E. du Perron
aan
C.J. Kelk
Bellevue, 30 september 1933
Bellevue, 30 September 1933.
Beste Kelk,
Ik heb met veel genoegen de huwelijksgrap in dit aardige uitgaafjeGa naar voetnoot1. overgelezen. En ik blijf er bij: je moet op een keer - voor bewezen trouwe diensten in het boekhandelaarsbedrijf of zoo - een uitgever vinden die je verzamelde spelen uitgeeft. Niet de Alcalasche moordverwarring, maar De Parasieten, dit, De Man die zichzelf begroef(dat vooral!) en ook zeker Het Diner der Onthoofden. De medewerking van Constant kan natuurlijk overal in colophon of op den onderkant van de bladzij worden verteld; ik vrees dat het hem anders erg zou verdrieten. Hoe gaat het hem verder? Wil hem ook voor de medeonderteekening van het exemplaar - als dat noodig is - bedanken.
Ik werk hard, op verschillende manieren, ofschoon wel altijd met de pen in de hand. Voorloopig blijven wij in Frankrijk; 14 October a.s. gaan wij van hier weg, maar wij zijn zoekende naar andere kamers. Als ik weer in Amsterdam kom, hoop ik je te mogen behandschudden.
Hartelijke groeten, ook aan je vrouw en van de mijne, en een hand van je
EduP.
P.S. Ik zou je beter schrijven als ik het niet zoo druk had, en als er niet zooveel veranderd was, dat wij beter eens kunnen bepraten. Toch ben ik erg gevoelig voor het idee dat je hadt om mij dat boek te sturen.