E. du Perron
aan
J. Romein
Den Haag, 18 december 1939
Den Haag, 18 Dec. '39.
Waarde Romein,Ga naar voetnoot1.
Gelijk hiermee zend ik je de scriptieGa naar voetnoot2. terug. Ik heb die gisteren met aandacht gelezen, maar durf je niet goed op je vraag antwoorden, uit vrees den jongen man in kwestie dan onbillijk te benadeelen. Natuurlijk is het gedeelte over Dirk's koloniaal beleid ‘2e-handsch’, maar dat is dit heele opus, van den 1en regel tot den laatste. Je moet weten dat ik, met mijn akademische weltfremdheit, diep geïmponeerd door een pedel met witte das en zoo, bij het woord ‘scriptie’ toch nog aan iets zeer indrukwekkends denk. En dit heele ding is een opstel, in het kinderlijkste taaltje geformuleerd, over kinderlijk ‘juiste’ dingen die gebeurd zijn, zooveel mogelijk chronologisch gerangschikt. Het koloniaal beleid is daarvan een onderdeel, in geen enkel opzicht slechter dan de rest. Feitelijke onjuistheden heb ik niet gevonden; één titel is niet compleet opgegeven (van Nederburgh, maar daar staat een kruisje bij), verder staat er telkens ‘Gijsbrecht’ voor Gijsbert Karel (maar is dat onjuist te noemen?) en misschien zijn niet àlle data goed (dat heb ik niet kunnen verifieeren). Maar de ‘2e-handsch-heid’ is nergens en geen sekonde van de lucht. Ik sta eig. een beetje te kijken dat dit dan toch tot de wetenschap moet worden gerekend, terwijl iedere journalist van de Indische Post, die een beetje zijn best wil doen, iets even wetenschappelijks maken kan en dan heel wat grootemensch-achtiger geformuleerd.
Maar mijn vrouw zegt dat dit pure naïefheid van mij is; het is ‘de Huroon’Ga naar voetnoot3. die spreekt.
Misschien heeft déze opmerking voor je eenig belang: voor een mindere 2e-handsch-kijk op Dirk's koloniale ideeën in 1796 enz. had je leerling nog kunnen lezen wat Dr. F. de Haan ervan zegt in Priangan. Ik ineen dat in alle deelen van dat boek over deze ideeën gesproken wordt, het meest in deel IV, 761 e.v. blzn., maar ook in het eigenlijke boek, dus deel I. Onjuist is, intusschen, wat de scriptie hierover zegt, allerminst, en gegeven de omvang van dit geschrift is het zelfs nogal aardig volledig.
Mijn hoofdbezwaar tegen dit werk zou zijn: zinnetjes als: ‘in 1781 had Dirk weer eens een duel en hij kwam deze keer van de koude kermis thuis’; dat zou hij toch moeten afleeren, ook voor de wetenschappelijkheid van zijn toekomstige schrifturen! Maar jij zult hier wel om lachen.
Van Ter Braak hoorde ik een en ander over de onlusten in het Comité van Waakzaamheid.Ga naar voetnoot4. Ik zou de zaak graag eens van jou en je vrouw hooren, want ik heb in jullie een absoluut vertrouwen. Maar is het noodig om de stalinisten, zelfs min of meer, te vriend te houden? kan alles wat ‘humanistisch’, ‘liberaal’, ‘democratisch’ voelt, niet nu voor eens en voorgoed front maken tegen alles wat ‘totalitair’ is? Het georganiseerd conformisme, in naam van wat ook, is toch de dood van alles wat voor ons telt? De zaak is eigenlijk zoo eenvoudig; waarom wordt ze dan telkens met quasi-subtiele onderscheidingen vervalscht? Ik zou hier eens met jullie over willen praten, overtuigd als ik ben dat jullie toch geen ‘slaafsche stalinisten’ zijn; dat trouwens denkt noch Ter Braak noch wie ook (ik zat toevallig in den trein met den heer ProostGa naar voetnoot5. en mevrouw De Vries-Bruyns,Ga naar voetnoot6. Vrijdagavond, toen ik uit Amsterdam kwam, waar ik bij den pedel had geïnformeerd en bij HoetinkGa naar voetnoot7. op bezoek was geweest, - ieder was nog geroerd door Pos!)Ga naar voetnoot8.
Ik zelf word van communisme verdacht - nog steeds! - en kreeg dit nu weer te merken toen mij een visum voor Parijs geweigerd werd. Ik ben in Rotterdam zoo'n beetje politioneel ondervraagd, heb mij daarover beklaagd bij AsselinGa naar voetnoot9. hier in Den Haag, en ofschoon deze uiterst minzaam en beleefd was, kreeg ik den indruk dat mijn vriendschap met Malraux mij hier dwars zat. Ik kan ove-rigens niet anders zeggen dan dat ik het best begrijp en billijken kan, al heb ik nu een beetje de pest in.
Hartelijke groeten van onsbeiden voor julliebeiden,
EduP.