Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Al anders als voorheen de monniken beschreven,
Zodat de Graaf in mij, ik in de Graaf mag leven.
Waardoor de Carmeliet verdwijnen zal tot niet,
En andren ook met hem, wanneer men 't mijne ziet.Ga naar voetnoot1)
God gunne tijd en kracht, 's lands godenGa naar voetnoot2) lust en ijver,
Opdat eens aan de dag mag komen deze schrijver.
Die nu vrijwillig loopt: hoe wakker zal de hand
Dan lopen als daartoe de gunst hem komt van het land.
petrus scriverius (1576-1660) |
|