E. du Perron
aan
M. ter Braak
: Parijs, 26 april 1934Ga naar voetnoot1.
26 April 1934.
Beste Menno,
Ik schrijf je dit in een oogenblik van ellende. Als mij iets overkomt, wil jij er dan voor zorgen:
1. dat er niets van mij uitgegeven wordt, geen Ducroo, geen essays, vooral geen brieven.
2. dat mijn schoonzuster gewaarschuwd wordt: mevr. E. van Polanen Petel-Britt, Dagoweg 62, Bandoeng (Java).
3. dat er voor Gille gezorgd wordt (Instituut Monada, 80 avenue Floréal, Uccle-Bruxelles) totdat mijn schoonzuster dat doen kan. Dank.
Je E.
Houd dit papier in ieder geval voor later; het kan zijn dat Jan toch lust in uitgeven krijgt. - Als voogd voor Gille moet jij maar optreden; ik heb in den laatsten tijd het idee gekregen dat ik verkeerd zou doen als ik Jan vroeg het te zijn. Moet ik dit bij den notaris laten ‘vastleggen’?