E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 20 maart 1936
Parijs, Vrijdag.
Beste Jan,
Dank voor beide epistels, in het bizonder de ijlmissive. - Hoe kom je nu aan Regler? Ik vind hem niet ongeschikt en toch je ware niet. Wat zou Jany gnuiven als hij hoorde dat je een avond in dat Jodengezelschap gesleten had!Ga naar voetnoot1.
Ik schrijf gelijk hiermee aan Guilloux en de W.B.
Sinds gisteravond spuiten de notities er weer uit. Een groote variatie; maar hoe komt dit alles in Gr. Ned.? Ik ben bang dat we ver over het jaar heen komen (en dat ik misschien ver in Indië zal zitten) als ik met 4 à 5 blzn. word ‘opgeruimd’. Kan je het niet zoo schikken dat je eens of tweemaal een flinke portie opruimt? De notities worden in Holland nu al met belangstelling gevolgd, zooals ik opmaak uit berichten van Henny en Menno, Batten e.a. Als ik maar in elk nr. een minimum van 7 blzn. had (als nu in Maart) zou het best zijn. Maar voor April heb ik zelfs de proeven nog niet en het is nu de 20e.
Hoe is het nu met die brieven van Menno en jou over Romain Rolland, waar ik ook een stukje bij zou piesen?Ga naar voetnoot2. Gaat dat nog door, dan moet je het niet té oudbakken maken.
Ik kan me gevoelens als die je me beschreef tot in nuances indenken; ik voel me soms precies zoo, geen haar anders.
Guilloux vroeg me of ik een vertaling kon geven van mijn stukje in De Groene over hem. Nu hij zoo bevriend is met Kees, vind je niet dat Kees dat nu maar eens doen moet? Hij kent hollandsch, en beter fransch dan ik. Ik zou het in zijn plaats heerlijk hebben gevonden om zulke werkjes te doen, dus hij misschien ook. Maar ik zal Guill. schrijven dat het een stukje is van niks, precies goed voor De Groene en op bestelling gemaakt. Dat van Bep in de N.R.C.Ga naar voetnoot3. was 10 × beter.
Nu Jan, tot de volgende keer. Je schrijft me niet of ik je een boek moet toezenden. Ik heb Giraudon nu ‘afbesteld’. Houd je taai, en vergeet je novelle niet.
Veel hartelijks van je
E.