‘Onderschatting en overschatting’
Enquête in ‘Het Vaderland’ beantwoord
[Vragen:
1. | Zijn er volgens uw inzicht in de Nederlandse literatuur schrijvers of boeken, ten aanzien waarvan gij meent te mogen constateren, dat zij stelselmatig overschat worden? |
2. | Zijn er volgens uw inzicht in de Nederlandse literatuur schrijvers of boeken, ten aanzien waarvan gij meent te mogen constateren, dat zij stelselmatig onderschat worden?] |
Antwoord:
De vraag lijkt mij slecht gesteld omdat, wanneer er van een traditie sprake is, er ook van een stelselmatige over- en onderschatting sprake moet zijn, zodra men de traditie zelf critisch begint te bezien. Neemt men deze traditie aan - al ware het als een noodzakelijk kwaad - dan verdwijnt het stelselmatige kwaad om plaats te maken voor acute, bijzondere, voorbijgaande misvattingen, waarvan het in iedere literatuur, en zeker in iedere ‘levende literatuur’ wemelt.
Ik bedoel, het is van weinig belang te constateren: ‘de nederlandse traditie wil dat Vondel een groter dichter is dan Hooft’, wanneer daarbuitenom toch aangenomen kan worden dat Vondel een groter dichter is dan Hooft. Vóór 1880 was er een overschatting van stichtelijke rhetorica, na 1880 was het met deze overschatting gedaan en men kwam tot een overschatting van iets anders. Maar zijn deze overschattingen ‘stelselmatig’ te noemen? - hoogstens door een gelijksoortige oorsprong.
Ik zou uitvoeriger op de kwestie ingaan, wanneer ik niet ver-