Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermdAan de magistraat der stad Haarlem(fragment) Na 't middagmaal begaf (zulks als de rijken plegen
Tot tijd- en spijsverdrijf en lichting van hun maag).
Zo nam hij 't mes in de hand en was tot snijden graag.
Hij wandelde vastGa naar voetnoot5) heen en vond de vuldGa naar voetnoot6) van takken,
(KortsGa naar voetnoot7) had het stijf gewaaid) 't was niet van nood te hakken,
Hij greep een op en sneed drie lettren ofte vier
Uitwendig in het hout en stak die in papier,
Als in een ommeslag, of, naar ons andren zeggen,
Heeft hij het los papier daar bovenop gaan leggen.
Daarna zo is 't gebeurd, dat hem de slaap beliepGa naar voetnoot8)
En 't regende terwijl dat Laurens lag en sliep.
DusGa naar voetnoot9) van des aardrijks vocht, of van gevallen regen
Heeft onverhoeds 't papier een lettervorm gekregen,
AlzoGa naar voetnoot10) het eikenhout, wanneer 't bij 't water raakt,
Een verve van tanaitGa naar voetnoot11) of vale zwartheid maakt.
Nu, alsGa naar voetnoot12) hij werd gewekt door regen ofte donder,
Vernam hij letterdruk; het scheen te wezen wonder.
En als hij zag verkeerd in 't wit de lettren staan,
Zo is hij andermaal aan 't snijden weer gegaan
En heeft een regel schrifts verkeerd in 't hout gesneden,
En natte toen 't papier (gelijk men doet nog heden)
En drukte het op de vorm. Ei ziet de lieve vond!Ga naar voetnoot13)
't Geen op 't hout verkeerd, toen recht voor ogen stond.
| |
[pagina 98]
| |
Dit was de eerste voet, waardoor hij is gestegen
Tot op Parnassus'Ga naar voetnoot1) top en heeft de kunst verkregen.
De slaap, die hem beving, had wat bijzonders in
En ook de regen was van geestelijke zin.
Men zegt, dat PegasusGa naar voetnoot2) dit water heeft gegraven
Met zijn geleerde hoef om Laurens' dorst te laven,
Dat God door MorpheusGa naar voetnoot3) hem het oor zo raken wou,
Opdat, wanneer hij rees, wat godlijks rijzen zou.
Door deze middlen is de klerken rust gegeven;
Die voerden toen de pen en ons de boeken schreven.
Nu levert een meer werks dan toen driehonderd deên:
Niets heeft de vlugge pen met Laurens' kunst gemeen.
DusGa naar voetnoot4) bouwde hij CadmiGa naar voetnoot5) teelt. Dus is de kunst ontsprongen
En door 't gesternde veld der wolken heen gedrongen.
Hier hoort de Laure-krans. Spreekt bomen 't vonnis uit;
Gij hebt de lettren eerst geleden in uw huid,
Die, averechts gedrukt, de kindren onderwezen
En oefenden in 't stuk vanGa naar voetnoot6) wel te leren lezen.
petrus scriverius (1576-1660) |
|