Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
Christus bespotTerwijl Herodes' hof vastGa naar voetnoot1) juicht in lofgeruchten,
Daar zich een slaaf in goud en vorstlijk purper vleit,
Wiens grootheid in 't gewicht van zijne zonden leit,
Die een verrote dood beruikt met amberluchten,Ga naar voetnoot2)
Gaat mijne ootmoedigheid rondom het wachthuis zuchten
Waar een baldadig rot, o schrikklijk onbescheid!Ga naar voetnoot3)
De vrije, de Gezalfde en God der Eeuwigheid
Met zulk een toestel hult, die de armoe zou doen vluchten.
Maar staf, maar purpre sletGa naar voetnoot4), maar doornenkroon, maar bloed,
Hoe kust u mijne liefde en eert u mijn gemoed,
Schoon ik een wreed gespuis met u zo boos zie leven.
De Heiland heeft die snode, als mij, niet ingestort
Dat hem de rijkste pracht geen achtbaarheid kan geven
En dat de needrigheid door hem aanzienlijk wordt.
heiman dullaert (1636-1684) |
|