E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker
Garoet, 27 november 1937
Garoet, 27 Nov. '37.
Waarde Heer Douwes Dekker,
Gisteravond kreeg ik een bericht van Ter BraakGa naar voetnoot1. dat u interesseeren kan. Mijn boek en dat van Saks zijn ongeveer gelijktijdig verschenen (het mijne ± 14 dagen na Saks), en Ter Braak, met wien ik indertijd over deze ‘voortreffelijken essayist’ gebakkeleid hebt, schrijft nu:
‘Eergisteren je brief, waaruit ik de suggestie over de vergiftiging nog juist heb kunnen verwerken in mijn artikel over je boek.Ga naar voetnoot* Hierover eerst. Het is een zeer boeiend geheel geworden, en wel precies de doodsteek voor Saks, die n.b. precies denzelfden tijd en dezelfde documenten behandelt! Wist je eigenlijk, dat hij vroeger in Groot-Nederland ook die heele stof voor Lebak óók had behandeld? Uit de opgave van je Multatuliana achterin zou ik zeggen van niet. [Inderdaad wist ik dat niet, dat moet al héél oud zijn!] De parallel is nu werkelijk heel grappig. Ik deel je slechte opinie over Saks nu geheel, na de taaie lectuur van dit historisch-materialistische, heymansiaanscheGa naar voetnoot4. gekwaadspreek; alleen begrijp ik niet waarom je den man zoo schijnheilig vindt! Hij is op zijn manier tamelijk rechtuit, en hij is veel te veel kankeraar om zich met hypocrisie te omhullen. Enfin, ik heb twee groote artikelen over jou en hem geschreven, die morgen en overmorgen verschijnen. [Dus in Het Vaderland van 20 en 21 Nov.]Ga naar voetnoot5. Als het niet te duur wordt met de porti, stuur ik je beide stukken per vliegpost.’
Ik hoop dat hij het doet. Deze artikelen van Ter Braak zullen hoogstwschl. de beste zijn - en verreweg - die over deze boeken zullen verschijnen, en dat hij de twee bijeen neemt is een alleraardigst idee. Ik stuur ze u vroeger of later natuurlijk.
Met beste groeten, steeds uw
EduP.