Multatuli zal er geen last meer van hebben, soit, maar des te meer Julius Pée, Ter Braak, Greshoff, Du Perron en andere napraters, claqueurs en kinderachtige multatulianen, die allen zonder uitzondering hun tijd doorbrengen ‘aan de voeten van hun afgod’. Deze Multatuli-herdenking door dr Julius Pée zal tot gevolg hebben dat bij het nog ware, levende, reine nederlandse Fussoen de laatste korrel respect voor Eduard Douwes Dekker Sr zal verdwijnen; maar de vrienden en kennissen van Eduard Douwes Dekker Jr zullen lang en zalig genieten van de vergelding na het geleden onrecht.
De strijd is niet compleet zonder dat tafreel: die edele, nette, weldenkende mensen, terecht opgeschrikt en onzegbaar beledigd, belasterd, gesard - en dan opeens, na dit boek van ruim 500 bladzijden dat de Waarheid bracht, volmaakt bevredigd, ruim en weldadig ademend, elkaar en de brengster feliciterend, zacht zwellend bij dit heerlijke moment: de Schoondochter die kwam - en de hele vunze Multatuli-knokploeg omkegelde...
En aangenomen dat dit ailes de objectieve waarheid zou zijn, die door de ‘objectieve literatuurhistorie’, waarop de Schoondochter zich eindeloos beroept, zonder meer verdiende te worden geboekstaafd, in welk een nobele sfeer is men dan geraakt! Welk een taak voor deze mevrouw van bij de 70, die zich verheft tussen twee doden, aan haar schoondochter-en-weduwschap het recht ontlenend om te keer te gaan naast het graf van haar man tot diens gebeente trilt, stel ik mij voor, maar met de plicht de as van haar schoonvader om te woelen en zo mogelijk aan de winden prijs te geven. De Publieke Opinie is wel een moloch.
Er was eens een gemene adelaar, die een zoon had die geen adelaar was, god-zij-geloofd! en die niet-adelaar-zoon, vol haat voor zijn ontaarde vader-adelaar, huwde een respectabele kalkoen. De vader is dood, de zoon is dood, maar de Publieke Opinie moet weten wat zij nu precies heeft aan deze twee doden. Het Fussoen ontbrandt; de blaaskakerige heibel woedt, met des te meer lust en met beroepen op het Fussoen,