Lyrisch labyrinth(1930)–Anton van Duinkerken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Thomas a Kempis klaagt: 'k Zocht onberoemd te zijn; en werd mijn naam verzwegen Ten titelblad van 't boek, Gij kent de reden, Heer; Nooit vroeg ik achting van een mens, doch dezen keer Heb ik een walg van hun geleerden hoon gekregen. Wat baat het aan mijn werk, zo waanwijs woord-getover Mij redekavelt tot een domoor en een dief? Men houde deez' clausuul op mijn geschrift voor lief: Volgt Jezus Christus na, doch praat er niet meer over. Vorige Volgende