Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 152]
| |
Schijnt dit als door natuur geprent in onz' verstanden,
En houdt men 't door verzoekGa naar voetnoot1) voor zeker en gewis,
Zo geef, mijn ziele, gij hiervan getuigenis,
Gij, die hier zwerft en zweeft langs onbekende stranden;
Gij, hier een vreemdeling, een vreemde niet alleen,
Maar staag van ongemak belegerd en bestreên,
Wat lust het u dusGa naar voetnoot2) lang in ballingschap te steken?
Op, op, vlieg hemelwaart, vlucht naar uw vaderstad,
Daar u een heil verbeidt, van 't harte nooit gevat,
Van 't ore nooit gehoord, van 't oge nooit bekeken.
jeremias de decker (1609-1666) |
|