Het goud der gouden eeuw

[p. 273]

Index van auteurs

Anonymus:
Sonnet	15
Ansloo, Reier:
Op het regenachtig weer in het jaar 1648	118
Op de dood van de Heer Gerard Vossius	120
Afscheid van Amsterdam	127
Baerle, Caspar van:
Heilige aandacht op het lijden van onze Zaligmaker Jezus Christus	186
Beaumont, Simon:
Verwondert u niet, Klaas	240
Pier vrijt ons buurwijf lange Lijs	263
Hein toont dat hij sterk van geloof is	264
Gij zegt wel, neef, dat ik uw erfgenaam zal wezen	266
Brandt, Gerard:
Op de afbeelding van wijlen mijn eega, Suzanne Barlacus	86
Bredero, Gerbr. A.:
Amoureus Lied	21
Sonnet	22
Sonnet	23
Amoureus liedeke	23
Liedeke	25
Lied	27
Adieu-lied	35
De droevige vrijer	38
Amoreus lied	39
Een beklaglied	40
Klaaglied	41
Liedeke	47
Liedeke	57
Mijn zieltje schreit	155
Aandachtig gebed	159
Geestig lied	232
Nieuw liedeke	251
Kluchtig boerengezelschap	256
Brune de Jonge, Johan de:
Onbenoegen van mond en ogen	21
Een trouwe minnaar	58
Paulus onthalsd	195
Camphuysen, Dirck R.:
Lust om ontbonden te zijn	150
Uitbreiding over psalm 121	153
Gebed in tegenwoordig en toekomstig lijden	156
Mei-se morgenstond	216
Daar moet veel strijd gestreden zijn	245

[p. 274]

Cats, Jacob:
Aan de lezer	5
Morgengezang	143
Avondzang	144
Nu gunt mij, Lieve God	151
Een oud man in 't jong meiskes schoot	261
Decker, Jeremias de:
Op de dood van iemand	86
Gezang aan de H. Drievuldigheid	134
Elk vogelke is gaarne, waar 't gebroed is	151
Christus verraden, gevangen	180
Lentelied	213
Te vroeg opluikende bloeme	215
Aan mijn sterfdag	237
Dullaert, Heiman:
Christus in 't hofke	178
Verraderlijke kus	179
Christus bespot	183
Christus stervende	188
Aan de drie wijzen uit 't oosten	191
De bekeerde moorder	193
De akkerman aan de winden	218
Aan mijn uitbrandende kaars	237
Op het graf van een zandloper-maker	243
Focquenbroch, W.G. van:
Aan Amarante	28
Sarabande aan Fillis	28
Gedachten over het onbestendig geluk	230
Diogenes, de wijze	254
Rekening van gedane visite aan mej. N.N. in haar ziekte	259
Zingzang	262
Aan N.N., op zijn verzoek om een versje	263
Goes, Johannes Antonides van der:
Aan juffrouw Suzanna Bormans, ziek zijnde	59
Uit: Zegezang op de vrede tussen Frankrijk en de Verenigde Nederlanden	126
Verjaardicht voor den Heer J. v. Vondel op zijn tachtigste verjaardag	203
De ware schoonheid	244
Grafschrift voor de heer Cornelis van Alderwereld	244
Grafschrift voor een gissende filosoof	263
Groot, Hugo de:
Avondgebed	146
Betrachting van Christus' lijden op de Goede Vrijdag	176
Heinsius, Daniël:
Vermeten stout penseel	60
Cupido, honingdief	60
Al dat de minnaar doet	61

[p. 275]

Het loze Venus-kind	61
Cupido leert het spel	61
Cupido vliegt	62
Wie in Cupido's perk begonnen heeft te jagen	62
Gelijk de lichtbel	62
Mijn wijsheid, mijn verstand, is minder als twee ogen	63
Het beeld van die ik volg	63
Zoet aangezicht	63
Uit: Elegie of nachtklacht	63
Het sterfhuis van Cupido	65
Op de dood en treffelijke victorie van de mannelijke held, Jacob Heemskerck	98
Hooft, P.C.:
Liedeken	13
Vluchtige nimf, waarheen zo snel?	15
Amaril, de deken zacht	17
Zang	18
Zang	19
Wrange Amaril, zal min niet murwe meuken	20
Op een afzeggen	20
Uit: Granida: Windeken waar het bos af trilt	29
Velddeuntje	33
Velddeuntje	33
Zal nimmermeer gebeuren	33
Chanson à Madame	37
Sonnet	43
Indien het klagen kan verzachten de ongenade	44
Medea onbeweegd	45
Ik loos de zuchten	45
Galathea, ziet de dag komt aan	48
Sonnet	50
Sonnet	51
Sonnet	51
Zang	52
Zang	52
Sonnet	53
Zang	54
Verheven grootse ziel	55
Zang	56
Mevrouw, als met papier	57
Zang	70
Klacht der Prinses van Oranje	77
Aan een nieuwgeboren jongen	79
Grafschrift voor Jacob van Heemskerk, Amsterdammer	99
Uit: Gerard van Velzen: De blanke ochtend	210
Castigatio	230
Op het storen van Petrarca's graf	239
Deuntje	264
Huygens, Const.:
Op de dood van Sterre	84

[p. 276]

Scheeps-praat ten overlijden van Prins Maurits	106
27 Mei 1626	110
Tot God	159
Koortsige bedde-bede	161
Boom	225
Aan de jeugd	229
Op mijn geboortedag	235
Willig sterven	238
Hamer	239
Vrouwen onstade	239
Nieuw jaar	241
Overleg	243
Dromen	244
Grafschrift	251
Vastenavondpaap	258
Tegen een apostille	261
Aken	261
Grafschrift van een klappei	264
Lodensteyn, Jodocus van:
Eenzaamheid met God	146
Toetred tot 's Heren Heilig Sacrament	191
Luiken, Jan:
's Ochtends, als het haantje kraait	30
Op het schoon zingen van juffer Appelona Pijnbergs	31
Verbiedt gij mij 't minnen?	32
Het wachten valt pijnlijk	46
Aan Jan van Roosendaal	128
De zieke spreekt van haar wezen	139
De ziele betracht de nabijheid Gods	152
De ziel betracht de schepper uit de schepselen	153
Wie hangt er zo deerlijk, geteisterd, geschonden	185
Wie de onrust niet in 't hart en heeft	207
Ruisende winden	212
Air	229
De Rijp	240
Het molentje	247
Milst, Nicolaus van:
O hand, o waarde rechterhand	187
O Jezu, Koning zoet	190
Nuyts, P.:
Winterdicht	226
Revius, Jacobus:
Heidens Huwelijk	6
Godskennis	135
Gods besluit	135
Schepping	136
Morgengebed	142
Avondgebed	145

[p. 277]

Lof Jezu Christi	165
Van een ongedoopt kind	165
Spruite Davids	168
Hij droeg onze smarten	176
Bloedig zweet	178
Kindermoord	192
Kleine zonden	233
Aan een dichter	264
Roemer Visscher, Anna:
Geschreven op Kerstdag 1617	173
Gebed op de geboortedag van Onze Heer Jezus Christus A^o 1620	173
Een vrouw, die niets als zingt en tuit	244
Scriverius, Petrus:
Zendbrief	76
Op het onderzoek naar Hollands oorsprong	96
Uit: Aan de magistraat der stad Haarlem	97
Six, Jan:
Uit: Muiderberg	211
Six van Chandelier, Joan:
Aan Roselle	28
Christus' geboorte en leven	174
Op de aangename stilligheid des nachts	234
Het begin des Levens is het begin des stervens	234
Op het doden van een slang	236
Troost in de sterfelijkheid	238
Sluiter, Willem:
Der verdrukten toevlucht	163
Op het zingen van de leeuwerik	218
Spiegel, Hendrik Laurensz:
Lied op het Vader Ons	136
1600; Jubeljaar-lied	246
Stalpart van der Wiele, J.:
Gratie	139
Dorstig Hert	148
De penitent	164
Smeekwoorden van Maria tot de Nieuwgeborene	169
Het ezeltje van palmen	174
De Kolom op Goede Vrijdag	182
Sinte Cecilia	195
Sint Agnes' bruiloft	196
Jola	199
De leeuwerk	220
Het klaverzoodje	222
't Gauwe miertje	223
Starter, Jan Jansz.:
Bruiloftsliedeke	74
Scheid-lied	80

[p. 278]

Nieuw liedeke tot lof van Friesland	95
IJdele hulp	231
Bruiloftslied	255
Mennisten-vrijage	259
Tesselschade: Maria-Roemer Visscher:
Onderscheid tussen een wilde en tamme zangster	116
Onttooit, of tooit gij u, Maria Magdalene	192
Valerius, Adriaan:
O Nederland, let op uw zaak	93
Waar dat men zich al keert of wendt	93
Merkt toch hoe sterk	105
Als 't dikwijls binnens huis al vreugde is	141
O Heer, die daar des hemels tente spreidt	141
Wilt heden nu treden	142
Veen, Jan van der:
Trijn Jans, die had een hen	248
Visscher, Roemer:
Gij zijt zo schoon en zoet van wezen	21
De waard In 't Schaak biechtte van harte devoot	258
Een noorder boer was in de mei getrokken uit	258
Gij zijt een vriendelijk meisje	262
Vondel, Joost van den:
Koridon	50
Uit: Gijsbrecht van Amstel: Rei van Burgzaten	69
Uit: Adam in ballingschap: Rei van wachtengelen	71
Ter bruiloft van Sijbrandt de Flines en Agnes Blok	73
Bede aan het westewindeke	75
Kinder-lijk	80
Uitvaart van mijn dochterke	81
Lijkklacht aan het Vrouwekoor	82
Uitvaart van Maria van den Vondel	84
Uit: Jozef in Dothan: O pluim, waarin het duifke stak	87
Vertroosting aan Gerard Vossius	88
Op ons Weeshuis	89
Op Amsterdam	96
Op het twaalfjarig bestand	99
Op de jongste Hollandse transformatie	99
Jaargetijde van wijlen de Heer Johan van Oldenbarnevelt	102
Het stokske van Johan van Oldenbarnevelt	102
Geuzen-vesper	102
Klinkerd	103
Hugo de Groots verlossing	104
Sonnet op het overlijden van burgemeester Cornelis Pietersz. Hooft	108
Grafschrift	108
Prinsenlied	108
Oranje-Meilied	110
Klinkdicht	112
Olijftak aan Gustaaf Adolf	115

[p. 279]

Lijkklacht over Ernest Kazimir	113
Op Hendrik Meurs	118
Op Cornelis Anslo	118
Op het overlijden van de Heer Gerard Vossius	119
Overval	120
Afval	121
Op het verbranden van het Stadhuis van Amsterdam	121
Op de afbeelding van de doorluchtige Heer Michiel de Ruyter	123
De Zeeleeuw op de Theems	124
Ter eeuwige gedachtenis van de Heer Johan de Witt	126
Uit: Lucifer: Rei van engelen	133
Uit: Maria Stuart: Mijn harte-kenner	158
Gebed, uitgestort tot God over mijn gedurige kwijnende ziekte	160
Kerstlied	166
Kerstlied	168
Uit: Gijsbrecht van Amstel: Rei van edelingen	170
Uit: Gijsbrecht van Amstel: Rei van Klarissen	172
De Kruisberg	183
Uit: Altaargeheimenissen	189
Opdracht aan Eusebia	193
Geboortezang aan Gregorius Thaumaturgus	201
Beekzang aan Katharine	209
Wiltzang	210
Uit: Noah: Zou het al zinken en vergaan	224
Uit: Jeptha: Rei van Maagden	242
Op Jonkvrouw Isabel le Blon	245
Vos, Jan:
Fillis in haar tuin	59
Op het overlijden van Cornelia Hinloopen	89
Grafschrift van de Heer P.C. Hooft	118
Aan Amsterdam	123
Vrouw, daar is uw zoon	187
Aan H.S., Toen gij Christus aan het kruis geschilderd had	189
Aan T.H.	229
Toen Maria Vos, neven andere kinderen met de hoepel liep te spelen	235
Oordeel over de tijd	237
Piet getrouwd	266
Rut de schilder en zijn wijf	266