Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
Elk heeft zijn strijd, zijn lief, zijn leed, zijn lijden | |
[pagina 229]
| |
AirDroom is 't leven, anders niet;
't Glijdt voorbij gelijk een vliet
Die langs steile boorden schiet
Zonder ooit te keren.
De arme mens vergaapt zijn tijd
Aan het schoon der IJdelheid,Ga naar voetnoot1)
MaarGa naar voetnoot2) een schaduw, die hem vleit;
Droevig, wie kan 't weren?
De oude grijze blijft een kind,
Altijd slaaprig, altijd blind;
Dag en ure,
Waard en dureGa naar voetnoot3)
Wordt verguigeldGa naar voetnoot4) in de wind.
Daarmee glijdt het leven heen;
't Huis van vel en vlees en been
Aan 't kraken,
De ogen waken
Met de dood in duisterheên.
jan luiken (1649-1712) |