Helikon. Bestaande in zangen, kusjes en mengel-rijm(1645)–Pieter Dubbels– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina *5r] [p. *5r] Aan Pallas, Op de Helikon, Van den Zin-rijken Poët, P. Dubbels. HEmel-dochter! die het wonder Van de goude Zon eerst zag, Door de reten van een slag; Die het herzen-dak der Donder, Met een diamante kling, Kreeg van Lemnos-voesterling! Kan u heden nog gelijken, 't Klinken van den oorloog-toon; En de bloed'ge naam Belloon, Om te rijken Plutoos rijken? VVijl u Dubbels Helikon Schaft een woning; daar de Zon Zetelt met zijn negen Musen (Gezellinnen van u zugt; Liefsters van u gulde vrugt.) Ruil dan helm, en 't hooft Meduze, Cier uw' kruin met lauwer-blaân, Die u wezen wijzen aan; [pagina *5v] [p. *5v] Mits de schrand're Poëzeije, Die Apoll' hier wert gevoegt, In u komst ook vol vernoegt; Nu u Amstels-peerlen vleijen, Als het oog-wit van haar eer, In't bezorgen van haart leer. nbsp; Arbeit voed Rust. Vorige Volgende