E. du Perron
aan
L.F. Jansen
Garoet, 12 november 1937Ga naar voetnoot1.
Garoet, 12 November 1937.
Beste Leo,
Dank voor je uitvoerige en mijns inziens over het algemeen zeer juiste opmerkingen. Je geeft je een hoop moeite voor me, en dat na zoo zware dag- en avond-taak; geloof aan mijn dankbaarheid. Alleen op één punt wil ik méér weten. Wat bedoel je er precies mee als je zegt dat W. van Hogendorp een christelijke beroerling is. Het is niet bizonder christelijk, als je de smoor in hebt omdat je aanstaande schoonvader je aanstaande bruid heeft beduimeld; ik zou ‘goddomy’ óók lust hebben om den man met een pistool te bewerken! Verder is H. ‘Atheïst’, wat voor jou reden zal zijn geweest hem christelijk te noemen, en wat in de lijn is van Ter Braak. Mij best overigens, maar ik moet den man nog verder behandelen, zal ongetwijfeld ook zijn ‘christelijke’ kanten nog belichten
hij was later in Bata-via dief (= smokkelaar als compagniessoldaat) en weldoener der menschheid (= mede-oprichter van het Bat. Genootschap en ijveraar voor de koepok-inenting.)Ga naar voetnoot2. Alles bij elkaar een curieus heer toch wel, daarbij vader van mijn ‘ware held’ Dirk! - Ik vrees dat Dirk je nog minder zal enthousiasmeeren dan grootpa Onno; bij hem komt zelfs geen incest voor. Maar er is iets anders: je kunt een beetje meewerken aan dit verhaal, nl. door met mij 's avonds in Oud-Batavia rond te kuieren, met het idee hoe het in zijn tijd geweest moet zijn - die bruine slootGa naar voetnoot3. voor je huis, enz. Als Dirk in Indië is, wil ik nl. mijn kroniekstijl toch weer een beetje vullen met specifiek-indische impressies. Ik schreef je verder al, meen ik, dat ook Dirk den armen Adam moet ontmoeten: in Batavia dus, ± 1785; dan is Adam oud. Eigenlijk zou ik dus wat historische details moeten schrappen, om duidelijk te maken dat ik geen ‘historisch verhaal’ heb willen schrijven? Maar dat is nu een delikaat werkje geworden, vrees ik. Die 2 broers zijn nu eenmaal ‘historisch’ bezig geweest. Ik kan natuurlijk nog wat meer politiek erin brengen, want het is meer natuurlijke aversie dan onwetendheid die mij hierin remde, maar lijkt jou dàt geen gevaar? Ik kan Onno wat politieke discoursen in den mond leggen, desnoods zijn gepubliceerde redevoeringen citeeren. Zou het de boel niet alleen maar vervelender maken? Je impressie: ‘De Republiek in verval en de fam. van Haren ook’, is grosso modo wel voldoende. Als namelijk onmiskenbaar is dat de van Haren's een typische regentenfamilie zijn, wat m.i. in het oog loopt. Anders staat dat citaat van Huizinga op bladzijde 1 ook op de rest als kut op Dirk. Of doet het dat toch? Hierover ook graag antwoord. - Zoo noodig kan ik dit verband tusschen historie en regenten hier en daar nog wel duidelijker maken. Wat je zegt over Onno: als hij een minder goed echtgenoot was geweest zou hij onmiddellijk niet met zijn dochter naar de bibliotheek zijn gegaan is precies wat ik wou ‘suggereeren’. Ik heb het nergens gezegd, dus dit is gelukt. Inderdaad, was de man in zijn huwelijk minder strikt - en minder eerlijk - geweest, dan had hij de behoefte aan variatie van zijn 45e, en na 20 jaar huwelijkstrouw zeker in een bordeel uitgeleefd en niet met pokdalige en breukband-dragende dochterkens. Ik kan Onno zelf ook nog een beetje beschrijven. Maar zijn manier van optreden gedurende en na het maal bij de Van Sandicks doen hem toch wel ‘zien’, dacht ik. Hooren wat Binnerts hiervan nog zegt. Ik zelf heb een zwak voor dochter Doekje. Vind je die niet aardig, hoewel 100% hollandsch? Ook Amelia vind ik, hoewel een ‘kreng’, wel iets leuks hebben. Bep is gedegouteerd van de heele familie (behalve van Doekje) en gelooft aan Onno's onschuld, zij gelooft dat het ‘sexueele voorlichting’ was, niet Dr. Van Vloten!Ga naar voetnoot6. Enfin....
Geef Binnerts gerust de ‘cathechismus’-briefkaart,Ga naar voetnoot7. maar eerst als hij alles gelezen heeft, anders gaat hij al lezend erop letten, en ik voel veel meer voor een ‘argelooze’ indruk. Daarom is het ook goed dat je het maar niet over hebt gelezen!
Ziezoo. Ik schiet slecht op, kreeg bezoek van familie, wat me altijd onpasselijk maakt. Verder is mijn grieperigheid niet geheel weg en remt me in het werk - snot maakt dof in het hoofd en zoo. Laat je niet vermoorden, denk aan de reputatie van je hotel; en houd je goed.
Nogmaals dank, veel hartelijks van ons twee.
Je E. du Perron.