Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdAan mijn sterfdagDag, die mij eens van zon versteken zult en dag,
Dag, die mij binnen 't graf, dag, die mij eeuwig buiten
De ruime wereld zult, de schone tempel, sluiten,
Die tempel, daar ik God in toe te zingen plag.
Verwondering en prijs, zo dikGa naar voetnoot3) ik Hem bezag;
Dag, die mij in de loop zult van mijn dagen stuiten
En 't nawee proeven doen der duur verboden fruiten;
Dag, zeg ik, die ik vliên, maar niet ontvlieden mag,
Hoe spoedt gij herwaarts aan, doch als op wollen voeten!
Gij zult, gij zult misschien mij in dit jaar ontmoeten,
Misschien in deze maand, in deze week misschien.
En kleef ik, dwaze, nog zo vast aan mijn gebreken,
En leef ik nog zo los, alsof ik nog veel weken,
Nog vele maanden zou, nog vele jaren zien?
jeremias de decker (1609-1666) |
|