Het goud der gouden eeuw
(1955)–Anton van Duinkerken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
Nieuw liedeke tot lof van FrieslandO Friesland zo vol deugden als ik een landschap weet,
Versierd met duizend vreugden, uw bodem is bekleed
Met korenrijke velden, uw steden zijn voorzien
Met wallen en met helden, die wijslijk u gebiên.
O Friese aard, recht edel land,
Die door het zwaard de vrijheid want.Ga naar voetnoot1)
Uw wel bebouwde landen zijn rijkelijk versierd
Met vruchten veelderhande en gras voor uw gediert',
Hetwelk de Heer laat groeien zo vruchtbaarlijk dat elk
Zou zeggen, daar vloeien kaas, boter, honig, melk.
Gij ziet uw land bolwerkenGa naar voetnoot2) met steden, schansen sterk;
Van dorpen, torens, kerken ik uws gelijk niet merk.
In uw roemwaarde wetten gij van geen reden wijkt;
Ja, als men 't recht zal zetten, Athene gij gelijkt.
Uw grenzen, die besluiten de dijken hoog en vast,
Waarop de zee moet stuiten; geen koning u belast.
O prinselijke rijke, gelegen in het noord,
Wie heeft van uws gelijke zijn leven ooit gehoord?
De inwoners, heus van zeden, geneigd tot eer en deugd,
Die hebben in de vrede en stilheid hun geneugt',
De armenGa naar voetnoot3) goedertieren, barmhartig, mild, zodat
Geen eeuw heeft in manieren ooit uws gelijk gehad.
Uw adel, zo manhaftig als ooit de wereld droeg,
Bewoont het land eendrachtig, en zendt ook wonder vroeg
Haar kinderen ten strijde, die, met geweer de hand,
Te sterven niet en mijdenGa naar voetnoot4) tot dienst van 't vaderland.
Nooit schoner vrouwspersonen de blonde zon bescheen
Als in 't vrij Friesland wonen, zo welgesteld van leên,
Zo rijk van eerbaarheden, zo kuis, zo zoet van aard,
Zo vriendelijk van redenGa naar voetnoot5), zo statig noch bedaard.
Rijk van geleerde mannen, de dienaars van Gods woord
Eendrachtig samenspannen, en brengen vruchten voort
Die tot geen twisten strekken maar tot de zaligheid,
Om elk te verwekken tot ware eendrachtigheid.
| |
[pagina 96]
| |
Wie kan uw lof verkleinen? De Friezen in één strijd.
Verwonnen de Romeinen in Keizer Karel's tijd;
Ja zij bestormden Rome, en namen 't in, dat's meer;
Dies hebben zij bekomen de gulden vrijheid weer.
Door hun manhaftigheden de Keizer Karel braaf
Hun vrijheid en ook mede zijn halve wapen gaafGa naar voetnoot1)
Te voeren in hun schilden, met privilege van
Te leven zo zij wilden en zo 't hun best stond an.
O Friesland, wilt beschutten uw vrijheid tot de dood;
Laat niemand u ontnutten uw privilegiën groot;
Wilt u als mannen weren; blijft stadig bij 't gebod
Van uw wel-wijze heren, maar bovenal van God.
O Friese aard, recht edel land,
Die met het zwaard uw vrijheid want.
jan jansz. starter (1594-1626) |
|