E. du Perron
aan
E. Gobée
Den Haag,Ga naar voetnoot1. 27 april 1940
27 April 1940.
Geachte Heer Gobée,
Ik had u al veel eerder willen schrijven, maar wachtte op de nieuwe proeven van De Haan, en die kwamen eerst gisteren. Ik dacht dat ze vlugger op zouden schieten! Enfin, hier zijn ze dan. Wilt u ze terugzenden p/a dr. Ter Braak, Kraaienlaan 36, Den Haag? Ik zit daar tot Zondag a.s.
Ja, Soewarsih gebruikt vaak hollandsche woorden een beetje ernaast. Dat kon niet anders, maar dat is ook zoo erg niet, aangezien iedereen weet dat zij geen Hollandsche is. Bovendien wordt veel goedgemaakt door het echte van haar toon. Ook die sentimentaliteit van hfdst. 1 is echt. Die komt gelukkig verder maar een heel enkel keertje terug, en nooit meer zoo lang achter elkaar.
Ik verbeter alleen maar fouten en slordigheden; wat haar eigen is, laat ik. Overigens kreeg ik van den uitgever al een gealarmeerd briefje omdat ik nog zooveel op de proeven veranderde.
Of het geheel als roman den menschen hier bevallen zal, kan ik niet zeggen.Ga naar voetnoot2. Erge dramatische spanningen komen er niet in voor; maar praktisch komt het er ook op neer dat ieder boek, door een Indonesiër geschreven, waar zóóiets in zou voorkomen, in Indië verboden zou worden, geloof ik. Bovendien is het boek, als geheel, weer beter dan bij losse stukken gezien, juist omdat het niet sterk geschreven, maar nogal genuanceerd is. (Bijv. als je het vergelijkt met Lajar terkembang van Takdir,Ga naar voetnoot3. dat vaster is, maar eig. veel grover. Ik verwacht dus toch wel wat van den ‘eindindruk’.
Het gaat overigens voortdurend zoo'n beetje zoo door; een climax of zoo komt niet. Het zijn ‘scènes uit het leven van onderwijzers aan de wilde scholen’ rondom het huwelijksleven van Soedarmo en Soelastri. Maar het geeft wel een aardig beeld van een bepaalde Indonesische wereld en ik vrees dat vooral haar landgenooten haar flink kritisch zullen vinden. Vandaar dat ze er ook op gesteld is haar nationalistische gevoelens op andere plaatsen niet onder stoelen of banken te steken.
U schreef mij dat u mij 2 artikelen van u uit De Groene zond.Ga naar voetnoot4. Die waren echter niet in de enveloppe, en later zijn ze ook niet gekomen. Krijg ik die toch nog? Graag!
Zondag a.s. dacht ik naar den heer Damsté te gaan, voor bespreking van een event. uitgave van zijn Atjeh-artikelen. Maar het staat nog niet heelemaal vast, want ik kom tijd te kort met alles wat ik hier op het Archief nog moet doen, waarbij dan komt: koopen van meubels, inpakken van boeken die tòch uitgepakt zijn, opsturen van alles naar Bergen enz. Vanaf 1 Mei hebben we een vast adres: Doorntjes 32, Bergen (N.H.).
Ik hoop u toch eerlang te zien. Met vriendelijke groeten, ook aan uw vrouw en dochtertje, steeds gaarne uw
EduPerron