Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm
(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
Korinne aan Titer. II. Kusje.HArtje, nader; 'k zal, met kussen,
Uwe ontvonkken vonkken blusschen.
Ericijn! wat zoetigheên
Overweldigen mijn leên?
'k Voel een zee van Minne-vonkjes,
Golleven, door rif en schonkjes,
Om mijn ijsig ingewand.
Hellep, zoete mont! ik brand';
Laat de Nekter van uw' lippen,
d'Opgestegen vlammen knippen.
Montje! sluit; ik heb genog,
Van het gaile tover-zog;
Schut de koralijneGa naar margenoot* sluizen,
Van uw milde Nekter-bruizen,
Eer ik ziel en geesje koor,
Die al lange waren door,
Ten waar gijze met de boorden
Van uw' lipjes onderschoorden.
|
|