Bloedtest(2003)–Serge van Duijnhoven– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Vermoord door het uitspansel ‘stof is het vlees van de tijd’ - Joseph Brodsky alles schudt, kraakt, ruiten springen. Mensen. De tocht zuigt zich een weg naar buiten daar horen wij d'engelen zingen, lichten doven. Personen worden weggezogen als door de stroom van een rivier te zien wat na mij niemand nog bij leven het koor houdt adem in en dan gegil. Grondvesten schudden alles trilt. De tijd valt stil mensen rukken lakens van de tafel een man roept om zijn paraplu een dame klemt zich vast aan haar handtas een ober kust de hand van zijn geliefde een vrouw belt naar het kantoor van haar zoon men zal zeggen dat dit is omdat wij leefden in een Thermidor van overmoed en naakte angsten dat wij zwolgen in een pasgeboren maar mismaakte eeuw en dronken met de hoorn aan onze lippen men zal zeggen dat het is omdat de bel te vaak al heeft geklonken en altijd weer vergeefs Let it ring! Let it ring! wat ik niet weet wist Lorca niet noch Brodsky noch Vissotski toen zij zongen van de rusteloze, zoekende en doldwaze [pagina 77] [p. 77] mens die zich een vlieg waant of een mier en die miezerig maar vastbesloten in de handpalm Gods de veelvoud torst van zijn lot. De sapiens die opgeleid tot messerschmidtpiloot of kamikaze alleen zijn wilskracht heeft op te biechten nacht nog voor het middaguur. Een vergiftigde droom. Een stad die zonder slaap verlamd ligt en verslagen. Verdampend in rook en vuur. Ik laat het duister tekenen de angst zal bij ons blijven als een boze droom een slagschaduw die niet meer van ons wijkt ik kijk hoe boven mij nog mensen hand in hand de dans trachten te ontspringen, zich uit het brandende staketsel wringen terwijl hierbinnen tijd en ruimte al cilindrisch samen zijn geperst als een put die volledig is gedempt vreemd, hoe geluidloos zielen verlieden hoe geruisloos levens kapot springen, hoe broos de wereld en de hemel van glas, hoe zacht het staal en van dons de lucht die aan stukken scheurt en neerdwarrelt in snippers, stof en scherven, wolken van papier ik zie hoe heel mijn leven overhelt mijn verleden in de volle lengte elk jaar en dag en ogenblik de hele rimram maakt slagzij en valt wat ooit gezegd verzinkt in stilte wat al zwijgt zijgt verder neer terwijl ik in mijn slotgedachte reeds [pagina 78] [p. 78] de tv-beelden voor mij zie (eindeloos herhaald en in slowmotion) hoe ik voor ieders ogen duizend doden sterven zal en duizenden met mij mijn wereld is ten einde en de jouwe is nabij Vorige Volgende