Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm
(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
P. Dubbels Mengelrijm. | |
[pagina 3]
| |
Bruylofs-Alarm, Geslagen op het dubbel Huwelijk Van den E. Kornelis de Goyer En me Ioffrouw Jr. Iohanna vander Veer. Als den E. Iohannis VVillik En me Ioffrouw Jr. Anna vander Veer.
OP Diònees Staatjoffrouwen!
Schafte ooit tijdt gelegentheit
Om u gorgelen te ontvouwen,
(Daar men Hymens autaar wijt
Met een Lent van mirthe-bladen)
Het gelegen toont hem puik.
VVilt uw' kruinen overladen,
Met een dubbelde paruik,
Van gewijde pallem-stronkken,
VVijl het schutterlijke wigt
Door de kraft van Pafos-vonkken,
(VVaar voor Mavors zelf, hoe digt
| |
[pagina 4]
| |
Van den gruizeligenGa naar voetnoot* Grovert
In het harrenas gestaaft,
Kraft-en-moedeloos verovert,
Buigend' zwigt, en zwigtend' draaft
Na het laf van Cypris weelde)
Iunoos hailig hailigdom
Dubbel stof tot dart'len teelde.
Hoor! hoe rammelt Hymens trom!
O! die nu met d'harzen-schalen
Van Apollo was gehult,
Om de wellust af te malen,
Die de Bruiloft-zalen vult.
'k Hoor Arions ving'ren danssen,
Op het Y, gelijk welGa naar voetnoot† eer,
Doe het mirth' en pallem-kranssen
Regende, en 't geslegte Meer
Met een Veld-tapijt van rozen
VVas besteken, en Najaân
Zout', voor zoete, plassen kozen.
VVijl de zwallepende paân
Grimmelen van Nereijden,
Die het schommelend' kristal
Met haar gladde vinnen snijden,
En met vreugdenrijk geschal,
(Geparuikt met mirthe-bladeren)
Op het dartel hand-geklap
| |
[pagina 5]
| |
Van de negen Zusters naderen,
Door Apolloos Priesterschap
Afgevaart, om Hymens snaren,
Met het Goddelijk geluit
Van Minervaas luit te paren,
Onder 't liefelijk geluit
Van haar gadeloze keelen.
Op! gevvijde Bruilofts-God!
Leit de Bruits met haar Gespeelen,
Vergezelschapt met uw' rot,
Na d'Hebaansche wreek-toneelen.
'k Zie de Charites belaân
Met wel-ruikende kaneelen,
d'Opgepronkte peulew-draân
Met gewenste geurtjes streelen:
Op, getergde troep! val aan!
Plonder Hebees leger-steden.
Cypris hooren steekt alarm,
Onder 't scharremen der leden,
En de Minne-God om-arm.
|