E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 18 september 1936
Parijs, Vrijdag.
Beste Jan,
Met Atie nogmaals veel dank voor het logeeren; misschien moet ik er zelfs mijn excuses bij doen, want ik geloof dat het je soms wel wat vol en druk werd (en terecht). Ik kwam hier levend aan, maar heelemaal zonder hersens. En het ‘regelen’ van allerlei begint alweer; het is ongelooflijk, zooals je merkt dat er van allerlei te doen valt, als je ervandoor gaat. We zullen blij zijn als we op de boot zitten: deze gaat 13 October 's middags van Marseille, zoodat wij 12 Oct. met de nachttrein van hier kunnen. Maar we zien elkaar nog! Tot later; nogmaals veel hartelijks, ook van Bep en aan Aty; werk stevig in je nieuwe kamer, en heb een hand van je
E.
Die meneer UngerGa naar voetnoot1. moet mij morgen spreken. Erg aardig, maar ik heb zoo weinig tijd!