Verzameld werk. Deel 1
(1955)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
Voor wie niet begrepen:Ga naar voetnoot*Een rentenier, die weduwnaar is, heeft zich met zijn enige dochter en een oude juffrouw, die reeds bij het leven van zijn vrouw de huishouding deed, in een dorp teruggetrokken. Deze leefwijze is niet goed voor de dochter, die nagenoeg volwassen is. Het enige bezoek komt van een tante, zuster van haar vader, en een neef, zoon van die tante, die nog maar kort in de nabijzijnde stad zijn komen wonen. Het meisje ziet spoken, acht zich belaagd door vader, huisjuffrouw en huis. Zij meent dat haar vader haar ook 's nachts bespiedt en, in zijn schrik als hij door haar betrapt wordt, van de trap slaat en sterft; dat de huisjuffrouw met haar vader wilde huwen en haar haat, en nu erop uit is haar uit de weg te ruimen om helemaal in het bezit te komen van het huis. De huisjuffrouw echter heeft haar welzijn op het oog en bereikt voor de verlaten dochter een huwelijk met de zoon van de tante, wat in deze familie ook alleszins de beste oplossing leek. Het meisje gaat voort met spoken zien, tot het huwelijk voorbij is; op het ogenblik dat de huwelijksreis aanvangt is zij genezen en gered, een vrouw als alle anderen. Een van de spoken die haar verontrustten was een grijze dashond, waarin zij zoiets als de ziel van het huis wilde zien, waar zij door opsluiting gek dacht te zullen worden. Misschien ook was deze dashond inderdaad de ‘ware bewoner’ van het huis en als zodanig verstoord op de daar ingetrokken mensen. Maar ook tegen een andere uitleg heeft de auteur geen bezwaar. |
|