Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| |
Op het storen van Petrarca's grafTerwijl Petrarca's geest omreist des aardrijks kimmen,
Lag 't lichaam derdhalve eeuw in vankenis bekneld.Ga naar voetnoot1)
Toen komt een wraakziek dwaas, met dom gedrocht verzeld,Ga naar voetnoot2)
Op 't heilige gebeente in arren moed aangrimmen.
Hoort hier, o gij die, met de wallen te beklimmen
Van 't weerloos graf, u waant te weren als een held,
En, breker van de windGa naar voetnoot3), met euvle wreedheid velt,
Gelijk een boze bok, uw horens op de schimmen:
Deze as, terwijl zij naar haar geest verdrietig tocht,Ga naar voetnoot4)
Tien vijf en twintigen van jaren overbrocht.Ga naar voetnoot5)
Dank hebt, dat gij haar nu komt door de lucht verspreiden,
En wijst haars heren spoor. Eerlange vindt ze hem al,
En stuivende in de mond van duizend dichters, zal,
Hun kittlend op de tong, zijn lof betGa naar voetnoot6) uit doen breiden.
pieter cornelisz. hooft (1581-1647) |
|