E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Bergen, 28 oktober 1939
Bergen, Zaterdag.
Beste Freddy,
Dit in haast, anders krijg je 't misschien te laat. De brief van Nieuwenhuys is alleraardigst; doe hem vast mijn hartelijke groeten, zeg dat ik hem van boord geschreven zou hebben zonder al dat gedonder van ‘noodhavens’, overstappen etc. en dat ik van hier hem nog wel schrijven zal. Laat hem dat stuk encyclop. artikel naar jou sturen. Vraag naar zijn gezondheid, want die was niet ‘bi’ den laatsten tijd.
Waarom schrijf je zoo onaardig over zijn vrouw. Ik zag haar 2 × maar vond haar heel sympathiek; Bep ook, die anders nogal een fijne neus heeft voor domme vrouwen. Soms groeit zoo'n meisje nog heel aardig op, moet je maar denken.
Ingesloten art. v. Vestdijk en brief v.N. terug. Ik doe er andere ‘kritieken’ bij, die je mag houden of wegwerpen.
Voor je moeder zal ik toch nog weleens iets verzinnen, als ik in Den Haag ben.
Dank voor Het Schiereiland, dat dan zeker ook op de rekening komt.
Ik ben benieuwd naar je bezoek bij die dochter van Daum.Ga naar voetnoot2. Ach, had ik de oude dame D.D.-Hamminck Schepel nog maar eens kunnen opzoeken. Ik ben te laat begonnen met mijn Mult.-verdediging. Ook dààr was Indië voor noodig!
Bep zal de vert. van Kees zelf naar Den Haag meenemen. Ze is er nog niet mee klaar. Er is heel wat en ze kijkt iedere zin na. Ik gaf de juiste nederlandsche tekst van een paar studentikoosheden die met ontlasting uitstaande hadden, Bep zijnde daar niet zoo precies in tehuis.
Tot zoover voor vandaag. Hartelijke groeten,
E.
Bep komt òf Maandagavond òf Dinsdagochtend. Het tweede is waarschijnlijker.