E. du Perron
aan
H. Marsman
Bellevue, 30 september 1933
Bellevue, 30 September.
Beste Henny,
Dank voor je brief. Jany zelf schreef mij ook. Hij wil nog altijd Ducroo (Indië dan) in De Gids hebben en er moeite voor doen. Misschien lukt het toch nog.
Van Jan Gr. een verwarde en nijdige brief, een compleet standje, over de vriendschapshistorie. Je moet weten dat we hiertusschendoor allerlei briefjes nog gewisseld hebben; iedere dag kreeg ik mijn portie geëxaspereerde Greshoff. Deze laatste is in antwoord op den brief die eindelijk via jou kwam. En de ware oorzaak van zijn exasperatie is dat ik er die lintjeskwestie bij heb gehaald; hoe ik zóóiets onbeduidends erbij dùrf halen, enz.! Maar een andere botsing heb ik met Jan nooit gehad, dus daar alleen berust ook zijn heele zwaard-van-Damocles-theorie op. Hij kan nu ook zeggen dat mijn brief aan Slau hem zoo hevig verschrikt heeft, maar dat is onzin; en hij ver-domt het om te lezen en te begrijpen dat die brief van mij aan Slau niet een beschuldiging van mij was, zoo maar uit eigen beweging, maar een antwoord op een idiote, kwaaie brief van Slau zelf. Ik schrijf dit nu aan Jan nogmaals: het is nu de 3e× dat hij het weten kan. Ik heb nooit gezegd: ‘ik wil het uitmaken met Slau’ - maar: ‘als hij na dit antwoord van mij voorgoed kwaad wordt, tant pis.’ - De lintjes-kwestie met Jan zit hem heusch dieper dan hij erkennen wil, dat is het vervelende punt in deze correspondentie.
Ik heb hem nu voor de laatste keer duidelijk geschreven en hem gevraagd jou mijn en zijn brief door te zenden.Ga naar voetnoot1. Maar ik schreef erbij dat ik er niet op stond, omdat hij mij gealarmeerd schreef dat hij erop stond (streep eronder) dat ik zijn 2ebrief over Maurice Roelants - waarin hij tòch van zijn teedere gevoelens voor Maurice getuigt - aan Menno zou sturen, nadat ik Menno zijn 1e missive over Maurice had gestuurd, waarin deze uitgemoerd werd zooals ik het mijn concierge nog niet doen zou.
Jan is een beste vent, en van zijn gevoelens ben ik overtuigd, en op hemzelf ben ik, vanuit mijn gevoel, meer dan op menig ander gesteld, maar zijn logica in deze kwestie is weer vol zelfverneukerij en enthousiaste kraaien van een haan zonder kop. (Waar kraait die mee? is de vraag.) Enfin, Jan als logicus zou een vreemd iets zijn.
Bep is erg blij dat Jany haar een ‘superieur wezen’ vindt. Maar zij zegt dat zij nooit geloofd heeft dat Jany niet aan Elysium gelooft; dat zij alleen maar mooier gevonden zou hebben als hij daar niet aan geloofde! Ha zoo! nu jij weer... en Jany dan!
Met je slotopmerking over de vriendschap ben ik het natuurlijk geheel eens. Wij zijn er tenminste!
Ik heb het stuk over de dichters en dichterlijke sfeer herschreven en in het boek gezet. - Dat De Afspraak voor jou iets verloren heeft aan ‘macht’, kan gewoon zijn dat de frischheid er nu voor je af is; ook dat is een wet helaas! - Ik schreef een van mijn allerbeste stukken (Menno is er enthousiast over) over Nietzsche en Rohde en Malraux-Tielrooy. Komt wschl. in het December-nr. van Forum.
Die Forum-kwestie is nu ook voor mij allang opgelost. Ik heb gedacht aan een mogelijkheid om het Vlaamsche huis te negeeren. Maar dat is tenslotte niet mogelijk. Dus opdoeken, vooruit.
Denk erom: wij gaan 14 October van hier. - Ik ben benieuwd of Jan je onze brieven zendt; ik denk toch van wel. Hartelijke groeten, ook van Bep en aan Rina, een hand van je
E.
P.S. Ik ben ziek van Indische herinneringen, en ik moet er nog zooveel maken! Vandaag ga ik naar St. Cloud voor de sfeer van een hoofdstuk hier. Ik heb nu ook weer 100 andere dingen die mij boeien.