Het goud der gouden eeuw

[p. 90]

Op ons weeshuis

Hier treurt het weeskind met geduld,
Dat arm is zonder zijne schuld
En in zijn armoe moet vergaan,
Indien gij 't weigert bij te staan.
Zo gij gezegend zijt van God,
Vertroost ons met uw overschot.

Ander

Geen armer wees op aarde zwerft,
Dan die der wezen Vader derft.
Der wezen Vader derft hij niet,
Die wezen troost in haar verdriet:
Dies sla uw ogen op ons neer
Ons aller Vader trooste u weer.

Ander

Wij groeien vast in tal en last:
Ons tweede vaders klagen.
Ai, ga niet voort door deze poort,
Of help een luttel dragen!

joost van den vondel (1587-1679)