Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 231]
| |
IJdele hulpAls u 't geluk toelacht
En gij niet hoeft te klagen,
Dan wordt gij hooggeacht
Van vrienden en van magen;
Maar zo dat rad eens wendt,
En de hemel u verliendeGa naar voetnoot1)
Het alderminste ellend',
Adieu dan, hulp van vrienden!
Ze aanzien u met de nek
En omgekeerde ogen;
Wie heeft met uw gebrek
Dan enig mededogen?
Niemand, elk vriend is vreemd;
Zo haast men maar wordt ziende
Dat rouw uw vreugd beneemt,
Adieu dan, hulp van vrienden!
VanGa naar voetnoot2) die uw roem, uw eer,
Uw deugd, uw wetenschappen
Verhieven eerst zo zeer
Tot lofs verheven trappen,
Wordt gij zo afgemaald
Dat het nauw slimmer diendeGa naar voetnoot3)
Ach, als uw voorspoed faalt,Ga naar voetnoot4)
Adieu dan, hulp van vrienden!
Men vindt dan nauwlijks een;
DusGa naar voetnoot5) is des noods bedroeven
Allenig de toetssteen
Om vrienden op te proeven.
Dan ziet men door die bril
Hoe zij hun vriendschap mienden;Ga naar voetnoot6)
Ach, als 't geluk niet wil,
Adieu dan, hulp van vrienden!
DusGa naar voetnoot5) ieder stell' zijn staat,
Zijn handel en zijn leven,
Dat hij naar vrienden baatGa naar voetnoot7)
Geenszins behoeft te geven.
| |
[pagina 232]
| |
Elk help' zich zo hij mag,Ga naar voetnoot1)
Dat's beter op het tiende;Ga naar voetnoot2)
Want komt gij met beklag:
Adieu dan, hulp van vrienden!
jan jansz. starter (1594-1626) |
|