Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
Tegen een apostilleGa naar voetnoot1)Jan gaf rekest aan de oovrigheid,
En kreeg erop het schraal bescheid:
‘Hierin kan niet getreden werden.’
Men meende: Jan die wou volherden,
En beedlen met een nieuw papier.
Ook kwam hij in een dag drie vier;
Maar met een doos, die hij de heren
Als een corruptieGa naar voetnoot2), wou vereren.
De doos ging op, daar vond men in
Zes woordetjes van diepe zin:
(Hij had 'r een koe in laten flerden)
‘Hierin kan wel getreden werden.’
constantijn huygens (1596-1687) |
|