Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
Verjaardicht voor den heer J. v. Vondel op zijn tachtigste verjaardagAan zijn geboorteheilige Geboorteheilig' van de Fenix der poëten,
Die zo lang 't grijze hoofd bestraald hebt met uw licht,
Ik offer vrolijk op uw altaar dit gedicht,
Nu gij uw dichter nog een jaar hebt toegemeten,
Schoon de alverslindende eeuwGa naar voetnoot1) zo menig heeft verbeten;Ga naar voetnoot2)
Terwijl uw voedsterlingGa naar voetnoot3) 't bespieglende gezicht
Ten hemel heft, en leert de ongodistGa naar voetnoot4) zijn plicht,
Of tast met boetgezang de schijndeugd in 't geweten.
En gij, doorwijze man, maakt de oude dichters stom
Met zulk een wakkerheid in zulk een ouderdom.
Dat dus uw jaargetij mij altijd heilig blijve;
Zo stappe het negende nog 't achtste kruis voorbij;
Zo schende tijd noch ramp uw heldenpoëzij,
Terwijl ik achter u op wassen vleugels drijve.
johannes antonides van der goes (1647-1684) |
|