Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
Stoot in de lenden van de dijken,
En, voortgeschoten met gedruis,
Gehele schepen knarst tot gruis,
DaarGa naar voetnoot1) 't alGa naar voetnoot2) voor zijn geweld moet wijken,
En elk 't met doodsschrik ziet van ver,
Terwijl het barst van ster in ster -
Maar, als het onder 't henenstreven
Verkrijgt een onbekrompen vaart,
Allengs de oplopendheid bedaart,
Daar 't zijne krachten voelt begeven,
En als ten einde van geweld
In stil en vreedzaam water smelt:
Zo loopt de bronaar van ellende,
Die, kortsGa naar voetnoot3) gezwollen tot de top,
Zo menig over hals en kop
Gedompeld heeft, vanzelf ten ende.
Zij wordt ten kielGa naar voetnoot4) toe uitgedroogd,
Nu zich de zon der vree vertoogtGa naar voetnoot5)
Aan 's hemels top met volle glansen.
johannes antonides van der goes (1647-1684) |
|