de man die pretendeert deze rol na Shakespeare nog eens te scheppen, is een opschepper, hij hete Mounet-Sully, Irving of Moissi. Multatuli, zelfs in de rol van Havelaar, is tegelijk schepper van de rol, speelt zijn eigen rol, en ten koste van hoeveel. Deze schijn, als men die nog schijn durft noemen, wordt duurder betaald dan ooit enige komediant zijn grootste succesrol betaalde; ziedaar het essentiëel verschil De Max Havelaar werd betaald met het drama van Lebak; de Millioenen-Studiën werden misschien nog zwaarder betaald; met al de ellende die Multatuli's ‘speelduivel’ over hem bracht, niet alleen over Tine en zijn kinderen en Mimi, maar ook over hemzelf. Het enige wat men kan zeggen - en hierin steekt misschien ook de grootste wrok van de burgerij tegen de kunstenaar - is dat hij zich schadeloos kon stellen met het genot de Millioenen-Studiën te schrijven of te hebben geschreven, de anderen, die er ook voor betaalden, niet.
Maar hier krijgt men een geheel ander probleem: de wenselijkheid - of het noodlot - het bestaan te delen van een groot man van dit soort. Men zou eindigen bij de paradox die wilde dat ieder kunstenaar ophield met bewierookt te worden, met tenslotte nutteloze dingen te bedrijven als kunst, zolang er nog één kind op de wereld is dat honger lijdt. Hier kan men alle graden nagaan van schuld en verantwoordelijkheid: het grote maatschappelijke probleem van de onrechtvaardigheid die wil dat de één slechts schijnt te kunnen groeien door de ander te verdrukken, te kunnen stijgen door de ander neer te duwen. De wrekende schoondochters, voor een tribunaal van zelfs de edelste geesten die de mensheid heeft opgeleverd, krijgen dan een zó vulgair gelijk dat zij hun mond niet meer hoeven te openen. Men denke zich overigens in: een dergelijk tribunaal, waarin men naar believen een Montaigne, een Da Vinci, een Goethe kan doen aanzitten, en daartegenover de wrekende schoondochters en aanverwante verschijnselen, zich beklagend over de ontaardheden van een Multatuli, een Dostojevsky, een Poe, een Baudelaire, een Verlaine... De ontaarde en slechte mens werd, bij het allerstrengste vonnis, een