Brieven (herziene editie)

E. du Perron
aan
M. ter Braak

Amsterdam, 1 oktober 1939^1.

Amsterdam, 1 Oct. '39.

Beste Menno,

Ik lees het boek van Rauschning,^2. dat onaangenaam duitschdroog is van stijl, maar verder natuurlijk zeer onthullend. (Ben blij dat ik het in je vertaling lezen kan en niet in de oorspr. Sprache). Maar... wat blijft er van Denis de Rougemont's Journal d'Allemagne over, na dit? Als Rauschning gelijk heeft, dan is de Rougemont niet alleen een middelmatig journalist, maar een stommeling, met zijn ‘geloof’ en zijn ‘extatische’ Hitler!^3. Op zijn allerbest iemand die, door zijn eigen praedispositie van geloovige, de buitenkant van het duitsche geloof van de massa voor zoete koek opgevreten heeft. - Ik moet nog altijd die chômeerende intellectueel^4. lezen, die ook wel iets aardigs hebben zal, maar mijn geloof in mijnheer de Rougemont slinkt met den dag.^5.

Ik heb een visum gevraagd voor Parijs, zoodra ik dat heb ga ik nr Brussel en door nr P. Dan weer Bergen, als alles dan nog normaal gaat. Dag.

Je E.

1. Deze briefkaart komt in Bw TB-DP 4 na nr. 1120.

2. Hermann Rauschning, De nihilistische revolutie, Schijn en werkelijkheid in het Derde Rijk, bewerkt en ingeleid door Menno ter Braak. 's-Gravenhage 1939.

3. Denis de Rougemont bracht in zijn Journal d'Allemagne (Parijs 1938) verslag uit van een verblijf in het Derde Rijk als universitair docent Frans.

4. Denis de Rougemont, Journal d'un intellectuel en chômage. Parijs 1937.

5. Ter Braaks antwoord in 1121, Bw TB-DP 4, p. 388-389.