen voltrocken werde de begonnen approche vanden voorleden nacht ende beter verseeckert, ende dat men daer plante ses halve canons, 3 aenden cante van riviere ende 3 midden oppet velt. Ten suyden worde mede niet gedaen als de voorgaende approche beter verseeckert ende meynden een linie ter sijden uyt te trecken, maer tlant was soe hardt, dat se met geen houwelen daerinne commen en conde. | |||||||||||||
[Den 21en Junij]Den 21en Junij was goet weder. Den Graef van Solms vertoog vrouch met 6 vanen ruyteren ende 18 wagens naer Meurs, om de meubelen van de overleden Gravinne, die hem laten volgen worden, maer en wilde de wagens in stadt niet laten om te laden, dan een voor een tusschen de twee poorten. De principaelste meubelen van tapeten, vaisselen ende anders geladen wesende, liet den Graef daer noch blijven de grove meubelen van sware package ende quam mette reste naer tleger. Eenige ruyteren vanden viant volchden hen van achteren in tbosch, ende naemen eenige peerden ende quetsten eenige personen. Men creegh eenige geintercipieerde brieven, commende uyte Grave, houdende dat men hoopten, dat se Berck ontsetten soude ende dat daertoe eenich volck tot Geel begonst te vergaderen ende 2 compagnien uyte Grave mede derwerts gegaen waren, ende dat se tijdinge hadden, dat binnen Berck eenige gebreck was, ende sonderling van gelde. Naernoen werden bij Wesel gevangen gekregen 2 swemmers, wesende bootsgesellen uyter stadt gecommen met brieven van credentie aenden Ertshertoge ende aenden Grave van Arenberch met last te seggen, dat wij soe vast voor dese stadt lagen, dat se d’selve haest souden moeten ontsetten, ofte dattet naer niet doenlijck en soude wesen, emmers dattet secours soude moeten coemen binnen 14 daegen, ofte sij en sagen geen middel om langer te houden, alsoe heur tcruyt manqueren soude, ende dat se dan soe besloeten soude werden, dat geen raet meer tottet ontset soude wesen; dattet ontset moest starck commen over de lucht Ga naar voetnoot1, om op te slaen tquartier van tleger ten westen, om twelcke te facciliteren, sij mede eenen grooten uytval soude doen ende een goet deel van tleger terwiele werck geven; dat den Gouverneur deur de caken ende keel geschoten was ende niet spreecken en konde, ende | |||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||
daerom sijn plaetse hadde gecommitteert als Gouverneur eenen Jan Bapta Pecchio; dat op den uytval gisteren gequetst was een Wals capitein; dat se hadden 15 ofte 16 doden ende wel 75 gequetsten; dat Bodbergen den uytval hadde beleyt ende gedaen mette Duytsen ende Walen, omdat de Spangiaerden ende Italiaenen niet uyt en wilde; dat de Duytsen sonder gelt niet wercken en wilde; dat de burgers nu wercken om eerde wallen achter de steene muyren te maecken, ende dat niet apparent en was, dat se meer soude vuytvallen, deurdien de Duytsen sagen dat Spangiaerden ende Italiaenen niet uyt en wilden; seyde mede gelast te wesen soe haest sij tot Zanten soude commen elcx een verscheyden wech te nemen om naer Gelder te gaen om beter deur te commen, ende als sij tot Gelder gecommen soude wesen, dan daer snachts ten 11 uyren te doen schieten dry schoten ende met goet convoy voorts te gaen naer Bruessel, ende indien t’onset quame ende seecker ware, soude sij wederkeeren tot Gelder ende daer snachts met 4 vande grootste stucken vier voleen doen schieten ende trachten weder in de stadt te commen swemmen van boven af, ende indien geen ontset voor de handt en ware, souden sij niet weder innecommen nochte signael doen, ende dat soude een seecker teycken voor die van binnen wesen. Dese personen werden gepijnt op heur last, maer en wilden meer niet seggen. Snachts werde de approchen niet gevordert, maer alleen verseeckert ende vaster gemaeckt om tegen den vuytval te mogen staen. | |||||||||||||
[Den 22en Junij]Den 22en Junij was goet weder. Men en dede niet dan altemet wat schieten ende de approchen te verseeckeren, de redouten buyten den leger ten westen ende noorden voorts op te maecken. Sijn Excie last in elcx vande 4 redouten ten noorden gemaeckt te brengen 2 gotelinge vande schepen, om de schepen daer beter te mogen bewaren, ende was van meininge de redouten ten westen alles met een lopende tranchee aen een te brengen om tusschen sijn leger ende de redouten een alarme plaetse te mogen hebben. In tleger quam een gedeputeert van Reeckelijchausen met eenige wijn voor Sijn Excie, meest om te clagen over de foulen van heur lant ende om te versoucken verschoninge. Noch quam daer van wegen den Churfurst van Cuelen den heere van Foppenbrouck, om vooreerst te versoucken verschoininge van tlant van Cuelen ende met secrete last, soe men vermoede, om nopende de stadt Berck eenige versoucken te doen. Desen dach werde de brug boven de stadt vanden Weert over de reviere meest volmaeckt op een gat naer, dat men open liet tot de noot, ende men prepareerde beneden de stadt de saken, om daermede een scheepbrugge te slaen. Snachts werden voor de stadt gehangen de twee swemmers uyter stadt gecommen om | |||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||
anderen van uyt ende innelopen een schrick te maken. Des snachts en werde noch niet geapprocheert, mits men de voorste approchen alleen verseeckerde met vaste corps de guarden, om daer naer een degelijcke approche te mogen doen, ende tot beter verseeckeringe van dien, werde ten suyden eene batterie in tvelt begonnen te maken ende gelast 2 voeten te rijsen, ende bewesten van dien noch een ander in tvelt om de defensien aende Casselpoorte wech te schieten. Sijn Excie creeg tijdinge dat tgarnisoen van Liere gemutineert was, ende dat alle de bootsgesellen voor Antwerpen mede waren gemutineert. De Staten hadden gelast den Almirante weder naer Woerden te doen voeren, omdat Olivera niet en comt, hij en wilde niet derwerts ende blijft sulcx met groote importuniteyt noch. | |||||||||||||
[Den 23en]Den 23en was tamelijck weder, ende Sijn Excie dede noch al sijn approchen verseeckeren tegen de stadt, ende sijn legerquartieren tegen de aencomtste van buyten, daertoe hij selfs rontsomme reedt, ende liet tquartier vanden Graef van Solms aende sijde van Boetbergen soe stijff maecken, dat de trencheen tegen de canon mochten staen. Hij creeg tijdinge dat eenige trouppen vanden viant over de Mase begonnen te vergaderen, daerom hij den Cleeffschen Marschalck Horst aenseide, dat den Furst moste toesien op sijne steden, ten einde den viant geene van dien quame inne te nemen, ende sonderlings niet de stadt van Orsoy, dat hij se daerom wel moest doen besetten, ofte soe den viant naerder quam, soude Sijn Excie selfs die plaetsen moeten doen verseeckeren. Desen dach brack den eenen dam vande Lut deur, daeromme twater soe opliep dat men qualijck in tquartier naer Boedbergen commen mochte, maer den ondersten dam werde gehouden ende den anderen terstont weder gemaeckt. Snachts werde ten suyden een groote linie getogen voorbij de Casselpoorte, ende daerinne begonnen te maken 2 corps de guarden, maer mits den nacht cort viel en konden sij de linie niet wel deurtrecken tot over een holle strate aende oostsijde vande poorte uytcommende. Ten noorden werde mede een linie begonnen van midden vuyte trenchee naer de westzijde toe, maer weinich daeraen gemaeckt. | |||||||||||||
[Den 24en Junij]Den 24en Junij was tamelijck weder, ende omdat men vreesden oft den viant soude mogen trachten dese stadt te ontsetten, vont Sijn Excie goet de dry suytredouten vanden leger met een trenchee aen een te sluyten ende aen tquartier van tleger ten westen aen te trecken, delibereerde voorts met die vanden raet, hoe men doen soude off den viant ontset wilde doen, meinende dienstelijck te sullen wesen dat men dan hier dede commen den Colonnel Huchtenbrouck met de 17 compagnien | |||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||
naer Hulst gedestineert. Dvoors. trencheen om de redouten aen te trecken werden bestedet. Des naernoens tusschen 3 ende 4 uyren viel den viant wederom wel met 800 man ter Casselpoorte ende vande couradors uyt, ende liepen met schielicheyt deur den hollen wech ten oosten, om van achteren de approche te mogen overvallen. De Franchoisen, die voor in de approche waren, mosten daer vuyt ende weecken naer de oude approche toe, daer se den viant steuyten, die so meester vande laeste approche ende verheven batterie werde. Den capitein Rocques viel met veel Franchoysen op tvelt om den viant weder af te drijven, dan werde gequetst ende vanden viant beset. Den Lieutenant Colonnel Huseman quam hem ontsetten, die doen selfs oock gequetst ende gevangen werde, maer werde mede ontset bij Gistelles, die met een ander troupe aenquam, ende soe ons volck ten laesten starck werde, ende de ruyteren vande wacht mede aenquamen, most den viant met desordre haestige retraicte nemen, latende vande sijnen doot opt velt leggen 7 persoenen ende een Spangiaert gevangen, daertegen hij gevangen in de stadt bracht een lieutenant van Slandre, genaemt La Case, met noch 3 Franchoysen ende een Schot. De onsen naemen de verlaten trencheen ende corps de guarden weder inne. Geduyrende desen uytval werde seer geschoten met musquetten ende geschut, ende daer bleven van onsen doot 14 ofte 15 mannen ende veel gequetst. Dommarville, Lieutenant Colonnel vande Franchoisen, was op teerste afwijcken in een trenchee gevallen ende hadde sijn been verstuyckt. Huseman was swaerlick gequetst ende Rocques mede. Noch waren gequetst den lieutenant ende vendrech van Dommarville ende meer andere, wel tot vijftich toe, ende men meynde dat tverlies aende sijde vanden viant niet minder en was, omdat men se veel personen sach afbrengen. Den gevangen Spangiart seide, dat een Spaens Capiteyn desen uytval hadde beleit, dat se wel 800 starck waren geweest, ende dat se tsedert dit beleg noch geen brieven van buyten in stadt en hadden gekregen, maer riep seer luyde vande starckte van heur garnisoen, ende de amunitie die se noch hadden. Corts daernaer werden gevangen ingebracht 19 soldaten van Gelder, die seiden dat tot Gelder ende Stralen gecommen waren de regimenten van Busquoy met 7 ende van Achicourt met 10 vendelen knechten, ende wel 10 ofte 12 vanen ruyteren, maer en wisten niet oft was om daer te blijven ofte convoy te doen, ende dat se tot Aerssen over de Mase gepasseert waren, daeromme men bestont te vermoeden of den viant meer mocht trachten om Gelder ende Stralen te verseeckeren als om Berck te ontsetten. Des snachts werde de approche | |||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||
voor de Casselpoorte seer genaerdert ende getogen over den voors. hollen wech. Ten noorden werde de linie naer twesten noch voorder getogen, maer bleef noch ten halve aen tvelt ende onvolmaeckt leggen, omdat men se niet heel uyttrecken en konde. | |||||||||||||
[Den 25en Junij]Den 25en Junij was seer regenich weder. Men was in tleger seer doende om de approchen ende quartieren te verseeckeren ende men liet los vuytgaen 15 vande gevangenen van Gelder op heur quartier, ende men sont met heur een trompetter om te horen hoe de saken tot Gelder stonden. Des nachts werde de approche voor de Casselpoorte vanden hollen wech naer achteren aengetogen ende met een nieuwe linie seer genaerdert ende gebracht tot op omtrent 10 treden nae aende grachte vanden courador, daertegen den viant tweemael vuytviel met weinich volcxs, maer en quam niet aen. Tgeschut werde hier noch niet geplant, omdat men de approchen eerst wel wilde verseeckeren. Ten noorden werde de linie naer twesten voorts heel vuytgetogen ende op t’einde beset met een corps de guarde, twelcke niet over de 150 passen vande grachten vande stadt en was, sonder dat den viant aen die sijde oyt getracht hadde daertegen belet te doen, tsij om tgeschut dat daer stonde, ofte om andere consideratien. | |||||||||||||
[Den 26en Junij]Den 26en Junij was noch seer regenich weder. Men dede de approchen alomme seer verseeckeren, ende Sijn Excie ging selfs besichtigen tschantsken op de Weert, om daermede eenich geschut te planten, ende dede daer besteden een batterie tot 6 stucken met last de borstweringe daertoe wel stijff ende breet te maken. Den viant viel op den middach ende naernoen met weinich volcxs weder tweemael aende Casselpoorte uyt, maer en quam niet aen, so dat niet gedaen en werde, dan dapper van beiden sijden geschoten. Den trompetter quam van Gelder wederom, ende met hem een tambourijn van daer, ende seide dat binnen Gelder ende Stralen elcx noch geleyt waren een compagnie Duytsen, ende dat de reste van tvolck weder vertogen waren naer Aerssen, daer nu 3 regimenten knechten lagen met 17 vanen ruyteren ende bleven daer leggen. Desen nacht werde de approche alleenlijck verseeckert ende vaster gemaect. | |||||||||||||
[Den 27en Junij]Den 27en Junij was tamelijck weder. In ons leger was men evenseer doende om tselve wel te retrencheren, ende die vande stadt schoten altemet eens, maer seer weynich met geschut, niettegenstaende sij op de corps de guarden, die men in de approchen maeckten veel schade souden hebben connen doen, daeromme men vermoede, dat se gebreck van cruyt | |||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||
mosten hebben, omdat de corps de guarden de verseeckeringe vande approchen waren, ende indien sij daerop dapper hadden beginnen te schieten, ons gedwongen soude hebben die a l’espreuve te maken, ende souden sulcxs ons wercken veel hebben connen retarderen, die sij nu seer lieten voorts gaen, mits sij soe weinich schoten. Des snachts werde ten suyden vande stadt wederom een linie getogen wat naerder aenden courador, ende in de laeghte naer de oostsijde werden eenige gabions geset tot blinden; ten noorden worden mede noch een linie getogen wat naerder de stadt. Den Grave van Noorthumberlandt uyt Engelant weder gekeert wesende ende willende desen soomer tleger besien, quam tot Wesel ende liet sijn tenten naer tleger voeren ende spannen. Desen dach werden bij Wesel wederom een swemmer in twater gesien, dewelcke naer geroeyt wesende hem salveerde in de rijsweerden, ende snachts werde tot Berck op den toorn geviert, mogelijck tot een signael. | |||||||||||||
[Den 28en Junij]Den 28en Junij was schoin weder. Men verseeckerde vast de approchen ende quartieren; recht naer den middach viel den viant wederom uyt aenden Casselpoorte met 3 ofte 400 mannen, ende dreef de gravers uyte approchen, te nacht daer gemaeckt, maer hij werde in tcorps de guarde gesteuyt sonder tselve te konnen forceren. Hij liep mede inne de gabions voor blinden geset, daeraf hij eenigen naer stadt rolde, ende dede verscheiden aenlopen naer tcorps de guarde, daertegen ten laesten eenige Franchoysen uytvielen ende schermutseerden. Dit duyrde wel een half uyre ende daer werde dapper van beiden sijde geschoten, ende daernaer toog den viant weder af, latende 3 doden opt velt leggen. Vande onsen bleven mer 2 op de plaetse ende eenige soldaten gequetst, maer niemant van marque, ende dit was den derden grooten uytval die telcken juyst gedaen waren op den dach, als de Franchoisen in de approchen daer de poincte hadden, als oft daerop telcken gepast hadde geworden. Ten noorden werde noch geschoten den lieutenant van capitein Frans Gerritsz. ende een werckmeester, wesende Sijn Excie doen in de trencheen niet wijt vanden lieutenant. Des snachts werde de approchen ten suyden noch beter verseeckert, in twelcke een sentinelle overlopen ende gevangen gebragt worde in de stadt ende een dootgeschoten ende ten noorden werde weynich gedaen, omdat den viant uytvallende eenige gravers gevangen creeg. | |||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||
wercken te betalen, mits de provincien van Zeelant, Vrieslandt ende Groeningen traeg in t’betalen waren, ende die van Hollant ende Utrecht alleen tgelt niet en wilde furneren, ende werde tot Wesel getogen op wissel omtrent 7000 £, twelcke een cleyne penning was in regard van soe groten leger en soe grote dispensien van dien, doch conste al veel doen om t’arbeytsvolck in hoipe te houden, tot dat gelt uit Hollant quame. Den Grave van Noorthumberlant quam desen dach int leger ende hem werde toegesonden de vane ruyteren, die gedestineert was om de fourageers te convoyeren, waerdeur den viant (die gestadelijck alomme op de bane is) verscheiden voeragiepeerden nam. Snachts werde over beiden sijden weynich geapprocheert, omdat enige Engelsche ten noorden tot aenden courador vanden viant liepen, ende bevonden dat die mer met sentinellen was beset, daerover den viant alarme nam, ende meest alle den nacht niet en dede dan schieten ende met cleine partijen uytvallen, daermede vele gravers ende anderen gequetst werden. Ten suyden werde nietemin een linie beginnen te trecken ende noch bet afgedolven de oostwech vande Casselpoorte ende tot beter defensie vande wercken aldaer geplant in de verheven batterie 2 heele ende 2 halve canons. Den viant hebbende 4 vanen ruyteren doen commen binnen Gelder, Stralen ende Ruremonde boven die ruyteren, die daer waren, sijn wederom wech getogen naer Thoor, soe men seide, omdat de gemutineerden heur niet langer aende Mase en wilden dulden.
Den Ertshertoge was in dese tijt getogen van Brussel om naer Vlaenderen te gaen, waerom die vande schantse Isabelle van dage den eersten brief schreven aenden Gouverneur van Oisteinde, houdende dat tot Brug dien dach gecommen waren 60 stucken geschuts ende eenige troupen om Oisteinde te belegeren, dat se op heur hoede moste wesen, ende heur wel wachten aende brugge, aende guele ende de cant vander zee, dat se heur wel beschermen mosten, dat se aende schantse vrienden souden hebben, ende dat den Ertshertoge sijn vianden voor ende achter sal hebben. Sij en hadde noyt aen die van Oisteynde willen schrijven, daeromme men meynde dat se bestonden te vresen ende sulcx heur vande sijde van Oisteynde wilden verseeckeren. Anderen meynden dat oick desen tocht vanden Ertshertoge meer diende om die van Isabelle te straffen, als om Oisteynde te belegeren, daertoe hij mogelijck mede een schijn wilde maken om tleger van Berck te diverteren Ga naar voetnoot1. | |||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||
[Den lesten Junij]Den lesten Junij was heet weder. Daer quam vrouch een vrouwe uyte stadt vande sijde vande Lutpoorte, seggende om graes te snijden gegaen te wesen ende soe over te commen. Seide mede datter in de stadt alrede wel 300 doden ende gequetsten waren, dat geen boter in stadt en was te crijgen, ende dat men voor elcken soldaet in drie dagen mer 2 pont broots en gaf. Item dat se de Lutpoorte opmaeckten, om van daer uytvallen ofte anders te doen; sij seide geen bootschappen nochte brieven te hebben. De heeren Aleman ende Eisinga vertogen naer Hollant om te procureren dat gelt in tleger mochte gesonden werde. In tleger was men onder anderen mede doende om ten suyden aen tmoeras vande Lutte een corps de guarde in de approche te maken, daerop den viant vande buytenwalle eenige schooten dede, maer de onsen begonsten terstont met de nieugeplante stucken naer de stucken van binnen soe seer te schieten, dat die van binnen heure stucken mosten innehalen. Op den naernoen viel den viant met weynich volcx eerst ten suyden uyt ende naer ten noorden, makende alsoe eenige alarmen, daerinne seer geschoten werde, maer en quam niet aen, ende omdat van dage weder enige voeragiepeerden genomen werden, worde een ommeslach gedaen, dat voortsaen niemant op voeragie souden mogen rijden voor de clocke 7 uyren ende niet mogen gaen als met convoy. Desen dach werden in de schantse op de Weert, over masten over de grachten geleit, getogen 2 hele ende 2 halve canons om daer geplant te werden, ende dat overhalen geschieden alsoe, om de wallen vande schantse niet te breecken. Snachts werde seer bij die vande stadt geschoten, ende in tselve eenige conducteurs vande wercken gequetst ende dootgeschoten, ende ten noorden werden 3 stucken uyte 5e batterie gebracht in de 9e batterie aldaer wat naerder aende stadt gemaeckt om | |||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||
beter op de defensien te mogen schieten. Den Gouverneur van Oisteinde schreef desen dach weder aen die van Isabelle, dat hij wel wiste, dat de comtste vanden Ertshertoge meer diende om heur tot eenige onredelicke conditien te dwingen als om de stadt van Oisteinde te belegeren, ende dat sij daerom wel op heur hoede moste wesen, hadden sij sijn hulpe van doen, hij soude se assisteren. Desen brief ontfingen sij, danckten hem van sijn courtoisie, ende verclaerden dat se hem souden doen aensoucken, als sij hulpe van doen hadden, waerom men bestont hiervan wat goets te hoipen.
Omtrent dese tijt overliepen eenige ruyteren van Weert tusschen Breda ende Geertruydenberch aen tpannenhuys 50 soldaten van de compagnie van Nievelt, die convoy deden aende mineurs van Breda om naer tleger te commen. De soldaten stelden heur eerst te weer, maer quamen ten laesten in confusie ende werden alles dootgeslagen sonder yemant als de lieutenant ende de mineurs te willen vangen, twelcke noch wel groote bitterheyt souden konnen maken. | |||||||||||||
[Den 1en Julij]Den 1en Julij was tamelijck weder. Men arbeide al evenseer aende wercken buyten gemaeckt tot wederstant van t’ontset. Sijn Excie reet naernoen naer Alpen om mette Palsgravinne te spreecken ende hadde convoy van ruyteren ende voetknechten met hem ende keerde op den avont wederom. Daer waren vanden viant over de 300 peerden in de bosschen naer Burick deur eenige lantweeren aengecommen, die wederom eenige voeragiepeerden namen ende ’tsavonts quam Aert Helling bij sijn Excie seggen, dat de peerden vanden viant van Burick heen aenquamen ende veel treckpeerden namen, ende schenen naer de schepen te willen commen, waerom Sijn Excie in haeste dede opsetten 10 vanen ruyteren om met Graef Lodewijck daer heen te gaen, maer en vonden niet met al, daerom sij terstont wederom keerden. Des snachts werde voor de Casselpoorte in de approche noch een corps de guarde gemaeckt omtrent 60 treden vande gracht vanden courador, ende ten noorden werden 2 linien begonnen, een bij de Vriesen naer de reviere, ende een bij de Engelsen naer de Lutte; maer om t’uytcommen ende schieten vanden viant werde weinich daeraan gedaen. De sake van den Almirante van Arragon bestonden suspect te worden, omdat Olivera soe lang terugge bleef ende dat geseit werde dat hij getracht hadde te ontcommen, behalven dat eenige sijne brieven geintercipieert waren, geschreven aenden Ertshertoge, nopende de sake van Isabelle, te weten, dat den Ertshertoge vooral most sien die sake te assopieren ende te doen verdragen tot wat prijs dattet ware, maer | |||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||
dat hij se eenige weecken daernaer mosten doen straffen, anderen ten exemple. Hierom besloten die Staten den Almirante van Persijn wech te doen nemen, ende deden tot sijne bewaringe bereiden de 2 camers boven de audientie van thof in den Hage, daer tanderen tijden Don Diego Pimenteli gelegen hadde. | |||||||||||||
[Den 2en Julij]Den 2en Julij was tamelijck weder. Die vande stadt schoten al veel, ende die van buyten mede ende om de toecomtste van buyten naer desen leger meer te difficulteren reedt Graef Lodewijck met eenige ruyteren boven Alpen in ’t bosch ende dede meest alle de wegen aldaer mede met boomen toestorten. Men arbeyde noch evenseer tegen de advenuen van buyten, ende omdat de 4 redouten ten noorden vande stadt vande Lut af tot den Rijn toe nu volmaeckt ende in elcxs een goteling gebracht waren, laste Sijn Excie aenden Almiral om d’selve met de bootsgesellen ofte maetrosen te doen besetten; d’andere 6 redouten ten westen waren mede met crijsvolck vande compagnien vanden Graef van Hohenloe ende Tijmpel beset ende elcx met 2 gotelingen voorsien, ende daer werde een trenchee gemaeckt vanden leger af naer de twee naeste redouten aende Lutte ende tot in de Lutte toe, gelijck de 2e ende 3e redouten vande suytsijde mede met een trenche aen tquartier getogen waren. Daer was noch een 7e batterie gemaeckt op de oostwegh vande Casselpoorte heel naer aende stadt, in dewelcke desen nacht geplant werden 2 heele ende 2 halve canons, daeraf men de schietgaten met poorten tegen t’schieten met musquetten moste vrijen, ende van tcorps de guarde daer gemaeckt werde begonnen een linie te trecken voorbij de poincte vanden courador vande poorte. Ten noorden meende men mede te doen approcheren, maer omdat de gravers verstonden dat de aennemers vande approchen aldaer bedongen hadde 6 £ voor elcke roede wercx, ende dat se den soldaten niet meer en wilden geven als 2 £, liepen alle de gravers daer uytet werck, sonder dat men aldaer yet doen konde. Anders werden ten suyden eenige conducteurs vande wercken geschoten, maer de resterende vier stucken en werden ten noorden nyet geplant, omdat de bootsgesellen des versuymden. Desen dach quam Olivera weder in den Hage met een coule ende dilatoire antwoorde, ende geen cautien, twelcke te quader bedencken op de saecke vanden Almirante maeckte. | |||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||
vreden dat de approchen soe lantsaem voortsgingen. Die vande stadt demonteerden met schieten een van onse halve canons in de 7e batterie voor de Casselpoorte aen affuyt ende radt, sonder dat tstuck anders geraeckt worde. Des nachts werden ten noorden in de thiende batterie gebracht 4 heele canons, wesende nu de 4e ende 5e batterie daer gansch verlaten. Sij approcheerden ten suyden tamelijck, maer mits den viant soe seer schoot en const men die niet wel soe naer brengen, als men gemeint hadde. Ten noorden werden de begonnen linie wat geextendeert ende verbetert, maer omdat den viant daertegen vuytvielen, werde daer niet veel gedaen, mits sij alle de werckers souden verdreven hebben, indien de Engelschen niet en waren opt velt gevallen geweest, om tegen den viant te schermutseren ende heure werckers te beschermen, daerover op beiden sijden eenige gequetst werden.
De Staten Generael siende de coule dilatoire van Olivera, ende beduchtende dat den Almirante hier eenige practijcquen mocht bedrijven, daerom den Ertshertoge mogelijck liever sien soude, dat hij hier bleeff, ofte dat hij mocht trachten te ontcommen, ende voornemenlijck om afteschaffen den groten toeloop van anderen, ende oock vande armen tot hem, die allen dagen in groote menichte voor thuys te Parsijn quamen, hebben last gegeven hem in den Hage te brengen ende op de 2 camers van thof te logeren, daer weleer Piementelli voors. gelegen hadde, ende is dienvolgende des nachts tusschen 10 ende 11 uyren daer gebracht.
Tot Cleef waren van Wesel gecommen ende vergadert geweest alle die vanden raedt van Sijn Excie neffens den heere van Oyen, om aldaer met den Furst ende sijn raet te handelen op de sake van Meurs, ende naer vele ende verscheiden onderhandelingen ende propositien, presenteerden ten laesten den Furst Meurs aen Sijn Excie te restitueren onder verscheiden conditien, soe op den ontfang van tleen als tversterven van dien, die soe extraordinaris hart ende vremt waren, dat die vanden raedt van Sijn Excie niet en meinden, dat d’selve ter eeren daerop handelen ofte die aennemen mochte, waerom sij op huyden van daer sijn gescheyden, deputerende eenige om Sijn Excie rapport te doen, ende hieldent daervooren, dat den Furst, om te conserveren sijn acte op Meurs ende tegen thuys van Bourgongien in geen bedencken te commen metten handel van dien, liever sien soude dat Sijn Excie de plaetse met gewelt innename.
Desen dach quam den commies Spronsen uyt Vranckrijck wederom mette 50.000 cronen, die den ambassadeur Busenval hem niet en hadde ontsien binnen Parijs eerst te doen omsetten in silvergelt, om dan tselve hier te | |||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||
mogen doen vermunten aen rijcxdalers. Noch quam uyt Vranckrijck weder Don Emanuel, soine van Don Anthonio, hebbende te vergeefs getracht te gaen bij Don Sebastiaen, die aende ministers van Spangien al overgelevert was. | |||||||||||||
[Den 4en Julij]Den 4en Julij wast schoin weder. Wij arbeiden alomme noch al, ende men hadde last gegeven aen onse canonniers in de 7e batterie voor de Casselpoorte, dat se wel voor heur souden sien, ende maken de eerste gereet te wesen metten dach, om op de schietgaten vanden viant te schieten, maer tselve wat versuymende, werden bij den viant geprevenieert, die een heele canon vande onsen een legoir afschoot ende verderf, ende daer werden eenige over gequetst, ende doen sach men dat d’selve batterie niet genouch gewapent en was, daerom men last gaf d’selve noch 10 voeten te breden ende beter te wapenen. Voornoen viel den viant met omtrent 150 mannen ten noorden op de approchen vande Engelschen uyt, om te beletten t’maken van een corps de guarde daer begonnen. Den schiltwacht en sach niet wel toe, daerom sij aen tselve corps de guarde overliepen ontrent 30 gravers, ende sloegen 12 van dien doot ende quetsten de reste, ende meynden de trenche daer tcrijsvolck lach mede te overvallen, dan werden daer dapperlijck gerepousseert, soe dat se met confusie wederom aftrecken moste, ende lieten eenige dooden op tvelt ende sleypten eenige met hen. Naernoen te 3 uyren viel den viant wederom uyt ten noorden langes den Rijncant, om een nieu begonnen approche vande Vriesen te overvallen, maer die sagen beter toe, heure gravers ontliepent ende de soldaten hielden de trenchee daer achter, daerom den viant met merckelijck verlies vande sijnen wederom aftoog ende liet eenige dooden opt velt leggen, ende daeronder een officier, wel gewapent, sonder dat vande onse meer als een doot ende een gequetst bleef, waeromme men vermoede dat den viant dapper schade moste lijden, omdat hij tot noch toe met alle sijne uytvallen noyt approche ofte trenche en hadde konnen forceren, daer crijsvolck lach, die gelast waren te staen ende hem te keeren. Des avonts waren de onsen ende den viant doende, om den officier die op tvelt was blijven leggen af te halen, daerover noch eenige doot bleven ende gequetst worden. De onsen namen sijn rappier maer den viant bracht hem af. Hierom ende om eenich misverstant onder de gravers geresen, ter cause sij claechden, dat de officiers heur bedroogen in tgetal van tvolck, ende dat se weinich aenden arbeit quamen ende met veelen deelen mosten, werde ten noorden niet gedaen, maer ten suyden werde de batterie verstijft, ende een halve canon, in plaetse vanden verdurven | |||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||
canon geplant ende niet anders gedaen als de voorgaende wercken verseeckeren.
De Staten Generael hehbende tijdinge ontvangen, dat den Ertshertoge naer Oisteynde scheen te marcheren, versochten den Generael Vere selfs derwerts te willen gaen Ga naar voetnoot1, twelcke hij consenteerde, mits dat men hem mede gaff sijn ende sijn broeders regimenten, Hierom lasten de Staten aen Huchtenbrouck om terstont met 10 compagnien uyt Bergen op den Zoem derwaerts te gaen ende screven naer Sijn Excie om uyten leger noch de 20 compagnien Engelsen te hebben, omdat aende plaetse veel gelegen was, alles boven de 22 compagnien daerinne leggende, ende daer en boven verwachten sij noch uyt Engelant de 3000 man, die al gewapent daer gereet waren, om in solde vande Staten te gaen, mits dat men die op Sluys ofte Duynkercken moste gebruycken.
Desen dach hebben de Ertshertogen vande vier leden van Vlaenderen binnen Brug versocht een halven hondersten penning tottet voorgenomen beleg van Oisteinde. | |||||||||||||
[Den 5en Julij]Den 5en Julij was schoin weder. Ten suyden begonnen onse stucken met t’criecken vanden dach dapper te schieten om de schietgaten van den viant toe te werpen, daeromme men naer vermoede, dat den viant daer dien dach weinich schoot, ende sulcx werde gelast alle morgen alsoe te doen. Des naernoens dede den viant weder een vuytval ten noorden, ende begonst eerst met omtrent tzestich man aende sijde vande Lut, maer viel terstont met furie met omtrent 300 mannen aen naer de 9e batterie op de oostwech, in meininge te overvallen de trenchee daervoor leggende ende daer eenich geschut te forceren. De gravers verliepent, ende sij werden aende trenche gesteuyt, soe dat se met confusie weder afwijcken mosten ende eenige dooden opt velt laten, boven degeenen, die se aftogen. Daernae werde dapper van beyden sijde geschoten, ende in tselve doot geschooten Cambie, lieutenant vanden heere van Marquette, ende noch drie anderen vande onsen, maer naer apparentie scheen den viant al vele meer schade te lijden. De gecommitteerden van den leger cregen tijdinge dat tgelt voor tleger vuyt Hollant commende op vrijdach tot Arnhem soude wesen, waerom sij de jachte van Sijn Excie afsonden om tselve op te halen, ende met een oirlochschip van beneden te doen convoyeren, ende omdat se tot Wesel op | |||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||
heur credyt niet meer en hadde connen crijgen, dan omtrent 6000 £, waren sij daerinne seer geschandaliseert geweest, soe verre, dat se dien van Wesel hadden verweten, dat men met heur niet handelen en conste dan gelijck den Almirante hadde gedaen, ende daerom nu verhorende vande comtste vant gelt, en wilden sij te Wesel geen gelt doen lichten, maer ontleenden van elcx een in den leger soe veel sij konden. Snachts werde ten noorden noch een linie genaerdert aende sijde naer den Rijn, om te commen naer tvoors. corps de guarde vande Engelschen, maer ten suyden de approchen heel naer gebracht wesende, en werde van nu af niet meer bij nachte gearbeit, dan alleen bij dage onder de faveur van tschieten.
Desen dach quam den viant voor Oisteinde ende werde begonnen dat notable beleg, dat naer soe lang duyrde ende so fameus werde alle de werelt deur. | |||||||||||||
[Den 6en Julij]Den 6en Julij was tamelijck weder. Wij approcheerden al vast langsaem aen. Den viant viel voornoen ten noorden weder tegen de Engelsen uyt met ontrent 40 man, maer en dede geen proffijt, ende in t’aftrecken sach men se 5 personen sleypen. Wij deden recht voor de Casselpoorte een groote batterie tot 8 stucken beginnen. Snachts werden van beyden sijden zeer geschoten, ende die vande stadt branden de cappe van een stadtstoorn aende veste staende ten suytwesten. Ten suyden waren de approchen gebracht tot op ontrent 50 voeten naer aende grachte vande contrescharpe, daeromme Sijn Excie laste, dat men van daer recht op de courador aen tot 3 plaetsen op morgen soude beginnen te sapperen, bedeckende tvolck boven met mandekens. Anders en worde ten noorden nochte ten suyden niet genaerdert. | |||||||||||||
[Den 7en Julij]Den 7en Julij was tamelijck weder. Men was noch al doende om de wegen in tbosch van Alphen te stoppen. Men schoot vrouch veel op de stadt om heur schietgaten te verderven. Veelen dringen aen om de courador in te lopen ende overvallen, maer Sijn Excie en willet niet voor ende alleer hij wegen heeft om in de courador te konnen commen om sijn volck te mogen secoureren, daeromme hij last geeft om ten noorden van t’Engelsche corps de guarde mede de sappe te beginnen, hoewel den werckmeester daerinne geen devoir en dede. Ten suyden werde de sappe begonnen ten drie plaetsen ende ging tamelijck wel voort. Ten noorden begonnen de Vriesen snachts een ander linie naer den Rijn toe, maer en volmaeckten die niet, de linie soude op 60 voeten nae aenden courador commen, ende daerom de laeste wesen, mits men dan daermede soude doen sapperen. | |||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||
deden evenzeer ten zuyden sapperen, om dwelcke te beschermen men altemet wat schoot. In tleger gecommen wesende de voors. brieven vande Staten nopende de sake van Oisteynde, werde bij Sijn Excie met Graef Willem ende de gedeputeerden vanden Raet lang daerop gedelibereert, ende ten lesten beslooten, dat se niet meer volcx en conden missen dan 8 Engelsche compagnien, die se naer Zeelant zoude doen gaen om mede in Oisteynde te mogen gewurpen worden, ofte anders in Zeelant naer gelegentheyt gebruyckt, daeromme men oick eenich geschut uyt Dordrecht soude doen gaen, ende den Almirael van Hollant soude mede gaen tot in Zeelant om tvolck heur last te geven, ende in Zeelant eenigen tijt te blijven om beter ordre te water te mogen stellen, mits daer nu noch geen Almirael en was deur afgaen vanden heere van Nassau. Den werckmeester hadde aengenomen al van gisteren oock ten noorden van tcorps de guarde vande Engelsen een sappe naer de stadt toe te beginnen, maer omdat hij tselve 24 uyren hadde genegligeert, werde hij gevangen genomen ende een ander daertoe gestelt, die noch desen nacht de sappe begonst. Den viant riep seer haesop nae Oisteynde. Desen dach werden eenige ruyteren van Gelder gevangen, die seide dat den Ertshertoge naer Oisteynde was, ende dat de trouppen uyt Italien in t’innecommen waren. Tot Enchuysen werde aengebracht een Duynkercker met 29 mannen, daeraf den capiteyn ende 23 man gehangen werden, 3 jongen ende 2 forcaten gesalveert. | |||||||||||||
[Den 9en Julij]Den 9en Julij was zeer regenich weder. Onse canoniers begonnen vrouch seer te schieten om des viants schietgaten te verderven. Daer vertogen uyten leger 8 compagnien Engelsen, te weten die vanden Generael Vere, van Horatio Vere, Daniel Vere, Vavasour, Hertwiss, Wodhuys, Farfacx, ende Wilfort met den Colonnel Horatio Vere, maer omdat se nyet vertrecken en konden sonder gelt, ging den commies Moyalen met heur om te rencontreren tgelt dat tusschen Burick ende tleger was ende heur daer elcx een halve maent gelts te tellen, daermede zij aftogen, ende den Almirael van Hollant met heur, ende tgelt quam noch ten selven dage in den leger, te weten 101.000 £ tot betalinge vande ongerepartieerden ende de lasten vanden leger. Men sappeerde ende mineerde ten suyden al voorts, ende omdat men daer al naer bestont te commen, werde alle gereetschap tsavonts daer heen gebracht, om aende contrescharpe ofte courador te mogen logeren. Ten noorden meinde men snachts een corps de guarde noch te maken ende de begonnen linie met dubble grachte te wapenen, maer den viant viel soe dickwils uyt, dat se weynich doen conden. Die vande stadt riepen snachts, dat men heur voor twee tonnen wijns een tonne souts | |||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||
soude geven, opdat ons volck wijn mocht drincken. Oft in spot ofte ernst was is onseecker. Desen dach werden een deel treckpeerden gecasseert om tleger vande sware oncosten wat te verlichten, ende de Staten hadden geerne gesien dat Sijn Excie mede een deel wagens gecasseert hadde, maer hij en vont nyet geraden des te doen. Anders werde de brugge volmaeckt, om over twater om voeragie te gaen tusschen den Rijn ende de Lippe. Snachts werden tot Gelder omtrent 11 uyren dry schoten gedaen, twelcke men meinde een signael te wesen.
Desen somer handelde ende sprack den Almirante van Arragon met verscheyden personen uyt dese landen op tstuck van den pays, presenterende die te middelen ende hem sterck maken die te connen te wege brengen, voorslaende tegen den eene dese ende tegen den anderen die middelen, om de gemoeden te sonderen, doch dede alle tselve heymelijck sonder eenichsins te vermanen vanden last, die hij daertoe hadde. | |||||||||||||
[Den 10en Julij]Den 10en Julij was tamelijck weder. Men begonst vrouch seer te schieten op de defensien vande stadt, ende sonderlings mette stucken staende in de schantse, die daertoe seer gelegen stonden, ende veel wercx voor de Casselpoorte van achteren ontdeckten. Mettet sapperen ging men al voort soe verre, dat men voor de Casselpoorte ten dry plaetsen de eirde in de grachte vanden courador begonst te werpen. Sijn Excie was selfs daer ende laste dat men te nacht de sappe, die recht tegen de face quam, deur snijden soude. Desen dach werde de voeragie met groote menichte over den Rijn gehaelt over de brugge daertoe beneden geslagen, dwelcke in tmidden volmaeckt, maer op de einden met eindelinge ponten aengeleyt was om te beletten, dat geen wagens over en voeren. Den ritmeesteren was ten hoichsten belast toe te sien, dat geen ruyteren over de Lippe int lant en liepen op lijffstraffe. Men creegh in tleger brieven uyt Oisteynde vanden 5en deser, houdende dat den Ertshertoge met sijn trouppen ontrent Oudenburch was gecommen, ende dat se die sagen marcheren, ende dat twee soldaten overgecommen, seiden, dat die vande schantse Isabelle metten Ertshertoge verdragen waren, mits d’selve heur hadde belooft te doen betalen ende verlenen pardon van hem ende den Coning, ende dat se in de schantse souden blijven, tot dat sij voldaen waren, ende daertoe tot ostagier in de schantse gesonden hadde Don Gaston Spinola, Gouverneur van Limborch; dat den Ertshertoge soude commen leggen ten westen vande stadt met 6 regementen knechten ende Graef Frederick ten oosten met 4 regimenten, ende dat se den 6en de stadt souden besluyten. Die van Oisteynde schreven mede dat heur stadt aen een plaetse noch open lach, | |||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||
dat de grachten noch droog waren, dat op veel plaetsen de parapetten niet en waren opgeset, ende dat de wallen noch soe weeck waren, dat men naulijcx geschut daerop conde gebruycken, beschuldigende hiervan de heere Coorn, gedeputeert vande Staten daer in gesonden, maer waren anders van alles tamelijck voorsien. Tsavonts werde hier tgat aende sappe deurgesneden, ende die vande stadt schoten seer met musquetten, maer de onsen gingen evenwel in de grachte, ende leiden op elckc sijde van het deurgesneden gat een haspel Ga naar voetnoot1 in de grachte om gevrijt te wesen tegen het overlopen. Ten noorden verseeckerde men vast de approchen. Die vande stadt vierden desen nacht seer op den grooten toorn, twelcke men vermoede een signael te wesen, ofte dat se eenige tijdinge moste gecregen hebben, te meer so sij desen nacht meer als te vooren riepen haesop naer Oisteynde. Aende Lutpoorte quamen eenige ruyteren snachts uyt, so men vermoede om heur te salveren ofte yemant uyt te brengen, maer vernemende onse sentinellen keerden weder in de stadt.
Den Graef van Hohenloe bleeff in dese tijt meest in den Hage ende houdende thoff ende blijvende bij de hant, sonder hem ergens toe te emploijeren. | |||||||||||||
[Den 11en Julij]Den 11en Julij was schoin weder. Men begonst wederom vrouch seer te schieten op de defensien vande stadt, ende sonderlings aende Casselpoorte, ende onder dien ging ons volck deur de grachte in de poincte vanden courador van den viant, ende begonnen terstont daer te sapperen om in de poincte te commen, ende prepareerden de saken daer soe, dat se desen volgende nacht daer een corps de guarde begrepen tot 20 man. Daer waren te vooren 2 minen begonnen, maer omdat de sappe de minen seer ontlopen was, ende dat niet apparent en was, dat se noch in eenige dagen soe verre soude connen commen, als de sappe, werde de minen verlaten ende goet gevonden, dat men noch desen nacht uyten grachte in de poincte van courador soude beginnen te mineren, om te sien of den viant geen mine en hadde, twelcke geschiede. Daer en tusschen wierp ons volck verscheiden granaden over den courador, die men hoorde goede operatie doen mits tcrijten vanden viant. Sij vierden noch op heuren toorn ende riepen al haesop naer Oisteynde, ende waeromme men daer soe graefde, wat men van heur begeerde, ende waervoor men heur hielt, dat men se nyet en sommeerde. Ten noorden werden noch 3 sapperingen begonnen, soe dat men daer nu sappeerde ten 6 plaetsen, te weten, 3 in | |||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||
de Engelsche ende 3 in de Vriesche approchen, om soe aende courador te commen. In tleger van Sijn Excie quam de heere Drury, commende uyt Engelant, om desen somer weder tleger te sien. Noch quamen bij Sijn Excie een secretaris vanden Hertoge van Lorreynen met eenige brieven, ende een edelman vande Furstinne van Cleeff mede met een brief. Den secretaris seide dat de troupen van Italien in Burgundien waren geweest ende den 5en deser waren beginnen te trecken in Lorreynen, dat se daer provisie hadden doen doen voor 8000, maer datter geen 6000 en waren gecommen, ende dat hij meynde, dat se nu al aen t’intrecken van Lutsemborch waren. Franchois Doublet commies wert bij de Staten gesonden naer den agent Caron om de nieu Engelsen bij de Coninginne geconsenteert alleen te gebruycken tegen Sluys ofte Duynkercken met haer believen oock te mogen gebruycken op andere oirden ten meesten dienste vande landen, terwijle Oisteynde noch niet belegert en was als de Coninginne de voors. conditien bij de lichtinge van dien hadde gevoucht.
Voor Oisteynde hadde den viant aende oostsijde over de geule 6 stucken geplant, ende daermede naer de stadt in ruine geschoten, hebbende daermede 7 menschen in stadt gedodet ende onder dien een kint. | |||||||||||||
[Den 12en Julij]Den 12en Julij was tamelijck weder. Men schoot weder heel vrouch op de defensien vande stadt, om de sappe te favoriseren, die al verbreit werde in de courador, welck werck lancksaem voortginch gelijck oick de minen, ten delen bij versuym. Sij waren malckanderen heel naer gecommen. Naernoen togen eenige van onse soldaten eenige gabions bij den viant gestelt af, daerover den viant ende den onsen seer met piecken begonnen te vechten, twelcke een goede wijle duyrde, ende daeronder werde seer geschooten met roers ende ten wedersijden eenigen gequetst, te meer soe de onsen verscheyden granaden overwierpen. Snachts werde weder in de sappe weynich gedaen, omdat den ingenieur ontboden sijnde bij Sijn Excie, de gravers gingen liggen slaepen; den viant wierp veel peckreepen over, maer en dede daermede geen sonderlinge schade. Men soude daer geplant hebben 4 stucken in de groote ofte 11e batterie, maer omdat de trencheen daervooren noch niet heel wel opgemaeckt en waren, en dorst men des niet doen. Ten noorden werde desen nacht een batterie gemaeckt aende sijde vanden Rijn, ende daeraf een linie getogen naer twater toe, naerderende noch de stadt, gelijck mede van t’Engelsche corps de guarde een linie getogen werde naer tmoeras noch seer naerderende de stadt. In tleger werden gebracht een deel brieven bevonden bij een soldaet van Splinter op d’andere sijde van Mastricht, daermede hij quam | |||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||
naer Gelder, De brieven waren meest rakende de perticuliere saecke vanden Graef van den Berge op tmarquisat van Bergen op ten Zoom, maer eenige uyt Brugge ende Gent geschreven, hielden dat de Ertshertoge Oisteinde was gaen belegeren met 80 stucken geschuts, 80.000 ballen ende 3000 quintalen buscruyt, twelcke wij achten te seer versommet te wesen. In ons leger quam Graef Phillips van Hanau, swager van Sijn Excie om tleger te besien, ende meinde dat den Palsgraef ende Lantgraef Maurits mede wel commen mochten. Vander Noot schrijft desen dach uit Oisteynde aen Sijn Excie, dat se seer beschoten worde van oost ende westen, ende daerom in de wallen moeten logeren, ende dat Huchtenbrouck daer was, discourerende vande stadt, vande wallen ende dat de grachten vanden courador met een laeg water, hielt 3 voeten waters, dat ten westen vande stadt den Ertshertoge lach met 5000 man ende ten oosten 2500.
Desen dach voeren de galeijen van Sluys uyt om voor Oisteynde de schepen te beschadigen ofte ergens in de Wielinge eenige prijse te doen. | |||||||||||||
[Den 13en Julij]Den 13en Julij was noch schoin weder ende men schoot naer gewoonte vrouch op de defensien; de sappe ten suyden ging langsaem voort, sonderlings omdat gevreest werde, dat den viant daer minen soude hebben, die nochtans onse mineurs niet en vonden. De mineurs meynden de mine in den courador ten suyden te mogen doen vullen ende stoppen om te doen springen, maer doen men aen het meten quam, en vont men de mine noch niet diep genouch, die daerop vorder most ingearbeit worden. Ten noorden gingen de sappen mede seer slapelijck voort. Men dede te nacht in de 11e batterie ten zuyden planten 3 halve canons uytet quartier vanden Graef van Solms ende uyte 7e batterie een stuck te halen om daerbij te stellen, ende omdat de 11e batterie niet al wel verseeckert en was met andere trencheen tegen den uytval, werde ordre gestelt om die als een corps de guarde te sluyten, ende dat daerinne een heele compagnie knechten vande Franchoisen soude waken, twelcke alsoe geschiede, ende daerbij werde mede geplant de 2 mortierstucken, om met vierwercken te schieten, ende men bracht in tquartier vanden Graef van Solms ten oosten weder 3 veltstucken in plaetse vande halve canons. Desen avont ontfing Sijn Excie een brieff vande Staten Generael, houdende dat den viant voor Oisteynde was gecommen ende al begonnen hadde op de stadt te schieten, ende schenen daer effort te willen doen, ende daerom schreven sij nochmael, dat men sonder excuse naer Oisteynde soude senden de resterende 12 vendelen Engelsen, om volgende heur vorige schrijvens daer ofte in Zeelant naer den noot gebruyckt te mogen worden, | |||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||
welcke tijdinge hier wat bedencken gaf, omdat onse sappen soe langsaem voortgingen, dat men meerder veranderinge vreesden alleer dese plaetse te sullen vermeesteren. Dit vertreck werde aldaer soe gedreven omdat de Staten gewilt hadden dat de here Generael Vere selfs naer Oisteinde soude gaen, om aldaer generalijck te commanderen, twelcke hij geconsenteert hadde, mits bij hem hebbende sijn ende sijn broeders regimenten, ende omdat mer 8 compagnien en waren gesonden, hadde hij verclaert nyet te connen naer Oisteinde gaen, alleer sij alles quamen, ende en hadde sulcx niet willen vertrecken, soe dat de Staten daerom genootsaeckt waren geweest, oick de resterende compagnien te ontbieden. Nietemin vande Staten verseeckert wesende, dat se souden volgen, is hij van dage uyten Hage naer Oisteinden vertogen met acte om over alle de andere te commanderen, ende met hem ging een commis met 20.000 £ tot de legerwercken daer te maken.
Huchtenbrouck dede desen dach een uytval uit Oisteynde met 1000 man, slaet de approchen ten westen op tot aen tgeschut, dan werden verdreven met de ruyteren vanden viant. Daer bleven 100 doot vande onsen ende wel 50 gequetst. Naer den uytval begonnen sij seer te schieten naer tleger vanden viant, leggende ten westen voor tfort van Albertus ende schooten soe seer in sijn leger, dat sij tselve mosten terugge ende achter de schantse brengen ende reculeerden oock haer geschut om de vrese vande uytval. | |||||||||||||
[Den 14en Julij]Den 14en Julij was heet weder. Men resolveerde vrouch de resterende 12 vendelen Engelsen naer Oisteynde te laten gaen, ende noch van dage met schepen derwerts te seynden met noch 20 canoniers, twelcke geen cleyne verswackinge voor ons leger en was. Vrouch quam een Duyts uyt de stadt overlopen, seggende dat se in de stadt al over de drie hondert dooden hadden, omdat se soe weynich medicamenten hadden; dattet al sterff dat swaer gequetst was, dat den Gouverneur weder op de been was, dat men elcken soldaet daechs een pont broots gaf, ende mer eens te weecke 2 oncen boters, dat se tamelijck vleysch hadden, dat se weynich cruyt mosten hebben, omdat den Gouverneur verboot meer met geschut te schieten, daeraf alle de groote stucken waren gedemonteert, ende dat men nauwe recharge op tcruyt dede, ende een Italiaen wilde doen ophangen, omdat hij 10 £ cruyts in sijn logement verburgen hadde; dat se van binnen weinich hadden gearbeit ende niet dan hier ende daer wat eirde tegen de muyren hadden geworpen; dat den courador nyet heel starck en was ende seer laech aende Casselpoorte; dat in de poincte daer | |||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||
geen mine in de courador en was, maer dat tbolwerck voor de poorte gemineert was geweest, doch deur het dreunen van tschieten ingestort; dat se meinden, dat wij een batterie in de courador wilden maken; seide mede, dat se noyt tijdinge in stadt en hadden ontfangen, dan nu den 10en s’morgens vrouch, dat een vrou van Gelder gecommen deur de Lutpoorte daer binnen quam, welcke vrou den lesten Junij uyt stadt was gegaen naer Gelder ende hier in tleger gevangen geweest ende eyntelijck weder ontslagen, sonder dat men se dicht genouch besocht hadde naer de brieven; dat dese vrouwe daer hadde geseit, dat die van Oisteynde de stadt hadden vercoft aenden Ertshertoge, ende dat die nu mettet heele leger quam tot heur ontset, dat se daerom den 10en ende 11en snachts hadden geviert om te thoinen dat de vrouwe ingecommen was; seide mede te meinen, dat se noch wel 2000 mannen in de stadt starck waren, ende dat niemant daer van appoinctement en dorste spreecken; dat se sijns oirdels geen staet en maeckten om in den courador te opiniatreren, hoewel sij starcke wachten daer hielden; dat de grachten leggende voor de walle aende Casselpoorte niet en dochten ende ondiep ende enge waren, ende hoewel Sijn Excie bij de voors. vrouwe bedrogen was geweest, geloofde hij nochtans desen Duyts, ende liet hem tegen opinie van velen hier dienste nemen ende los gaen. Des avonts werde gescheept de resterende 12 vendelen Engelsen, dwelcke naer de middernacht afvoeren om voer Dordrecht ander bevel te wachten, ende met heur vertoogh mede den heere Drury. Men ging alomme mettet sapperen voorts, ende ten suyden ging ons volck logeren in een stuck vande cortine vanden courador ende deden daer snachts met vierballen schieten die geen bate en deden. Ten noorden werde mede gesappeert, maer ging slappelijck voort, omdat eenige daerinne gequetst ende dootgeschooten werden.
De galeijen van Sluys in zee geweest, quamen sonder schade te doen desen dach wederom, niet hebbende connen voor Oisteynde eenige schepen forceren. | |||||||||||||
[Den 15en Julij]Den 15en Julij was heet weder. Wij deden seer schieten op de defensien vande stadt om onse sappe te favoriseren, die alleenskens voorts ging. Men schoot altemet met vierballen, daeraf omtrent 10 uyren een huys in stadt brande. Daer quam een Duyts van Gelder over, dwelcke seide verstaen te hebben van een aenslach, die den Gouverneur van Gelder op Wachtendonck dreef deur een sergiant met wete vanden wachtmeester, die op gisteren daeraf noch geschreven hadde aenden Gouverneur van Gelder. Desen man presenteerde hier te blijven ofte | |||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||
weder te keeren naer Gelder ende van daer heimelijcke advertentien te doen, twelcke suspect was, ende daerom werde hij totten provoost gelogeert om te sien wat van dier saecke soude wesen. Des avonts werde veel opte Santerpoorte geschooten om de defensien daeruyt te benemen ende vande suytzijde met vierballen sonder prouffijt. Graef Lodewijck vertoogh des avonts met 9 vanen ruyteren naer Wachtendonck, om daer uyt te lichten ende naer tleger te brengen 3 vendelen knechten, ende dresseerde snachts een embuscade voor Gelder, om die op morgen uyt te locken. Men sappeerde ende mineerde al voorts, in twelcke snachts geschooten werde een goet ende naerstich werckmeester.
Den Generael Vere compt desen nacht tot Oisteynde mette 8 vendelen Engelsen, die eerst uyten leger gesonden waren. | |||||||||||||
[Den 16en Julij]Den 16en Julij was seer heet weder. Graef Lodewijck siende dat die van Gelder niet uyt en quamen, ende verstaende dat de 3 compagnien van Hareschoe, Berrefelt ende Swart al aen tmarceren waren, is omtrent 9 uyren voor Gelder opgebroocken ende met het volck naer tleger gecommen, daer hij mette 3 compagnien op naernoen quam, ende de 3 compagnien gingen in tquartier vande Engelsche logeren. Voor de stadt meynde men dat de mine voorde genouch gemaeckt was, ende men en dorste die niet langer laten staen, uyt vrese van ontdect te werden, daerom men die op t’eynde verdeylde in 2 kelders ende daerinne dede leggen 16 tonnen cruyts ende soe de mine stoppen ende alles prepareren om die t’avont te doen springen. Terwijle men daermede doende was, quam den viant op naernoen ten westen langes de Lutpoorte uyt met omtrent 25 peerden ende cregen daer gevangen een corporael vande ruyterie vanden Gouverneur van Breda, dien se in stadt brachten. Sijn Excie ordonneerde de mine te doen springen t’avont te 11 uyren, ende dat men dan met 100 man een aenval op den courador soude doen, te weten vooraen 25 man vande Walen, beleit by capitein Jonas, daernaer 25 man vande Duytsen, beleit hij een lieutenant, dan 25 vande Franchoysen, beleit bij een lieutenant ende ten lesten 25 vande Schotten mede heleit bij een lieutenant, ende dat de andere trouppen vande wacht dselve souden secoureren, over alle dwelcke dien nacht commandeerde den heere van Marquette met last in te drucken tot op de grachte waert mogelijck, ende indien nyet, ten besten mogelijck op de poincte vanden courador te logeren, sonder yet te hasarderen, ende daerom nam hij tottet stuck te min volcx. Des avonts eer de mine noch sprong, werde Graef Ernst in de approchen geschoten deur de voorvinger | |||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||
vande rechterhandt tot 2 plaetsen deur ende bijnaest aende hant verleemt. De wacht tooch oock tsavonts op naer gewoonte, maer daer werter vele vande afgaende wacht gehouden, hoewel de reste mede naer gewoonte aftooch. Sijn Excie met meest alle de heeren ging selfs daer naer den eeten ende dede altemet met geschut eens schieten. Omtrent 11 uyren dede hij de mine springen, die een seer goede operatie dede, ende een groote openinge maeckte; daerop drongen de voors. 100 man terstont aen met 40 werckers, om terstont daer te logeren, maer bevonden doen dat de mine niet diep genouch en was geweest, ende niet en quam tot onder tachterste retranchement voor de poorte, twelcke daerom niet gesprongen en was, doch men en hadde de mine uyt vrese van ontdeckt te werden niet langer derven uytstellen, daerom den heere van Marquette volgende de last begonst te logeren op de poincte op beide sijde vande mine. Den viant verschrikten eerst seer, ende maeckte een groot getier van crijten ende sloech eyntelijck de trommel, ende hoewel onder tachterste retranchement voor de poorte niet te logeren en was, mits t’selve hooch ende geflanqueert was, soe liepen nochtans vele Francoysen sonder ordre ofte last daer over, als of sijt hadden willen innelopen, maer op een alarmcrete van den viant liepen sij alles wech, twelcke den viant siende, resolveerde daer te blijven ende dede seer groote defensien uytet selve retranchement. De Franchoisen dat siende, vielen met meerder troupen aen ende engageerden anderen mede, en wilden doen dat niet doenlijck en was. Daer werde lang seer fellick gevochten met vierwerck, granaden, piecken ende cort geweer ende onder dien seer geschoten, soe dat Marquette gedwongen werde den onsen meerder hulpe te senden, maer gelijck sij sonder ordre aenliepen, mosten sij oock sonder ordre afloepen, daer deur velen gequetst ende geschoten werden. Den Heere van Marquette, volgende sijne last, logeerde op de poincte ende op beyden sijden vande mine, ende de reste van sijn volck bleef langes de westface ende cortine vanden courador leggen, daer den viant weder een ander retranchement achter gemaeckt hadde. Sijn Excie siende dat tvolck vande wacht seer vermindert werde, dede omtrent middernacht daer commen de compagnien van sijn guarde ende van Graef Willem, vanden Graef van Hohenloe ende Tijmpel, die aent begin vande poincte gingen logeren om den heere van Marquette te seconderen. Dese alles musquettiers wesende, schooten den heelen nacht dapper ende die vande stadt mede, daermede noch velen gequetst werden. Wij en cregen geen groot voordeel mit dit stuck, omdat de mine niet diep genouch en was geweest, | |||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||
dan maeckten dat den viant achter t’achterste retranchement moste blijven ende sloegen hem veel volcx af. Wij verloren mede al veel volck, want soe in den aenval ende anders in tvechten ende schieten wel bleven 150 mannen gequetst ende doot; onder de doden waren een Frans capiteyn genaaemt Foulgoux, een Schots capiteyn genaemt Nijs, ende een Duyts capiteyn genaemt Bodenhousen (die hier int leger niet bescheiden en was, maer alleen gecommen was om wat te sien) met eenige vendrichs ende edelluyden. Onder de gequetsten waren de capiteyn Jonas geschooten deur den buyck, den capiteyn Gabriel de Novelle, geschoten deur de kniede, beide Walen, den capiteyn Crimnits vande Duytsen, geschoten deur den schouder ende den lieutenant van Chastillon vande Franchoysen op veel plaetsen gequetst, hebbende sijn overste lieutenant Dommarville hem laten afleiden als of hij geschoten was, om de slagen te ontgaen, dewijle hij ongequetst was. Vanden viant creeg men gevangen 2 personen, ende daeronder een geappoincteert Italiaense capiteyn, genaemt Alberico Balbior, dwelcke seyde dat in de poincte vanden courador waren geweest als de mine spronck ontrent 100 mannen, maer en wisten niet of se alles gebleven waren, ende daerom vermoede men dat tverlies aenden viant mede groot most wesen, omdat se seer bloot ende ontdeckt lang hadden gevochten. Anders bleef den viant daer op beiden sijden nog gelogeert in de contrescharpe, dan naer verstont men, dat daer gebleven waren een Italiaens capiteyn, 2 vendrichs ende 54 man vande compagnie van Effert. Aende noortsijde was over eenige dagen noch een 13e batterie begonnen, bijnaest op de cant vanden Rijn, die desen nacht mede volmaeckt worde, ende daerinne ende in de 12e batterie werden elcx geplant 2 stucken, daertoe 2 halve canons gelicht waren vanden Weert ende 2 stucken uyte 9e batterie. Men schoot noch met vierballen ende anders alle de nacht seer met geschut ende roers.
Vande sake van Engelant die en liepen niet geheel af ten wensche vande Staten, overmits den Raet op tversouck van Caron niet alleen geweigert en hadde te laten diverteren de drie duysent man daer geconsenteert te lichten totte saecken van Sluys ende Duynkercken, maer oick plat uyt geweygert die te laten vertrecken uyt Engelant, jae selffs mede de 1000 man totte racreute gedaen aennemen, om niet te breecken alle handelingen mette Ertshertoge, meinende geradener waere de Staten heimelijck met gelt te assisteren, waerom Caron hem seer becommert vindende seer aengehouden hadde ten minsten tot 2000 ende eyntelijck een vande dry duysent te vooren geconsenteert, die hem ten lesten naer vele moeyte toegelaeten | |||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||
werden, niet durvende vande recrute vermanen, tot dat se overgebrocht souden wesen, ende dat de Staten van nieus instantie daertoe deden, waerom hij ordre begonste te geven die 1000 man in haeste metten commissaris Doublet over te senden.
T’Oisteynde ging den Generael Vere snachts met alle de Engelschen logeren buyten de stadt in de polder ende retrancheert hem daer, twelcke veroirsaeckte dat den viant eenige stucken ten westen geplant aftooch. | |||||||||||||
[Den 17en Julij]Den 17en Julij was heet weder. Den heere van Marquette bleef desen nacht gelogeert in de contrescharpe, ende voor aenden ingang van dien den capitein van der Aa met sijne troupe. Daer bleven hier ende daer noch veele dooden leggen, die gesprongen waren, omdat nyemant daerbij commen en conde om die af te halen. De onsen verseeckerden heur voor de poincte vande contrescharpe, ende den viant achter sijn retranchement, ende in de lange cortine ten suytwesten, om die wel te coupperen. Naernoen werde aenden courador deur den cop doot geschoten eenen Metere, vendrech vande guarde, ende des avonts de jongen Marquette, lieutenant vande ruyteren van Sijn Excie, beide om te seer heur bloot te geven, naerdat se eenige schoten met musquetten gedaen hadden. Anders sterff oick van sijn quetsure van gisteren den capiteyn Jonas. Sijn Excie creeg een geintercipieerden brieff van Graef Harman vanden Berge, daerinne d’selve discoureerde op de middelen om dese stadt Berck te ontsetten mette cavallerie ende de regimenten van Busquoy, Barlaymont ende Achicourt, mitsgaders tsecours dat uyt Italien compt, daeruyt men sach dat se trachten de plaetse te ontsetten, ende daerom sondt Sijn Excie de brieven naer de Staten Ga naar voetnoot1. | |||||||||||||
[Den 18en Julij]Den 18en Julij was schoin weder. Desen dach werden tot Wesel begraven de lichamen van Foulgoux, Jonas Durant, Nijs, Marquette ende Metere, ende dat van Boudenhousen werde opgehouden ende daer gelaten, wachtende naer de comtste van sijn bewanten. In tleger quamen noch van beneden de compagnien van Dorth, van la Mouillerie ende van Borck. In | |||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||
den courador dede men weder mineren van nieus om onder t’retranchement te commen ende men sappeerde van boven soe naer, dat men daeraen quam, ende om den viant beter daeruyt te verdrijven, begonst men tcorps de guarde in de poincte te verstijven, om daer geschut te mogen planten, twelcke men soe seer verhaeste, dat de batterie noch desen dach gemaeckt ende tsavonts 3 stucken daerinne geplant werden. Den courador op de westface van tbolwerck, die verlaten was, snede ons volck deur tot op de grachte om te beletten dat uyte westsijde vanden courador geen ontset gedaen en werde. Den viant arbeide daer evenseer om sijn retranchement te verseeckeren, soe voor de poorte als ten westen in de lengte vanden courador. Ten noorden van dese stadt werden de sappen mede aende grachte vanden courador gebracht ende snachts verseeckert, ende met een tranchee op de grachte aen een gebracht. Sijn Excie ontving den voors. brief van Oisteynde vanden 12en deser, daeruyt hij heuren staet verstont.
In tbegin van tbeleg van Oisteynde hadde Sijn Excie aen van der Noot, daer commanderende, gesonden een acte onder hant ende segel, daerbij hij denselven belaste deur te snijden den dijck ten westen vande stadt, om de zee daerdoor te doen loopen ende soe de approche van dier sijde te beletten, met reden dat hij de plaetse anders niet en achte houbaer te wesen. Vander Noot hadde gaerne volgende dien den dijck deurgesteecken, maer de magistraet ende ontfanger van Oisteynde hadden heur daertegen soe dapper geopposeert metten protesten ende anders dat de heele stadt soude wech loopen, dat hijt niet en hadde connen doen. Vere nu gecommen wesende werde dit stuck wederom in deliberatie geleit, maer hij hem conformerende met die vanden magistraet en vondet mede niet goet ende daerom geraetsaem dat men dit stuck aende heeren Staten soude overscriven mette redenen ten wederzijden om heur eyntelijck verclaringe daerop te hebben, sonder dat men const bemercken of dit uyt jalousie ofte ernst alsoe gedreven werde, dewijle Sijn Excie meinde dat de behoudenisse ofte verlies vande stadt daeraen hing. | |||||||||||||
[Den 19en]Den 19en was schoin heet weder. Men begonst vrouch mette drie geplante stucken uyte poincte naer retranchement vanden viant te schieten, ende men souder goede operatie gedaen hebben indien tgeschut niet al te seer naer aende mine gestaen en hadde, want nu dreunde de mine so, dat men vreesden dat se innestorten soude, ende daerom most men van schieten ophouden om mette mineren te mogen voorts gaen. Met t’schieten deur t’retranchement sach men dat den viant voor de brugge vande Casselpoorte noch een ander retranchement maeckte om alsoe sijn lant niet | |||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||
dan voet voor voet te verliesen. Daernaer quam Sijn Excie selffs daer, ende siende dat men uytet deursnijssel op de grachte gedaen aende westface ontdecte de brugge voor de Casselpoorte mette faussepoorte daeronder, die schenen de eenige uytcomtste vanden viant te wesen, heeft hij terstont daar doen maecken een batterie om 2 stucken te planten ende die uytcomtste te beletten, daermede ende met de mine men daer desen dach meest besich was. Ten noorden dede Sijn Excie aende grachte vanden courador maken 3 corps de guarden, te weten tegen elcke poincte aen een. Ontrent half acht uyren cregen wij ten westen int leger een alarme alleen omdat de quartiermeester vande Francoisen den sargiant major Daucye bevechten wilde, maer ten 10 uyren quamen omtrent 30 peerden vanden Weert langes den wech van Gelder, om te sien wat ruyterwacht wij hadden ende waer die stonden. Dese poochden onse voorwacht te forceren ende soe d’onsen daertegen schoten, quam een ganschen alarm in ons leger ten westen soe verre, dat alle de trompetten sloegen, maer eer tvolck te dege te peerde was, cesseerde den alarm ende d’onsen brachten een gevangen in, ende hadden een doot geschoten. Daeruyt verstont men dat se om te besichtigen gecommen waren. Snachts werde ten suyden dicht aende poincte van tbolwerck geplant 2 halve canons. Desen dach gaf Sijn Excie de compagnie knechten van Foulgous aen een Franchois edelman, den heere van Buthune uyten huyse van Melun, een neeff vanden heere van Rhosny, die van Bodenhausen aen Andries de Roy, ingenieur, ende die van Nijs aen een Schots edelman, genaemt Arskijn, neeff vanden Graef van Mar. Die van Durant werde noch opgehouden, omdat hij die geern gegeven hadde aen een Frans edelman Ceridos genaemt, swager vanden heere van Asperen, twelcke de Walen niet wel en konden verdragen. | |||||||||||||
[Den 20en]Den 20en was schoin heet weder. Men begonst vrouch met de 2 stucken op de brugge te schieten ende op de faulsepoorte daeronder. Den viant, dat merckende, ende mogelijck vresende de uytcomtste te verliesen, begonst alleenskens naer de stadt te fileren ende verliet soe ten lesten t’retranchement, dat bij ons gemineert werde, houdende alleenlijck met weynich volcx een cleyn half maenken recht voor de brugge, soedat de onsen terstont in tselve retranchement gingen logeren, maer den heelen courador bewesten tbolwerck hielden sij noch vast. So men dit sach, dede Sijn Excie terstont een gaelderie besteden om in de poincte van tbolwerck te loopen voor 400 £ met last, die noch van avont te beginnen ende dat se den 22en tsavonts aende walle moste wesen ofte geen gelt, om heur de | |||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||
maet soe wat naer te leggen. Ten noorden was men vast arbeidende aende corps de guarden. Tsavonts quam een Duyts uyt de stadt over, seggen dat den Gouverneur mette officiers gemeyn gehouden hadde ende dat den Gouverneur verclaert hadde de plaetse te willen houden totten lesten toe; seide dat noch omtrent 2000 man in stadt was, hoewel sij veel gequetsten ende doden hadden; dat in de mine veel volcx was gebleven ende vande compagnie van Effert alleen 54 man, dat se medicamenten gebreck hadden, ende dat weynich cruyts in stadt was, daerom niet alleen verboden was meer met geschut te schieten, maer selfs hadde sij eenige stucken vande wallen afgehaelt ende in stadt gebracht; dat se noch geen ander tijdinge ingekregen en hadde dan mette vrouwe, ende dat veele soldaten beclaechden dat men se daer om hals wilden helpen, maer en dorsten niet vrij uytspreecken. Snachts vierden sij in de stadt op den hoogen toorn lang met 2 vieren. Den Grave van Hanau hebbende eenige tijt in tleger geweest, vertoog snachts weder naer Ceulen. Trumoer dat den viant commen wilde te ontsetten, continueerde van veel oirden, waerom Sijn Excie dede afbreecken ende esplaneren de suytwest redoute buyten sijn leger gemaeckt, omdat se wat te verre aflach, ende dede de ijsere stucken daeraf haelen ende hier in tleger brengen. | |||||||||||||
[Den 21en Julij]Den 21en Julij was schoin weder. In tleger was men doende noch alom meer vanden courador ten suyden te winnen, maer den viant hielt hem noch vast voor de brugge ende ten suytwesten, hoewel sij een linie naer t’moeras liepen, om hem oock van daer te crijgen. Daerentusschen schoten de onsen veel op de brugge, op de Casselpoorte ende op de defensien vande stadt, om den werckers te favoriseren. Sijn Excie dede noch 4 gaelderien besteden, 3 cleine ten noorden om bedect in den courador te commen ende noch een ten suyden besijden de brug vande Casselpoorte voors. Sijn Excie ontfing van Cuelen een lijste van t’nieu secours vanden Ertshertoge, bestaende in 62 vendelen knechten ende 3 vanen ruyteren, de Spangiaerden alles onder tregement van Braccamonte ende de Italianen onder de regimenten van Trivulse ende Principe d’Avelino; dat se over al passerende provisie deden voor 9000 mannen, hoewel sij soe starck nyet en waren, ende hadde daerbij advertissement, dat se omtrent of in tlant van Namen waren, daerom hij begonst ordre te stellen om voor elcke poorte eenige groote ende vaste corps de guarden te maken, ende soe de uytcomtste beter te beletten. In sijn leger quamen van beneden 2 canons in plaetse vanden eenen die gedemonteert ende van een andere die verlopen was, ende maeckte staet alleen voor de stadt te laten de 14 heele | |||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||
canons ende de halve canons ende veltstucken alles te employeren tegen de aencomtste van buyten.
Desen nacht vierden die vande stadt wederom seer met 2 vieren, tsij tot een nootteycken ofte een signael.
Sijn Excie creeg anders tijdinge met brieven van Oisteynde vanden 16en houdende vanden uytval den 13en gedaen, ende van t’reculeren van des viants leger ende vande comtste vanden heere Vere aldaer den 15en snachts mett 8 Engelsche compagnien, ende dat dselve het deursteecken vanden dijck nyet goet en vont, maer dien aengaende hadde doen schriven aende Staten om heur advys, waerom Sijn Excie aende Staten dede schriven om last te geven tottet deursteecken, achtende de plaetse sonder dien niet houbaer. Anders quamen desen dach noch voor Oisteynde duysent Engelschen vande nieuwe lichtinge metten commissaris Doublet, welcke Engelsche terstont in stadt togen ende mede buyten bij den Generael Vere gingen logeren.
Desen dach creeg men in Hollant tijdinge deur t’aencommen vande jachte van de 13 schepen laest van Amsterdam naer Oost Indien gegaen, dat d’selve schepen op de costen van Spangien seer gevochten hadden tegen eenige Spaensche galionen ende een van dien in de gront geschoten hadden, ende dat sij selffs wel 100 doden hadden gehadt ende wel 80 gequetsten, die se mette jachte wederom sonden, ende dat de 12 andere schepen heur reyse hadden gevoordert. | |||||||||||||
[Den 22en Julij]Den 22en Julij was betrocken weder. Men arbeide seer aende gaelderien ende approchen, ende de gaelderie tegen de oostface werde bijnaest aengebracht. De aennemers vulden de grachten, liepen over aende walle ende begonnen te sapperen om heur gelt te mogen genieten, maer omdat se niet heel aengevoert en was, wilde Sijn Excie de sappe soe vast niet beginnen, maer laste de gaelderie voorts aen te maecken om bedeckt aende walle te commen. Snachts vierden die vande stadt op de kercktoorn met een vier ende verlieten thalf maenken voor de Casselpoorte, ende een cleyn casematken, dat se onder de Casselbrug hadden. Desen dach werde de compagnie van Jonas Durant gegeven aen sijn Lieutenant, genaempt Wassé ofte Harincourt, wesende een Wale, neef vanden heere van Marquette.
Die van Oisteynde deden een brug over de geule maecken in meininge tquartier van Graef Frederick eens te gaen besoucken, maer dit werde naderhant bij overloopers ontdect ende bleeff sulcx terugge. | |||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||
3 cleine gaelderien aengebracht, daerom de Vriesen in de 3 poincten vanden courador begonnen te sapperen, ende werde de gaelderie ten suyden tegen tbolwerck aldaer heel volmaeckt, soe dat men ging logeren op den voet vande wal om morgen de sappe te degen te beginnen. Anders dede Sijn Excie de stadt met een trompetter opeischen, maer sij gaven voor antwoort, dat Sijn Excie wel soe verstandigen heere was, dat hij wel sien konde, dattet daertoe noch geen tijt en was, dewijle sij een starck garnisoen hadden, van alles wel voorsien, ende noch mer eenen dach te degen belegert waren geweest. Desen dach begonst men alle de schanskens ende redouten te pallisaderen om tegen den aenloop te bewaren, ende Sijn Excie ontfing brieven van Oisteynde vanden Generael Vere, houdende dat de 12 laeste compagnien Engelschen mede aengecommen waren, ende dat hij was gaen logeren buyten de stadt in de polder ende hem daer soe wel meynde te retrancheren, dat den viant niet veel prouffijts en soude konnen doen. Snachts vierden die van Berck wederom op heuren kercktoorn met een vier, ende dese continuatie van vieren dede vermoeden, dat se noot mosten hebben. Men begonst noch te sapperen op de slinckerhant vande aengebrachte gaelderie, ende om beter op de defensien te schieten werden in de groote ofte royale batterie geplant 3 stucken geschuts.
Desen dach was de Infante in den leger voor Oisteynde, daer men daerom veel vreucht bedreve met schieten. | |||||||||||||
[Den 24en]Den 24en was tamelijck weder. Men schoot ten suyden veel op de defensien vande stadt om de begonnen sappe te favoriseren, ende onder dien begonst men recht voor de gaelderie ten suyden te maken 3 minen, d’eene om recht inne te gaen deur tbolwerck naer de grachte toe; d’ander om langes de oostface van tbolwerck onder te gaen naer de poincte, ende de derde om dwers deur de poincte te gaen. De Vriesen sapperen even seer ten noorden om in den courador te commen. Anders was men noch doende om de redouten te pallisaderen, ende men tooch noch eenige tranchee om de redouten van fa ende sol, om die beter te bewaren. Snachts vierden die vande stadt wederom seer op den dicken toorn, daertegen tot Gelder 3 schooten gedaen werden, ende dit werde geacht een nootsignael. Sijn Excie creegh noch naerder tijdinge, dat den Generael Vere was gaen logeren buyten de stadt in de polder, ende hem daer seer begraefde; dat den viant getracht hadde met schieten hem des te beletten, maer dat hij evenseer voortging. Sijn Excie creeg oick tijdinge, dat den viant de Mase afquam met 23 stucken om dese stadt te ontsetten | |||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||
ende tot Cuelen gesonden hadde den jongen Tijsseling, om aenden magistraet te versoecken assistentie van schepen, amunitie ende vivres, ende dat eenich cooren daer al gesackt ende geladen was, om den Rijn af te commen, daeromme men vermoede, dat den viant trachten soude van boven de reviere af te commen, waerom Sijn Excie ordonneerde, dat men op morgen de bovencante vanden weert voor de stadt soude retrancheren, ende daertoe noch 2 redouten maecken tegen de cleyne canal aen, ende van daer die met een trenche aentrecken totte brugge ende tquartier toe.
Saylly schrift van Cales, dat den Ertshertoge hem seer beclaechde voor Oisteynde gecommen te sijn, ende dat hij misleit was bij de Vlamingen ende anderen, die hem gepersuadeert hadden, dat hij de stadt mettet geschut souden connen accableren, daeraf hij nu ’t contrarie gevoelde, doch dat evenwel apparentie was, dat hij daer soude opiniatreren, omdat hij op sijn vertreck naer Oisteynde, schrijvende aenden Coning van Vranckrijck, geschreven hadde dese woorden, «je m’en vay prendre Oistende,» daerop den Coning al lachende seyde, «ventre Sint gry, prendre Oisteynde,» daerom ende om de reputatie hij meinde dat den Ertshertoge daeraf nyet en soude willen scheyden. | |||||||||||||
[Den 25en]Den 25en was tamelijck weder, ende men ging mettet mineren ende sapperen alomme seer voort, ende omdat vast alle dagen meer wercken gemaeckt werden, was in tleger sulcke becommeringe van gelde, dat men niet en wiste, waermede alle de wercken te konnen betalen, ende daeromme schreven de gecommitteerden brief op brief naer Hollant om gelt te hebben, ende sonden naer Wesel om daer gelt te lichten ende op interest ofte wissel te trecken, te betalen in sulcke steden van Hollant als sij souden willen. Den viant siende dat de onsen ten suyden een linie ofte loopgrave togen naer heuren courador naer de Lutte toe, deden daerop een uytval met 16 mannen ende namen eenige Switsers die daer arbeiden, die se in stadt toogen ende innebrachten. Des snachts vierden die vande stadt seer op beide heur toorens, daertegen omtrent 10 uyren tot Gelder wederom 3 schooten gedaen werden, ende ten noorden werden in de 3 poincten vande couradeur volmaeckt 3 cleyne corps de guarden, elcx tot 8 musquettiers, aldaer bestedet te maecken voor 300 gulden elcx, om de pericule wille, ende men dede daer verscheyden minen beginnen om den courador te doen springen ende soe den viant daeruyt te verdrijven.
Vere dede desen nacht saiseren een hoochte tusschen Oisteynde ende grooten Dorst ende daer schantsen, meinende hem daer vast te maken ende hadde daerinne gelaten den lieutenant van sijn broeder met een partije volcx. | |||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||
[Den 26en Julij]Den 26en Julij was tamelijck weder. Men ging mettet mineren ten suyden noch al voort, ende men haelde mette sappe groote stucken eirde vande walle af, ende omdat men opinie creegh dat t’meeste volck vande stadt aende westsijde omtrent de Lutpoorte logeerde, dede Sijn Excie aen tFransche schansken een batterie maecken tot 2 stucken om daermede van verre te beschieten de Lutpoorte ende d’selve westsijde om oick de Lutpoorte te doen toestorten ende alsoe groote uytvallen van die sijde te beletten. Anders was den viant ten suyden wederom met cleyn volck uyt ende haelden eenige gravers uyte loopgrave naer de Lut toegemaeckt. Ten noorden wierpen de onsen veel granaden onder den viant in den courador, die goede operatie mosten doen, omdat men den viant groot getier hoorde maken telcken als die overquamen ende in effecte volchde daerop, dat den viant desen nacht den ganschen courador verliet aende noortzijde ende in de stadt weeck, latende de onsen daerinne logeren ende heur verseeckeren naer heur appetijt. Of hij dat nu dede uyt vrese vande mine daer gemaeckt ofte om twerpen der granaden ende vrese van overvallen te worden is onseecker, maer es seecker, dat hij dien courador stuckxgewise wel 7 ofte 8 dagen hadde connen disputeren, indien hij hier hadden willen doen als hij ten suyden gedaen hadde. In tbolwerck voor de Casselpoorte ontdeckten sij de middelste mine, die men daerom niet dieper maecken en mochte, maer verlaten moste. Sij vierden noch seer op de kercktoorn vande stadt, soe dattet niet en conste verstaen werden als van nootteycken. Ende omdat de tijdinge noch liepen dat den viant langes den Rijn wilde afcommen, werden de wercken aende Weert voor de stadt seer verhaest, om oick de gansche afcomtste van boven af te sluyten. Desen dach quamen in ons leger de compagnien knechten van Appelman, Berendrecht ende Marlijn, daeraf Appelman geleit werde op de redouten beneden de stadt op de reviere, genaempt Europa ende Africa; Berendrecht op de 2 volgende redouten van Asie ende America, ende Marlijn op de redouten naer Alpen genaempt Ut, Re. De batterie aende France schantse soude men desen dach volmaeckt hebben, indien men mer swalpen tot de beddingen hadde gehadt, maer omdat men so seer veel batterien maeckten, en hadde men geen swalpen meer om beddingen te decken, daeromme men naer Wesel om sware plancken hadde moeten senden.
Desen dach dede den viant voor Oisteynde een aenval op t’retranchement te nacht begonst, ende naer eenige resistentie forceerdet ende dreef de Engelsen daer uyt. De heere Vere dede met meerder macht daertegen wederom den aenval doen ende dreef den viant weder af, maer daernaer | |||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||
quam den viant heel starck aen ende dreef de Engelschen wederom daeruyt. In dit bleeff, alles verlaten sijnde, den lieutenant voors. doot met verlies aen dooden ende gequetsten van omtrent 40 man. Den viant maeckt de plaetse vast, tsij om een batterie daer te stellen ofte anders. | |||||||||||||
[Den 27en Julij]Den 27en Julij was tamelijck weder. Men besichtichde den verlaten courador ten noorden, om mette meeste verseeckerheyt daerinne te logeren ende te mogen commen aende stadtsgrachten. Ten suyden was men seer becommert met de minen, omdat d’eene ontdect was, ende daerom werde last gegeven d’selve alles te verhaesten ende metten eersten te doen springen. Den viant lach noch in tgrootste deel vanden courador ten suyden, streckende vande poorte naer de Lutte, daerom men daer mede gemineert hadde, welcke mine men ten 6 uyren naernoen dede springen met een tonne cruyts, die wech sloech 8 ofte 10 soldaten daer boven in een cleyn corps du guarde leggende. De onsen vielen daerop aen ende deden den viant een groot deel vanden selve courador tot een traverse toe in tmidden gemaeckt verlaten, in twelcke sij verlopen mosten noch eenige cleine corps de guardekens, daerover noch veelen vande heuren dootgeslagen worden. Onsen ingenieur Andries de Roy werde daer gequetst ende geschoten boven deur den rechter schouwer. De andere minen werden noch doen dieper maken, om daervan beter operatie te hebben. Daer was al vanden voorleden nacht begonnen noch een gaelderie te maken besijden de brug vande Casselpoorte, ende desen dach werden noch een derde bestedet beoosten d’selve brug, alle beide om in de cortine vande walle daer te commen. In ons leger quamen noch de compagnien van Gerrit van Rhee ende van Rhuys, daeraf Ree geleit werde op de redoute naer camp Fa, ende Ruys op de redoute Sol, ende de compagnie van Wingaerden werde gesonden op de redoute Mi, dan omdat de redoute La ende de 2 cleyne redouten daer buyten af wat verre lag, ende niet wel bij noot en conde gesecoureert werden, worde last gegeven d’selve te doen afwerpen ende slichten, ende de compagnie van Kijf werde geleit in de 3 cleine redouten ten noortwesten aen tmoeras.
Vanden viant van buyten verstont men dat den Ertshertoge noch 2000 Italianen naer Oisteynde hadde ontboden, omdat hij daer veele schade leedt; dat Don Jeronimo de Monroy daer doot geschoten was, daerom men vermoede dat den viant niet herwerts commen en soude, te meer so men verstont, dat de wagens uyte voechdie van Gelder op ontboden, wederom gesonden waren. Snachts begonst men onder de traversse in den courador ten suyden wederom te mineren, ende ten noorden begonst men | |||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||
een gaelderie te maken om te commen aende westface van Graef Harmans bolwerck. Die vande stadt vierden noch seer op den kercktoorn. Vere dede voor Oisteynde een uytval doen met 600 man, die den viant uyte loopgrave dreven tot aen heur geschut toe, dan den viant comt soe starck op haer uyt, dat se mosten wijcken, doch daernaer repousseren den viant wederom, vochten lang aende hant ende deden den viant vele schade, daer Don Diego Idiaques doot bleeff, op wien gevonden werde een pardon van alle sijn sonden gedaen ende te doen vanden 20en Julij bij den Vicarius vanden Paus hem gegeven. De gevangenen seggen dat Monroy doot geschooten es in sijn tente al slapende, Don Augustijn de Messie deur de hant gequetst; dat se starck waren 12.000 man ende renfort van Spangiaerden hadden gecregen ende vande Italianen verwachten, dat den Ertshertoge desen aensach vande duynen ende dat eenige van sijn hof quamen tot aende hant, maer voeren qualijck; dat den viant 30 stucken ten westen ende 9 stucken ten oosten hadde ende veel schade met schieten deden. In de stadt was groote desordre op de vivres om de verveertheit vanden commis, die in de kelder bleeff, soedat daer om gelt geen te crijgen en waren. Anders deden sij maken een halve maene achter de geule om schepen te bergen ende in t’innecommen ende blijven te beschermen. De soldaten van binnen claechden seer over gebreck van predicanten, overmits geen vande Nederlantsche natie daer en was om yemant te troosten, daer ter contrarie den viant soe veel papen ende monnicken in tleger hadde, dattet te verwonderen was, ende hoe seer die alomme buyten ende binnen de approchen liepen om de heuren wat goets voor hun doot te seggen. | |||||||||||||
[Den 28en]Den 28en was tamelijck weder. Men sappeerde evenseer aen tbolwerck voor de Casselpoorte, ende men maeckte die minen al vast dieper, om die te degen onder tbolwerck te brengen ende de retranchementen daerinne met eenen te moegen doen springen, ende omdat de gaelderie onder de brug vande Casselpoorte te desen morgen aengebracht werden, dede Sijn Excie die stadt voornoen wederom sommeren met verclaringe dat geen secours voor heur op handen was, ende dat hij se nu noch een goet appoinctement wilden geven, maer so se langer soude beiden, en ware hij niet bedacht heur dan goet appoinctement te doen. Daerop seiden sij dat de trompetters al dickwils veel breder spreecken als sij gelast sijn, dat se daerom op sijn seggen niet en konden letten, maer soe Sijn Excie van heur yet begeerde, souden sij des geerne bij geschrifte gesien, om daerop behoorlijck te mogen antwoorden. Dit in tleger gerapporteert, | |||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||
schreef Sijn Excie heur, dat voor seecker geen ontset voor hand en waer, ende so se hem de stadt wilden overgeven, dat hij heur soude laten uyttrecken met vendelen, wapenen ende bagagie ende in seeckerheyt doen convoyeren ter plaetse, daer sij begeren te wesen ende assisteren met wagens tot wechvoeringe van heur bagagie, ende dat de gevangenen ten weder zijden souden ontslagen werden, mits betaelende heur costen. Dit geschrift aende stadt gebracht namen sij aen ende seyden dat se op morgen ten 6 uyren souden antwoorden. Desen dach quam in ons leger de compagnie van Hittinga Ga naar voetnoot1, die bij de Vriesen gingen logeren, de compagnie van Garbrant Sas, die op de redoute Africa tooch, van Pieter Theeuwen, die op de redoute America tooch ende van Calvaert, die tooch op de redoute van tsuytwest velt tusschen de France schantse ende de redoute Sol. Op den naernoen werde een vierde mine begonnen uyte gaelderie onder de brug om daer oick in de cortine te commen, ende men arbeide dapper om heur te naerderen, ende daertoe werden noch desen nacht 2 stucken geplant aen tschantsken vande Francoisen in de batterie daer gemaeckt om de Lutpoorte ende de westsijde vande stadt mede te mogen beschieten. Die vande stadt vierden snachts niet, twelcke men voor een goet teycken hielt, ende dat hij selfs dese communicatie voor gewisse parlamenteringe hielden.
Sijn Excie ontfing brieven van Oisteynde vanden 21en deser vanden heere Vere, van vander Noot ende anderen, houdende dat sij gelogeert waren buyten de stadt in den polder, ende heur daer wel beschantst hadden, dat den viant heur des met schieten hadde willen beletten, maer dat sij evenwel heur werck volmaeckt hadden; dat noch 1000 nieu Engelschen uyt Engelant dien dach daeraen gecommen waren, die bij heur mede buyten logeerden; dat den viant ten westen geplant hadde in verscheyden baterien 19 stucken ende ten oosten 7 stucken, ende dat se op den 20en deser al over de 6000 schooten op de stadt hadden gedaen ende de bolwercken aende oude haven ende de huysen vande stadt seer hadden ontramponneert, doch dat den Ertshertoge tcruyt eer ontbreecke soude als heur de couragie om de plaetse wel te defenderen; dat tvolck meest onder de wallen ende in de contrescharpe logeerde; dat den viant selfs scheen vrese te crijgen, ende daerom tsedert den 15en niet en was genaerdert, maer anders niet gedaen hadde als sijn quartieren ende begonnen approchen | |||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||
te verseeckeren, daerom sij oick geen middel en hadden gehadt met ander uytvallen op heur yet voor te nemen. De here Vere schreeff noch om meer geschuts daer binnen te hebben, om op verscheyden plaetsen in contrebatterie te mogen schieten. Sijn Excie vont goet te schrijven aende Staten, dat men noch eenige halve canons van Dordrecht derwerts soude senden, ende dat men se in alles soude helpen ende gerieven, dewijle men doch die stadt houden moste ende schreef seer hevich, dat se doch ordre wilden stellen om de dijcken ten westen te doen deursnijden. De here Vere hadde aende Staten geschreven dat hij wel 300 man geswackt was, ende daerom aende Coninginne geschreven hadde om de voordere 3000 mannen, meinende dat die nergens met beter occasie souden konnen geemployeert werden, ende dat de Staten daerom de comtste van tselve volck mede wilde doen voorderen. | |||||||||||||
[Den 29en Julij]Den 29en Julij was tamelijck weder. Den trompetter werde vrouch wederom aende stadt gesonden om antwoort; daer quamen tot hem uyt den ritmeester Boedbergen met verscheyden officiers, seggende dat sij veel hooffden ende officiers in stadt waren, die soe lichtelijck niet en konden in soe swaren sake resolveren, te begeren daerom tijt tot t’avont te 3 uyren, ende dat se dan schriftelijck so sullen antwoorden, dat sij meinen dat Sijn Excie niet onaengenaem sal wesen. Hiervan rapport aen Sijn Excie gedaen, liet heur den tijt om te sien wat se doen souden, ende dede middelertijt sijn minen al vast dieper maken ende sijn gaelderien seer avanceren, van dewelcke ten noorden noch een aen tbolwerck van Graef Harman aengebracht werde, ende een ander begonnen voor tbolwerck vande Santerpoorte, welcke advancementen al dienden om die vande stadt beter op heur stuck te doen letten. Op den avont sont Sijn Excie wederom aende stadt, ende doen gaven sij aenden trompetter een schriftelijck antwoort, daerbij sij versochten tijt ende consent om twee personen aen Graef Harman te mogen senden, om te weten offer ontset voorhanden is ofte niet, ende daernaer te delibereren op de handelinge met Sijn Excie te doen, ende middelertijt stilstant van wapenen ende wercken. Ende soe haest den trompetter vande stadt affreedt, schooten sij 2 schooten, waerop mette 2 stucken te nacht geplant wederom eenige schooten op de Lutpoorte gedaen werden. Sijn Excie sondt noch van avont wederom, ende dede heur verclaren dat geen secours voor handen en waer, ende daerom heur geen consent nocht tijt en wilde geven om uyt te gaen nochte oick stilstant van wapenen, maer soe se gedeputeerden willen uytsenden om met hem te handelen, dat se des van avont aennemen ende doen mosten, ofte hij | |||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||
dacht voorts te gaen, ende sijn beste te doen. Hierop hielden sij 2 uyren haer beraet, ende gaven voor antwoort, dat Sijn Excie op morgen vrouch Clout met een Capiteyn soude uytsenden, om te sien, of se souden connen verdragen, ende seyden op t’wechgaen tegen den trompetter, dewijle sij veel deur stadt mosten loopen om met malcanderen te consulteren, dat men soe seer met grof geschut niet en soude willen schieten, daerop den trompetter seide, dat sij selfs met heur schieten tschieten vande onsen veroirsaeckten, ende daermede ging dien nacht over, in dewelcke men al voorts ging met wercken ende mineren, ende men begonst oick ten noorden in tbolwerck van Graef Harman te sapperen, ende boven dien dede Sijn Excie ten suyden noch 2 gaelderien beginnen, om te commen in de cortine vande walle bewesten de Casselpoorte om alsoe die vande stadt van alle canten werck te geven. Desen nacht en vierden die vande stadt wederom niet, daerom men te meer geloofde, dat se van meininge waren te parlamenteren ende te accorderen op t’overgeven vande stadt.
Tot desen daege toe en hadde den viant voor Oisteinde nyet geapprocheert naer de stadt, maer scheen alleen te approcheren naer de here Vere, die in tvelt lach. Sij hadden geschooten wel 16.000 schooten, ende die vande stadt mede wel 6000, ende scheen dat dit beleg uytermaten swaer soude vallen, omdat den Ertshertoge eerst de sake licht geacht hadde ende nu de sake soe swaer werde, scheen hij evenwel te opiniatreren om de stadt te benauwen ende de Staten om die te defenderen. Snachts quam den Graef van St Pol aende schepen voor Oisteynde, vragende naer de gelegentheyt van tbeleg ende vertooch weder. Tot Oisteynde waren in 5 dagen wel 40 menschen arm ofte been afgeset, ende men verstont dat Don Augustijn Messia Generael vanden leger vanden Ertshertoge was, ende dat die vande stadt een gat deur tpaelwerck vande oude stadt gemaeckt hadden. | |||||||||||||
[Den 30en Julij]Den 30en Julij was tamelijck weder. Ten 9 uyren gingen naer de stadt den ritmeester Clout, die daer begeert was, ende den capitein Dort, ende uyte stadt quamen den ritmeester Boedbergen ende den capiteyn Fco Nelli, versouckende alsnoch met veele redenen, dat se mochten senden naer Venloe aen Graef Harmen om te weten of secours voorhanden ware, waerop Sijn Excie seide dat se dan niet behouft en hadden uyt te commen, dewijle hij sulcx niet gesint en ware te consenteren, ende dat se sulcx wel weder naer de stadt keeren mochten. Sij dat siende versochten alleen 4 uyren tijts ende vrije pas om naer Gelder te mogen senden ten fynen voors., maer Sijn Excie slouch dat mede aff ende stelde bij | |||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||
geschrifte eenige articulen, die hij heur consenteren wilde, als uyt te mogen trecken met wapenen, vendelen, bagagie ende alle personen ende alle heur treyn mette officiers vanden Coning ende ontfangers vande contributien, mits dat d’ontfangers overleverden alle heur papieren ende charters ofte copien van dien; dat alle overlopers, namentlijck Jan Tas buyten t’accoort souden wesen; dat se alle peerden in stadt genomen souden restitueren ende alle gevangenen ontslaen, mits betalende heur costen, ende sondt heur daermede naer de stadt met last sijn giselaers weder uyt te laten, ende terstont heur daerop te resolveren ofte elcx mocht sijn beste doen. Die vande stadt hielden onsen gijselaers op totten 3 uyren naernoen toe, ende lieten se doen gaan, seggende dat se ten 6 uyren tsavonts eyntelijck antwoort souden senden, ende dat dan onse gijselaers weder souden commen, twelcke geschiede, ende doen quamen sij wederom uyt met een lang geschrift in Spaens bij den Gouverneur geteyckent houdende: 1o. dat hij tevreden was de stadt over te geven, mits uyttreckende met ruyteren, knechten ende bootsgesellen met wapenen, vendelen, bagagie, slaende trom, bernende lonten ende ballen in de mont, ende geconvoyeert werdende tot Gelder ende hebbende sauf conduict tot Maestricht toe, ende dat de crancken in stadt mogen blijven tot dat se gecureert sullen wesen, dan vertrecken met paspoort. 2o. ende dat hij met soude mogen nemen 2 stucken gechuts, 50 tonnen cruyts ende 100 cogels ende daertoe ende t’uyttrecken soude geassisteert worden met 200 wagens ende nodige treckpeerden om wech te brengen tgeschut. 3o. Dat hij alle sijne goederen ende waren ende die toecommen mogen den Ertshertoge bij titule van confiscatie, gevallen in crachte vande placcaeten ter cause van Rijnvaert, sal mogen vercopen ofte mede nemen, ende daermede te betaelen de leninge die hij van de burgers heeft genoten geduyrende dit beleg. 4o. Dat Evert van Ens met sijn vrou, Westerholt ende alle andere commissarissen vanden Coning ofte Ertshertoge sullen met heur goederen vrij mogen vuyttrecken daerhenen sij sullen willen. 5o. Dat Jan de Bruyn mede vrij met alle sijne papieren sal mogen vertrecken, dewijle hij anno 97 treckende uyt Grol, daervan eens dubbelt aenden ontfanger tot Zutphen heeft gegeven, ende noch tevreden es des te doen ende met een trompetter terug te senden. 6o. Dat se de restanten vande contributien totten dach vande belegeringe toe vrij sullen mogen ontfangen over de landen van Zutphen, Overijssel, Drenthe ende Lingen. 7o. Dat alle giselaers voor de contributien gevangen sullen vuytgaen, mits betalende heur costen tot sulcken tauxe als naer gewoente. 8o. Dat alle peerden gecregen | |||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||
gedurende de belegeringe sullen blijven aende geenen die se gecregen hebben in pericul van heur leven. 9o. Dat alle andere gevangenen sullen los gaen mits betalende heur costen. 10o. Dat alle geestelijcken mogen vrij vuyttrecken, ende dat Sijn Excie voor gerecommandeert wllt houden de bagijnen in stadt blijvende. Dat alle burgers die sullen willen vertrecken tselve sullen mogen doen binnen 6 maenden ende heur goederen vrij houden ofte mogen doen vercoopen. 11o. Dat hij alle boeren van wien hij beesten heeft doen nemen mach ontbieden om heur suffisante obligatie daervan te mogen geven om verhael van heur schaden tot Bruessel te mogen versoucken.
Alle dese articulen werden heur geconsenteert vuytgeseit het tweede, waerop Sijn Excie verclaerde den Gouverneur uyt courtosie wel te willen laten volgen 2 vande cleinste veltstucken met 2 tonnen cruyts ende 50 cogels, ende t’5e daerbij gedaen werde dat Jan de Bruyn voor sijn vertreck soude moeten leveren staet vande restanten van sijn ontfang, t’6e, twelcke gans afgeslagen werde, t’7e, dat de costen souden gereeckent worden naer den taux metten Almirante gemaeckt ende t’8e, dat de peerden souden gerestitueert werden, mits genietende voor elcx 20 gulden, ende daermede werde t’aocoordt gemaeckt, ende bij Sijn Excie te gewillichlijcker, omdat hij tijt wilde winnen eer de saken voor Oisteynde verliepen, om tijdelijck daerop ordre te mogen geven ende evenwel desen brock wech te draegen, ende daerom werden de conditien terstont in t’net gestelt ende bij Sijn Excie geteyckent ende gesegelt, ende noch t’avont naer stadt gesonden, om van heure sijde d’selve mede te teyckenen. Geduyrende dese parlamenteringe ende handelinge werde ten suyden beoosten de Casselpoorte de gaelderie mede aende walle gebracht; de gaelderie gisteren voor de Santerpoorte begonnen, werde in de grachte gebracht wel ten halven water, maer de 2 gaelderien ten suyden noch begonnen en waren noch niet in twater gecommen. Dan soe haest als de conditien verdragen waren werde last gegeven niet meer te wercken, ende men dede terstont ordre stellen om de wagens tot heur vertreck bijeen te brengen, ende op den avont dede Sijn Excie heur seggen, dat se de conditien van heur geteyckent hem wilden senden, ende heur gereet maecken om te vertrecken, maer versochten daertoe tijt tot op overmorgen heel vrouch, twelcke heur gegunt werde. Graef Harman vanden Berge mogelijck verstaen hebbende de extremiteyt van Berck, dede alle de trouppen op de Mase leggende avanceren om die vande stadt in asem te houden ende des snachts ses mael met geschut schieten ende op den toorn | |||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||
als van ontset seer vieren, maer dat en maeckte in de stadt geen veranderinge.
De Staten opt schrijven vanden Generael Vere ende Sijn Excie sonden naer Oisteinde 6 stucken geschuts ende amunitie daertoe noodich, ende en waren niet wel tevreden dat deur de negligentie ende vervaertheyt vanden commies, die uyte kelder niet commen en dorste, de amunitien ende vivres soe qualijck geadministreert ende soe onnuttelijck verdaen werden, in vougen dat d’selve tlant niet en streckten, ende dat echter de soldaten daervan gebreck leden. | |||||||||||||
[Den lesten Julij]Den lesten Julij wast meest heel heet weder, doch op den avont begonstet te donderen ende wat te regenen. Den Gouverneur sondt heel vrouch uyte stadt aen Sijn Excie de conditien van tverdrach bij hem alleen geteickent ende besegelt, ende Sijn Excie sondt sijn pionniers in de stadt om de Lutpoorte te openen tottet tvertreck ende de brug te vermaecken. Hij sondt oock de wagens naer stadt om daer geladen te werden, die eerst tsavonts incommen konde. In stadt verstont men dat al over de negen hondert doden van de soldaten daer gebleven ende begraven waeren, meest mette musquetten geschooten. Men stelde in tleger ordre op de wachten ende om morgen alle tvolck in de wapenen te brengen als den viant soude uyttrecken. Snachts waren die vande stadt seer doende om alle heur goet te packen, ende Graef Harmen dede tvolck tottet ontset meest commen tot Aerssen, die men verstont niet over de 6000 man te voet te wesen ende 2000 peerden, ende daerom niet starck genouch om hier ontset te doen. Hij dede mede tot Gelder seer vieren ende 6 schooten doen. Die van Wachtendonck deden terstont 9 schooten doen om het signael te verduysteren, daerom die van Gelder wederom noch ses schooten deden. | |||||||||||||
[Den 1en Augusti]Den 1en Augusti wast heel heet weder. Sijn Excie dede vrouch alle tvolck te voet ende te peert uyt sijn leger ten westen vande stadt in tvelt brengen ende in slachordre stellen. Daernaer tusschen 8 ende 9 uyren begonst den viant uyt te trecken ende werden geconvoyeert bij 2 vanen ruyteren van Panier ende Baetenberch, daeraf die van Panier voor tooch ende doen volchde de vane van Boedbergen met omtrent 45 peerden, daernaer 65 man te voet, gaende in ordre voor de wagens, daernaer omtrent 280 wagens ende karren, daerbij gingen omtrent 100 soldaeten, ende aen crancken ende gequetsten laegen daerop 370 mannen, doen quamen de 6 vendelen Duytsen uyt, starck 253 musquetten ende roers ende 528 piecken, doen volchden 2 France halve slangen, die se mede uytnamen met | |||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||
50 cogels ende 2 tonnen cruyts ende de scheepsgesellen daerbij wesende; voor ende achter waren 78 mannen; ten lesten marcheerden de 7 vendelen Italianen, 2 vendelen Spangiaerden ende een vendel Walen, wesende starck 92 musquettiers ende roers ende 156 piecken, ende naer alle dien reedt den Gouverneur wech met noch 11 diversche officiers, soe dat den viant uyttooch in gesonde mannen 45 ruyteren, 1247 voetknechten, 78 maetrosen ende 370 gequetsten ende crancken, maeckende tsamen 1740 mannen. Desen namen alles den wech naer Alphen ende de Lucht toe Ga naar voetnoot1. In stadt tooch den Colonnel Gistelles om daer te commanderen met sijn compagnie ende die van Brakel, Arnsma ende Etsert Grovesteyns. Amunitie werde weynich in stadt gevonden, dan alleen 40 viertel mels, een last rogge, 3 kuip stockvis, 7 tonnekens asijn ende 3½ last havers; daer bleven inne 3 heele canons, dry drylingen ende 14 cleyne metale stuckxkens, daeronder eenige halve slangen ende 20 ijsere stucxkens, meest vande schepen gecommen. Voor de verseeckerheyt vande wagens ende treckpeerden bleven in tleger een Italiaense capiteyn Jeronimus Roock ende den capiteyn Castro. Terwijle den viant uyttooch werde tot Gelder wederom 3 schooten gedaen als van ontset, maer twas te laet, mits tvolck al uytgetogen was, ende men verstont doen dat se voor seecker in tbeleg wel een duysent man verloren hadden. Sij lieten in stadt noch eenige weynich crancken ende eenige Duytsen, die sonder dienst waren, ende daermede quam in handen vande Staten de stadt Berck, tlaeste vande conqueste gedaen bij den grooten leger vanden Almirante van Arragon, die den viant soe wel beset ende bewaert meynde te hebben, dat daerop geen winnen en was.
In tleger bij Sijn Excie quamen vuyt Vranckrijck de soine vanden heere van Saucy ende de soine vanden Gouverneur van Thou, om hier tleger te besien. Naernoen werde ordre gestelt om metten eersten de approchen af te werpen ende tsavonts quam noch in tleger bij Sijn Excie de 2en soin vanden Churfurst van Brandeburch, die Administrateur van Straesburch was, om te verhalen de swaricheyt van sijn staet ende de moeite die hem daerinne gemaeckt werde bij den 2en soin van Lorreinen, die bij tcapittel tot Bischop gecoren was, daertegen hij geen remedie als mette wapenen en sach, ende versocht daerom in de wintertijt ofte anders als men tvolck hier minst van doen mach hebben assistentie van 1000 peerden ende 5 ofte 6000 man te voet, leverde daertoe over brieven van faveur vanden Coning van Vranckrijck voor hem ende tegen den Lorreinen geschreven, maer | |||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||
Sijn Excie en wiste daerinne niet te doen sonder den Staten, ende wees hem daerom aende Staten. Hij bleeff noch in tleger om tselve te besichtigen.
Omtrent dese tijt wert tot den Raetsheer Casenbroet tot Woerden gesonden om de Luterianen mette gereformeerde te accorderen, maer en conste niet sonder auctoriteyt van Sijn Excie, diens comtste men daerom moste verwachten. | |||||||||||||
[Den 2en Augusti]Den 2en Augusti was heel heet weder. Men begonst de wercken ende approchen vast aff te werpen, ende in tleger quam uyt Hollant omtrent 100.000 £ totte extraordinaris costen vanden leger. Tvolck uyt Berck gecommen bleeff noch te Gelder leggen ende de nieuwe Italianen ende Spangiaerden met alle de ruyteren tottet ontset geadvanceert, lagen op beide sijden vande Mase ontrent Aerssen. Bij heur waren geweest over de 800 peerden vande gemutineerden van Weert, dwelcke verstaende dat de stadt overgelevert was van dage alles wederom afftogen naer Weert. | |||||||||||||
[Den 3en Augusti]Den 3en Augusti was schoin weder. Men was in ons leger seer doende om alle de loopgraven aff te werpen, men dede aenbesteden de grachten vande stadt weder te ledigen ende de gebroocken bolwercken ten suyden ende noorden weder op te maecken. Graef Harman sondt van dage een convoy naer Gelder, die noch 4 stucken geschuts daerinne brachten ende met heur naer Aerssen namen al tvolck uyt Berck gecommen, ende hij dede alle sijn volck tot Aerssen over de Mase commen, tsij om Gelder ende Stralen beter te verseeckeren, ofte dat hij vrese hadde, dat wij op hem mochten commen. Die van Cleeff hadden Sijn Excie nu lange vuytgestelt nopende de saecke van Meurs, maer Sijn Excie niet willende versuymen de occasie van nu sijn saken te rechten, heeft bij hem ontbooden den Lantdrost van Cleeff Witenhorst ende den Raetsheer Overlacker ende d’selve aengeseit, dat hij niet anders bemercken en konde off die van Cleef en dreven met hem den spot ende lieten heur voorstaen, dat hij geen macht soude hebben sijn recht uyt te voeren; dat hij wel wist dattet de faute vanden Furst niet en was, maer alleen vande raden, die hem sijn goet wilden onthouden, dat hij daerom rontuyt Meurs dadelijck ende terstont begeerde in sijn hant gestelt te hebben, ofte hij soude de plaetse met gewelt nemen, ende indien zij hem daertoe drongen, soe soude hij binnen Meurs alle des Fursten soldaten ende officiers doen den hals affsnijden ende hem aende raeden vanden Furst soe nemen, dat se gevoelen souden t’ongelijck dat sij hem deden; dat se tselve den Furst ende sijn raden mochten gaen aenseggen ende maken, dat hij op Sondage eyntelijcke | |||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||
antwoorde creegh, ofte hij was bedacht op Maendage andere middelen voor te nemen. Dvoors. 2 raeden hierinne seer ontset wesende, vertogen terstont naer Cleef ende beloofden antwoort te brengen. Daer en tusschen dede Sijn Excie alle gereetschap maken om met 10 stucken geschuts naer Meurs te mogen gaen, indient van node waere.
In dese tijt creegh men in Noorthollant tijdinge, dat den heere van Wackene uyt Spaengien wederomme gecommen was ende achter Engelant omgeseylt ende gecommen tot aen ’triff, waeromme de Staten terstont ordre gaven op de bewaringe van alle zeegaten, ende oick opt gadt vande Eemse, omdat de caerten tot Eemden wederom verwerret waren, omdat de Keiserlijcke gesanten daer seer aengevordert hadden de betaelinge vanden Turcksen stuyr, die die vande stadt verclaerden aen heuren Graeff betaelt te hebben, ende den Graef seide die gedispendeert te hebben tot bedwingen van sijn rebelIe onderdanen, ende hadde daerom die nochmael willen uytschrijven, twelcke de burgeren van de stadt niet en hadden willen lijden, nochte oick innewilligen het schougelt bij den Graeff versocht tegen een daelder op elcke schouwe ende tegen 2 daelders voor de anabaptisten ende 3 voor de joeden, ende daerom hadden de burgeren de wapenen weder aengenomen.
In Oisteynde stonden de saken noch tamelijck wel ende tvolck was welgemoet, maer die de sake wat verre innesagen haeckten seer naer de victorie van Rijnberck, op hope dat Sijn Excie dan eenige andere diversie soude doen om den viant te doen van sinnen veranderen, die anders opiniatererende heur saken met langen arbeyt in twijffel soude konnen brengen. Sij schooten van binnen seer om den viant sijn approchen te beletten Ga naar voetnoot1. | |||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||
tquartier van Gistelles (uytgeseit tschantsken aende brug ende slachboom) ende de France schantse, ende de 5 resterende vendelen van Gistelles quamen logeren ten westen in tquartier bij Sijn Excie. Den Marckgraeff van Brandenburch vertoogh desen dach naer Hollant om met den Staten van sijn versouck te communiceren, die hem naer antwoorden, mits in heuren handen geconsigneert wesende de penningen vande soldie, dat se hem voor eenige maenden in den winter souden lenen 5000 man te voet ende 1000 peerden. | |||||||||||||
[Den 5en Augusti]Den 5en Augusti was schoin weder. Sijn Excie dede uyt stadt lichten een France canon ende 4 cleine metale stucken, die verlopen ende verdorven waren, ende sondt daertegen in de stadt 2 heele ende 2 halve canons met veel amunitie van oirloge tot bewaringe vande stadt nodich, ende om de voeragiers boven de stadt te accommoderen, dede hij aende Weert een brug van eindelinge ponten slaen. Hij dede in de stadt in tclooster in Duyts predicken ende mettet afwerpen vande quartieren vast voortgaen; ten westen dede hij mede afwerpen de redoute Mi. Ende omdat die van Cleeff niet en quamen nochte antwoort en brachten, gaf Sijn Excie last aenden Colonnel Edmonde, den Drost van Zallant ende Clout om morgen met eenige ruyteren naer Meurs te gaen ende de stadt sommeren, ende maeckte alles gereet om met gewelt derwerts te gaen, indien sij de plaetse nyet overleveren en wilden.
De Staten niettegenstaende verscheiden instantien bij Sijn Excie gedaen om deur te snijden den dijck ten westen van Oisteynde, hielen evenwel de saken op, sonder daerinne eyntelijck yet te verclaren om de redenen bij de magistraet van Oisteynde geallegeert, ende dat sij bevreest waren den dijck deurgesteecken wesende, dat dan de zeewercken seer swaer ende costelijck souden vallen, welcke costen sij meenden te versparen, indien men die niet deur en stack, te meer, soe sij achten volcx genouch in de plaetse te wesen om die te beschermen ende en bemerckten niet, dat den viant Oisteynde naerder commende, sij in de defensie veel meer costen souden moeten doen als in de zeewercken, ende evenwel sonder deursnijden de plaetse tegen de sappe niet en soude connen bewaren. | |||||||||||||
[Den 6en Augusti]Den 6en Augusti was schoin weder. Edmonde, Drost van Zallant ende Clout togen vrouch met 12 vanen ruyteren naer Meurs met brieven van Sijn Excie, aende burgerie ende t’Cleeffsche garnisoen om de stadt vrij te stellen in handen van Sijn Excie. Daer commende gebruyckten de gedeputeerden redenen van persuasien ende oick dreigementen, indien men met force moste commen. De burgeren antwoorden tevreden te wesen Sijn | |||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||
Excie voor heer te kennen ende de stadt te openen, maer de hannevederen, die tot 300 in stadt ende op tcasteel lagen, verclaerden des sonder last van heuren heere niet te konnen doen, ende versochten daerom tijt van 3 dagen om naer Cleeff te mogen schicken, twelcke heur afgeslagen wesende, versochten tijt tot morgen ten 10 uyren alleen, dat werde mede afgeslagen ende doen was een vande capiteinen tevreden ostagers te leveren dat se morgen te 10 uyren de stadt souden leveren, maer hen naerder bedenckende, reselieerde daervan, ende claechde seer over haer ongeluc, dat sij overgevende de plaetse te verwachten hadden de ongenade van heuren heere ende nochtans die niet behouden en konden tegen de macht van Sijn Excie, ende in sijn dreigementen te vervallen, ende seggen eyntelijck sonder meer gewelt te sien ofte bevel van heur here te hebben de plaetse niet en konden overleveren, daerop de onsen weder afftogen, heur vermanende dat se sien souden wat sij deden, omdat Sijn Excie op heur dacht te verhalen alle de schade die daer geschieden soude. Des naernoens sonden sij in tleger twee tromslagers, d’een aen Sijn Excie om te versoucken verlof om naer Cleef te gaen, d’ander aen Clout om voor heur te intercederen. Die van Clout sondt Sijn Excie weder naer Meurs heur aen te seggen, dat hij morgen vrouch daer quam, dat se heur disponeren souden hem sonder moite inne te laeten, ofte hij soude hem over heur soe wrecken, dat se gevoelen souden t’ongelijck, dat men hem dede. Ende om alles gereet te hebben, dede hij 6 halve canons ende 4 heele tegen den avont brengen in tquartier boven de stadt, met veel wagens geladen met amunitie van oirloge, met schuppen, spaden ende andere instrumenten ende met de biesbrugge, ende beraemde morgen heel vrouch selfs derwerts te gaen met 35 compagnien te voet ende 25 vanen ruyteren. In sijn leger dede hij aenbesteden eenen nieuwen courador buyten de Casselpoorte ende buyten de Santerpoorte, groot, swaer ende soe geflanckeert, dat die mettertijt totte nieuwe fortificatie van de stadt soude moegen dienen. Hij ordonneerde dat in de stadt van Berck noch in garnisoen soude trecken de compagnien van Oosthem, Millingen, Eminga ende van Hans Fries; uyten Vriesche regemente, ende uytet regiment van Gistelles noch die van Borck ende van la Mouillerie, ende bij hem quam de heere Eduardt Cissel, commende van Oisteinde, refererende dat de saken daer noch wel stonden, ende dat den Hertoge meer approcheerde naer de quartieren vanden Generael Vere als naer de stadt. | |||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||
du Bois ende Clout ende die vanden Graef Frederick, van Marceel Bax ende vanden Drost van Zallant met 4 vendelen vande guarde, 6 vendelen Duytsen, 5 vendelen Schotten, 5 vendelen Walen, 6 vendelen Vriesen, 6 vendelen Francoisen, ende de compagnien van Marlijn, van Baccart ende van Swart, welcke 3 laeste gelast waren heur bagagie met te nemen om tot Meurs in garnisoen te leggen. Hij naem mede alle de wagens met amunitie ende de 6 halve canons, ende liet de 4 heele canons boven in tquartier staen om te mogen doen volgen des noot wesende, ende de heere Sidnisky bleef in tleger om met de reste van dien te commanderen ende alles te doen volgen soe het mede noot ware. Sijn Excie aldus treckende naer Meurs quam omtrent 7 uyren daervoor. Terstont int aencoemen vanden leger sondt hij aende stadt den Colonnel Edmonde metten Drost van Zallant om heur te seggen dat hij daer was ende begeerde te weten wat sij doen ofte laten wilden. De capiteynen vraechden oft tgeschut daer was, ende hoirende jae, gingen uyt om dat te besien, ende tselve gesien hebbende, waren tevreden de plaetse over te geven ende die te verlaten, mits uyttreckende met wapenen ende bagagie ende daertoe geaccommodeert wesende met wagens. Sijn Excie consenteerde des uytgeseit de wagens, die hij niet leenen en wilde, maer liet ten laesten toe dat se tot morgen toe in stadt souden mogen blijven ende dan met gemack vertrecken met heur bagagie, mits hem terstont inneruymende het huys. Dien volgende togen sij vant huys, ende Sijn Excie liet daerop trecken de compagnien van Marlijn, Baccaert ende Swart, sullende Marlijn bij provisie daer commanderen. Daernaer quam hij selfs omtrent half 10 uyren in stadt ende doen brachten de burgemeesters hem de sloetelen tegen, presenterende hem voor heere aen te nemen. Hij ging op thuys smiddaechs eten, maer omdat de burgeren seer claechden vant afsnijden van heur coren bij tcrijsvolck, haeste Sijn Excie hem soe veel mogelijck te vertrecken ende dede daerom alle tcrijsvolck terstont naer een uyren weder vertrecken, hebbende opt casteel doen brengen 2 halve canons hem toecoemende met 200 cogeIs, 30 tonnen cruyts met eenige loot, lonten, schuppen, spaden ende andere instrumenten, ende doen ging hij oock selfs wederom wech, ende quam met alle de trouppen ende de reste van tgeschut weder in tleger. Aldus maeckte hij hem selven meester van Meurs tegen de Furst van Cleeff, denselven depossiderende vande possessie van dien, die Sijn Excie meinde dat hij met onrecht ende gewelt op hem genomen hadde, ende omdat den Furst niet en hadde willen consenteren de ontruyminge vande plaetse, nochte oock tverhef van tleen aen hem naer gewoente, maer liever hem | |||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||
met gewelt daeruyt liet stooten, meynden velen dat hij in toecoemende tijden sijn recht ende actie wilde geconserveert houden, ende dat sulcx dese plaetse tegen den Furst ofte sijn erffgenamen noch wel oirsaken mocht wesen van een nieu oirloge tot verderf van alle de omleggende landen, ten ware metter tijt de sake geraddouveert werde. | |||||||||||||
[Den 8en Augusti]Den 8en Augusti was tamelijck weder. Sijn Excie was mette gedeputeerden vande Staten lang delibererende op tstuck van tleger, daerinne velen achten seer onvoorsichtich gehandelt te worden, dat men de gaelderien voor de Casselpoorte tot noch toe nyet uyte grachten hadde genomen, ende dat men soe seer langsaem alle de approchen ende wercken afwierp, dewijle tleger alle dagen op seer groote extraordinaris costen lach van schepen, wagens, treckpeerden, bruggen ende andere officiers, soe dat men apparentelijck veel wercx aende stadt soude konnen maken met d’selve penningen van extraordinaris costen, daerom goet gevonden werde, dat men t’opmaecken vande stadtwallen ende het ruymen vande grachten van dien meest soude verhaesten, ende dat men de schantse, die op de Weert bestedet was te maken met 5 bolwercken met den eersten soude beginnen, mitsgaders de nieuwe couradors; ende om tleger bij provisie van costen soe veel mogelijck te verschonen, dat men alle de wagens op 80 naer soude casseren, ende alle de treckpeerden op 60 naer. Werde mede gelast, dat men Berck metten eersten voorts van vivres soude voorsien voor 3 maenden met 55 lasten rogge, 90 lasten mouts, 30 lasten haver 135.000 pont case ende andere provisien, ende daeraf altoes metten eersten in stadt brengen tgene hier in tleger was. Dat men opt vertreck in stadt soude laeten 15 vendelen knechten ende 2 vanen ruyteren, ende daertoe alle de hutten daer begonnen voorts doen opmaecken ende accommoderen, om twelcke te doen den timmerman meester Ulbe met sijn volck in stadt soude blijven; dat men in de stadt noch soude brengen 4 veltstucken ende eenige andere cleine daer uyt lichten; dat men naer Wachtendonck soude senden noch 4 vendelen knechten met 4 halve canons met een goede provisie van amunitie; naer Meurs noch 3 cleine metale stucken met amunitie, ende naer Cracou noch 4 ijsere stucken met provisie van amunitie, ende dat men metten eersten aende Staten Generael soude schriven, of sij meinden heur leger te breecken ofte anders tot diversie te employeren ende tselve bij een houden tot op heure antwoorde, ende daermede ging desen dach meest deur, in dewelcke tot Wesel begraven werde den capiteyn Bodenhausen, op den dach vande mine gebleven ende dus lange opgehouden om naer sijn vianden te wachten. Den capiteyn Jan Emmery | |||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||
wesende gequetst in de borst van capiteyn Gilson, ende evenwel op de begravinge mede gegaen, sterff tot Wesel. Desen dach gaff Sijn Excie patenten aende compagnie van Berendrecht om te gaen naer de Voorne, die van Appelman naer Sint Andries, die van Wingaerden naer Geertruydenberch die van Pr Cheuwen naer de Clundert ende die van Calvaert naer Bergen op den Zoom.
De Staten Generael hoirende dat den viant naer den dijck ten westen Oisteynde begonnen te approcheren, ende daerom in meer bedencken nemende de instantien van Sijn Excie om den dijck deurgesteecken te hebben, hebben ten lesten geschreven naer Oisteinde aenden magistraet ende crijsraet om advys, wat heur hieraf dienstelicx dochte, sonder te letten dat dit over ende weder schriven al veel tijts dede verliesen. | |||||||||||||
[Den 9en Augusti]Den 9en Augusti was tamelijck weder. Sijn Excie sondt naer Meurs sijne raetsheeren Weresteyn ende Loen om alle de behoorlijcke ende notelijcke ordre daer te stellen, soe tot regeringe van den Graefschap als vernieuwinge van alle de officiers van dien, ende dede d’selve convoyeren mette regimenten ruyteren van Balen ende Stakenbroeck. Naer Hollandt vertogen de heeren Beveren ende Foeck om de Staten Generael te remonstreren de gelegentheyt van desen leger ende te vervolgen een resolutie op tvorder aenhouden ofte afdancken van dien, ende off de Staten begeerden dat men daermede hier noch yet soude uytrechten, ofte dat ment nae Seelant soude voeren om eenige notable diversie tot verlichtinge van die van Oisteinde te doen, daertoe Sijn Excie seer inclineerde, tsij dan op de Grave ofte op Hulst. De heeren van Oijen ende Rengers waren mede van meininge geweest te vertrecken, maer Sijn Excie begeerde dat zij hier noch blijven souden. Anders maeckte Sijn Excie gereetschap selfs op morgen naer Wachtendonck te gaen om de plaetse te besien ende daerinne noch geschut ende volck als boven te leggen, ende daertoe werde patenten gedepecheert op de compagnie van Haverschoe, Sas, Rentselaer ende Sloet. | |||||||||||||
[Den 10en Augusti]Den 10en Augusti begonde het snachts te regenen, ende regende veel dien dach. Sijn Excie vertooch voor dach met alle de 33 vanen ruyteren ende de 4 halve canons mette 4 compagnien voorsz. te voet naer Wachtendonck, ende wel 80 waegens met amunitie van oirloge geladen, daer hij tusschen 10 ende 11 uyren quam, ende terstondt de plaetse alomme ging besichtigen, ende bevindende die in tamelijcke goede defensie, liet de 4 halve canons daerinne brengen met heur nodige canoniers ende de 4 compagnien knechten, daertegen hij daeruyt weder dede trecken de compagnie van hopman Rijcken. Hij dede oock uyte stadt nemen een cleyn metaele stucxken | |||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||
van 4 pont ijsers, daer de wapenen van Meurs op stonden om weder naer Meurs te doen brengen. Ende gegeten hebbende in de stadt quam tsavonts laet wederom in tleger. Binnen Berck voerde men noch al vivres ende amunitie, maer men was seer geincommodeert dat geen dichte solders in stadt en waren om tgoet ergens te bergen, omdat alle de huysen soe deurschoten waren.
In tleger bestede men af te werpen alle de buytenwercken buyten de quartieren vande legers gemaeckt tegen de aencomtste van buyten, ende omtrent Gelder werden gevangen gecregen 2 ruyteren van Graef Hendrick, die seiden dat alle de reste van tleger vanden viant getogen was naer Venloe, ende tot Blerick tegen over de stadt schantsten al oft sij daer wilden blijven.
Over eenige dagen waren uyt Zeelant binnen Oisteynde gecommen 2 predicanten om de soldaten wat te vertroosten.
D’Ertshertogen hebbende verstaen tconsent vande vier leden van Vlaenderen totte saken van Oisteinde van 600.000 £ tot redemtie vanden halven hondersten penning, hebben dat geaccepteert te betalen de helft gereet, ende reste naer veroveringe vande plaetse. | |||||||||||||
[Den 11en Augusti]Den 11en Augusti was schoin weder. Men was seer doende om de wercken alomme noch aff te werpen. De walle omtrent de Santerpoorte was meest opgemaeckt ende de grachten opgeruympt, maer aende Casselpoorte was de walle op veel naer noch niet opgemaeckt ende noch geen vande 3 gaelderien uytgenomen, in vougen dat de stadt daer noch lelijck lach, omdat de aennemers de eirde vande gaelderien alleenskens wilden employeren tot aenvullinge van heur werck. Aende schantse op de weert was noch weinig begonnen ende men meinde den nieuwen courador voor de stadt aen te besteden, maer niemant en wilde gelt daervoor eischen nochte yet minen op pretexte, dat de aennemers beclaechden dat se niet weten en soude waer heur gelt te halen als tleger vertrocken soude wesen, ende heur ongelegen was daerom in den Hage te gaen soliciteren; hoewel anderen meinden dattet een treck van den ingenieur de Vrij was, die dat mogelijck een van sijn conducteurs wilde toejaegen.
Anders was men seer doende om de reste vande vivres ende alle thoutwerck dat in tlger gecommen was ende hier ende daer gebruyckt ende nu weder afgenomen was geweest, in de stadt te voeren om te meer schepen ledich te hebben tegen het vertreck. Men dede veel hutten voor tcrijsvolck in stadt maecken ende de solders vande huysen dichten, daer men t’coorn ende andere amunitie leide, ende men dede afdancken alle | |||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||
de wagens tot op 80 naer, ende alle de treckpeerden tot op 60 naer om morgen te mogen wech gaen. Sijn Excie willende naer Cracou ende Meurs gaen, dede uyt Berck noch lichten 2 cleine metale stuxkens van 4 pont ijsers, daer de wapenen van Meurs op stonden om weder op Meurs te doen brengen, ende 4 ijsere stuxkens om op Cracou te doen voeren, ende willende sijn reys cort maken, vertooch snachts te 11 uyren met 9 vanen ruyteren naer Cracou, om morgen vrouch die plaetse te besien ende smiddaechs tot Meurs te coemen eeten. Eenige ruyteren van Edmondt hadden bij Ruremonde geslagen eenige ruyteren van Graef Hendrick ende 7 van dien gevangen gecregen met 9 peerden, daeraf sij de 5 opt velt lieten gaen ende brachten de andere 2 mette peerden van daege in tleger, die mede niet en wisten te seggen, dan dat den viant voorts getogen was naer de Graef, ende dat se scheenen daer te willen blijven.
Die van Oisteinde noch niet connende verdragen den dijck deur te steecken, vonden evenwel goet dat men se voort halve maentken soude esplaneren ende wat wech nemen. Huchtenbrouck viel snachts met eenich volck daeraen ende begonstet werck, maer den viant des gewaer werdende, viel starck op hen uyt ende verdreeff sijn volck vant werck, soe dat sijt niet alles wel doen en konden. Veele vande crijsraet dreven dit deursteecken seer, maer de magistraet ende de heere Vere waren daer tegen, ende en waren niet te bewegen om tselve goet te vinden ofte te willen toelaeten. | |||||||||||||
[Den 12en Augusti]Den 12en Augusti was schoin weder. Heel vrouch vertogen uyten leger den ritmeester Stakebrouck met 3 vanen ruyteren om naer Meurs te convoyeren de 3 cleyne metaele ende 4 ijsere stucxkens met eenige amunitie ende de canoniers daertoe noodich, om dselve binnen Meurs ende Cracou te brengen. Met hen tooch de compagnie van Gerrit van Rhee om tot Meurs in garnisoen te gaen, ende op den middach vertogen uyten leger alle de gecasseerde wagens ende treckpeerden, die met een vaen ruyteren gcconvoyeert werden naer Emmerick, ende noch vertooch naer Groeningen de compagnie voetknechten van Ernst Millinga om daer uyt te lichten de compagnie vanden overleden capiteyn Bodenhausen, die nu corts gegeven was aen Andries de Roy, ingenieur, ende in Berck soude commen leggen. Omtrent 7 uyren quam Sijn Excie tot Cracou, ende besichticht hebbende de plaetse, vertooch terstont naer Meurs, daer hij omtrent 10 uyren quam, ende daer waren beschreven ende gecommen de regierders van alle de vlecken ende dorpen van Meurs. Sijn Excie ging terstont naer de kercke, alwaer een gebet ende dancksegginge tot sijn huldinge gedaen | |||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||
werde. Daernaer gingen sij alles naer tstadthuys, alwaer Sijn Excie deur sijn raetsheer Loon dede verhalen hoe de Gravinne van Meurs niet alleen voor haer doot aen Sijn Excie gegeven ende overgedragen hadde de Graeffschap Meurs, maer noch affstervende d’selve gifte bij testamente geconfirmeert, die daerom hun wettigen heere nu was geworden, onaengesien tgeene bij den Furst van Cleef daertegen met onrecht was voorgenomen, ende versochte daeromme dat se hem kennen souden voor heuren rechten heere, ende daertoe hulde ende manschappie souden willen sweren. De magistraet vande stadt ende regierders vande vlecken ende dorpen met malcanderen gesproocken hebbende, verclaerden dat se wel bekenden dat Sijn Excie heuren rechten heere was, ende dat heur leet was dat den Furst van Cleef daertegen hadde voorgenomen, dat se bereit waren Sijn Excie hulde ende manschappie te sweeren, mits dat dselve heur eerst confirmeerde alle heure vrijheden ende privilegien ende gerechticheiden, ende beloofde heur daerinne te mainteneren ende te beschermen, waerop Sijn Excie seyde, dat hij heur die niet alleen confirmeerde, maer noch beloofde te augmenteren. Dat gedaen, werde heur den gewoonlijcken eedt voorgelesen, ende sij deden die met goede begeerte, soe tscheen, ende daarmede werde Sijn Excie volcommen Grave van Meurs, ende ging op thuys goede chier maecken, ende quam tsavonts tijdelijck wederom in tleger, daer hij creegh brieven vande Staten om terstont noch 2000 man van hier naer Oisteynde te seinden. Onaengesien de Staten tijdinge hadden, dat de Coninginne opt schrijven aen haer ende haeren raet vanden Generael Vere, alleen (twelcke sij te vooren van wegen de Staten versocht wesende totte recreute toe afgeslagen hadde) noch 2000 man, daer meest gereet leggende, hadde geconsenteert over te laeten commen, ende dat noch wel een duysent vrijwilligen heur souden volgen. Sijn Excie was daerinne wat becommert, omdat hij nu soe swack gemaeckt werde, dat hij qualijck eenige diversie soude konnen doen, ende eenigen meinden dat Vere dit aldus oick dede om te beletten, dat Sijn Excie geen diversie en soude konnen doen ende dat hij alleen mocht hebben de eere van Oisteinde gedefendeert te hebben, die in val van diversie moste geparticipeert worden. Vere hadde mede geschreven dat mits hebbende de 2000 mannen, Sijn Excie voor Oisteynde nyet en behoufde becommert te wesen, dat hij de plaetse wel soude defenderen; indien Sijn Excie yet anders doen wilde, mochtet doen, maer indien niet hem noch soe veel volcxs senden als hij soude mogen ontberen. Hij meinde daer yet voor te nemen daermet den viant wel soude becommert wesen. | |||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||
[Den 13en Augusti]Den 13en Augusti was schoin weder. Sijn Excie dede ordre stellen opt vertrecken van 2000 mannen, ende vont goet, dat die gaen souden onder tbeleit vanden Heere van Chastillon, die seer heevich aenhielt om derwerts te gaen, ende ordonneerde daertoe 6 France, 4 Vriesche, 5 Duytsche, 4 Schotse ende 4 Walse compagnien, die desen avont meest gescheept werden, terwijle men mette wercken aende stadt seer slappelijck voortging, omdat de gaelderie aende Casselpoorte noch niet uytgenomen en waren, deurdien de aennemers van de walle de eerde alleenskens wilden vuythalen om den wal te maken. Den courador aende stadt beraemt te maken, werde van dage bestedet, ende most veel dierder bestedet werden, omdat men de aennemers niet en wilde verseeckeren of sij heur gelt hier souden ontfangen ofte in Hollant moeten haelen. Tsavonts ontfing Sijn Excie brieven vande Staten Generael om selfs in den Haege bij den Staten te commen, dan omdat dese brieven gedepescheert waren voor de comtste van Beveren ende Foeck in den Haege, nam hij voor noch eerst daerop bescheit te wachten. In tleger creegh men mede tijdinge, dat den Hartoge van Braunswijck haestelijck gestorven was niet sonder suspicie van vergift. Des nachts ontrent een uyren voeren de voors. 23 compagnien af met een goede voorwint, hebbende den Heere van Chastillon in last naer Hollant bij den Staten te gaen, ende daer sijn voorder last te verwachten, ende middelertijt alle tvolck in schepen voor Dordrecht te laten. Omtrent dese tijt sondt den Marckgraef van Brandenburch aen Sijn Excie een ketting van 6 pondt gouts.
Desen nacht quamen 17 schepen geladen met vivres onbeschadicht binnen Oistende. | |||||||||||||
[Den 14en Augusti]Den 14en Augusti was heel schoin weder. Sijn Excie was verwondert alsnoch geen eyntelijcke bescheit te crijgen op tgeene Beveren ende Foeck den Staten hadden voorgedragen, of men tleger breecken ofte bijeen houden soude om een diversie te doen, omdat tleger hier tot groote costen ende sonder wat te doen bleef leggen. Ten noorden werde den courador tot eenige plaetsen begonnen, maer so seer slappelijck daeraen gearbeit, dattet te verwonderen was. Ten suyden en werde dselve noch niet begonnen, maer aende schants op de weert werde wat beter gearbeit. Den ritmeester Balen convoyeerde met 3 vanen ruyteren de ingenieurs naer Meurs om aldaer aen tcasteel eenige wercken te doen maken, die Sijn Excie tot versterckinge vande plaetse begeerde te doen beginnen.
Desen nacht quamen noch eenige schepen t’Oistende inne. | |||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||
de stadt in de kercke dede predicken, daer de meeste officiers met hem ter predicatie gingen. Uyten leger vertogen naer Hollant de Heeren van Oyen ende Rengers, mitsgaders de raden van Sijn Excie. De ingenieurs werden met een convoy weder gehaelt. Sijn Excie creegh tijdinge dat binnen Oisteynde gecommen waren de 800 nieu Engelsen, ende dat noch 1200 metten eersten souden volgen, ende dat tot Wesel gearriveert waren veel monstercommissarissen, soe hij vermoede om te monsteren, ende achte daerom, dat metten eersten bescheit vande Staten soude commen, wat hij metten leger soude doen. Op den avont quam bij hem den capiteyn Prince uyt Zeelant gesonden om Sijn Excie te adviseren vanden staet van Hulst, ende te sien of men met dese gelegentheit op de plaetse wat souden connen doen. Ende om dit stuck te dissimuleren gaf hij uyt dat sijn compagnie mette compagnien van Piron ende Magnus voor Dordrecht waren.
Desen dach tsavons vertooch den Heere van Chastillon uyten Hage om met sijn volck vorts naer Oisteynde te gaen, wesende vermaent dat hij daer onder de Engelschen staen moste, indien hij daer binnen eyntelijck begeerde te gaen. Den viant scheen daer te opiniatreren ende maeckte daer grousame wercken met rijs ende hout, ende schoot uytermaten seer, daermede hij binnen Oisteinde veel volcx dode ende quetste, ende ontramponeerde meest alle tgeschut vande stadt. Vere staende op Santhil werde aen thooft gequetst met een stuckxken metaels geschoten van een trompe vande stucken, twelcke scheen sonder pericule te wesen. Desen dach beviel de Coninginne van Spangien van een dochter. | |||||||||||||
[Den 16en Augusti]Den 16en Augusti was tamelijck weder. Sijn Excie ontfing brieven vande Staten Generael om tleger terstont van hier op te breecken ende naer Hollant te commen, daerom hij ordre op tvertreck van dien begonst te stellen tegen overmorgen vrouch. Smiddaechs ging hij met Graef Willem ende meest alle de heeren eeten bij de Palsgravinne op Alpen, daer se genodet waren, ende naernoen ordonneerde hij dat Clout met sijn ruyteren naer Meurs soude gaen ende daer commanderen, ende dat de compagnie te voet van Kijf met hem soude gaen om daeruyt te lichten die van Marlijn, te voren daer gestelt om te commanderen. Hij ordonneerde mede dat noch in Berck souden trecken 8 compagnien te voet, als van Oisthem, Emminga, Hans Vries, Bruges, Kessel, Borck ende Mouillerie, ende dat daer noch commen souden die van Andries de Roy met de vane ruyteren van Graef Frederick van Solms, ende om de stadt te beter te verseeckeren, dat Graef Ernst noch eenige dagen op de weert soude | |||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||
blijven met de compagnien voetknechten van Fr. Amminga, R. Hittinga, Salency, Jao van Nyel, Frans Gerritsz., du Fort, Formentieres, du Buisson, Hamilthon, Balfour, Makaigne, Graef Ernst nieu compagnie, Cristian Johem, Hans Sax, Jurich Weckerle, Machinieke Ga naar voetnoot1, Gilson ende Leest met de vanen ruyteren van Wermelo, Graef George van Solms, Hasebrun, Smeeltsing, van Graef Hendrick, Balen ende Brouchem, mitsgaders de pionniers van Michiel VimmeGa naar voetnoot2 ende Meissener ende de 5 veltstucken met heur toebehoiren. Dat oick naer Wachtendonck soude gaen de vaen ruyteren van Rijhoven beraemt wesende dat de quartieren hier daermede tamelijck beset souden wesen. Anders werde noch naer Meurs gesonden eenige amunitie, ende in ons leger quamen 3 nieu Italianen, seggende dat heur volck veel verliep van armoede, ende dat wel 40 van heur tercio wechgelopen waren, ende dat men daerom alle tvolck in garnisoen hadde moeten leggen. Chastillon vertooch desen dach van Dordrecht naer Zeelant.
Desen dach vloeyde twater seer hooch, sodat den viant sijn trancheen verlaten moste, ende daermede spoelde voor Oisteinde wech een batterie op de strange, daeraf eenige gabions tot Oisteynde quamen. Aende stadt ten oisten leedt oick de contrescharpe grote schade, die die vande stadt nyet en konden repareren bij gebreck van rijs, daerom sij nu lange geschreven ende geroepen hadden, maer niet en hadde konnen krijgen. | |||||||||||||
[Den 17en]Den 17en wast regenich weder, ende in tleger van Sijn Excie was men seer doende om te packen ende ordre tottet vertreck te stellen, ende naer Meurs vertogen de ruyteren van Clout ende tvoetvolck van Kijf, ende de ruyteren van Rijhoven gingen naer Wachtendonck. Des avonts quam uyt Meurs de compagnie van Marlijn, ende hij bracht tijdinge aen Sijn Excie dat de Cleefse raden hadden doen innemen Frijmerssen, doch was onseker, waerom Sijn Excie laste aen Graef Ernst daernaer te vernemen, ende indien het warachtich ware, dat hij met eenige veltstucken daer naer soude gaen, ende heur daeraf jaegen. Tsavonts creegh Sijn Excie brieven uyt Hollant, dat Vere selfs nu bestont diversie te begeren als merckende dat anders metter tijt de saken wel qualijck loopen mochten.
Tot Rotterdam was in dese tijt noch een nieuwe galeije geequippeert ende naer tgat van Sluys gesonden, ende mits men vernam dat den Coning van Spaengien wederom een equippagie in Spangien dede van 45 schepen, | |||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||
werde tgrote schip tot Rotterdam mede toegerust ende beset met 200 man om in zee te gaen ende tusschen de hooffden te blijven wachten op de comptste vande Spanse schepen, ende dat den Almirael Warmont selfs daerop soude gaen.
Omtrent dese tijt werde bij de Staten Generael der Vereenichde Nederlanden opgericht een nieuw collegie van reeckeninge om pertinenten staet ende reeckeninge te houden ende te maecken vande extraordinaris consenten, ende om te sien of ende met wat middelen die voldaen werden, twelcke sij ten versoucke van Vrieslant ende anderen mosten doen, omdat die anders geen consenten en wilden dragen. Hoewel vele sagen dat dit collegie daertoe onnut soude wesen, ende dat ment lichtelijcker vande tresorier ende ontfanger generael soude konnen weten, maer moste alsoe geschieden om hen thooft in te doen loopen, ofte dit collegie naer te doen besoigneren op de oude reeckeningen vande provincien ende almiraliteiten. | |||||||||||||
[Den 18en Augusti]Den 18en Augusti was tamelijck weder, vermengt met wat regens. Sijn Excie dede vrouch alle sijn leger breecken, ende tvoetvolck die te Berck niet blijven en soude in schepen laden om in de steden aende reviere gelegen in garnisoen te gaen ende de ruyteren te lande vertrecken op de Weselse sijde naer de Betue toe, met last dat de ruyteren ende voetvolck, die te Berck souden blijven heur in tleger in ordre souden houden, tot dat alle tvolck vertogen waren. Hij hadde de garnisoenen van alle tvoetvolck soe genomen, dat hij se bij noot haestelick bijeen soude konnen krijgen, ende de ruyteren naer de ordinaris garnisoenen doen gaen, ende ging selfs vrouch t’scheepe in sijn jachte, daermede hij afvoer ende ging besichtigen Sgravenweert, ende quam naernoens tijdelijck tot Nieumegen, ende dandere scheepen volchden soe sij best conden.
Omdat men den viant langs soo meer sach opiniatreren voor Oisteinde, ende velen daerom begonnen te vermoeden dat hij met langheyt van tijde met veel arbeits ende menichte van materialen, die hen niet en ontbraecken, ten lesten souden de stadt in gevaer connen brengen, die men dan niet en soude konnen houden, noch defenderen, soe bestonden meest alle de persoenen te achten, dat men notelijck eenige notable diversie soude moeten doen ofte dat de stadt verlooren soude gaen, ende dat daerom met grote onreden tleger soe lange te Berck was opgehouden ende nu noch met meerder onreden gebroocken werde, nietjegenstaende veele vande Staten vertrouwende de fortificatie vande stadt, ende willende de groote costen van een nieu leger versparen, daertoe niet en wilden verstaen, hoewel tselve metter tijt mer dienen en conde om in veel swaerder | |||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||
costen vande defensie te vallen. Anders quamen desen dach binnen Oisteinde 10 schepen met nieuwe Engelsen daer gelicht. | |||||||||||||
[Den 19en Augusti]Den 19en Augusti was regenich weder. De schepen van tleger quamen meest naer Hollant. Sijn Excie besichticht hebbende de Voorne, Sint Andries ende Creveceur, quam tsavonts logeren tot Gornichem.
In den Hage bij den Staten Generael quamen de gedeputeerden van Zeelant in competenten getale, om te verthoinen tverloop van heur provincie, ende dat se niet alleen geen middel en hadden om langer te furneren de extraordinaris consenten, maer selfs oick niet de ordinaris quote, ende versochten daerom hulp ende assistentie ende sonderlinge sulcke sorge, dat Oisteinde niet en mocht verlooren werde. Daerbij quamen brieven van Vere, houdende dat den viant commende uyte duynen ten westen vande stadt begonst te bemercken de difficulteyt vande approchen, ende daerom in 3 daegen niet en was genaerdert, dat hij hoipte heur noch meer wercx te geven eer sij aen Porcke Pied Ga naar voetnoot1 souden commen, nietemin dat men niet en wiste wat de occasie vander oirlogen mette langheyt van tijt soude mogen geven, ende daerom was nochmael van opinie dat men behoirde diversie te maecken, dan de saken waren hier en tusschen al wat verandert, omdat tot de cleine quetsure van Vere een caterre was gesoncken, die hem thooft seer vreemt hadde doen opswellen, so verre, dat hij nau sien en konde, daertoe mede een cortse was geslaegen, soedat hij niet alomme en const bij wesen. Die vande stadt bemerckende dat den viant desen nacht eenige approche in den dijck wilde maecken, deden den heelen nacht daerop schieten, dan dien niettegenstaende naerderde den viant evenwel seer in den dijck. Desen nacht quamen tot Oisteynde noch 600 nieu Engelsen, die met saloupen inne voeren. | |||||||||||||
[Den 20en Augusti]Den 20en Augusti was regenich weder. Sijn Excie quam desen dach in den Hage ende de reste van tvolck meest in garnisoen. Snachts quamen voor Oisteynde de resterende 600 Engelsen tot supplement vande laeste 2000 ende die werden overgebracht bij de heere Drury, dwelcke verclaerde, dat de Coninginne de sake van Oisteinde soe seer behartichde, dat sij willich was om de plaetse staende te houden, noch meer volcx vuyt haer | |||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||
lant te laten volgen, alware het selfs om den viant te slaen, ende dat hij Drury hem selven daervooren wilde starck maecken.
Die van Oisteinde siende de nieu approche die den viant in den dijck dede, lieten van daege veel van heur geschut daerop stellen, ende deden doen den capiteyn Grenu met omtrent 60 mannen uytvallen, daerop aen, die vonden dat weynich volcx daerinne arbeiden, daeraf sij eenigen dootsloegen, maer dat de innecomtste naer de achter approchen alles met poortkens bewaert waren. Daernaer quam den viant heel starck op heur aen, ende doen weecken sij weder af ende tgeschut vande stadt begonst te schieten, soe men meinde met veele schade op den viant.
Die sieckte vanden heere Vere beswaerde alle daechs meer, soe om de sinkinge ende cortsen, als dat hij niet rusten en konde, sulcx dat hij onbequaem wert om voorts eenich commandement te geven. Maer vander Noot siende dat den viant meer ende meer in den dijck approcheerde, ging evenwel bij Vere, remonstreerde hem de sake, ende seide dat men nootelick den dijck soude moeten deursteecken, waer dattet waere, ende omdat den viant belet hadde tselve te doen voor de halve mane, dat men tselve daerom nu soude moeten doen achter de halve mane. Vere dese approchen hoirende, veranderde van opinie, ende bestondt mede te geloven, dat men den dijck soude moeten deursteecken ende consenteerde sulcx, dat men tselve metten eersten soude doen, daeraf terstont een resolutie ontwurpen ende bij Vere selfs mede geteickent werde, ende siende sijn sieckte verswaren, nam hij voor hem uyter stadt te doen brengen om tot rusten te moegen commen. Ende hoewel hij heel ontstelt was, ontboot hij noch vander Noot, Huchtenbrouck ende sijn broeder in de nacht bij hem, seggende tegen heur, dat hij hem moste doen wechvoeren ende tot van der Noot, dat hij daer niet gcommen en was om hem in sijn gouvernement te vercorten, maer om voer een tijt als Generael daer te commanderen, doch nu moetende vertrecken beval hem weder tcommandament, ende vermaende heur tsamen metten anderen goede correspondentie te houden ende alle neersticheit aen te wenden om de plaetse te defenderen, daerinne hij meynde, dat se niet veel moeiten en souden hebben, ende daernaer liet hij hem snachts tscheepe brengen om naer Zeelandt gevoert te werden. In deselve nacht dede den viant noch een naerder approche aende stadt totte plaetse toe die Huchtenbrouck geesplaneert hadde. | |||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||
waeren om te delibereren opt versouck van die van Zeelant ende de sake van Oisteynde, die men voortsaen begonst te achten van bedencken, ende dat de plaetse niet soe onmoegelijck en was te expugneren als veelen te vooren ende Sijn Excie selve wel gemeynt hadden. Sijn Excie becommerde meest dat die vande stadt den dijck ten westen over lang niet en hadden gansch wech genomen, gelijck hij dickwils gelast ende geschreven hadde, twelcke nochtans bij den Staten selffs ende de magistraet van Oisteynde was belettet, d’eene vreesende te veel costen in de zeewercken, ende d’ander dat de stadt mocht commen wech te spoelen. Eyntelijck naer lang delibereren werde noodich gevonden yet voor handen te nemen dat tot diversie mocht dienen, soe om de Coninginne niet te vergrammen, als of ment alleen op haere Engelsen liet aencommen, als om die vande plaetse oick beter te encouragieren, doch dewijle dit belech scheen in de winter te willen loopen, in dewelcke men altemet met tempeesten lang kan belet worden van uyt ende inne de stadt te commen ende daerentusschen lichtelijck groot belet in stadt conde vallen, werde mede nodich geacht aldaer een magasijn van vivres ende amunitie voor 3 maenden te maecken, om in sulcken noot te moegen aentasten, ende dat men de plaetse van rijs, houtwerck ende anders naer behoiren soude voorsien, ende terwijle de Staten daerop ordre souden stellen, dat Sijn Excie soude despicieren waer ende hoe hij best eenige diversie soude konnen doen, ende die van Zeelant souden noch eenige dagen blijven, tot dat op alles ware voorsien Ga naar voetnoot1.
Die van Oisteynde soe den dach aenquam sagen de nieuwe approche | |||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||
vanden viant te nacht in den dijck gedaen, waerom sij bestonden te bemercken, dat hij heur van daer soude konnen aende walle commen, ende vergaederden sulcx den crijsraet daer, in dewelcke gedelibereert werde op de voors. resolutie bij de Heere Vere geteyckent, ende of noch mogelijck soude wesen den dijck voor de halve maene deur te steecken, maer | |||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||
werde verstaen dat men te lang versuymt hadde den dijck deur te steecken, ende dat men nu tselve niet en soude konnen doen buyten thalve maentken voor Poordke Pied leggende, omdat den viant te naer gecommen was, ende beslooten daerom denselven dijck dien nacht deur te steecken ende gansch wech te nemen tusschen thalve maenken ende Porcke Pied, terwijle sij daer noch vrij wercken konden, volgens dvoors. resolutie, ende tsant alles tegen Porcke Pied aen te brengen om tselve beter tegen de zee te bewaeren, ende vielen sulcx desen nacht daeraen. Sij besloten oick tselve maenken te houden soe lange sij souden konnen, ende dan te abandonneren, ende dat se besijden Porcke Pied een walle souden maken tot in de have om te beletten dat den viant niet omme en liep, ende met een drooch water daer tsavonts aende walle viel, daertoe sij wel hout ende rijs van noode hadden, gelijck mede om tegen tschieten te bewaren het gadt gemaeckt deur de catteie Ga naar voetnoot1 aende oude stadt om vande strange in te mogen commen. | |||||||||||||
[Den 22en Augusti]Den 22en Augusti was schoin weder. In den Hage was men vast doende om de lijsten totte voorsienige van Oisteynde te maecken die bevonden werden te beloopen wel 400.000 £ in gelde, twelcke veele meynden dat onnoodich soude geweest sijn, indien men tijdelijck een diversie bij de hant hadde genomen, ende dat men die met minder coste soude hebben connen doen, daer men nu t’een ende t’ander tot veel swaerder costen sal moeten doen.
Die van Oisteynde waren evenseer doende om tvoors. gat te degen deur te snijden, om daeraf volle operatie te hebben, maer bemerckten alle dagen meer ende meer tgebreck van hout ende rijs dat sij hadden, ende verstonden oick van eenige overloopers dat d’intentie vanden Ertshertoge was alle de cateie ofte pallisade vande haven te vullen met rijs ende sant om soe dicht aende stadt te logeren, twelcke poincten waren van grooter swaricheyt, ende daerom beslooten sij op den avont uyte stadt te senden den commissaris van Eick, die de Here Vere anders geern met hem genomen hadde, om in Zeelant bij denselven Vere te gaen ende hem heur resolutien, deursteecken ende desen alles remonstreren, ende voorts te trecken bij Sijn Excie ende de Staten, ende daer te remonstreren de geheele staet ende gelegentheyt vande stadt ende van des viants approchen ende voornemen, met de deliberatien van binnen in tdeursnijden vanden dijck, ende dat se gedelibereert waren niet dan voet voor voet te verliesen, ende sulcx als den viant aen Porcke Pied soude commen, tselve | |||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||
eerst ten halven ende naer alles af te snijden ende de bolwercken besuyden de haven oick bij stucken te verliesen, ende ten lesten achter twater vande sluyse te wercken, ende voorts te versoucken raet in heur saecken ende behulp van notelicheyden, namentlijck van veel rijs, hout, stroy, amunitie ende andere instrumenten, ende waert mogelijck dat Sijn Excie eenige diversie wilde doen, daermede van Eick snachts vertogh, ende den viant approcheerde al diep deur tgat dat Huchtebrouck hadde beginnen te esplaneren.
Desen dach quam voor Blanckeberge den heere van Chastillon met de 23 vendelen knechten. | |||||||||||||
[Den 23en Augusti]Den 23en Augusti was schoin weder. In den Hage was men nog al doende om ordre te stellen op de voorsieninge van Oisteinde. Die van Zeelant hadden mede gaerne gesien, dat de Staten Generael in Zeelant hadden willen commen om bij de hant te wesen, maer den Heere van Oldenharnevelt was daertoe niet gesint. Den commissaris van Eick commende in Zeelant ging tot Middelburch bij de heere Vere, die de resolutie van crisraet ende sijn last noodich ende goet vont, ende gaf hem daertoe selfs mede credentie aende Staten. Den Heere van Chastillon quam met sijn volck voor Oisteynde. Den viant drong anders noch al voort in den dijck ende quam tot op 2 roeden naer aende halve mane daer leggende ende die van Oisteynde arbeiden noch evenzeer aen tgat, twelcke sij diep maeckten om beter operatie te doen, ende lieten mettet wassende water de zee daerinne loopen, die terstont daer een groote deurtocht nam ende begonst dapper te loopen ende tgat groot te maken. | |||||||||||||
[Den 24en Augusti]Den 24en Augusti was schoin weder. In den Hage ontfing men voornoen brieven uyt Oisteinde, dat de Here Vere daer uyt vertogen was, ende dat den viant in den dijck bestont te approcheren, waerom de Staten seer becommert waren, ende waren naernoen met Sijn Excie, Graef Willem ende den Raet tot in de nacht toe vergadert, ende vonden goet dat Sijn Excie metten eersten selfs naer Zeelant soude gaen om op alles ordre te stellen, te meer soe veelen hoe langes hoe meer bestonden af te vallen vande geimagineerde starckheyt van Oisteinde ende te apprehenderen de periculen vande plaetse.
Die van Oisteynde vielen vrouch uyt op de approche vanden viant langes de halve mane ende overvielen de voerste approche, daer se dootsloegen 20 mannen, maer den viant quam terstont soe starck aen, dat se weder afwijcken mosten sonder meer te konnen doen. Tgeschut in de stadt daerop gestelt schoot doen dapper op den viant, ende dede schade, ende daernae was alles stille. Naernoen ten 2 uyren deden sij wederom een | |||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||
uytval, maer den viant die des gemerckt hadde, verwachte heur ende defendeerde sijn approchen. Daer werde seer gevochten van beyden sijden ende veele vanden viant quamen boven op de approchen om beter te vechten. Geduyrende desen werde seer geschooten met geschut ende musquetten van beiden sijden. Die vande stadt verlooren 10 mannen, daeronder den lieutenant van Forster, ende hadde wel 40 gequetsten, daaronder een Engels capiteyn. D’onsen vonden de approchen vanden viant hooch ende difficil ende qualijck om op te commen. Anders waidet desen dach seer.
Den heere van Chastillon tooch binnen Oisteynde, ende hoewel de commandeurs seiden volcx genouch te hebben ende geen meer volcx daer binnen te begeeren, en cesseerde hij evenwel niet, tot dat se hem consenteerden de 6 vendelen Franchoisen binnen te brengen, maer d’andere 17 vendelen werde van daege wederom gesonden naer Zeelant. | |||||||||||||
[Den 25en Augusti]Den 25en Augusti was regenich weder met starcken westen wint, waeromme men hoipte dat den viant van wegen de zee wat belet voor Oisteynde soude crijgen, maer so voornoen in den Hage quam den commissaris van Eick, ende den Staten ende Sijn Excie sijn last verdroech, waren sij alles te meer in de saecke becommert, ende wederom seer lang vergadert, ende vonden te meer noodich, dat Sijn Excie metten eersten soude vertrecken, die des naernoens ging bij den Almirante om hem te begroeten ende adieu te seggen.
Desen dach voorderde den Ertshertoge van die van Vlaenderen de reste vande geconsenteerde 600.000 £ omdat beleg lang aenliep ende de noot des vereischte.
Den viant lach tot Oisteynde stille ende verseeckerde alleen sijn loopgraven ende approchen, schietende altemet evenseer.
Desen dach quam tot Rotterdam aen tschip van capitein Olivier een vande vier, die in den jare 98 daeruyt gelopen waren om te passeren de strate Magellan ende tsuytlant om te seylen ende soe wederom te commen. Dit schip quam met 40 mannen alleen ende met cleine ladinge tot Rotterdam aen, dwelcke op veel nae niet en mocht strecken tot betaelinge vande huyre van tvolck. Hij was gepasseert deur de strate van Magellan ende langes de custen van Chily opgelopen, maer niet om te trafficqueren, dan om met gewelt eenige schepen te nemen ende soe prijs te maken, daerom heur naer apparencie de plagen waren overcommen van geen prouffijt gedaen te hebben. Sij hadden oick beswaerlijcke regieringe gehadt ende daermede heur volck vermindert, den vice almirael op een gesocht pretext gecondemneert ende in de Suytzee op een eilandt opgeset ende daer vande | |||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||
wilden laeten verslinden. Omtrent de custen van Chili was hij aen een goutschip geweest, twelcke sij vermeesterden, maer tvolck seiden alle tgout over boort gesmeten te hebben, ende daertoe met eede verbonden te wesen om des te doen. In de Zuytsee verstaken zij van tschip vanden Vice Almirael, die se gelast hadden op de caerte van Plancius te seilen ende 2 maenden malcanderen belooft op seecker eilant te verwachten, dan hadden op de custe een beter caerte gecregen, waren die gevolcht ende op t’eilandt niet geweest, ende wisten sulcx niet waer tVice Almiraelschip gebleven was. Heur last was te costoyeren de gansche custe van Chili ende Peru om soe eenige goede prinse ofte coopmanschap te maecken, maer versteecken wesende vanden Vice Almirael, en dorsten sij nergens aenloopen, omdat se niet sterck genouch waren, ende dat se overal hoirden wachten vanden Coning van Spangien te wesen ende liepen sulcx Lima voorbij ende setten den cours naer Ayna Pulca toe, dan mede niet dervende aendoen, settent ter zeewaert over naer de Philippinen, ende naer lang varen daer commende, vonden ten eersten een Spaensche caracca in de vaert, daer se lang mede hadden moeten vechten, ende dien vermeestert ende te gronde geschoten hebbende, hadden nergens te degen derven aendoen, dan dat se ten lesten ancker ende tou quyt sijnde, mosten hulp soucken in deselve eilanden, ende cregen in t’eilant Burneo een ancker van swaer hout ende een cabel van basten gemaeckt, ende quamen ten lesten naer veel miserien daermede tot in dese landen tusschen de hoofden, daer sij van een oirlochsman een ancker ende tou cregen, ende soe ten lesten tot Rotterdam aenquamen, brengende met heur alleen eenige vreemdicheiden van cleinder weerden ende 4 wilden, genomen aende strate Magellan ende in Chili. Dese comtste verblijde eerst veel menschen, maer naederhant hoirende, dat se met groot verlies wederom quamen, bedroefden sij alle heure reders, die naer overlegginge vande saken op den 3en Septembris abandonneerde alle tschip ende goet voor tvolck, volgende seecker articule vande instructie van die redinge, houdende dat se mochten tgoet abandonnerende, van alle vrachten ontslaegen wesen. Van dese vaert en quam voor tlant anders niet te nutte, dan dat se de custen daer wat hadden leeren kennen, ende d’eerste waeren, die uyt dese landen de werelt omgeseilt hadden, maer maeckten veel gelegentheiden vande Zuytzeecusten seer beswaerlijck, moegelijck swaerder alst was tot heur meerder excuse, ende schenen in vele saecken voor heur meesters wel anders te hebben mogen handelen, maer t’rouwe commandement, ende halve tiranie van Olivier hadde veel swaricheyt gecauseert. | |||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||
[Den 26en Augusti]Den 26en Augusti wast tamelijck weder. Sijn Excie hadde deur den heere van den Tijmpel lang doen drijven een aenslach op de stadt Liere, dwelcke hij nu wilde doen tenteren, hoipende soe die quame te gelucken den viant wel sulcken werck te snijden, dat hij van Oisteynde soude moeten aftrecken ende sondt daerom uyt van daege de patenten aen meest alle de compagnien vande Vriesen, Walen ende Franchoisen, die uytet leger voor Berck in garnisoen geleit waren om heur tschepe te begeven ende tegen den 1en Septembris te commen naer Zeelant voor Vianen op t’ancker, ende daer te wachten bevel. Hij gaff last aen vanden Tijmpel om tselve volck dan naer Bergen te brengen ende voorts totten aenslach aen te voeren; hij schreef mede aen Graeff Lodewijck, dat hij mette ruyteren, die aende Wale ofte Rijn in garnisoen gecommen waren hem soude laeten vinden den 5en Septembris tot Bredae, ende voorts volgen naer Liere om te seconderen tvoors. exploict, indien de ruyteren vanden viant op de been mochte commen. Gaf mede last om te laden de biesbrugge mette ledders, petarden ende ander gereetschap om plaetsen te beclimmen ofte poorten open te smijten, met soe vasten hoipe, dat hen docht dat sulcx hen niet en mocht ontsetten, maer de sake werde in tbegin niet wel so secreet gehouden alst vereist hadde. Voor Oisteinde liep tgat seer breet deur metten springvloet, soedat een groet stuck vande halve mane afspoelde ende scheen sijn treck te nemen vande stadt af omdattet aende zijde vanden Porcke Pied sant aenwierp. Thalve maentgen werde mits dese afspoelinge soe clein, dat die vande stadt nau volck daerinne en consten houden, ende de minen, die se daerinne hadde gemaeckt, liepen vol waters, waerom sij t’cruyt daeruyt namen ende thalve maenken gansch verlieten, twelcke noch veel eirde voor den viant hadde, ende hoewel die den viant veel soude vorderen en wisten sij nochtans geen raet om die wech te crijgen. Tgat werde seer wijt wel tot 60 voeten ende diep, soe dattet mede seer uyt ebde, ende met een laech water selfs water hielt, twelcke nu geacht werde bijnaest de behoudenisse vande stadt, daeruyt men sach met watten misverstant dat belet was geweest het deursteecken vanden dijck buyten de halve mane voornt. ende watten voordel tselve soude hebben konnen doen, indien sulcxs bij tijts ende tusschen de duynen ende tvoors. halve maenken waere gedaen geweest. Dese deursteeckinge maeckte mer eene swaricheyt, als te weten, dat met een laech water alle twater uyte grachten vande contrescharpe wech liep, twelcke apparentelijck nyet geschiet en soude hebben, hadde ment in tijts soe veel hoger deurgesteecken, dan groot gevaer en conste dat niet maecken aen een plaetse | |||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||
daer soe veel volcxs inne was. Tgevaerlijcxste werde geestimeert de zeewercken, omdat die wech gespoelt wesende, men d’selve deur tschieten vanden viant qualijck soude konnen maecken, twelcke mede soe seer periculeus niet gevonden en werde, als eenigen te vooren wel meinden ende anderen poochden diets te maken. | |||||||||||||
[Den 27en Augusti]Den 27en Augusti was tamelijck weder. Sijn Excie prepareerde vast sijn vertreck ende sondt naer Oisteynde de heere Sidnisky Ga naar voetnoot1 om de geheele gelegentheyt daer wel te besien, ende mette oversten te communiceren, of men sonder swaricheyt eenich volck van daer soude mogen lichten, ende te helpen beraetslagen wat tot defensie vande stadt noch mocht staen te doen ende dan in Zeelant weder bij hem te commen. Voor Oisteynde approcheerde de viant noch al voort, en hoewel de halve mane verlaten was, en dorste hij daer noch niet aencommen, soe men vermoede, omdat hij eenige mine vreesde, die doch al bedurven was, maer quam eerst snachts metten duyster daer aen, ende begonst hem daerinne te logeren ende vast te maken, mogende doen sien het gat, hoet gestelt ende hoe groot dattet was. Anders en schoot den viant niet soe seer als te vooren, omdat hij verscheyden stucken die bedurven ende gedemonteert waren, hadden moeten wech voeren.
Desen dach ging in de Staten Generael den Raet van State, remonstrerende de swaricheiden ende defecten op de consenten van desen jare, versouckende afdoeninge vande restrinctien van dien, ende dat se volle mogen gedragen werden, ende distinctelick op elck poinct vande petitie, om confusie te weren ende diversie te schouwen, verhalende dat Gelderlant consenteert mer 87.000 £ in plaetse van 100.000 ende en consenteert niet in de 50.000 tot fortificatie van Oisteynde, gelijck mede niet totte 600.000 £ voor den ontfanger, nochte de 900.000 totte Almiraliteyten. Dat Hollandt mer consenteert 4.000.000 £ in generael ende sulcx te cort 289.000 £, ende voor den ontfanger generael mer 500.000 in plaetse van 600.000. Dat Zeelant consenteert 900.000 £ ende sulcx te cort 155.000, mogelijck overslaende de | |||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||
quote in de 500.000 totten leger ende 300.000 voor Engelant, ende de 600.000 voor den ontfanger. Dat van Utrecht de pretensie van een tegen tien van Hollandt hier niet en valt, dat se niet consenteren de 4 st op de tonne biers, noch de 20 st op de consumptie van t’sout, ende voor de almiraliteyt mer 600.000 in plaetse van 900.000 ende oick niet de tweemael 600.000 voor de jaren 99 ende 1600. Dat Vrieslant wel aenneemt den staet van oirloge, dan consenteert totten leger mer 300.000 ende en consenteren niet absolutelijck in de 300.000 voor Engelant, nochte de 900.000 voor de almiraliteyten, nochte totte 600.000 voor den ontfanger generael, en consenteren mede niet de subsidie voor de almiraliteit voor de jaeren 99 et 1600 elcx tot 600.000 £, nochte de 200.000 totten Duytsen tocht de anno 99, nochte de derde 100.000 totte fortificatie anno 1600. Dat Overijssel niet consenteert 26.000 in plaetse vande 80.000 versocht totten veltleger ende fortificatien, ende tot d’almiraliteit consenteren mer 10.000 £ in plaetse van heur quote, en consenteren mede niet vol heur quote in t’remboursement van Engelandt nochte totte 600.000 voor den ontfanger. Dat Groeningen ende Omlanden maentlijck op den staet van oirloge te cort consenteren 6454 £, nochte ten vollen de 500.000 totten leger, heur quote genomen op 15.000 £ tegen de 200.000 vande andere vier provincien, maer commen noch te cort 17,903 £ in de 200.000; totte fortificatie commen te cort naer d’selve quote 2633 £, en consenteren mede niet het remboursement van Engelandt, ende totte almiraliteit consenteren mer 20.000 £, ende sulcx te cort 42,790 £; consenteren oick niet tot de 600.000 voor den ontfanger.
Dat niemant van allen consenteert totte 50.000 totte fortificatie van Oisteynde, alle welcke defecten sijluyden met vele redenen remonstreerden, dat behoirden afgedaen ende geweert te werden, indien men gelijcheit ende ordre in de staet vanden lande begeerde te onderhouden, ende die buyten gevaer ende confusie geconserveert te sien, versouckende nochmael, dat de provincien ten dienste van tlieve vaderlant daerop wel wilden letten ende heur soe verclaeren dat alle de voors. defecten mochten commen te cesseren. | |||||||||||||
[Den 28en Augusti]Den 28en Augusti was tamelijck weder. Sijn Excie dede alle sijn bagagie schepen om te vertrecken, ende men verwachte desen dach in den Hage den broeder vanden Coning van Denemarck, genaemt Ulrich Hertoge van Holsteyn, maer en quam niet. Dese hadde een geruimen tijt in dese landen geweest om die te besien ende hem onbekent gehouden, ende maeckte hem nu kondich. Den viant lach voor Oisteynde stille, ende dede niet naerderen, omdat hij op de cant van tgat gecommen was, maer men | |||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||
sach hem seer wercken in de verlaten halve mane, om die te verstercken ende tegen de zee te wapenen, ende schoot noch weinich.
De Staten van Hollandt begonnen van daege te vergaderen omme te delibereren ende resolveren op de volgende poincten, eerstelijck dat eenige provincien difficulteren den opheef van t’uytgaende convoygelt neffens het innecommende. Item de wapeninge vande schepen, volgende de beraemde ordre; dat sij op heuren staet soe dienden te letten, dat sij de consenten tegen de lasten mochten compasseren, ende daerom tconsent gedragen op 4.000.000 £, wilden vergrooten op 4.500.000 £ volgende d’eerste begeerte, dewijle men doch siet dat den viant doet al wat hij mach, ende dat daerom de consenten mede moeten verhoecht werden, omdat soe voor Berck als tot Oisteynde dubble costen hebben moeten gedragen werden, om alsoe alle confusien tijdelijck te schouwen. Dat d’almiraliteyt van Hollant ende West Vrieslant ten naesten bij volgen de ordre tot veilinge vander zee, maer dat die van Zeelandt daerin gebreeckich sijn, daerom daerop moet gelet werden om de zee ende binnenwateren te veiligen; dat de zeewercken tot Oisteynde swaer vallen, daerom men het consent van 100.000 met 50.000 sal moeten verswaren volgende tversouck vanden Raet. Voorts op de staet van presidentschap in den hove provinciael om den raet te verstercken met soe veel persoenen als tot voorderinge der justitie noodich es, ende daerop met volle last sonder rapport te commen.
Op de advisen vande raden vande kerckelijcke ende politycke saecken.
Op de beraemde ordonnancie tegen de gesonde bedelaers.
Op de requeste vande panneluyden.
Op de requeste vande crediteurs vanden gefailleerden ontfanger Everard van Lodesteyn.
Op de continuatie vanden impost vande ronde mate ende andere middelen, ende op de resumptie vande ordonnancien van dien tegen de aenstaende verpachtinge van September; dat op den opheeff vanden impost van t’sout behoirlijck mach gelet werden, ende voorts op alle voorvallende saken. | |||||||||||||
[Den 29en Augusti]Den 29en Augusti was schoin weder. Sijn Excie vertooch met Graef Willem naer Zeelandt om daer bij de hant te wesen, ende bleef van daege tot Dordrecht. In den Hage quam metten Graef van Hohenloe den voors. Hertoge van Holsteyn, die gelogeert werde in thuys vanden Hertoge van Brunswijck, ende daer tot coste vande Staten getracteert. Voor Oisteynde en naerderde den viant niet, maer verseeckerde hem noch al in dvoors. halve mane, daer hij scheen seer in te arbeiden, ende men sach hem eirde overwerpen tot in de nieuwe geule aldaer, die diep ende wijt was geworden. | |||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||
De Staten van Hollant wesende van gisteren vergadert ende bijeen gecommen om te deliberen op de voors. poincten, quam den Raet van State in heur vergaderinge, verhalende den grooten noot van tlant in dese conjuncture, ende dat men hem nootelijck ter defentie most evertueren, versochten dat sij boven alle voorgaende consenten ende versoucken noch wilden innewilligen voor desen jare heur quote in eens de somme van 500.000 £ totte extraordinaris costen, om daervuyt te vervallen de noodige costen tot bescherminge van Oisteynde, ende om wat anders te mogen aengrijpen, daertoe men noch meer volcx soude moeten lichten. Dese dachvaert geduyrende sloech den advocaet van tlant den Staten van dien noch voor boven de voorgaende petitien noch te consenteren 500.000 £, om in der haest noch 6000 Engelschen voor eenigen tijt te mogen lichten, dan omdat dese petitien seer groot waren ende schrickelijck over malcanderen liepen, namen de Staten ten lesten reces om daeraf rapport elcxs in den heure te doen, op den lesten Augusti, met last om den 4en Septembris weder bijeen te wesen. | |||||||||||||
[Den 30en Augusti]Den 30en Augusti was schoin weder. De heere van Tijmpel ende Marquette vertogen uyten Hage naer Dordracht om daer te vinden den Colonnel Edmonde ende te doen lichten 2 halve canons met heur toebehoren, ende die mede naer Vianen te nemen. Sijn Excie was noch in Willemstadt. Voor Oisteinde begoinst den viant wederom seer te schieten, alsof hij de stadt hadden willen platteren ende alle tcruyt van tlant verschieten, sonder dat hij yet anders proffyteerde als altemet een mensch te quetsen ofte doot te schieten, ende schoot binnen de stadt doot den capiteyn Hoolcraft, niet wijt vanden heere van Chastillon, die overal bij wilde wesen. Die vande stadt hadden over eenigen tijt twee dammen geslaegen in de stadtgrachte aende oostsijde ende de contrescharpe deurgesneden om langes de oostgeule met schepen daerdeur in de stadtgrachten te commen ende met gemack te mogen ontladen sonder belet van tschieten ende sonder met een laech water de resterende grachten van water te ontblooten. Van daege voeren daer seer veel schepen met rijs, kaes, bier ende andere amunitie inne, daer den viant veel naer schoot, maer quamen alles daerinne, uytgeseit een schip met rijs ende een met bier, die beiden in de gront geschoten werden, maer de rijs daernaer noch in stadt gehaelt, in vougen dat dit gat gevonden werden te wesen een seer goede gelegentheyt om menichte van schepen te bergen ende te ontladen. Tgat ten westen vande stadt spoelde noch al wijder ende dieper, ende bedurf van des viants approchen binnen slants, ende werde bevonden met een laech water te | |||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||
houden 4 voeten waters, daer elck getije twassende water opcomt, twelcke met een gemeyn getije tot Oisteynde rijst wel 18 voeten, daertegen den viant alle sijn approchen most maken, so dat veelen meinden dat sulcx wel soe veel moeite soude costen, om daer deur te commen, dat den Ertshertoge tbeleg wel soude connen verdrieten ende vervelen.
De Staten van Vlaenderen accorderen den Ertshertoge de wederhelft vande 600.000 £ op te brengen tegen den 15en Septembris. | |||||||||||||
[Den lesten Augusti]Den lesten Augusti was schoin weder. In den Hage was noch de Hertoge van Holsteyn voornt., die begeerich wesende om den Almirante van Arragon te sien ende te spreecken, gingen de Staten Generael metten selven Almirante tsavonts bij hem eeten, daertoe een heerlijck banquet hebbende doen bereiden. Den Hertoge ende den Almirante bejegende malcanderen met seer veel ceremonien ende complementen ende scheyden tsavonts van malcanderen met gelijcke complementen, alwaer geremarqueert werde, dat den Hertoge extraordinaris bewees den Almirante, ende d’selve Almirante aende heeren van Brederode ende den advocaet slants van Hollant, die van wegen de Staten daer mede waeren, daeruyt vermoet werde, dat den Coning van Denemarck sijn hooft noch al seer naer Spaengien hing, ende dat den Almirante, die twee heeren wat naerder wilde bethoinen, dat hij heur eere toedroech. Den Hertoge ging noch denselven avont om te spreecken de Gravinne van Hohenloe, die in den Haege was, om van heur oirlof te nemen, mits hij wilde vertrecken. Daer was wederom een banquet bereit ende den Graef van Solms was mede daer, ende om eenige woorden die mochten gesproocken sijn geweest vanden aenslach, die den Graef van Hohenloe weleer op Shartogenbosch hadde gehadt, geraeckten de Graef van Hohenloe ende Solms in seer harde contestatie totte wapenen toe, indien den Hertoge met sijn presentie des niet en hadde belet, daeruyt men sach dat de gront tusschen dese heeren oick niet al goet en was. Sijn Excie was van daege noch in de Clundert. Op Oisteynde schoot den viant noch al evenseer, ende daer bleeff doot capiteyn Martijn, wiens compagnie daernaer bij Sijn Excie gegeven werde aenden sergiant major van Oisteynde genaemt Francois Carpentiers, een seer naerstich ende fray man, die in dese belegeringe metten heere Generael Vere in eenige dispute ende ongeruste was gecommen.
Omtrent dese tijt vertrocken van voor Berck 4 vanen ruyteren naer garnisoen, omdat de wercken op de waert in de defensie begonden te commen. | |||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||
welcken storm een oirlochschip vande Staten te naer aende strange gecommen omtrent Catwijck op een bancque aen stucken stiet, daeraf verdroncken 42 menschen ende 16 werdender gesalveert. De onvoorsichticheyt vanden stierman die niet en meinde soe naer aen tlant te wesen veroirsaeckte dit ongeluck. Desen storm verhinderde dat de schepen met crijsvolck desen dach vrouch voor Vianen gedestineert, niet alles daer commen en konden, veel min om van daege totten aenslach van Liere te vertrecken. Voir Oisteynde spoelde de westgeule noch al dieper ende wijder tot tegen twerck vanden viant aen, die genouch scheen te doen te hebben, om sijn werck staende te houden sonder yet te naerderen.
Den Coning van Vranckrijck hadde over eenigen tijt een aenslach doen maken op Pampelune in Navarre, die hem gefailleert was, ende soe nu de Coninginne van Engelant aen hem gesonden hadde heuren Secretaris Edmonts, hadde hij hem geopenbaert tegen deselve niet wel geaffectionneert te wesen noch tegen den Coning van Spaengien, noch tegen den Ertshertoge, ende mogelijck eenige andere secrete openinge gedaen. Edmondt daermede wedergekeert wesende naer Engelant is den Coning corts daernaer gevolcht ende desen dach met veel heeren tot Cales gecommen, twelcke velen estimeerden van sonderling bedencke te wesen ende hoipten dat daeruyt wat besonders soude volgen tot behulp vande saken van Oisteynde. | |||||||||||||
[Den 2en Septembris]Den 2en Septembris was noch al windich weder. Uyten Hage vertogen den Hertoge van Holsteyn om naer Zeelant bij Sijn Excie te gaen, ende den Graef van Hohenloe, wat sieckelijck geworden sijnde, om te gaen met sijn huysvrouwe naer Iselsteyn. Tweder wat versacht wesende, stelde Sijn Excie voor Vianen ordre op tcrijsvolck om naer Bergen te gaen, ende den aenslach op Liere te voorderen, ende liet er bij de heeren vanden Tijmpel, Edmonde ende Marquette, ende vertoogh selffs naer Zeelant, daer hij de heere Sednisky noch vont, die mits de storm niet en hadde derven voorts naer Oisteynde vaeren, dies hij voornam met hem daer binnen mede te senden den ingenieur Andries de Roy, om te helpen ramen wat wercken daer noch dienden gemaeckt.
Desen dach quam tot Cales bij den Coning van Vranckrijck den Graef van Sores met 16 peerden bij den Ertshertoge gesonden om denselven te congratuleren ende met eenen te vernemen wat sijn comtste daer mochte beduyden. | |||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||
de Strange als binnenslants. Den heere vanden Tijmpel voer met alle tcrijsvolck van Vianen naer Bergen, daer hij tijdelijck quam, ende tsavonts ging alle tvolck uyte schepen om noch snachts uyt te trecken, ende in ordre gebracht wesende, ende alle de gereetschap tottet exploict op wagens geladen wesende ende 2 halve canons geequippeert om mede te gaen, begonnen voor dach uyte stadt van Bergen te vertrecken met alle de ruyterie van daer ende van Bredae, die se op de heide vonden om morgen nacht den aenslach op Liere te versoucken, dan soe men tsedert verstaen heeft, liep met heur uyte stadt een boer van Ballart, dwelcke deur andere wegen met grooter haest naer Liere toeliep ende des naernoens daer quam, seggende dat seer veel volcx uyt Bergen was getogen ende op Liere aenquamen. Hierdeur geraeckte de heele stadt in roere ende verdubbelden tegen den nacht alomme heur wachten ende ronden. Tijmpel daervan niet wetende quam voorts naer de stadt ontrent den middernacht tusschen den 4en ende 5en Septembris, ende sont de besichtigers voor die hem seiden geen veranderinge te vinden dan alleen meer ronden als sij te voren wel gehoirt hadden. Hij meynde voorts te vaeren ende de biesbrug in de grachte te doen brengen, om daerover den aenslach aen te grijpen, maer soe se omtrent de grachte quamen, maeckte een schiltwacht alarme ende schoot, ende doen worden terstont 3 schoten met grof geschut gedaen, twelcke een groten alarm van roupen, clockcleppen ende de tromslach in de stadt maeckte. Tijmpel dat merckende ende dat sijn brug noch niet geleit ende nu niet wel te leggen en was, ende veel min geraeden den aenslach te beginnen, die se bemerckten ontdect te wesen, besloot wederom te keeren ende niet te tenteren, ende dien volgende keerden noch denselven nacht wederom. Hij hadde metgenomen 2 halve canons om hem daermede op de straten te behelpen, indien den aenslach voorts hadde gegaen met veel gereetschap om muyren ende wallen te beclimmen ende poorten, ketenen ende boomen aen stucken te mogen slaen, twelcke hij alles wederom wech bracht, ende quam den 5en tsavonts wederom tot Bergen. Sijn Excie hadde last gegeven aen Graef Lodewijck om mette overrijnse ruyteren te volgen ende Tijmpel in desen te seconderen, indien de ruyteren vanden viant op hem mochten trachten te vallen, ofte in cas van gelucken van texploict in Liere te rucken, ende terstont naer gelegentheyt daeruyt yet voor te nemen, daerom den Graef mette selve ruyteren den 4en tot Worcum overscheepte ende den 5en tot Bredae quam, van waer hij terstont voorts tooch naer Liere, maer verstaende onderwegen dattet exploict gefailleert was, keerde wederom naer garnisoen, ende soe liep te | |||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||
niet desen aenslach, die niet secretelijck genouch beleit en was, omdat veele al veel dagen te vooren daervan wisten te spreecken, hoewel die van Liere t’eerste advertissement vanden boer voornt. eerst cregen.
Den Graef van Sores den Coning begroet hebbende, vertooch wederom naer den Ertshertoge den 3en Septembris.
Den Raet van State schrift huyden aende Fursten van Cleef ende Cuelen ende aende steden op den Rijn ende Lippe leggende, dat se sullen besorgen den viant niet over Rijn te laten, ofte soe yemant daerom beschadicht werde, dat ment dacht op heur ende heur onderdanen te doen verhalen. De meininge was hiermede den pas over Rijn wat vrij te maecken, maer veele meynden dat d’affectie van dien allen totten viant ende de pretext van neutrael te blijven desen last wel vruchteloes soude maken. | |||||||||||||
[Den 4en Septembris]Den 4en Septembris was schoin weder. Voor Oisteynde schoot den viant noch al seer, dan scheen mettet gat in den dijck gesteuyt ende in sijn dessein belet te wesen, omdat hij niet en trachte te naerderen maer alleen op tgat tegen de zee wel te fortifieren ende verseeckeren, overmits tselve gat een grooten deurtocht hadde ende starcker in de ebbe als in de vloet. | |||||||||||||
[Den 5en Septembris]Den 5en Septembris was schoin weder. Voor Oisteynde waren de saken stille, den viant niet konnende naerderen ende die vande stadt oick niet veel konnende doen met uytvallen ofte anders, omdat des viants approchen soe hooch ende vast waren, dat niet mogelick en scheen die te konnen forceren. Den Coning van Vranckrijck sondt van Cales naer den Ertshertoge de soine vanden Hertoge van Meine met 60 peerden, om denselven mede te begroeten ende te sien wat in sijn leger ommeging, ofte wat hoipe hij hadde. Te vooren hadde hij mede naer Engelant gesonden den Maereschal van Bieron, maer men hoipte dattet tot andere fynen ende beter tot onsen voordeele was, hoewel de rechte oirsaecke van sijn comtste daer seer bedeckt bleef. | |||||||||||||
[Den 6en Septembris]Den 6en Septembris was schoin weder. Den Heere vanden Tijmpel vertooch van Bergen naer Zeelant, hebbende alle sijn voetvolck ende gereetschap weder doen schepen ende tot voor Vianen gaen, om op naerder last te wachten, maer Sijn Excie noch geen last ontfangen hebbende vande Staten om yet bij belegeringe aen te grijpen, sondt last op tselve voetvolck om alles weder naer garnisoen te gaen. Voor Oisteynde en naerderde den viant noch niet, maer scheen noch eenige wercken op de strange te willen maken tot verseeckeringe van sijn approchen, ende arbeide seer hier ende daer deur tlant om eenige creecken te stoppen ende te dammen om sijn wegen wat commodieuser te nemen ende te beletten | |||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||
dat tseewater niet soe wijdt in tlant en liep om sulcx den boesem vercleinende de schuyringe vande geulen minder te maken om te sien, of hij daermede middel conde vinden de geulen te doen verdroogen. Desen dach tegen den avont quam in den Hage den agent Caron met brieven van credentie vande Coninginne, hadde terstont audientie, openende bij last vande Coninginne (daeraf men te vooren wat geruchts hadde gehoirt) dat den Secretaris Edmonts in Vranckrijck was geweest, ende onder anderen aldaer bemerckt hadde een groote inclinatie in dien Coning om dese staet te helpen in dit beleg van Oisteynde, daeraf hij seide hem deur de Grave van St. Pol geinformeert te hebben dat de Staten wel al deden wat sij mochten tot defensie vande plaetse, maer dat apparent was dat se mettertijt verlooren soude gaen, ingevalle men den viant met meerder macht niet en keerde, dat hij wel gesint was den Staten een signale secours te doen, indien de Coninginne van hare sijde van gelijcken wilde doen. Dat de Coninginne dit verstaende ende geoffenseert wesende vande comtste der nieuw Spangiaerden in Irlant, daernaer met affectie hadde beginnen te luisteren ende soe verre die sake doen beleiden, dat den Coning van Vranckrijck selffs tot Cales was geeommen, ende presenteerde van sijne sijde 10.000 man te furneren, mits dat de Coninginne 6000 ende de Staten 8000 man opbrachten, twelcke sij hadden geconsenteert ende die te senden in Vranckrijck onder tbeleit vanden Coning, indien hij selffs te velde wilde gaen ofte dat men se tsamen stellen soude onder t’commandament van Graef Maurits, ende dat dese inclinatie soe groet was ende soe haestich, dat se terstont de lichtinge deden, ende metten Staten hier nieuwe alliantien wilden maecken. Dat de Coninginne boven dien 20 van haere grootste schepen sont op de custen van Spangien om daer alles prijs te maken wat sij souden vinden om haer vande Spangiaerden te wreecken, dat se daerom hem hier sont om te versoucken aende Staten, dat se 8 van heure beste schepen bij de haren wilden vougen ende terstont naer Engelant doen commen. Dat de Staten dese alliantie wilden vervolgen ende haer furneren wapenen voor de 6000 man voors. in minderinge vanden pension die men haer schuldig is, ende daerenboven gereet houden 8000 man om bij de hare ende des Conings volck te vougen. Dese sake waren wonderlijck, te meer omdat se niet op vervolch vande Staten en quamen, maer uytet eigen mouvement vande Princen, die met ons meer schenen becommert te wesen, als wij selfs. Dit geseit hebbende in tlang bij monde, leverdet bij geschrifte over den 7en daeraenvolgende.
Die van Emden hadden wederom een harde stoot van heuren Graef | |||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||
gehadt, dwelcke gecorrumpeert hebbende dry burgemeesters metten Sindico ende Secretaris in stadt was gecommen, ende op stadthuys gaende, hadde willen afschaffen des stadtswachten ende verseeckertheiden ende opstellen den nieuwen turckenstuyr ende schougelt tot een rijcxdaelder op elcke schouwe van meest alle de onderdanen, maer op elcke schouwe vande anabaptisten 2 daelders ende vande Jooden dry ende meer andere nieuwicheyden, daertegen de burgers waren op de been gecommen, ende hadden den Graef ende de gecorrumpeerden (die alrede op stadtsname tot Aurick veele poincten heimelick geconsenteert ende verseegelt hadden, ende in stadt meynden te doen effectueren) soe verschrickt, dat sij ter stadt uyt waren gelopen, waerom sij hier bij den Staten Generael hadden doen aenhouden om continuatie vande penningen heur te vooren geleent, ende om uyt dese landen te hebben een sinceer godtsvruchtich man ende geexperimenteert in der Staten regieringe tot een Sindico, om heur saken met goede ordre te helpen beleiden; ende naerdat zij met eenige andere personen daeraf hadden gehandelt, hebben zij ten laesten bewillicht met heur te gaen Mr. Pancras van Chastricom te vooren hier in den Raedt van State geweest om te sien of hij met heur daerop soude konnen accorderen, dwelcke daerop den 6en Septembris naer Emden vertooch. | |||||||||||||
[Den 7en Septembris]Den 7en Septembris regende het seer. Den viant was voor Oisteynde noch doende om sijn wercken te verstercken, ende in tbesichtigen van dien werde deur den cop geschoten den Colonnel Catrice, soe dat hij in groet gevaer vanden doot was. Dese was een vande voornaemtste, die de approchen voor Oisteynde gevordert ende genaerdert hadde, ende een stout ende onversaecht crijsman, daerom men meynde dat sijn quetsure in de sake vanden viant voor Oisteynde incommoditeyt causeren soude. Anders liepen tijdinge deur tlant dat den Coning van Vranckrijck den Ertshertoge hadde doen afvragen of hij den Prince van Espinoy wilde doen redintegreren in alle sijn goederen ofte niet, volgende den pays, of hij den Graef van Sint Paul mede wilde redintegreren in sijn goet ende de souverainiteyt van dien laten aen Boulogne ofte niet, of hij hem wilde toestaen t’recht vanden stapel tot Cales ofte niet, ende of hij sijn onderdanen de vrije traffyck op Hollant ende Zeelant wilde gestaden ofte niet. Dese poincten werden animeuselijck voorgegeven, ende veelen meynden, dat daeruyt wat volgen soude; anderen meynden, datter mer gesocht wert een pretext te hebben tot tgene hij in Engelant hadde doen tracteren. Nietemin verstont men dat den Coning wat scheen te aerselen in de hevicheyt te vooren de Coninginne doen aendienen, omdat hij hadde doen | |||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||
verclaren dat hij den pays niet en begeerde te breecken metten Ertshertoge, maer soe de Coninginne op haren naem alleen yet wilde voornemen tot onderstant vande saken vande Staten ende van Oisteynde, dat hij wel heymelick de halve costen wilde doen, maer opentlijck niet begeerde voor te nemen, waerinne de Coninginne seer ontset ende verstoret was, omdat se te voren anders van desen gemeint ende verstaen hadde. Eenigen meinden dat den Ertshertoge de sake hadde geroocken ende doen reserveren, anderen dat den Coning mogelijck gemerckt hebbende dat den Ertshertoge despereerde van Oisteynde te veroveren, ofte dat mits tinnespoelen vande nieu geule, de pericule vande plaetse te verliesen veel quam te cesseren, verandert was van opinie, doch hoe het was is onbekent, dan den Coning was alle dese dagen deur mede seer medewaerich, binnen Cales spreeckende bijnaeste met alle man die hij vreemts daer sach.
In desen somer sprack den Almirante van Arragon met veele ende verscheyden personen verscheidentlijck vanden pays, presenterende die te willen bemiddelen tusschen dese landen ende den Coning van Spaengien mette Ertshertoge, hem vermetende die te konnen te wege brengen, doch en liet noch nyet verluyden dat hij daertoe was gelast.
Desen dach quamen in Texel in Noorthollant aen 7 schepen van Amsterdam, commende uyt Oist Indien met een seer rijcke ende machtige cargesoen, want sij geladen hadde 10c39m ponden peper, 4m ponden lange peper, 2m ponden cubeben, 14m ponden nagelen, 52m ponden maces ofte fouille, 5c16m ponden nootenmuscaten, 1 casse lignum aloes, 3 basiliques gesteenten ende meer andere rijcke waren, geestimeert weerdich over de 40cm gulden, twelcke men verhoipte dat in dese landen een grooten rijcdom soude maken ende seer repareren tgroote verlies vande twee rustingen van Rotterdam van Olivier ende van Mahu, die tsamen aende coopluyden wel 600m gulden hadden doen verliesen. Tscheen dat dese voyagie van Oist Indien dapper wilde toenemen ende de middelen van Portugael crencken, omdat dese schepen tijdinge brachten, dat de Indianen heur versochten tot assistentie tegen den Portugiesen, om dselve te mogen verdrijven ende soe weder tot haer vrijheyt te mogen commen. Anders verstont men dat in de Moluccen de waerde vande specerien seer begonst te rijsen, mits elcx om strijt die tegen malcanderen opcoften tot een groet bedencken in toecoemende tijde voor de gansche Cristenheyt, hoewel scheen dat de Portugeesen veel daertoe roeyden.
| |||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||
niet, maer arbeide al dapper aen sijn approchen, om die te verstijven, soedat men naulijcx bedencken conde wat den viant wilde doen, ende of hij alleen arbeide om hem tegen de zee te wapenen, ofte dattet mocht wesen om de stadt te blockeren. Eenige overlopers seiden dat den viant van meininge was geweest een aenloop op de contrescharpe vande stadt te doen, maer dat de quetsure van Catrice des hadde verachtert, dat men in tleger seide, dat se haest opbreecken ende tbeleg verlaten soude, hoewel velen des niet en konden geloven. Den Graef van Hohenloe wat gebetert sijnde, vertoogh naer Zeelant ende Ste Martensdijck om den Hertoge van Holsteyn daer te tracteren. | |||||||||||||
[Den 9en Septembris]Den 9en Septembris wast noch regenich weder, ende de saken van Oisteynde bleven in eenen doen, den viant met alle sijn macht schijnende alsnoch daer te willen opiniatreren, hoewel hij niet vorderde alsof hij alleen wilde wachten op eenigen grooten storm, die eenich deel vande stadt mocht wech spoelen, om soe beter meester vande plaetse te werden, dan was in veel menschen oogen wonderlijck ende bij velen onverantwoordelijck geacht, dat de Staten desen langen tijt alsoe versuymden sonder yet signales voor de handt te nemen om den viant te diverteren oft hem, terwijle hij voir Oisteynde met alle sijn macht geempescheert leit, af te nemen eenige plaetsen, die qualijck bij andere occasie sijn aen te tasten, maer de jalousie ende desordre in de provincien metten Staten wesende, gaf daertoe de meeste oirsake; de jalousie, omdat Hollant ende andere provincien scheenen niet ongeerne te sien tverloop vanden welvaert van Zeelant, daeraf sij de stucken opraepten ende prouffiteerden, dewijle dat se met die van Zeelant in heur prosperiteit niet wel en hadden konnen overeendragen ende daerom nu heur terughielden, om die van Zeelant alsoe een merckelijcke somme penningen te persen; de desordre, omdat de saken in Zeelant verloopen wesende de provincie niet wel en hadde te geven; dat Groeningen ende Omlanden met de executie waren bedurven, ende daerom oick onmachtich yet te geven, oick wel lijden mochten dat anderen die heur hadden helpen doen executeren, nu mede wat gevoelden, ende dat Vrieslant noch soe vol factien was, dat daeraf oick niet veel en was te trecken, ende dat Hollant ende Utrecht onmachtich ende oick onwillich waren de costen alleen te dragen. Dit werde bij eenige regierders behendelijck alsoe gedreven, ende met veel pretexten belet yet sonderlings aen te grijpen, hoewel de provincie van Hollant in heur selven goet ende om wat veel te doen seer geneicht was, want de Staten van Hollant vanden 5en deser wederom bijeen gecommen wesende, hebben rontuyt | |||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||
ende sonder veel swaricheyt geconsenteert de groote sommen van penningen op de voorgaende vergaderinge geeist, apparentelijck om te voorderen tgene bij Caron hiervooren van wegen de Francoisen ende Engelsen aengegeven was, hoewel sij op de middelen om die te vinden niet en konden verdragen, ende daerom noch bijeen bleven tot den 15en deser toe, delibererende op veel middelen, maer egeene concluderende, omdat elcx meest daerop rapport nam, ende dat se tgroote middel om van alle de incommende goederen oick t’uytgaende convoy te ontfangen, ende vande manufacturen niet en konden arresteren sonder die van Zeelant daertoe mede te bewegen, daerom sij eenigen committeerden om in Zeelant te gaen om die daertoe te persuaderen ende induceren. Op tstuck van justitie ende om nieuwe raden te maken en konden sij oick niet accorderen, omdat die van Noorthollant ofte twee collegien van Provincialen Raet wilden hebben, ofte ten minsten een vande Raden te maken plat uyten heuren.
In dese tijt werden totte compagnie van Langvelt genomineert drie persoenen, daeraf naer den capiteyn Barnart Plonchart dselve creegh.
In dit sware beleg van Oisteynde quam voor den staet van tlant seer wel, dat de galeijen voor Sluys soe starck ingehouden werden, dat geene eens uytcommen mochten, jae selffs sulcxs niet en trachten, tsedert sij in Julio lestleden uyt waren, omdat de Staten voor tgroote gat van Sluys deden houden de Rotterdamse ende Amsterdamse galeijen met 2 oirlochschepen ende 2 smackseilen ende de Dortse ende Noorthollantse voort Swarte gat, alles geresolveert te enteren ende te clampen soe den viant soude willen uytcommen. De Zeeuse galeije bleef bij gebreck van middelen, soe sij voorgaven, ongeequippeert leggen. | |||||||||||||
[Den 10en Septembris]Den 10en Septembris was tamelijck weder, ende den viant bleef noch al stille voor Oisteynde leggen, waerom de heere van Chastillon ende Francoisen daer binnen wesende seer aendreven om een uytval op den viant te doen, twelcke anders vele andere daer ongeraden docht, omdat de loopgraven vanden viant te hooch ende te seer gewapent waren. Ende soe van daege denselven heere mette andere overicheyt rontsomme ging om te besichtigen ende bespieden ofte ten minsten d’andere te persuaderen, waer ende hoe men noch eenigen uytval soude konnen doen, ende ten lesten staende voor een schietgat, werde hij met een canon thooft meest afgeschooten, daeraf den Colonnel Huchtebrouck een deel in t’aensicht creeg met weynich quetsure, maer een stuck van sijn panne van ongewoenlijcke dickte vlooch den Lieutenant Colonnel Brog onder de ooge over de wang inne, morselende sijn neus ende alle het wangebeen, ende soe diep | |||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||
inschietende, dat hij daeraf in doots pericule was. Anderen en werden met die schoot niet gequetst. Velen hadden desen here van Chastillon de doot al toegeschreven, doen hij derwerts ging, omdat hij van nature heet ende van te goede wille was, om wat veel te doen, twelcke vol pericule in sulcken plaetse was, dan werde hier te lande seer beclaecht van soe haestich sijn leven verlooren te hebben, omdat hij openhartich ende oprecht van nature scheen te wesen ende wel geaffectionneert was totte religie, die scheen een persoin van groote hoipe ende van groot steunsel in toecommende tijden voor die vande religie in Vranckrijck, te meer soe veele meynden dat sij expresselijck hem daertoe hier hielden om in toecommende tijden een geexperimenteert overste te hebben, dan scheen wat te seer haestich ende ijverich om een wijs commandeur te worden, twelcke met lange experientie ende niet met haeste vercregen moet werden. Altoes heeft hij de eere gehadt, dat hij in tstuck van dienste te doen ende om sijn goede wille te mogen thoinen voor dese saecke is gesuccombeert. | |||||||||||||
[Den 11en Septembris]Den 11en Septembris was tamelijck weder. De heere Sidnisky die tot noch toe binnen Oisteynde niet en hadde konnen commen, maer mette westelijcke winden t’elcken tot in zee versteecken was, is desen morgen heel vrouch voor den dach daer binnen gecommen om aldaer alle gelegentheyt te besichtigen ende te sien wat men aldaer tot defensie vande stadt noch soude konnen maken ende mette overicheyt te beraetslagen off buyten alle twijffel de stadt mette defensie soude konnen behouden worden, ofte soe de diversie nootelijck soude moeten geschieden, hoeveel volcx dan uyte stadt daertoe soude konnen trecken sonder t’crijsvolck te decourageren ofte de defensie vande stadt te crencken. Met hem was in de stadt gecommen den jongen Graef Jan van Nassau om tbeleg te sien. Noch quamen met hem daerinne den ingenieur Andries de Roy om op alle wercken te letten ende te dispicieren wat wercken men noch tot defensie soude konnen maken, ende die voorts af te steecken ende op te doen maecken. Item noch Adrien de Lacrois, capiteyn van mineurs om in de walle te maken alle de nodige valsche poorten om uyt te commen ende op tstuck van minen te voorsien, gelijck mede den commis Wigans, om aldaer te formeren t’magasijn voor vier maenden ende dat te doen voorsien ende versorgen vande vivres hem medegegeven om in alle noot de stadt niet te versuymen noch te verliesen. Dese begonden terstont elcx in sijn last te besongeeren. | |||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||
liepen wel 110 schepen soe soetelaers als schepen met amunitie tottet magasijn. Dese alles liepen de oostgeule in ende deur de contrescharpe binnen in de gracht vande stadt, daer se wel bewaert lagen ende conden ontladen werden Ga naar voetnoot1. De Staten Generael hadden in den Hage nu eenige dagen gedelibereert op tgeene heur van wegen de Coninginne van Engelant voorgedragen was, daerinne heur wat hadde becommert, dat se verstaen hadden, dat den Coning van Vranckrijck begonst hadde te aerselen, nietemin besloten ten lesten van heure sijde niet terug te laten, dat dese sake soude konnen verachteren, ende gaven daerom ten laesten een antwoorde aen Caron voor de Coninginne met volcommen verseeckeringe ende presentatien van heur sijde ende met bede dat de Coninginne doch naer haer wijsheyt ende goedertierentheyt dese saecke soe wilde behartigen ende voorts drijven, dat sij daeraf gevoelen mochte de gewenschte vruchte. | |||||||||||||
[Den 13en]Den 13en regendet seer. Den viant arbeide voor Oisteynde noch al meer om de creecken te stoppen waer hij konde om soe den boesem van t’zeewater te verminderen, ende scheen dat hij nu in tsuyden wat bestont te naerderen, treckende daertoe sijn approchen vanden westen naer den suyden soe veel hij konde, schijnende die aen te willen sluyten om soe niet alleen den inloop van water in de kreecken, maer oick over tlant te beclemmen ende den boesem soe cleyn te maecken, dat geen groote stroom meer deur de geule en soude innegaen, om dan te trachten die te stoppen ende over te commen, ende daertoe scheen mede te strecken een lange sware gabionnade, getogen van tbegin vanden dijck over de strange tot aende cataye met sulcken linie, dat die tvolck daer achter van tschieten vande stadt konde bevrijden, daeraen sij seer arbeiden ende die bijnaest aenbrachten om dan de westhaven te mogen met sinckrijs alleenskens stoppen ende de vloet ende ebbe deur tgat te doen vergaen, ende daernaer tselve gat mede te mogen vollen ende stoppen, wercken die uytermaten swaer ende van veel tijts ende costen waren, doch naer apparentie, indien men hem laet begaen, doenbaer ende die langsaem bij sullen commen, maer ten lesten te swaer om te keeren vallen. | |||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||
voor Oisteynde ten suyden te willen approcheren, daerom die van binnen te meer arbeiden op den polder wel met 400 man gestadich. Snachts quamen daer den Hertoge van Holsteyn ende den Graef van Hohenloe ende anderen om de stadt ende beleg te besien, ende wel 23 schepen met vivres ende amunitie van buscruyt ende anders.
Den Coning van Vranckrijck hadde voor sijn vertreck uyt Cales ontboden aenden heere van Warmont, leggende mette schepen in de hoofden, dat tot Cales gelt voor de Staten was, ende dat hijt wilde doen halen, daerom denselven heere daerom sondt, ende ontfing 100.000 cronen, daermede hij naer Hollant quam, terwijle de Staten daer besich waren om een commis naer Vranckrijck te senden om tselve gelt te halen. | |||||||||||||
[Den 15en Septembris]Den 15en Septembris was schoin weder. Den Hertoge van Holsteyn ende Hohenloe gingen den heelen voornoen de wercken vande stadt buyten ende binnen seer besichtigen, vonden die in goeden doen, ende dat den viant uytnemende groote en sware wercken in sijn approchen hadden gemaeckt, ende nu scheen heel ten suyden wat te willen doen, hoewel een overloper seide, dat se noch trachten souden ten westen tgat te stoppen ofte beletten met eirdsacken ofte swaer geladen kisten, ende dat de wercken die se op Strang maeckten gedaen werden om aen thooft ende de palen ten westen te commen, om tgat soe in tbegin te becrampen ende te beletten, daertegens die vande stadt dapper op de polder arbeiden. Tsavonts schoten die vande stadt Oisteynde wat veel, alsof sij eenigen uytval hadden willen doen, daeromme den Hertoge wat beschoncken wesende seer bloot op de wallen liep om te sien wat sij deden. Hij ende den Graeff waeren smiddaechs te gaste geweest totten gouverneur, ende daer vielen naer den eten eenige hevige woorden tusschen den Graef van Hohenloe ende Horatio Vere, om eenige propoosten die dselve Vere deur den dronck te hoech voerde, dan werden daernaer stillekens geslist, ende snachts vertooch den Hertoge met den Graef ende Edmonde weder uyt Oisteynde naer de schepen om naer Zeelant te gaen.
De gedeputeerden vande Staten, die tot Utrecht in Gelderlant ende Overijssel waren geweest om te versoucken, dat se souden willen innewilligen de nieuwe petitien vanden Raede van State, quamen wederom rapporterende, dat dselve landen willich waren des te doen, so men yet tot defensie van Osteynde konde ofte mochte voornemen, doch waren velen menschen uytermaten verwondert dat de Staten in tijts geen middelen voorhanden en namen om yet te doen ofte den viant te diverteren, gemerckt sij de handen los ende de occasie daertoe nu beter hadden, als sij | |||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||
die in veele jaeren hadden gehadt, maer tvoornemen van eenigen om die van Zeelant te perssen, dede veel tegenhouden ende namen daertoe mede pretext, dat men eerst sien moste wat vande geproponeerde saken tusschen Vranckrijck ende Engelant soude willen commen, sonder ons volck ergens te engagieren, hoewel anderen meinden, dat den tijt daerentusschen te verre verliep ende sulcke uytslellen niet toe en liet, te meer soe men bemerckte dat vande andere sake niet veel commen en soude, te meer soe men terstont hiernaer verstont, dat omtrent dese tijt den Coning van Vranckrijck van Cales weder naer Paris vertogen was sonder mette Engelsen yet geconcludeert te hebben. | |||||||||||||
[Den 16en Septembris]Den 16en Septembris was schoin weder. Den commis Wijgans hebbende t’Oosteinde in stadt gebracht alle de vivres hem mede gegeven, ende daervan pertinenten staet gemaeckt, ende van tgeene naer communicatie met de overicheyt daer noch noodich bevonden werde, prepareerde hem om te vertrecken. De heere Sidnisky hebbende hem wel geinformeert op de geheele gelegentheyt vande stadt, ende een pertinente caerte doen maken van alle de wercken van buyten ende van binnen, ende die van binnen noch beraemt waren te maken, ende verstaen dat de stadt wel houbaer was, maer dat men onseecker was wat inconvenient mette winter daertoe soude mogen slaen, ende dat sulcx in alle gevalle de diversie noodich ende de seeckerste was om waert mogelijck den viant vande plaetse te trecken Ga naar voetnoot1, daertoe men uyte stadt in sulcken gevalle wel soude mogen lichten sonder becommeringe 2000 mannen, die se daer wel te veel hadden, vertooch snachts met Graef Jan van Nassau voornt ende den commis Wigans weder uyte stadt om naer Zeelant bij Sijn Excie te gaen | |||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||
ende van alles rapport te doen, ende liet in stadt den ingenieur de Roy, die meynde dat men notelijck over de oistgeule tot bescherminge van deselve ende van t’innecommen der schepen een fort soude behooren te leggen, twelcke hij beraemt, maer noch niet afgesteecken en hadde alleer naerder last van Sijn Excie te hebben. | |||||||||||||
[Den 17en Septembris]Den 17en Septembris was noch al schoin weder, ende den viant scheen voor Oisteynde noch al ten suyden te willen wercken. Den Graef van Hohenloe quam bij Sijn Excie tot Middelburch hem rapporterende de gelegentheyt vande stadt Oisteynde, maer den Hertoge bleef tschepe leggen, omdat hij te voiren oirlof aen Sijn Excie genomen hadde, dien den Graef terstont volchde ende keerden soe wederom naer Dordrecht ende Utrecht.
Desen dach deden die van Groeningen publiceren een ordre op het predicken, trouwen ende doopen vande kinderen, luydende aldus: Burgemeesters ende raet laten weten, also men in gewisse ervaringe comen, dat niet alleene veele inde stadt ende derselver jurisdictien sich onderstaen tegens het beswooren tractaet metter stadt anno 1594 opgerechtet, andere religien als de reformeerde te exerceren ende gebruycken tot vervalschinge van Goodes woordt, t’misbruyck zijner heyligen sacramenten ende tot argernisse ende verleydinge van vele menschen, dan oick dat vast vele onordinge ende misbruycken in ende buyten den echtenstandt ende sundts anders tegens alhier opgerechtede ende gebruyckelijcke christelijcke kercken ordeninge inrijten ende gepleecht worden, ende wij ons amptshalven plichtich eerkennen sulcks alles met gebeurlijcke straffe te bejegenen ende te weren, hebben geordonneert ende gestatueert, ordonneren ende statueren mits desen als volcht:
Eerstelick alle exercitien van andere religien als der gereformeerden naermaels hier verboden sullen zijne, ende noch soe wie bevonden wort zijn huys ofte plaetse den wederdoperen, papisten ofte andere tegens deser statskerckenordeninge the gestaden om geprediget ofte vergaderinge gehouden te worden sal elck mael verbeuren thien dalers.
De prediger aberst als voors: soe bevonden sullen worden te predigen sullen ydermael verbeuren thien daelders ofte veerthien dagen te water ende te broode gesettet te worden, ende ten derdenmael alsoe te predigen bevonden, sullen der stadt ende derselver jurisdictie verwijset worden.
Ende die in alsulcke predicatien ofte vergaderinge bevonden worden sullen ydermael verbeuren twee daelders.
Soe wie bevonden wort yemanden weder te doopen sal verbeuren twintich | |||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||
daelders ende andermael bevonden te water ende te broode ende gewesen te worden als voors: is.
Item ongedoopte kinderen sullen geen erffenisse ontfangen ofte bet henen volgende in stadtsboeck gestelt.
Oock sal nyemant tot eenige administratie bedieninge publycke ofte privatie noch oock tot cunschap ofte getuygenisse toegelaten worden, hij doe dan de solemnelen daertoe staende eedt; alsulcken eedt weygerende sullen gestraft worden als nae recht behoort.
Alle die sonder trouwen in concubynaetschap leven, ende sich niet binnen een maent na der kerckenordeningen in den heyligen echtstant begeven, sullen als hoereerders ende nae gelegentheyt der persoenen arbitralijck gestraft worden.
Item die in bloetschande ofte verboden graden contraheeren, ofte oick buyten der gereformeerde kercke sich copuleren laten, sullen in verervinge de goederen ende sunts sich der echtschap niet hebben te erfreuwen ofte genieten, noch oock echte kinderen bet heen en sullen sunts noch nae gelegentheyt ende noot des daders gestraft worden.
In dese voors. breucken te apliceren de helft den aenbrenger, ende d’ander helft gelijck andere breucken in der stadt ende derselver jurisdictien vervallen.
Aldus geresolveert den 5en September om op den toecoemende maendach metter clocke afgepubliceert te worden.
Tgeene voors. aengaende de exercitien van religien ende metter clocke afgepubliceert den 7en September 1601 oude stijl. Ende hoewel dese ordonnantie meestal niet dan polityck en was, hebben nochtans veele geesten, die overal werre soucken ende alles ten archsten duyden, veel scharpe schriften daertegen gemaeckt ende laten drucken, die te meer geduldet werden, omdat veele menschen vrij wat te scharp scheen, dat ongedoopte kinderen ofte wiens ouders in de kercke niet en waren getrout, geen goet erven en souden mogen, te meer so den Raet van State wel scharpelijck berispt hadden die van Ceulen over een gelijcke ordonnantie bij hemluyden gemaeckt. | |||||||||||||
[Den 18en Septembris]Den 18en Septembris was noch schoin weder. Voor Oisteynde was den viant tamelijck stille, werckende evenseer naer tsuyden toe om sijn approchen aen te brengen ende te stuyten. Tsavonts bedreven de Engelschen binnen ende buyten de stadt veel triumphe ter eere vande geboorte van haer Coninginne. In Zeelant quam de heere Sidnisky, die tsavonts aen Sijn Excie rapport van alles dede, die terstont sulcx aende Staten Generael | |||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||
schreef ende versochte, dat se tot in Zeelant wilden commen. In den Hage quam den Heere van Warmont, refererende aende Staten Generael, dat hij tot Rotterdam hadde gebracht ende aen vander Veecken doen leveren de 100.000 croonen bij hem in Vranckrijck ontfangen, daermede de Staten seer verblijt waren, soe omdat se geen advertentie en hadden ontfangen dan van 50.000 croonen, als om de haesticheyt van t’overcommen van tgelt in dese heure groote becommeringe, hoewel tselve naer gewoente ten prouffijte vanden Ambassadeur Busenval noch moste vermunt werden, alleer de Staten des souden konnen ontfangen.
De Heere Vere gebetert van sijn quetsure is desen nacht weder naer Oisteynde gekeert om sijn commandement te continueren ende daer quamen mede veele schepen met rijs ende amunitie.
Desen dach werde den Palsgraef gebooren eenen jongen soin, wesende sijnen tweeden soine ende geen cleine verseeckeringe van dat huys. | |||||||||||||
[Den 19en Septembris]Den 19en Septembris was schoin weder. Den commis Wigans gecommuniceert hebbende met Sijn Excie t’stofferen van tmagasijn tot Oisteynde ende tgeene geacht werde daer noch te ontbreecken, werde gesonden naer Hollant om aldaer t’ontbreeckende te vervolgen ende mede naer Oisteynde te senden. Voor Oisteynde schoot den viant wederom wat meer met sijn geschut als de voorgaende daegen. Den Generael Vere quam weder tot Oisteynde ende dede terstont omtrent 10 uyren voornoen een uytval doen naer thooft vande haven ten westen ende naer de gabionade, die den viant daer maeckte, maer twerck was soe vast met rijs ende gabions gemaeckt, dat se daerop niet uytrechten en konden. Den viant quam mede uyt, ende naer eenige schermutsinge scheiden wederom. Sij sagen dat den viant tot aende cataye gecommen was ende daer noch veel steen ende ander gereetschap hadde, maer en konden niet bemercken waertoe. Twee gevangenen vanden viant tot Oisteynde gebracht, seiden dat gisteren noch een regiment knechten ten oosten was gecommen ende dat daer nu 3 regimenten laegen. Snachts schoot den viant ende die vande stadt seer, en schoot deur des heeren Vere logement ende deur des baillus logement sonder schade. | |||||||||||||
[Den 20en Septembris]Den 20en Septembris was noch schoin weder. De Staten Generael ontfingen de brieven van Sijn Excie om naer Zeelant te commen ende te helpen adviseren wat men best in dese tijt noch soude mogen aengrijpen ende wat vrucht men vande propositien van Vranckrijck ende Engelant soude mogen trecken. Hierop ootbooden sij den Raet van State voornoen ende disponeerden hem tottet vertreck, sullende die van Hollant soe starck mede | |||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||
gaen, dat se oick met die van Zeelant mochten handelen op tgroote middel van tconvoy.
Snachts waren eenige springers uyt Oisteynde geweest, die van dage daer brachten 4 werckpeerden met een vullen den viant ontnomen. Den Graef van Noorthumberlant quam binnen Oisteynde voor sijn plaisier ende men sach den viant noch al veel steenen aende cateie brengen met rijs ende ander hout, werckende noch al voort naer thooft toe. | |||||||||||||
[Den 21en Septembris]Den 21en Septembris was schoin weder. De Staten Generael vertoogen naernoen uyt den Hage naer Zeelant, ende in den Hage quam den commis Wigans vervolgen de resterende vivres die tot Oisteynde noch ontbraecken, daerop bij den Raede van State mede ordre werde gestelt. Voor Oisteynde arbeide den viant evenseer met steen ende rijs naer de cateie ten westen te voeren, ende sijn wercken naer thooft te verstijven, maer ten suyden en naerderde hij niet, mits hij noch al arbeide om sijn trancheen te maken om twater te steuyten ende so tscheen om een batterie tegen de polder te maken, tlant lopende tot voor sijn trencheen telcken bijnaest onder. Tsavonts bestont den viant wederom seer te schieten, maer met weinich vruchts, mits een soldaet in stadt gedoot werde. Uyt Vlissingen vielen 300 soldaeten op t’eilant van Casande, ende liepen tot hofstede toe, creegen daer eenige boeren gevangen, een paert, 35 coijen ende 75 schapen, ende quamen onbeschadicht wederom.
Desen dach werde in Spaengien gebooren Anna Maria Mauritia, dochter vanden Coning.
Omtrent dese tijt bracht Sr Calistenes Brouck uyt Engelant noch 4 vendelen knechten, starck omtrent 700 mannen, die in dienst aengenomen ende in Zeelant geleit werden. | |||||||||||||
[Den 22en Septembris]Den 22en Septembris was schoin weder. Den Colonnel Huchtebrouck commanderende tgeschut tot Oisteynde dede met alle macht schieten op de batterie vanden viant tegen de polder gemaeckt, in vougen dat hij die weerloos maeckte, ende gegaen wesende in de Engelse trencheen buyten de stadt om te sien of den viant daeraen noch arbeide, beschoncken wesende ende hem wat te verre bloot gevende, is hij met een musquet in de cop ofte hals geschoten ende terstont gestorven, daerom velen in stadt seer bedrouft waren, omdat hij onder den soldaten seer was bemint ende met goede ordre sijn saken beleide Ga naar voetnoot1. Naernoens werde in stadt | |||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||
noch geschoten een Frans capiteyn, Pomarede genaemt. Desen dach quam in den Hage den Heer Sidinisky, om mette Staten Generael te communiceren sijn besoigne van Oisteynde, ende deur laste van Sijn Excie heur voor te dragen desselfs meininge, om noch eenige diversie te doen, ende hoe ende met wat middelen men die soude konnen doen ende wat volck men daertoe uyt Oisteynde soude konnen lichten, ende voorts bij een caerte te bethoinen de gelegentheyt van Oisteynde noch op den 16en deser, ende t’advis vande overicheyt daer te wesen, dat men een diversie behoort voor te nemen, maer mits de Staten selfs al naer Zeelant waren, dede hij rapport in den Raede van State, daerbij verhalende dat niet meer in Oisteynde van noode en was dan lang ende sinckrijs, twelcke hij versochte dat metten eersten derwerts mocht gesonden werden. | |||||||||||||
[Den 23en Septembris]Den 23en Septembris was noch schoin weder. Men sach op den dach dat den viant snachts de batterie gisteren om verre geschoten wederom opgemaeckt hadde, waerom die vande stadt te meer verhaesten een retranchement daer recht tegen aen in de polder begonnen, twelcke sij meynden dat soude konnen groote verhinderinge aende voorn. batterie doen. Anders bracht den viant noch al veel hout, rijs ende steen aende kateie ten westen, ende een Franchois overcommende seide, dat den Ertshertoge daer een bolwerck wilde maecken ende in tiras doen metselen. Item dat hij een dijk wilde maken vande oostduynen af naer de Geule daertoe, omme t’innecommen vande schepen te beletten; maer anderen meynden dat desen Fransman weinich van des viants voornemen verstont, ende dat de wercken aende westhaven souden strecken om te trachten die haven in den mont, ende daer se ondieptste is te stoppen, om soe de westgeule de cracht vanden vloet van twater te benemen ende soe die beter te mogen doen toedrogen, ende dat den dijck ten oosten begonnen te maken mede strecken soude om die aende andere approchen vast te maken, ende den boesem van twater sulcx soe cleyn te maken, dat de geulen heur deurtocht mochten verliesen. Nietemin meynden die van Oisteynde met heur nieu retranchementen op de polder tvoltrecken vanden voors. dijck veel te konnen beletten, ende ofschoin den viant heur de invaerte langes de oostgeule benam, was heur dat de minste becommeringe, omdat se een ander gat gereet gemaeckt hadden op tdeursteecken naer aende oostsijde deur den dijck, daerdeur sij dan evenwel schepen in stadt soude connen crijgen, maer tgeene dat meest den verresiende becommerde, was, | |||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||
dat se vreesden dat den viant heur metter tijt dien grooten boesem soude konnen benemen ende soe beclemmen, soe dat heur geulen min vruchts souden konnen doen, jae in pericule van gestopt te konnen werden, souden commen. | |||||||||||||
[Den 25en Septembris]Den 25en Septembris was noch rou windich weder, ende mits den springvloet, liep twater voor Oisteynde soe extraordinaris op, dat den viant ten westen uyt alle sijn approchen moste opwijcken in de corps de guarden, ende moste ten lesten oick de corps de guarden verlaten, ende over de trencheen ende parapet naer de duynen loopen, twelcke met sulcken confusie geschiede, dat veele in twater vielen ende verdroncken, ende indien die van Oisteynde gereet waeren geweest daerop met musquette ende geschut dapper te schieten, soe souden sij heur veel schade hebben konnen doen, maer de confusie aen d’een sijde ende de nieuwicheyt van spectacle aen d’andere sijde, causeerden dat elck stille was ende op de wallen liep om daernaer te sien, soe verre, dat wel een half uyre naer dese confusie verliep alleer eenige schoot geschoten werde. Daernaer begonst den viant weder te schieten, ende al advenant twater viel, quam hij wederom in sijn loopgraven om die te besetten ende te repareren. De Heere Oldenbarnevelt in Zeelant gecommen wesende, ende daer naerder van Sijn Excie verstaen hebbende den noot van Oisteynde, heeft naer Hollant geschreven om rijs, balcken, plancken ende cruyt om tselve metten eersten naer Oisteynde te senden.
De Staten Generael waren oick met die van Zeelandt in communicatie geweest op tstuck vande consenten op t’nieu voorgeslagen middel vande incommende goederen ende manufacturen, ende om yet voor te nemen tot verlichtinge van tbeleg van Oisteynde ende diversie van dien, daertoe sij gaerne gesien hadden, dat die van Zeelant yet extraordinaris hadden willen doen, maer en consten op tstuck van alle poincten d’selve nyet voorder bewegen dan om daervan rapport aen heur principalen te doen, ende op den eersten Octobris derselver naerder last inne te brengen. | |||||||||||||
[Den 26en Septembris]Den 26en Septembris stormde, hagelde ende regendet seer, daerdeur twater weder soe hooch vloeide voor Oisteynde, dat den viant noch sijn approchen ten westen most verlaten, twelcke hij met beter ordre dede al advenant het water wies. Binnen Oisteynde waren meest alle de stucken verloopen ofte soe veel gedemonteert, dat se qualick daermede schieten | |||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||
konden, waerom Sijn Excie naer Zeelant hadde doen commen 3 heele ende 5 halve canons om die naer Oisteynde te senden ende alle de bedurven stucken daervuyt te lichten. Daer waren bij noch twintich schepen met amunitie, maer mits tgestadige quade weder ende contrarien wint en konden die niet wech commen. | |||||||||||||
[Den 27en Septembris]Den 27en Septembris was noch stormich rou weder. De Gecommitteerde Raeden in Hollant waren doende om volgende de brieven vanden Here Bernevelt ordre op de behouften te stellen, depescheerden daerom terstont naer Gorinchem, Bommel, Thiel, de Swalue ende andere plaetsen om menichte van rijs op te doen copen ende naer Amsterdam ende Dort om thout, maer daer was in gansch Hollant soe weynich cruyts, dat se niet en wisten hoe daerinne te voorsien, omdat Oisteynde soe veel cruyts verslinde als de coopluyden bijnaest leveren konden. Ende omdat de Staten sagen, dat dit beleg uytermaeten costelijck viel, begonnen sij hoe langs hoe meer te bemercken dat de diversie noodich was, daerom Sijn Excie al over eenige dagen doen depescheren hadde patenten voor alle tcrijsvolck, dat met Graef Ernst op de weert voor Berck lach om voor eenige dagen in garnisoen te gaen ende te refraicheren, welcke patenten denselven Graef op huyden ontfing.
Desen nacht beviel de Coninginne van Vranckrijck van eenen jongen soin tot verblijdinge van velen, wesende haer eerstgeboorne soon ende sulcx Dolphijn vanden voors. Coningrijcke. | |||||||||||||
[Den lesten Septembris]Den lesten Septembris wast noch even quaet weder. Den Grave Ernst van Nassau vertooch van voor Berck mette reste van sijn volck, ende niettegenstaende alle desen langen storm meest vuyten westen ende westen ten noorden, en spoelde bijnaest geen van des viants wercken voor Oisteynde wech, selfs niet de gabionade bij den viant op de strang gemaeckt, die naer allen menschen oirdeel anders (als sonder vasten gront leggende) geordelt werde niet te mogen houden tegen de zee, hoewel d’experientie nu ter contrarie bethoinde, so verre dat met desen langen storm mer eenige gabions versackt waren. Aende stadt hadde dese storm veel meer quaets gedaen, mits die wechgeslagen hadde de heele voet van Santhil | |||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||
tegen die zee ende doen storten een stuck vande fause braye daervooren, met een cleyne batterye daerinne gemaeckt, vande welcke een halve canon in zee viel, doch met coorden soe gehecht, dat d’selve niet en konde ontsincken. Beoosten de stadt hadde den dijck op veel plaetsen groote schaede geleden ende was al eens deurgebroocken geweest, twelcke die vande stadt terstont hadden gerepareert, maer en consten heur zeewercken niet vast maecken sonder rijs, die se noch niet en hadden.
Den Marischal de Bieron was noch al in Engelant om te handelen op tstuck vande voorgeslagen alliantie ende tgeene Edmonts hadde gerapporteert, daerom veelen noch hoipten, dat daervan noch wat commen soude, twelcke in de deliberatie vande Staten oick geen clein belet en dede, ende pretext maeckte aen eenigen om alles te tergiverseren ende terug te houden. | |||||||||||||
[Den 1en Octobris]Den 1en Octobris was beter weder. De Staten van Zeelant quamen wederom bijeen, maer conden heur noch niet conformeren mette andere provincien op de dry voorgeslagen poincten, overmits sij rontuyt verclaerden heur consenten niet te konnen voluyt betalen, maer dat se daerinne alles doen souden wat de provincie soude vermogen, nopende t’middel op de incommende goederen ende manufacturen verclaerden sij tselve niet te konnen innewilligen sonder heure provincie voorts te ontblooten van soe weinich manufacturen ende negotiatie als daer mach resteren, maer waren tevreden alle de convoyen den vierden penning ofte meer te doen verhogen. Dat se oick niet en vermochten yet extraordinaris te doen totte diversie voor te nemen, maer dat men daerinne hem soude moeten behelpen mette middelen vande consenten. Ende naerdat eenige dagen lang hierop gedebatteert was ende de Staten Generael sagen, dat se meer van die van Zeelant niet crijgen en konden, sijn sij ten lesten met weinich contentements gescheiden.
Desen dach schoot den viant veel op Oistende ende snachts met gloeijende cogels, makende brant in een huys, deur een tonne gestolen buscruyt. | |||||||||||||
[Den 2en Octobris]Den 2en Octobris was schoen weder. De heere Vere ende anderen vanden crijsraede, siende dat met desen grooten storm alle de wercken van den viant ende selfs op de strang voor Oisteynde waren blijven leggen ende dat de stadt veel meer schade hadde geleden als den viant, omdat se noch geen rijs en hadden om heur tegen de zee te beschermen, hebben goetgevonden uyte stadt naer Sijn Excie ende den Staten te senden den baillu, een burgemeester ende den commissaris Doublet om te representeren den tegenwoordigen staet vande stadt ende te versoucken voorsieninge van rijs, balcken, sparren ende plancken om tegen de zee te wercken, sonder | |||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||
dwelcke sij meynden de stadt niet te konnen houden ende met last van Vere apart gegeven, te seggen indien men de stadt niet en wilde pericliteren, dan dat Sijn Excie ende Staten metten eersten een goede diversie mosten trachten te maken, waermede sij van dage van daer vertoogen, te weten wel met tsestich scheepen, die alle uytliepen mel veel moeyte ende pericule, ende met dien mede den Graef van Noorthumberlant. | |||||||||||||
[Den 3en Octobris]Den 3en Octobris was schoin weder. Den voorschreve Bailliu ende Doublet quamen in Zeelant bij Sijn Excie, daer sij verthoinden dat alle de wercken vanden viant waren blijven leggen, dat de stadt meer schade hadde geleden als den viant, dat se scheenen vande oostzijde ende vande zuytzijde de approchen nu te willen voornemen, versochten daerbij ordre om rijs, balcken, sparren ende plancken naer de stadt te doen commen, ende seiden rontuyt dat Vere heur geseit hadde, indien de Staten de stadt niet en wilden pericliteren, dat se mosten trachten den viant van daer te diverteren. Verthoinden oick met een pertinente caerte hoe verre ende hoe naer den viant geapprocheert was, ende hoewel men sach dat den viant noch weinich was genaerdert, soe vont Sijn Excie evenwel goet een aenslach te maecken op des viants galeijen voor Sluys, daeraf mer 3 gewapent en waeren. T’exploict werde aldus voorgenomen, dat capiteyn Legier Peterss. daer op de wacht leggende tselve soude beleiden met 5 galeijen ende 24 saloupen, ophebbende 700 musquettiers; dat de galeije van Amsterdam soude voorgaen, dan die van Rotterdam, daernaer die van Dordt ende anderen; dat den Heere van Tijmpel tsavonts soude landen op t’eilant van Casant met 1700 man te voet om van tlant de anderen te seconderen ende op des viants galeijen te schieten. Dit werde bedeckt gehouden ende alle gereetschap daertoe gemaeckt, daerom Sijn Excie naer Zeelant ontboot verscheiden compagnien om tegen den 9en deser voor Catshouck te wesen. Anders quamen desen dach metten hooge water uyt Oisteynde over de 50 schepen, die alles in de grachte vande stadt gelegen hadden sonder eenige schade te lijden, ende omdattet weder bestont te claren, voeren oick naer Oisteynde de schepen met geschut ende amunitie, die nu lang in Zeelant gelegen hadden. | |||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||
[Den 6en Octobris]Den 6en Octobris was wederom windich weder. Die van Oisteynde siende eenich voordel op eenige approchen vanden viant ten suyden, dede vanden polder van dage daerop eenen vuytval, ende overvielen veeIe vanden viant, die se dootsloegen ende cregen 9 soldaten gevangen. Van die van binnen bleven mede eenige doot, ende in t’aftrecken werde Horatio Vere gequetst. Den viant siende de moeite, die hij in verscheyden trencheen ten suyden telcken hadde mettet water, heeft hiernaer eenige hutten in deselve trencheen verbrant ende die verlaten, waerdeur veelen ten eersten meynden dat hij tbeleg op soude willen breecken. | |||||||||||||
[Den 7en Octobris]Den 7en Octobris was tamelijck weder. De soldaten naer Zeelant beschreven begonnen derwerts te gaen. Op Oistende werde dapper geschoten met mortieren ende vierballen.
Den Coning van Spangien lange doen handelen hebbende metten Graef van Teron, Odonel ende andere rebellen in Irlant, om heur heel ende al op te werpen tegen de Coninginne van Engelant, heeft eenich volck doen lichten ende last gegeven aenden Mestro de Campo Don Juan de la Quila die te brengen in Irlant ende hen daer vast te maecken om de oirlogen daer te beginnen ende de Iren alles op de been te helpen, op toeseggen dat den voors. Teron ende anderen met groote macht heur daerbij souden vougen. Desen Don Juan is uyt Biscaye t’seil gegaen met een deel schepen ende ontrent 6000 mannen, ende is den 28en Septembris met omtrent 4000, wesende d’andere in zee versteecken, aengecommen bij Kynsale in Irlant, alwaer hij gelant wesende de stadt terstont ingenomen heeft, overmits hij in dat quartier weinich resistentie vont, ende hebbende ontladen sijn bagagie ende amunitie, heeft hij alle de schepen van daer weder naer Spangien gesonden, heeft mede terstont doen innenemen diverse havenen aldaer, als Castelhaven, Beerhaven, Baltimorre, Pentasula ende andere plaetsen, die alles besettende met garnisoen, adverterende van sijn comtste den voors. Grave van Teron, meinende tot sijn intentie gecommen te wesen mettet veroveren van soe veele plaetsen. Sont oock corts hiernaer volck voor aende mont vande reviere ofte havene van Kynsale, om daer te schantsen ende de incomptste te verseeckeren. Ende omme tlant alles op rollen te brengen gaf daer uyt omtrent dese tijt in latijn een placcaet, van dat de Coninginne in den ban vanden Paus ende sulcx vervallen was van alle hare rijcken, dat haer onderdanen haer niet en vermochten te obedieren, houdende als volcht:
Johannis de l’aquila magister beli generalis, et regis Catholici Hispaniarum dux, in Dei bello, quod pro fide tuenda in Hibernia geritur, | |||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||
omnibus Hibernis catholicis in Quinsale, Corchensi civitate et in omnibus aliis villis civitatibus et castris degentibus, salutem et pacem in eo, qui est vera salus, imprecatur. Ad nostras pervenit aures edictum sive libellum quoddam in civitate Corchi sub nomine proregis confectum, quod cum multa à veritate maxime aliena continet, et quae aures proborum offendunt, ne simplicium animos forte seductos in errorem deducant, et a veritate avertant coactus sum falsa esse ostendere, veritatem aperire paucisque innuere pretextum et praeclarissimam regis nostri Philippi intentionem in hoc bello apostolica auctoritate, a nobis administrando. Et (ut verum fatear) possem facillime convicia, quae nobis obiiciunt in ipsos retundere, ut voluptatem quam maledicendo sumpsere, eam male audiendo amittant: Caeterum nolumus ut debiles et inermes mulierculae, ad convicia confugere, sed his praetermissis ad objecta, solida veritate, et Cristiana modestia respondere. Imprimis commentamini non velle subditos pretensos Reginae Angliae, ab obedientia et debita per legem Dei servitute abducere, et ad nos aggregare, quod maxima ex parte a veritate alienum est neminem enim persuadere conamur, ut debitam servitutem. Secundum legem Dei, deneget suo principi: Sed bene nostis ante multos annos ipsam Elisabetham privatam esse regno subditos que omnes absolutos esse a juramento fidelitatis per summum pontificem, cui regnans in excelsis Rex regum omnimodam potestatem tradidit, ut evellat, destruat, plantet atque aedificet, ita ut ipsos reges temporales, si ad spirituele aedificium expedierit, usque ad depositionem a regno puniat: quod factum esse in regnis Angliae et Hiberniae a pluribus Pontificibus summis, scilicet Pio 5o et Gregorio 13o et nunc a Clemente 8o omnibus notum est, quorum diplomata exstant apud nos, Catholicis lequor non protervis his haereticis, qui a fide Romanae ecclesiae declinaverunt, nam cum caeci sunt, et caecorum duces, et fundamente veritatis prorsus ignosent, etiam in hoc a nobis dissentire non mirum est. Sed nostri fratres catholici in simplicitate fidei Romanae ambulantes, et ecclesiae Catholicae consentientes (quo est columna et fundamentum veritatis) omnia ista facile percipient. Ergo restat quod Hiberni qui nobis adhaerent, nihil adversus legem Dei, et fidelitatem debitam, imo secundum divina precepta et obedientiam quam summo Pontifici debent, cooperantur. Secundo asseritis, nos Hispanos blarditiis et fictitiis adulationises Hibernos demulcere, atque multa beneficia in illos exhibere, quod a nostra alienissimum est natura: sed hoc modo in principio facere ut simplicium animos ad nos convertentes imposterum crudelitatem circa illos exercentes, sanguinolentam naturam nostram ostendimus. Proch Deum | |||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||
immortalem! quis non miratur acerbam et indicibilem crudelitatem andaciamque vestram in his verbis ostensam? Quis est enim, qui non norit crudelitatem maximam, quam ves Angli adversus miseros Hibernos exercuistis? et exercere non desistitis? Vos inquam ab ipsorum animis fidem catholicam, quam coluerunt patres eorum (in qua salus aeterna consistit) auferre conamini crudeliores profecto ursis et leonibus, qui tantum temporalem vitam auferunt, vos autem et aeternam et spiritualem! Quis temporalia omnia istius florentissimi regni demolitus est, nihi Anglus? videte hoc et confundamini. Nos vero patriam dulcissimam et felicissimam Hispaniam omnibus bonis refertam, vicem Catholicorum dolentes, reliquimus, et eorum clamoribus incitati, qui coelum terramque attingunt, et aures summi Pontificis et regis nostra Philippi pulsantes, misericordia moti ad vos milites, argentum, aurum, et omnia liberali manu tandem mittere decreverunt; non ut erga vos, Hiberni catholici crudelitatem (ut isti fingunt) exerceant sed ut feliciter vos ediaboli faucibus ereptos, et a tirannide liberos ad pristinam vestram ingenuitatem redigant, ut libere possitis fidem catholicam profiteri. Ergo dilectissimi in Cristo postquam jam, quod per tot ante annos desiderio desiderastis precibus et lachrimis efflagitastis et impetrastis, et jamjam summus pontifex vicarius Cristi in terris, vobis imperat, ut arma in defensionem vestrae fidei sumatis, vos omnes moneo, exhortor atque contestor, omnes inquam, ad quos istae literae pervenerint, ut quam citissime in vestra fuerit potestate, ad nos cum amicis et armis conveniatis, qui hoc fecerit, nos paratos inveniet, et arma nostra, et cetera quae possidemus, ipsis communicabimus; qui autem spretis nostris consiliis saluberrimis, in salebra et Anglorum obedientia permanserit, tanquam haereticum et hostem et ecclesiae invisum usque ad mortem persequemur. Signatum Don Ju. de L’Aquila.
Vele meinden dat dit in Engelant een groote beroerte maecken soude, twelcke den tijt leeren sal. | |||||||||||||
[Den 8en Octobris]Den 8en Octobris was schoin weder. Den Graef Ernst van Nassau vertooch snachts vuyten Hage om naer Zeelant bij Sijn Excie te gaen. Van Oisteynde verstont men dat aldaer de sieckten seer begonnen toe te nemen, omdat tweder begonst nat te werden ende de soldaten armelijck geaccommodeert waren. Desen dach schoten ende triumpheerden die van Oistende seer over de geboorte vanden Dolphijn in Vrankrijck. | |||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||
met den Prins van Portugael naer Alckmaer op de jacht, daerinne sij eenige dagen consumeerden.
De alliantie van Vranckrijck ende Engelant werde in dese tijd noch evenseer gedreven, ende om tstuck te beter te bedecken en vonden de Staten niet goet daertoe gedeputeerden naer Vranckrijck ende Engelant te senden, als te veel bedencken onderworpen wesende, maer gaven last tselve deur de ordinaris agenten voorts te doen beleiden.
In Oistende quamen 25 schepen met amunitie ende andere; veele quamen daeruyt met cleine schade. | |||||||||||||
[Den 10en Octobris]Den 10en Octobris was tamelijck weder. Een cage comende uyt Oisteynde met 24 gequetste ende crancke Franchoisen werde bij eenige chaloupe vanden viant ontrent Blanckeberge genomen, die t’merendeel vande Franchoisen over boort wierpen omdat se seer sieck waren, ende namen de andere gevangen, daeraff sij t’sedert 2 los lieten om t’rantsoen voor de andere te haelen, welcke procedure mettertijt noch wel verbitteringe mocht causseren. Tvolck totten aenslach op de galeijen beschreven tooch van Cats op naer Zeelant. | |||||||||||||
[Den 11en Octobris]Den 11en Octobris was schoin weder. Den viant nam voor Blanckeberge noch eenige schepen commende van Oisteynde deur de groote calmte, daer den viant tvolck affnam ende liet de schepen drijven. In Zeelant was men zeer doende om den aenslach op de galeijen vanden viant te effectueren. De galeijen daertoe gedestineert werden gereet gemaeckt ende de 700 man geladen in de saloupen om morgen vrouch in den daegeraet t’exploict te doen. Tsavonts ten 8 uyren maeckte den heere van Tijmpel seyl om mette 1700 man nae Casant te gaen, daer hem geseit worde, dat men se soude doen debarqueren tegen de steile strang, maer daer commende vonden de strange heel plat, soe dat se op veel naer aende drochte niet en konden commen, maer most alle t’crijsvolck noch totten midden toe deur twater gaen alleer op lant te commen, in vougen dat heur debarquement duyrde tot bij elff vuyren toe, ende toogen daernaer op tlant van Casant, hielden heur daer stille ende verwachten t’innecommen vande galeijen ende saloupen, sonder dat om haer debarqueren eenich gerucht gemaeckt werde, dan dat vande schantse Lespine eenige schooten met musquetten ende eenigen oick mette canon gedaen werden. Ende hoewel dit exploict beleit werde bij den capiteyn Legier, die dagelicx voor dit gat op de wacht lach, ende dat elcke galeije noch op hadde een expressen piloot, soe werden se evenwel d’een voor d’ander naer alles aenden peerdemerckt op de gront gevoert, twelcke siende de | |||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||
saloupen en dorsten oick niet aencommen. Tijmpel bleef met sijn volck den heelen nacht op tlant sonder vande galeijen yet te vernemen, maer op t’aencommen vanden dach, merckende dat texploict gefailleert was, ging hij naer tschantsken ter hoffstadt, ende daer wat gedaen schermutseren hebbende, leide tvolck weder af, die tdorp ter hoffstadt uytplunderden ende veel huysen branden ende gingen weder naer de scheepen, beginnende naer 8 uyren te embarqueren ende over 10 uyren alles tschepe wesende, quam ontrent 200 man vanden viant op t’eylant, maer de anderen voeren aff, ende alsoe failleerde desen aenslach deur de beestelijckheyt ende onverstant vande piloten, die het diep niet en wisten te cavelen, te min excusabel dat se daer gestadelijck op de wacht leggende t’diep wel behoirden te weten ende seeckerlijck te kennen. Binnen Oistende quamen desen avont 16 schepen met geschut ende rijs geladen, daeraf mer 1 schip met rijs verongeluckt werde. | |||||||||||||
[Den 12en Octobris]Den 12en Octobris was schoin weder. De Staten cregen verscheyden advertissementen dat den viant op zee uyte haringbuissen nam niet alleen den stiermannen als te voren, maer oick verscheyden scheepgesellen, ende dat se den stierman voort rantsoen hielden ende de scheepgesellen over boort ende op de galeijen wierpen, waerinne zij seer becommert waren ende sochten middelen om des te mogen wreecken, daertoe veele voorsloegen eenige invallen te doen op landen die geen contributie en geven ende daer gevangen te becommen, ende die mede op de galeijen te werpen, tot dat se heur bootsvolck daeraf toogen Ga naar voetnoot1. | |||||||||||||
[Den 13en Octobris]Den 13en Octobris was schoin weder. Den viant begonst vast meer ende meer te approcheren vande oostsijde op Oosteynde ende scheen te willen commen naer de geule om die te sluyten, waerom de heere Vere snachts een deel volcxs over de geule wierp aenden suytoosthouck, ende dede een halve mane opwerpen volgende de beraminge bij Andries de Roy gedaen, om daer te logeren, tgeschut te planten ende des viants naerder comtste te beletten. Mits de groote calmte vant weder waren 2 galeijen uyt Sluys geloopen naer Oisteynde, om aldaer eenige schade in de schepen te doen, dan werden bij twee vande onsen soe seer vervolcht, dat se voorbij | |||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||
mosten loopen ende hooch see maken, tot dat se heimelijck weder naer Sluys keerden sonder yet uyt te rechten. | |||||||||||||
[Den 14en]Den 14en was schoin weder. Sijn Excie hadde aenden heere Vere geschreven, dat hij goet vont alle tgarnisoen van Oisteynde te veranderen, dewijle hij nu in Zeelant tvolck bijeen hadde, om soe versch crijsvolck in de stadt te hebben, maer Vere hadde daerop geantwoort, dat de stadt daermede niet en was te houden, dat hij noch volcxs genoech in de stadt hadde, maer dat men soude moeten voornemen een degelijcke diversie, ofte de Staten souden de stadt noch voor den winter voorseecker verliesen. De Staten dit horende, ende siende dat den aenslach op de galeijen dus lelijcken gefailleert was, ende dat men evenwel eenige diversie moste voornemen, hebben met Sijn Excie lange deliberatie hierop gehouden ende gelijckelijck geacht, dat men wat groots most voornemen, ofte dat men geen vrucht daeraf en soude trecken, ende daertoe werde best ende geradentste gevonden de stadt van Shertogenbosch aen te tasten, ende omdat men vreesde dat den Ertshertoge schielijck met menichte van ruyteren daertegen yet soude doen, werde noodich geacht eerst te devaliseren waer mogelijck de gemutineerde ruyteren van Weert, ofte ten minsten asseurantie van heur te trecken, dat zij tegen de Staten niet en souden dienen, eer sij betaelt waeren, waerom geresolveert worde dat Sijn Excie terstont bijeen soude beschrijven 73 vendelen knechten te voet, ende alle de 33 vanen ruyteren ende de rendevous ter bequaemtster plaetse leggen om metten eersten met eenich geschut te marcheren naer Weert, de plaetse aen te tasten ende heur soe met gewelt totte asseurantie ofte dvoors. devalisatie te brengen.
Desen volgende begonst men terstont ordre te stellen om aen te nemen 500 wagens ende 300 treckpeerden, ende om tgeschut ende amunitie bijeen te brengen. Men sont oick vuyt de patenten aen tcrijsvolck, daeraf men de Brabantse 12 vanen ruyteren met 7 vendelen van tregement vande Walen, seven van tcommandement van Dort, 6 van Frederick van Dorp ende 4 Engelse vendelen nyeu gecommen, laste tegen den 22en te commen in de Langestrate, denwelcken ten selven daege tot Geertruydenberge amunitie uytgedeylt soude werden. Hij beschreeff noch 9 vendelen Franchoisen, 8 van Graeff Ernst, 5 vande garden ende 7 van tcommandement vanden Heere van Kessel te commen tot Heusden tegen den 23en, ende last dat de 21 vanen ruyteren van Nijmmegen, Overquartier ende Overrijn met de 13 vendelen Vriesen ende 7 vendelen Schotten den 25en souden de Mase passeren te Ravesteyn ende aende Voorne, ende daer mede amunitie | |||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||
souden ontfangen omme te commen op de heide onder tbeleit van Graef Lodewijck op sulken plaetse als hij ordonneren soude. Ende omdat beraemt worde met eenen een intocht in Brabant te doen, dede hij gereet maecken 36 querenmoelens met wannen, vlegelen, backers ende andere personen tot sulcken tocht noodich. Hij beschreef mede alle de officiers vanden leger ende om te lichten geschut, amunitie ende andere instrumenten noodich. Binnen Oistende was een heeten alarme om 7 ruyteren die te peert metten laegen water deur de westgeule quamen rijden.
Desen dach werde in den Haege in Hollant bij laste vande Staten Generael geviert ende geluyt over de gemeine blijschap, dat in Vranckrijck een Dolphijn geboren was, hoewel veelen meynden dat sijn geboorte veel beroerten ende bloetstortingen soude causeren, omdat de vaeder apparentelijck in sijn onderjaericheyt soude sterven, ende dan de regieringe wederom vallen aen een reine mere Italiane, ende van denselven huyse als de laest overleden. | |||||||||||||
[Den 15en Octobris]Den 15en Octobris was schoin weder. Sijn Excie laste dat men de amunitie ende geschut dat ten eersten naer Weert mede gaen soude, te weten 10 halve canons ende 3 veltstucken soude beginnen te laden om tot Heusden te wesen tegen den 23en, maer dat t’resterende geschut ende amunitie eerst daer wesen ofte commen soude den 29en. Naer dese last ende resolutie scheiden de Staten Generael wederom uyt Zeelant, werdende bij velen vermoet dat zij siende dat de Zeeuwen niet extraordinaris en wilden geven, liever trachten wilden yet voor te nemen ten dienste vande provincien, die tgelt souden geven, als van Zeelant, ende dat men daerom op den Bosch wat wilde trachten te doen. Voor Oisteynde overviel den viant snachts de werckers vande begonnen halve mane, dreef se daer vuyt, ende sloech eenigen doot, maer en dorst die selffs niet innehouden, omdat van t’Spaens ende Pieckels bolwerck so geweldich op hem geschoten werde, dat hijt daer niet houden en conde. In stadt quamen negen scheepen met vivres ende voorraet. Alle dese daegen door schoot den viant seer op de stadt in ruine met gloeijende cogels ende met mortieren, quetsende ende dodende veele menschen, daertegen die van binnen weder veel schooten. | |||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||
[Den 17en Octobris]Den 17en Octobris was schoin cout weder. Den viant commende ontrent dese tijt tot Rosendael, ende vindende dat daer eenigen rijs geladen werde om naer Oisteynde te voeren, hebben de schepen met rijs in brant gesteecken ende oick veel huysen daer gebrant. Desen nacht overviel den viant twedewael de halve mane voor Oisteynde over de oostgeule begonnen, dreeff wederom de werckers wech ende sloech eenigen doot ende scheen d’selve te willen behouden. | |||||||||||||
[Den 18en Octobris]Den 18en Octobris was schoin weder. Die van Oisteynde vielen wederom met gewelt op de voors. halve mane, namen die weder inne ende sloegen daar wel hondert vanden viant doot, ende onder anderen een van qualiteyt, ende besetten d’selve starcker als te voren. Anders approcheerde den viant noch aende oostsijde ende maeckte een groot vlot van rijs, twelcke hij dapper in een dede sluyten ende met anckers hechten, ende daerop stellen 40 gabions de front ende 4 dick, alsof hij daeraf een batterie hadde willen maecken om geschut te planten ende te beletten de incomtste langes die geule. | |||||||||||||
[Den 19en Octobris]Den 19en Octobris was regenich weder. Tcrijsvolck begonst van alle canten te commen naer de gedestineerde plaetsen. Men scheepte vast de amunitie, ende omdat men niet halve canons genouch en hadde in t’magasijn, dede Sijn Excie uyten Haege naer Dordrecht brengen 4 halve canons nieu gegoten ende hem selfs toecoemende, om op den tocht mede te nemen. | |||||||||||||
[Den 21en Octobris]Den 21en Octobris was tamelijck weder. Sijn Excie lach tot Dordrecht stille om te wachten naer tcrijsvolck. Tot Oistende liepen veele schepen uyt, daerop seer geschoten werde.
De Palsgravinne, suster van Sijn Excie was als vooren geseyt is wederom bevallen van eenen jongen soin, daerom den Palsgraef hadde laten bidden de Staten Generael ende Sijn Excie om denselven soin te heffen ende als getuygen over sijn doop te staen. Sijn Excie hadde in deliberatie geleit om derwerts te senden sijn broeder Graef Hendrick, maer overleggende dat d’selve met een eerlijcke treyn soude moeten gaen, ende dat d’selve seer veel costen soude, veranderde van opinie ende besloot van sijnent wegen te senden den Heere van Sonsfelt. De Staten Generael hadden eerst doen versoecken den Heere van Brederode ende naer den Heere van Schaegen om van heuren twegen daer te gaen, maer soe die beyde heur seer excuseerden, beschreven zij daertoe Graef Hendrick van Nassou, denselven | |||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||
committerende neffens Alberda om over den doop van tvoors. kint van heuren twegen te staen, waerop Graef Hendrick desen avont in den Haege quam, niet onweigerich totte commissie om sijn ohem Graef Johan ende sijn susters te besoecken, te meer soe de costen van dien bij den Staten gedraegen souden werden. Hij werde terstont bij de Staten Generael verwellecomt, ende men stelde ordre om hem metten eersten te doen vertrecken. Ende soe ontrent dese tijt mede in den Hage quam de Heere Johan van Santen om sijn perticuliere affairen, werde die mede tot dese legatie gecommitteert ende de Staten deden heur geven een lijfrenthebrieff ten lijve vanden jongen heere van 1500 £ tsiaers, met een carcant voor de Palsgravinne, ende deden tot reysgelt tellen aende gesanten 10.000 £, ende hoewel heur een commis mede gegeven was, wilden Santen ende Alberda de penningen selfs manieren ende namen elcx in handen 5000 £ ende vertogen tsamen omtrent den 26en deser Ga naar voetnoot1.
In den Haege waren nu eenigen tijt lang geweest den Heer van Soppenbrouck ende den Kelner van Reckelijchuysen, gesanten van Cuelen, om te clagen over de foulen van heur landen ende perticulierlijck metten Graef van Solms af te handelen nopende sijn pretensie op die landen vuytte successie van Meurs, daertoe van beyden sijden als middelaers versocht waren Oldenbarnevelt ende Aertssen, die gaerne gesien hadden dattet different met 75.000 £ hadde gevideert geweest. | |||||||||||||
[Den 22en Octobris]Den 22en Octobris was schoin weder. Sijn Excie voer naer Gorichem, daer bij hem quam den Graef van Solms. Den Graef van Hohenloe, onbeschreven ende onwetende van desen tocht ging naer den Haege om sijn particuliere affaire, niet wel tevreden, dat men hem aldus vergat. Tvolck quam veel tot Gorichem ende tot Geertruydenbergbe. Uyt Oistende liepen veel schepen daer niet naer geschoten en werde.
Omtrent dese tijt was dachvaert ofte vergaderinge vande Staten van Hollant op t’rapport van Zeelant, mitsgaders op de middelen ende consenten. | |||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||
aen, die alles optogen naer Heusden. Hier creegh hij tijdinge dat de ruyteren van Weert op 200 naer alles vertogen waren, so sommigen seiden op executie, ende soe anderen meynden om naer Bruessel te gaen ende dat se ontboden werden, doch evenwel tooch hij naernoen naer Heusden mettet volck dat daer bij de hant was, ende of wel hij 11 ponten bestelt hadde om wagens over te voeren, soe geschiede nochtans dat met sulcken incommoditeyt om de stercken contrarien wint, dat dien avont seer weinich wagens konden overcommen, te meer soe tweder op den avont veranderde ende seer regenich ende buych werde. | |||||||||||||
[Den 24en Octobris]Den 24en Octobris was seer regenich weder. Sijn Excie lach tot Heusden stille ende laste dat de regimenten, die in de Langestraet vergaderen, souden commen logeren tot Capelle, ende dat de ruyteren wat hooger aen souden commen. De wagenen gedestineert om mede te gaen ende de amunitie te voeren en konden noch niet alles tot Worcum overcommen, daerom Sijn Excie wat quaelick was. Anders hoorde hij noch dat de ruyteren van Weert meest uyt waren.
Desen dach quam den Raet van State collegialiter in de vergaderinge vande Staten Generael, aldaer doende de petitie voor den toecoemende jare, ende proponerende dat tijt worde om te letten op de defentie voor den toecommende jare; dat se daerop naer communicatie met Sijn Excie ende Graef Willem de Staten bedancken vande consenten ende goeden ijver van desen jare, daerdeur Berck is verovert, alle de Overrijnse landen van vrese verlicht ende de reviere vanden Rijn geopent voor de traffycque tot vercortinge van des viants gemeinde verbot van licenten, ende oick Oisteynde nu in de vierde maent tegen soe grooten gewelt beschermt, doch met seer groote costen van nieu gelicht volck ende alderhande behouften ende necessiteyten, daermede alle de consenten t’over sijn geconsumeert gewerden, soe dat de gebreckige provincien de restanten van dien notelijck sullen moeten dragen ende voldoen om alle inconvenienten te schouwen. Ende naerdien den viant schijnt voor Oisteynde te willen opiniatreren in meyninge de plaetse te water geblocqueert te laeten ende met geschut de zeewercken ende reparatie van fortificatien te beletten, ende dan metten eersten saisoen de plaetse alsoe gematteert wesende aen te tasten, daerdeur die ten lesten in pericule souden konnen commen, ende elcx genouch weet wattet voor den viant soude importeren de provincie van Vlaenderen vanden oirloge te bevrijden ende hemselven te verstercken van soe goeden zeehaven als Oisteynde is; dat oick de experientie leert dat de defensive costelijcker is als de offensive, sonderlings | |||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||
van een plaetse die soe veel behouft ende daert tot soe groete costen moet gebracht werden, soe sal nodich sijn voor het toecoemende jaer een machtiger leger te velde te brengen om de frontieren wel beset wesende den viant met gewelt van daer te doen gaen, ende voorts sulcke ordre te stellen op de defentie vande landen, dat mogen belet werden des viants wrede proceduren desen jare tegen de arme visschers voorgenomen, daertoe seer merckelijcke costen van noode sullen wesen. Dat se daerom alsnoch willen innewilligen den staet van oirloge over 2 jaren aende provincien overgesonden, bedragende namentlijck over Gelderlant, Hollandt, Zeelant, Utrecht, Vrieslant, Overijssel, Groeningen ende Omlanden, ter somme van 481.000 £ ter maent, ende de compagnien te doen houden tottet volle getal van hoofden in denselven staet gebracht. Dat over d’selve 7 provincien voor de eerste acht maenden noch werde geconsenteert 1.000.000 £ tot betaelinge vande 13 compagnien van St. Andries ende Crevecueur, de 6 compagnien Engelschen nyeu gemaeckt ende tgeene noch resteren mach vande 3000 Engelschen binnen Oisteynde gesonden ende vande behouften die Oisteynde noch sal van doen hebben, ende uyte reste te lichten ruyteren ende knechten tot versterckinge van een veltleger, om daermede ende mettet secours van anderen verwacht, Oisteynde te beschermen ende den viant in confusie te brengen. Noch over Hollant, Zeelant, Utrecht, Vrieslant, Groeningen ende Omlanden eens in tjaer 600.000 £ totte coste van tveltleger te furneren binnen de maenden April, May, Junius, Julius, Augustus ende Septembris. Noch over d’selve provincien totte fortificatien 300.000 £ opte brengen als vooren. Dat de consenten niet gediverteert en werden tot andere fynen. Dat die van Gelderlandt ende Overijssel met Rijnberck nu heel gevrijt wesende, een redelijcke quote willen maecken, als Gelderlandt tegen ses ten hondert ende Overijssel tegen 4 ten hondert, tegens de andere vijf provincien, ende middelertijt tegen de penningen van tveltleger ende fortificatien, ende dat se in de staet van oirloge min als andere beswaert zijn, eens in tjaer opbrengen 290.000 £ op Gelderlant ende op Overijssel 116.000 £ op de termijnen als boven. Dat de Staten de quote van Lingen willen maecken op 3300 £ ter maent, ende van Drente op 8000 £ ter maent, ende daerenboven een goede quote tegens de voors. versochte extraordinaris consenten op deselve terminen. Dat se over alle de provincien willen consenteren 4 st. op elcke tonne biers ten tappe te slijten ende 20 st. op elck vat souts om te vervallen t’remboursement van Engelant, supplerende dat daeraen te cort mach commen. Dat de Staten willen ordre stellen totte | |||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||
lossinge van 648.600 £ bij den ontfanger generael op interest gelicht tot vervallinge vande extraordinaris lasten, alsoe geen apparentie en is, dat die gelost sullen konnen werden uyte voorgaende consenten. Item te adviseren of niet nodich en is den Raet van State te auctoriseren om bij noot de landen te mogen beswaren met 100.000 £ eens in t’ jaer. Dat se willen continueren de imposten, contributien ende verdingen vande landen van Brabant, Vlaenderen, Overquartier van Gelder, Luxemburch, Namen ende de landen van Overmase ende andere onder den viant leggende met last die te moegen vermeerderen ofte so se afgedaen ofte t’onbruyck gemaeckt werden, souden de Staten andere equipollente (equivalente) middelen moeten vinden. Dat se willen continueren ten generalen impost opt sout tot laste vanden panneman ende het pasportgelt, ende dattet egalijck in de beurse vande Generaliteyt mach commen. Dat se willen continueren de convoyen ende licenten totten oirloge te water ende letten om te subvenieren tverloop ende tachterheyt vande Almiraliteyten om te prevenieren alle muterie ende verloop van bootsvolck naer den viant, ende sulcx mede willen consenteren tot heur subsidie 900.000 £ eens, gelijck dit jaer gedaen is. Dat de voet vande gemeene middelen in Hollant ende Zeelant gepractiseert, de bequaemste ende egaelste is, ende dat daarom alle de andere provincien die oick behoiren aen te nemen om malcanderen egalijck te helpen. Dat elcke provincie sijn consenten wilt innebrengen ten langsten voor t’uytgaen November om beter den tijt te mogen waernemen om den viant te provenieren ende bij faulte van dien geen verachteringe te lijden. De gedeputeerden in Staten Generael sonden dese propositie op den 28en Octobris aen alle de provincien, versouckende dat elcx metten eersten daerop punctuelijck wilde resolveren ende heur gedeputeerden in Staten Generael tottet dragen vande consenten lasten, ten langsten tegen t’eynde vande maent November, dewijle d’selve sulcx was dat sonder dien de landen niet en conden beschermt werden. Somma bedragen alle dese petitien sonder de middelen ende contributien van Brabant, Vlaenderen, Overquartier ende anderen, item sonder den impost op tsout, pasporten sonder de convoyen ende licenten ter somme van 9.822.000 ende 200 £ Ga naar voetnoot1. | |||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||
[Den 25en Octobris]Den 25en Octobris was regenich weder. Snachts stormdet seer. Sijn Excie lach noch all stille, wachtende op tgeschut ende wagens die seer laet bij quaemen, ende doen laste Sijn Excie te lande te doen de 10 halve canons ende te laden scharpen ende amunitie om 2000 schooten te schieten. Hij laste mede te laden op de wagens daertoe gemaeckt 10 aacken met 10 dubble brugstucken daertoe behorende om in t’marcheren altoes te mogen passeren een water van 120 voeten; laste mede alle de bagagie te laden ende gereet te houden om morgen vrouch te marcheren, dede daerom de 12 vanen ruyteren commen te Waelwijck ende de regimenten vuyte Langestraet metten Heere van Tijmpel te Cuyck, ende gaf alle nodige ordre om morgen te mogen vertrecken. Den Secretaris vande Staten van Hollant Coenraet de Rechtere sterff van sieckte, die nu lange ende van tbegin deser troublen af denselven Staten gedient hadde. |
|