E. du Perron
aan
H. MarsmanGa naar voetnoot1.
Parijs, 16 juli 1936
Parijs, 16 Juli '36.
Beste Henny,
Je plannenGa naar voetnoot2. vind ik natuurlijk opperbest. Daarover mondeling nader, vooral omdat zooiets al doende toch altijd wordt gewijzigd. Ik hoop van harte dat Europa - de rotkanessen van de politiek, bedoel ik - zich rustig genoeg zal houden om ze niet heelemaal onmogelijk te maken; amen. Ik, lafaard, vlucht.
Van je literaire plannen ‘begrijp’ ik niet veel. Dit komt 1o door het enorme verschil in ons: dat jij wèl allerlei proefnemingen wilt doen, maar verder de techniek in wat achter je ligt (en half gelukt of mislukt is) wilt vergeten, terwijl in het doorzetten, hernemen, herzien, de beste les ligt die een auteur zichzelf geven kan (als Tolstoï en Lawrence je als voorbeelden te kras zijn, denk dan aan Nijhoff, aan Vestdijk); 2o dat jij een soort sympathie schijnt te hebben behouden voor ‘kleine boekjes’, die ik vroeger sterk had en nu heelemaal niet meer. - A.M.B. + De Bezoeker + een nieuw verhaal, is een boekje waar ik het belang niet van inzie: als verhalenbundel apart beschouwd, is het te klein (bijna genre Vijf Vingers), als brok van jouw ‘ontwikkelingsgang’, óók. Ik zou, als ik jou was, het volgende doen: Vera opnemen, mijzelf dat lééren, vooral omdat er veel goeds in steekt; het bekorten, er een verhaal van maken, en dan misschien daaraan toevoegen: alle verhalen die ik geschreven had, y compris de ‘proza-gedichten’, deze als losse hfdstn. onder één titel bv. (Natuurlijk zou ik Bill bv. zorgvuldig vergeten. Maar nièt De Vliegende Hollander, en niet 2 of 3 van de goede stukken uit De Vijf Vingers) Ik zou dààr dan ook bij doen: A.M.B. en De Bezoeker, en De Benoeming (als dat goed is), en misschien zelfs Angèle Degroux (bekorte lezing; ook een lang verhaal ervan maken, wat het au fond is). En misschien zelfs Vreede, of hoe die heer heeten zal. Je kreeg dan een boek van 300 blzn., maar een boek voor volwassen menschen, en een belangrijk stuk werk van Marsman. Noem het boek dan zooals je wilt: liever niet naar één verhaal, maar zoo ja, dan naar Angèle D. (A.D. + andere verhalen).
Al dat verdere geschipper en geflutter vind ik jou onwaardig en verlaat je ontwikkelingsgang. Als je één groot boek met proza achter je hebt - verhalend, dit, - en één groote bundel essays, à la Tweede Gezicht en Smalle Mens, den bundel dien ik aangaf, - en één groote bundel gedichten, àlles wat je geschreven hebt bijeen, - dan was je een vent, met 3 stevige, belangrijke getuigenissen van zijn literaire activiteit achter zich; en dàn zou je wschl. opschieten naar een nieuw groot boek, dat dit werk waardig zou zijn, of overtreffen zal. Inplaats daarvan, vermors je al je gaven, omdat je, onbewust misschien, het beeld van je activiteit versnipperd en ‘voorloopig’ houdt.
Dat is precies mijn ‘diagnose’ en mijn opinie; maar je hebt er wschl. niets aan. Je begrijpt misschien niet dat je (volgens mij) door op deze manier aan je ‘verleden’ te werken, het allerbest aan je ‘toekomst’ bouwt; je maakt de basis daarvoor steviger, je zelfvertrouwen en alles. En laat al de idiootjes lullen die dan spreken van: ‘hij knoeit aan oude dingen omdat hij geen nieuwe heeft’. Wat zij maken is iets anders dan wat jij maakt; jouw werk behoort, bewust, tot de literatuur. Dat Helman de eene roman na de andere schijt en niets meer herziet, is volkomen logisch, in het beeld van zijn activiteit. Als hij zijn eerste, dingen terugziet, kan hij zich alleen maar schamen, omdat deze zwakke ‘probeersels’ in wezen op een zooveel hooger peil staan dan de ‘bereikingen’ die hij nu dan op zijn actief heeft.
Ik wou dat je voor ééns zoowat absoluut naar mij wilde luisteren, en je - zeg 3 maanden maximum - aan deze opgave wilde wijden.
Vreede komt er dan niet bij, maar dat hoèft dan ook niet; misschien wordt dàt dan je volgende groote boek. Maak wat ik je zeg nu in orde in 3 maanden tijd, waarin je dan ook nog hoopen lezen kunt; maar dwing je tot het schrijven, tot de literatuurlessen, van dit.
Het is èn als werk, èn als resultaat, het beste wat je doen kunt. Iemand die 3 goede verhalen van jou bijeen krijgt, ondergaat het als een nieuw staaltje van Marsman's fraaie proza; iemand die de 3 boeken krijgt die ik voor je ‘bedenk’, is 3 × in een bad van Marsman geweest; heeft 3 × te maken gehad met een niet weg te denken stuk Marsman, of hij er verder in opgaat of het versmaadt. Laat alle klein-zinnige bedenkingen van ‘des esprits à moitié chemin’ op zij en geef jezelf en de hollandsche literatuur deze 3 brokken werk - deze 3 resultaten van al wat je geprobeerd, gevoeld en gevonden hebt tot je ± 36e jaar. Van 37 tot 47 heb je dan 10 jaar om iets totaal anders te probeeren.
Voor den bundel verhalend proza kan ik je nòg iets voorstellen, dat heel aardig is; vgl. Hemingway's bundel In our time; nl. groote stukken af te wisselen met kleine; echte verhalen af te wisselen met verhalende fragmenten. (Jouw werk lijkt niets op dat van Hemingway, dus aan ‘plagiaat’ hoef je niet te denken.) De bundel wordt dan bv. zoo:
1. Vliegende Hollander. 2. Vera. 3. ScheerwinkelGa naar voetnoot3. 4. Angèle. 5. Penthesileia. 6. A.M.B. 7. Nog een kort stuk uit 5 Vingers (Matrozen?). 8. De Bezoeker. 9. Virginia's dood. 10. Het verhaal dat je schrijven wilt. 11. De Benoeming. - Natuurlijk zal déze volgorde wel naar niets lijken; het is alleen het idee. Aan jou om te maken dat iedereen, die gevoel heeft voor literatuur, begrijpt hoe dit boek één compositie is, hoe de muziek ervan moet worden gehoord, omdat het eene stuk het andere voortzet: Virginia een prelude is tot A.M.B. bv., of wat dan ook, Angèle echo is van Penthesileia, etc.
Misschien heb je niets aan dit alles, omdat het patagonisch voor je blijft, maar ik heb een prettig gevoel dat ik je dit nog gestuurd heb voor ik afsjees. - En toch, heelemaal patagonisch kan het niet voor je zijn, omdat je voortdurend gekweld wordt door de vraagstukken die ik hier voor je tracht op te lossen: de les, de techniek, en wat-je-van-wat-achter-je-ligt-maken-kunt. - Verwerp het, maar niet uit bangheid of luiheid.
Ik schrijf je later nog eens de prijs van dat boek van Brunschvicg, dat wschl. een philosofisch gedoetje van niks is. Waarom lees je niet Bergson? Bv. Les deux sources de la Morale et de la Religion, in de lijn die jou blijkbaar interesseert. Niet dat ik het zelf ken, maar het is allicht beter dan Brunschvicg, die volgens Malraux, het type is van den philosofieprofessor en een oude raseur. - Dit boek van Bergson kost 25 frs., dat is het zeker waard.
Hartelijke groeten en later meer; een hand van je
E.
PS. Ducroo zal ik je over een paar dagen zenden, want de bedoeling is dat je mijn ex. leest, mèt de veranderingen, en dat je àlles keurt. Zet daar ook je opmerkingen bij, mits in potlood. Bij voorbaat veel dank!
Werk van H. Marsman tot 1937
I. Poëzie. (Paradise Regained, mèt ‘de vuren lach’! - Witte Vrouwen - Porta Nigra, of wat daar goed van is).
II. Verhalend Proza. (Vliegende Hollander. - Goede stukken uit Vijf Vingers. - Virginia's dood. - Vera. - A.M.B. - De Bezoeker. - Angèle Degroux. - Vreede?? - De Benoeming? - Nog een verhaal, het eenige dat nog te schrijven is.) [Nièt Bill, nièt dat verhaal in de V. Bl. over die negerslaven of zoo, niet Drievoudig Afscheid, tenzij dit laatste totaal herschreven, maar ik geloof niet dat er veel winst uit te halen is: zoowel die vrouw als die man heb je elders beter gemaakt.]
III. Essayistisch Proza. (Anatomische Les, herzien - Lamp van Diogenes, herzien - Kort Geding, herzien - X-stralen, zorgvuldig gekozen, korte stukken, ‘aforismen’ - Latere essays.)
[Gott strafe Marsman als hij flutplaketjes maakt! Nà deze 3 boeken òf een heeleboel probeersels, maar làter eerst te bundelen, òf een groot boek: Vreede, of een roman, of wat anders.]
16 Juli 1936.
Deel I: Les Précurseurs de Nietzsche. (Montaigne, Schopenhauer, etc.) Dit deel schijnt bizonder goed te zijn; op het oogenblik heb ik het hier niet, anders schreef ik den inhoud beter voor je op. (Chiaromonte heeft het.)
Deel II: La Jeunesse de Nietzsche (jusqu'à la rupture de Bayreuth. (Vnl. biografisch.)
Deel III: Le Pessimisme ésthetique de Nietzsche. (Sa philosophie à l'époque Wagnerienne) (Dit gaat dus over zijn werk.)
Deel IV: La Maturité de Nietzsche (jusqu'à sa mort). (Dit is dus het 2e deel van de biografie.)
Deel V: Nietzsche et le Transformisme intellectualiste (La philosophie de sa période française.) (Dit is dus deel 2 van het boek over zijn werk.) Deel VI: La dernière philosophie de Nietzsche. (Le renouvellement de toutes les Valeurs.) (Dit is dus deel 3 en slotdeel van het boek over zijn werk.)
Maar, ofschoon je elk deel apart krijgen kunt, er is natuurlijk voortdurend verband tusschen de biografie en de rest.