Reis naar IJsland, Jan Mayen en Spitsbergen met den jagtschoener Foam, in het jaar 1856
(1861)–Lord Dufferin– AuteursrechtvrijLord Dufferin, Reis naar IJsland, Jan Mayen en Spitsbergen met den jagtschoener Foam, in het jaar 1856. J.D Sybrandi, Amsterdam 1861
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: 208 P 16
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Reis naar IJsland, Jan Mayen en Spitsbergen met den jagtschoener Foam, in het jaar 1856 van Lord Dufferin in de eerste druk uit 1861.
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
Ontbrekende aanhalingstekens aangevuld en evidente interpunctiefoutjes gecorrigeerd naar het Engelse origineel Letters from High Latitudes (1856) en de Duitse vertaling Briefe aus hohen Breitegraden (1860.
p. 3: havenkapitien → havenkapitein: ‘die mij door den havenkapitein’.
p. 4: aphitheater → amphitheater: ‘was omgeven door een amphitheater’.
p. 4: jerne → Jerne: ‘het groene Jerne’.
p. 6-7: aan gezigt → aangezigt: ‘om haar in het aangezigt’.
p. 20: liefeijk → liefelijk: ‘hoe liefelijk haar borstbeeld zich vertoont’.
p. 22: zee zand → zeezand: ‘het zeezand is lavastof’.
p. 24: bstemd → bestemd: ‘naar IJsland bestemd’.
p. 31: snapachtigtigheid → snapachtigheid: ‘de aangename snapachtigheid van Pepy’.
p. 37: Lepides → Lepidus: ‘zeide ik met Lepidus tot mij zelven’.
p. 37: toeh → toch: ‘terwijl ik ze toch telkens ledigde’.
p. 38: miuuten → minuten: ‘Latijnsche rede van ongeveer twintig minuten’.
p. 46: ondscheidden → onderscheidden: ‘daar de bergen zich noch door vorm, noch door hoogte onderscheidden’.
p. 54: lavabloken → lavablokken: ‘kolossale rots- en lavablokken’.
p. 56: geweeet → geweest: ‘niet onwaardig zou geweest zijn’.
p. 85: 22sten → 25sten: ‘Den 25sten Februarij’.
p. 85, insituut → instituut: ‘lid van het Fransche instituut’.
p. 88: 22sten→ 28sten: ‘Den 28sten dezelfde wind’.
p. 90: Sneefell → Snaefell: ‘grond van den Snaefell’.
p. 95: Sneefell → Snaefell: ‘Snaefell verzonk in zee’.
p. 95: noordwesteiijk → noordwestelijk: ‘Het noordwestelijk gedeelte van IJsland’.
p. 96: bestrijden → bestrijdende: ‘de elkander bestrijdende magten’.
p. 111: grootte → groote: ‘groote hevigheid’.
p. 117: os → los: ‘De schollen schenen intusschen zeer los’.
p. 151: opwekkkende → opwekkende: ‘een dezer opwekkende morgengesprekken’.
p. 151: angtsvalligen → angstvalligen: ‘dezen toch eenigzins angstvalligen tijd’.
p. 155: de de → de: ‘Zij is inderdaad bijna de eenige’.
p. 155: Bell-snod → Bell-sond: ‘IJs-sond, Bell-sond, Horn-sond’.
p. 155: beschuting → beschutting: ‘die het tot beschutting had opgezocht’.
p. 157: doed → doen: ‘ik dacht, dat eene wandeling aan land haar goed zou doen’.
p. 159: maar-een → maar een: ‘maar een tweede stevige marsch’.
p. 165: scéne → scène: ‘de pistolen scène op de stoomboot van Glasgow’.
p. 168: grootsh → grootsch: ‘was reeds iets grootsch’.
p. 170: 's mor- → 's morgens: ‘Tegen vier ure ’s morgens werd’.
p. 176: waarneneming → waarneming: ‘totdat eene waarneming kon plaats hebben’.
p. 185: Jarl? → Jarl.: ‘vroeg de Jarl.’.
p. 185: omstuimig → onstuimig: ‘een onstuimig opeendringen’.
p. 188: ’s koning → 's konings: ‘op ’s konings verlangen’.
p. 199: onderwepen → onderwerpen: ‘zich aan haar lot te onderwerpen’.
p. 207: stelden → stellen: ‘die moed en luim op de proef konden stellen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, III, VI, 208) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
REIS NAAR IJSLAND, JAN MAYEN EN SPITSBERGEN.
[pagina V]
Reis naar IJsland, Jan Mayen en Spitsbergen met den jagtschoener Foam, in het jaar 1856. Door Lord Dufferin. Uit het Hoogduitsch.
Amsterdam, J.D. Sybrandi. 1861.
[pagina IX]
Inhoud.
Eerste brief | Bl. 1 |
Protesilaus struikelt aan den drempel. |
Tweede brief | Bl. 1 |
De IJslander. ‒ Een moderne Sir Patrick Spens. |
Derde brief | Bl. 3 |
Loch Goil. ‒ De overlevering van den Clan Campbell. |
Vierde brief | Bl. 7 |
Door de Sond. ‒ Stornaway. ‒ Plaatsing van het beeld. ‒ Inkoop van proviand. ‒ 'O Scheepje vaar met gunstigen wind, brengt thuis het brood voor vrouw en kind.' ‒ Sir Patrick. Spens komt zich bij ons voegen. ‒ Het anker geligt. |
Vijfde brief | Bl. 12 |
De Noord-Atlantische Oceaan. ‒ Spaansche golven. ‒ Onze kajuit in den storm. ‒ Zeeziekte uit een wetenschappelijk oogpunt. ‒ Wilson. ‒ Zelfmoord van een reisgenoot. ‒ Eerste gezigt van IJsland. ‒ Raben Floki. – 'De Noordsche Mayflower'. ‒ Faxa-fiord. ‒ Wij landen in Thule. |
Zesde brief | Bl. 20 |
Reikiavik. ‒ Gesprek in het Latijn. ‒ Ik word bezitter van zes-en-twintig paarden. ‒ Eiderganzen. ‒ Bessestad. ‒ Snorri Sturluson. ‒ De eerste kolonie in Groenland. ‒ Een Genueesch schipper in de vijftiende eeuw. ‒ Een IJslands gastmaal. ‒ IJslandsche toasten. ‒ Eene Latijnsche rede. ‒ Gevleugelde konijnen. ‒ Vertrek van de goederentrein. |
[pagina X]
Zevende brief | Bl. 43 |
Wilson te paard. ‒ Lava plateau. ‒ Thingvalla. ‒ Allmannagja. ‒ Rabnagja. ‒ Onze tent. ‒ Gekloofde vlakte. ‒ Heksendoop. ‒ Een landsdagdebat in het jaar duizend. ‒ De zendeling Thangbrand. ‒ De Duitsche muggenverzamelaar. ‒ De geheimzinnige bergen. ‒ Sir Olaf. ‒ Heckla. ‒ Skapta Jokul. ‒ De vuurstroom van 1783. ‒ Wij komen aan den Geiser. ‒ Strokr. ‒ Eene uitbarsting. ‒ Prins Napoleon. ‒ Handel. ‒ Bevolking. ‒ Eene muiterij. ‒ De Reine Hortense. – De zeven Hollandérs. ‒ Een bal. ‒ Uitgesneden kleederen. ‒ Noordwaarts Ho! |
Achtste brief | Bl. 89 |
Vertrek van Reikiavik. ‒ Snaefell. ‒ De dame van Froda. ‒ Een Berserker treurspel. ‒ De ridders van Breidavik. ‒ Onunder Fiord. ‒ De laatste nacht. ‒ Wij passeren den Poolcirkel. ‒ Feest aan boord van de Reine Hortense. ‒ Le père arctique. ‒ Wij ontmoeten ijs. ‒ De Saxon verdwijnt. ‒ Nevel. ‒ Afscheid op eene eenzame plaats. ‒ Jan Mayen. ‒ De Beerenberg. ‒ Een onaangename toestand. ‒ Het omslaan van den wind en bevrijding. ‒ To Norroway over the faem ‒ Eene vreesselijke kust. ‒ Hammerfest. |
Negende brief | Bl. 125 |
Een herdersdicht. ‒ De geit. ‒ De timmerman als melkmeisje. ‒ Eene Laplandsche dame. ‒ De walvischvaarder. ‒ De golfstroom. ‒ Poolstroomen. ‒ Eene expeditie in de schemering. ‒ Eene akademie van peripatetische visschen. ‒ De Burgvrouw van Kaafiord. ‒ Verder naar het Noorden. |
Tiende brief | Bl. 141 |
Wij zeilen naar het Beeren-eiland en naar Spitsbergen. ‒ Cherie-eiland. ‒ Barends. ‒ Sir Hugh Willoughby. ‒ Poging van Parry om de Noordpool te bereiken. ‒ Wederom in het ijs. ‒ IJsblinken. ‒ Eerste gezigt op Spitsbergen. ‒ Wilson. ‒ Vernietiging van onze hoop. ‒ Voortdurende strijd met het ijs. ‒ Wij bereiken den 80° Noorder Breedte. ‒ Opene zee. ‒ Wij landen in Spitsbergen. ‒ English-Bay. ‒ Lady Edith's gletscher. ‒ Eene middernachtelijke photographie. ‒ Geen rendier te zien. ‒ Et ego in Arctis. ‒ Winter in Spitsbergen. ‒ Witte of sneeuwpatrijzen. ‒ De geschiedenis van den beer. ‒ Het monument van de Foam. ‒ Zuidwaarts. ‒ Wij zien het Groenlandsche IJs. ‒ Een storm. ‒ Waarneming. ‒ Drontheim. |
Elfde brief | Bl. 178 |
Drontheim. ‒ Harald Haarfager. ‒ Olaf Tryggvesson. ‒ De lange slang. ‒ St. Olaf. ‒ Thormod de Skald. ‒ De jarl van Ladé. ‒ De hoofdkerk. ‒ Harald Hardrada. ‒ De slag aan de brug van Stanford. ‒ Een Noorweegsch bal. ‒ Odin en zijne Paladyns. |
Twaalfde brief | Bl. 203 |
Kopenhagen. ‒ Bergen. ‒ De Zwarte dood. ‒ Sigurdr. ‒ Naar het vaderland. |