Een steen op de heuvel Koleangkak, meer verweerd dan die van de Tjiaroeteun, want van minder harde materie, vertoont flauwer een voetenpaar, waarbij staat (volgens de lezing van Kern): ‘De doorluchtige, vele groote daden kennende, weergaloze vorst, die voorheen in (T)amara (heerschte), met name Z.H. Poernawarman, de dappere, wiens wapenen beroemd zijn als ondoordringbaar voor vijandelijke aanvoerders (of: voor 's vijands beste pijlen), van hem is dit paar voetindrukken, tot het verdelgen van vijandelijke steden altijd bekwaam, welk (voetenpaar) hun die behooren tot de afdeeling der drie sterrebeelden, Djyéstha, Wâri en Moêla, zegen en genot verschaft’. Dit getuigenis wordt gesteld op ongeveer 400 na Christus; voor wie er enig gevoel voor heeft, is de slotopmerking over de sterrebeelden, ook zonder verdere verklaring - ik bedoel juist zonder verdere verklaring - van een grote rijkdom.
Maar Poernawarman (dit schijnt nu eenmaal als de naam van een bepaald personage te moeten worden opgevat en niet als een titel in de trant van ‘de volkomen geborene’, die zich dan meteen weer over verscheidene vorsten zou uitstrekken) richtte het bewijs op van een positiever daad. Bij Toegoe, niet ver van Tandjoeng Priok, de haven waar Batavia nu zo trots op is, naar de kant van de Tjitaroem toch weer, werd een steen ontdekt ‘van eenigszins conischen vorm’, nu in Batavia's Museum ondergebracht, waarop de grote Kern ontcijferde:
‘Door een sterkarmigen, eerwaardigen oppervorst eertijds stroomde de Candrabhâgâ, na de genoemde (of: een beroemde) stad bereikt te hebben, in zee; (namelijk) door den doorluchtigen Poernawarman, die door voorspoed en deugden schitterde en boven andere vorsten uitmuntte, in het 22ste jaar zijner gelukkige regeering. Door wie, na begonnen te zijn op de 8ste der donkere helft van de maand Phâlgoena, voltooid werd op de 13de van de lichte helft van Caitra, in 21 dagen, de schoone rivier Gomati, met helder water over een uitgestrektheid van 6612 booglengten; die na het kamp van den koninklijken ziener en aartsvader doorkliefd te hebben,