Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm
(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij
[pagina 54]
| |
Dewijl de zoete Min, door wedermin gevoed,
Als't roosje, door den daauw, zijn blompje rijzen doet.
II.
VVijl't Zon-gelijke licht,
Van Rozelijns gezigt,
Met ongemene glans, den Bruidegom begroe;
VVaar me zijn lievende oog, zijn lievend harte voed.
III.
Ga, Rozidoor! vermei
U, in de Roze-wei
Van Rozelijnaas schoot, tot demping van de vlam,
Die, uit haar zoet gezigt, haar eersten oorsprongk nam.
IV.
Hoe! schrik niet, Rozelijn!
U naakt geen wrede pijn,
Van vijantlijk geweer; omhels uw'lot, en kroon,
Met Venus-kransje, het wapentuig van uw' Adoon.
|
|