E. du Perron
aan
P.N. van Eyck
Bergen, 6 november 1939
Bergen, 6 Nov. '39.
Zeer geachte heer Van Eyck,
Tot mijn spijt moet ik u lastig vallen om eenig ‘uitsluitsel’ betreffende het u door mij gedaan verzoek. Niet alleen hoorde ik nl. niets van den uitgever, maar evenmin van u, en ik moet haast maken als ik de eerste deelen van die serie nog behoorlijk recenseeren wil.
Ik zou het dus ten zeerste in u apprecieeren indien u mij omgaand zoudt willen mededeelen - een briefkaart is desgewenscht voldoende - òf, en zoo ja wanneer, er kans op bestaat, dat ik die serie van Nederlandsche klassieken in recensie-exemplaren ontvang. Zoo niet, dan zal ik mij onverwijld abonneeren, hoewel mij dit onjuist lijkt, waar ik die boeken tòch bespreken ga, en ongelegen komt, gezien de tegenwoordige staat van mijn financiën.
Met beleefden groet, hoogachtend, uw dw.
EduPerron
Tot ± is Nov:
Nesdijk 19,
Bergen-binnen (N.H.)