Lyrisch labyrinth(1930)–Anton van Duinkerken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Maria Lof Stil meer zonder oevers. - Hemel daarin. Groen woud. - Vogeldoorzongen dagbegin. Haven der verre tochten van 't verlangen. - Gezegend huis van God. Gegroet - Maria wees gegroet, omdat gij vol genaden zijt en geheimzinnig licht als lampen die bij nacht hoog over de aarde hangen. - Goddelik bruidsgedicht, uw milde stem heeft alle liefde in één cantiek gevangen. Ruisende schelp van Gods barmhartigheid. - Zacht zingende hemelmeermin. Bizonder zoete maagd. - Moeder gebenedijd. Slavin des Heren. - Wereld-koningin, herhaal ons menselik refrein op Gods gezangen daar gij zéér schoon en zonder zonden zijt. Vorige Volgende