E. du Perron
aan
E. van Moerkerken
Den Haag, 16 januari 1940
Den Haag, 16 Jan. '40
Beste Emile,
Wanneer krijg ik van je: die 2 kieken van Vestdijk (hij heeft autorisatie al verleend!) en dat eene van Ter Braak dat ik nu zoo goed vond? (Het beste dat je maakte. Ik bedoel dat eenige dat je niet eens ‘inzond’!) Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar de 2 of 3 ‘afgekeurde’ foto's van mijzelf,Ga naar voetnoot2. die je me ook nog steeds niet liet zien. Kan je me daar kleine afdrukjes van zenden?
Wij hebben het druk hier en ik had ± een week griep na Amsterdam. Van je vader heb ik werkelijk een allerprettigste indruk behouden, en ‘Keetje’ SerrurierGa naar voetnoot3. vond ik een snoes. Misschien valt het je tegen dat ik EddeckGa naar voetnoot4. niet prefereer, maar ik mag er niet om jokken.
Daarna had ik nog een corresp. met Tielrooy. Ik geef me maar meteen zooals ik ben; dwz. zonder compromissen te maken, zoover dit samengaat met niet direct onhebbelijk worden. Kunnen ‘ze’ daar niet tegen, tant pis. (Zoo'n Duhamel bv. vind ik, literair en menschelijk, een lapzwans.)
Hartelijk groeten, ook aan Van Geel. -
EduP.