E. du Perron
aan
H. Samkalden
Bandoeng, 6 oktober 1938
Bandoeng, 6 October 's avonds.
(Ik heb je net geschreven!)
Beste Hugo,
Je interesseerde je soms voor Jef Last, meen ik. (Jij en Bram). Ziehier een brief dien ik van hem kreeg, nr aanl. van een paar vriendelijke woorden die ik over hem geschreven had, na lezing van die ploertenbrochure van Rost, aan de jongen Van Moerkerken. Ik vind 't wel ontzettend zielig! Van Jan Greshoff kreeg ik een smeekbede om die Last-Rost-affaire vooral buiten Gr. Ned. te houden. Après tout kan ik me dit ook wel voorstellen; Gr. Ned. is, voor een literair maandblad, al ‘politiek’ genoeg (Romein),Ga naar voetnoot2. en dit is tenslotte een principieel-politieke aangelegenheid! Ik kan dus inderdaad in dit geval slecht aandringen.
Ik peins nu op middelen om ergens tòch Last bij te vallen. Maar waar? Want als Holland dit geval doodzwijgt, is het toch wat al te belachelijk om 't in Krit. en Opb., eventueel Bat. Nwsbl., te doen! Ik zou in ieder geval een stuk willen schrijven dat een f 25. opbracht en Last dat geld willen laten zenden. De man heeft een vrouw en drie kinderen, en om dan in zulke omstandigheden in de Jordaan te wonen; denk je het in. Zouden wij niet althans een beetje geld voor hem kunnen opbrengen? Ritman, jij, Van Leur misschien?, Koets, ikzelf Bram ook? Schrijf mij hier eens over, en laat den brief aan Ritman zien als je hem ontmoet. Ik moet trouwens zelf binnenkort nr Batavia, ook om van dezen brave afscheid te nemen. Ik merk dat ik hem toch eig. heel graag mag en 't spijt me bepaald dat hij vertrekt.Ga naar voetnoot3. Tot nader.
Je E.
P.S. Het gekke is: ik mag Last maar half, ook dat handje van hem staat me altijd een beetje tegen. En zoo schrijft hij ook, zoo'n beetje keurig-burgerlijk afgepast. Maar dat men hem verrot behandelt is duidelijk, en, zooalsjan Greshoff zelf zei, hij is een edelman en een genie, vergeleken bij Rost.